Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 16 juni 2011
gepubliceerd op 12 augustus 2011

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de raadpleging van de representatieve verenigingen van ouders van leerlingen op gemeenschapsniveau

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2011029400
pub.
12/08/2011
prom.
16/06/2011
ELI
eli/besluit/2011/06/16/2011029400/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JUNI 2011. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de raadpleging van de representatieve verenigingen van ouders van leerlingen op gemeenschapsniveau


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op artikel 7, § 2, tweede lid, van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 06/08/2009 numac 2009029395 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de Verenigingen van ouders van leerlingen en de Representatieve organisaties van verenigingen van ouders van leerlingen in de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de verenigingen van ouders van leerlingen en de representatieve organisaties van verenigingen van ouders van leerlingen in de Franse Gemeenschap, zoals ingevoegd door artikel 57 van het decreet van 13 januari 2011 tot wijziging van verscheidene bepalingen inzake leerplichtonderwijs en onderwijs voor sociale promotie;

Gelet op de raadpleging georganiseerd door de representatieve verenigingen van ouders van leerlingen op gemeenschapsniveau op 28 april 2011;

Gelet op het advies nr. 49.654/2 van de Raad van State, gegeven op 30 mei 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op artikel 69, § 5, van het decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren sluiten dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 maart 2011;

Op de voordracht van de Minister van Leerplichtonderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Er wordt een Raadplegingscomité opgericht, samengesteld uit een afvaardiging van de Regering van de Franse Gemeenschap en een afvaardiging van de representatieve verenigingen van ouders van leerlingen op gemeenschapsniveau bedoeld in artikel 6 van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 06/08/2009 numac 2009029395 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de Verenigingen van ouders van leerlingen en de Representatieve organisaties van verenigingen van ouders van leerlingen in de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de verenigingen van ouders van leerlingen en de representatieve organisaties van verenigingen van ouders van leerlingen in de Franse Gemeenschap. § 2. De afvaardiging van de Regering van de Franse Gemeenschap, met inbegrip van de voorzitter en, in voorkomend geval, de ondervoorzitter(s), telt ten hoogste 10 leden.

De afvaardiging van de Regering van de Franse Gemeenschap is samengesteld uit de Minister van Leerplichtonderwijs, de Minister van Begroting of hun behoorlijk gemachtigde afgevaardigden.

De andere leden van de afvaardiging van de regeringsinstantie worden aangesteld door de voorzitter uit de personen die, uit welken hoofde ook, bevoegd zijn om de Regering van de Franse Gemeenschap te verbinden.

De voorzitter en de ondervoorzitter(s) worden aangesteld door de Regering. Ze kunnen zich laten vervangen door een behoorlijk gemachtigde afgevaardigde.

De afvaardiging van de regeringsinstantie mag zich laten vergezellen door technici. Bovendien mag het aantal technici het aantal aanwezige leden niet overschrijden. § 3. De afvaardiging van de representatieve verenigingen van ouders van leerlingen op gemeenschapsniveau telt ten hoogste 10 leden. Elke representatieve vereniging kiest vrij haar vertegenwoordigers.

De afvaardiging van de representatieve verenigingen telt ten hoogste : - 5 leden van de Federatie van ouderverenigingen van het Franstalig officieel onderwijs (FAPEO) voor de inrichtingen georganiseerd door de Franse Gemeenschap, de gemeentes of de provincies. - 5 leden van de Federatie van Ouderverenigingen katholiek onderwijs (UFAPEC) voor het confessioneel gesubsidieerd vrij onderwijs.

De afvaardiging van de representatieve verenigingen mag zich laten vergezellen door technici. Bovendien mag het aantal technici het aantal aanwezige leden niet overschrijden. § 4. Wanneer het onderzoek naar een vraag het eist, kan de voorzitter van het raadplegingscomité beslissen deze aan een subcomité te vertrouwen.

De procedure van de raadpleging bedoeld in dit besluit is mutatis mutandis van toepassing op de vergaderingen van de subcomités.

Art. 2.De voorzitter zorgt voor de goede werking van het Comité en stelt de secretaris van het comité aan, alsook de administratieve dienst die het secretariaat organiseert.

Het Comité stelt zijn huishoudelijk reglement op. Dit wordt door de Regering goedgekeurd.

Art. 3.Een vraag wordt tot raadpleging binnen de representatieve verenigingen voorgelegd op initiatief van de Regering.

Met het oog op de raadpleging ontvangen de representatieve verenigingen van ouders van leerlingen op gemeenschapsniveau al de nodige documentatie.

Art. 4.De voorzitter stelt de agenda op en bepaalt de datum van de vergaderingen. Hij leidt de debatten en verzekert het goede verloop van de vergaderingen.

De agenda vermeldt in welke beide termijnen bedoeld in artikel 8, de raadpleging dient te worden beëindigd.

Art. 5.De secretaris verstuurt de oproepingsbrieven met de agendapunten zowel naar de leden van de afvaardiging van de regeringsinstantie als naar de representatieve verenigingen en dit minstens tien werkdagen vóór de datum van de vergadering.

Wanneer de voorzitter het dringend acht, kan hij de termijn tot drie werkdagen beperken, zonder dat dit noodzakelijkerwijs tot de toepassing leidt van artikel 8, derde lid van dit besluit.

Iedere oproepingsbrief gaat gepaard met de noodzakelijke documentatie voor de raadpleging.

Art. 6.Tijdens de vergadering heeft iedere afvaardiging het recht om wijzigingen betreffende de agenda voor te stellen. Om van toepassing te zijn, dienen deze wijzigingen unaniem door de aanwezige afvaardigingen te worden aanvaard.

Art. 7.Noch de afwezigheid van één of meer leden van de afvaardiging van de regeringsinstantie die regelmatig worden opgeroepen, noch de afwezigheid van één of meerdere afvaardigingen van de representatieve verenigingen van ouders van leerlingen op gemeenschapsniveau die regelmatig worden opgeroepen, leidt tot de ongeldigheid van de raadpleging.

Art. 8.De raadpleging wordt beëindigd binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de dag van de vergadering waarin het punt voor de eerste maal werd aangesneden.

De termijn kan bij onderlinge overeenstemming tussen de aanwezige afvaardigingen worden verlengd.

De voorzitter kan de termijn tot tien dagen beperken, wanneer hij de bespreking van een punt dringend acht.

Art. 9.Na de raadpleging neemt het Comité de conclusies van de raadpleging in een advies op dat het volgende vermeldt : - ofwel het unanieme - gunstige, voorbehouden of ongunstige advies van alle partijen; - ofwel het respectievelijke gunstige, voorbehouden of ongunstige advies van elke afvaardiging van de representatieve verenigingen van ouders van leerlingen op gemeenschapsniveau.

Art. 10.De secretaris stelt de notulen op van de vergaderingen.

De notulen van iedere vergadering vermelden : 1° de agenda;2° de naam van de leden van de afvaardiging van de regeringsinstantie die aanwezig, verontschuldigd of afwezig zijn;3° de benaming van de vertegenwoordigingsorganen die aanwezig, verontschuldigd of afwezig zijn en de naam van de leden van de afvaardigingen van deze vertegenwoordigingsorganen die aanwezig of verontschuldigd zijn;4° de naam van de technici;5° de beknopte samenvatting van de besprekingen; De notulen worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Ze worden aan de afvaardigingen verstuurd waaruit het Comité is samengesteld.

Art. 11.§ 1. Binnen de vijftien dagen volgend op de vergadering wordt een afschrift van het advies, per aangetekende brief, aan de leden van de afvaardiging van de overheidsinstantie en aan de betrokken vertegenwoordigingsorganen verstuurd. § 2. De leden van de afvaardiging van de regeringsinstantie en van de vertegenwoordigingsorganen beschikken over een termijn van vijftien werkdagen te rekenen vanaf de zending van het advies om hun opmerkingen aan de voorzitter mee te delen. De postdatum geldt als verzendingsbewijs.

De voorzitter kan deze termijn echter wijzigen, op verzoek van een afvaardiging en na de andere afvaardigingen betrokken bij de voornoemde termijn van vijftien werkdagen te hebben gehoord.

Wanneer geen enkele tekstwijziging binnen de termijn wordt voorgesteld, wordt het advies overgenomen als definitieve tekst.

Het verzoek om rechtzetting wordt tijdens de volgende vergadering door de voorzitter aan het Comité voorgelegd. Wanneer geen enkel akkoord wordt bereikt, worden de uiteenlopende standpunten in het advies opgenomen. § 3. Een afschrift van het advies wordt verstuurd naar : - de Ministers tot wier bevoegdheid het Leerplichtonderwijs behoort; - de Minister van Begroting; - de Minister-President.

Art. 12.Binnen het Comité kan overeengekomen worden dat de mededelingen bedoeld in de artikelen 3, 5, 10 en 11 op elektronische wijze gestuurd worden. De nauwkeurigere regels betreffende de verzending en de mededeling op elektronische wijze worden in voorkomend geval in het huishoudelijk reglement bepaald.

Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2011.

Art. 14.De Minister van Leerplichtonderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 juni 2011.

De Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D.SIMONET

^