Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 06 februari 2014
gepubliceerd op 11 april 2014

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de beginsels van programmering bedoeld in artikel 43bis van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2014029213
pub.
11/04/2014
prom.
06/02/2014
ELI
eli/besluit/2014/02/06/2014029213/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 FEBRUARI 2014. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de beginsels van programmering bedoeld in artikel 43bis van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, inzonderheid op artikel 43bis ingevoegd bij het decreet van 29 november 2012;

Gelet op het besluit van 15 maart 1999 betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd;

Gelet op het advies nr. 138 van de Gemeenschapsraad voor hulpverlening aan de jeugd, gegeven op 14 oktober 2013;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 december 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 19 december 2013;

Gelet op het advies 54.871/4 van de Raad van State, gegeven op 15 januari 2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Jeugd;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1. decreet : het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd;2. besluit van 17 juni 2010 : het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juni 2010 tot goedkeuring van de keuze van de variabelen en de berekeningsformule van het socio-economische indexcijfer van elke statistische sector met toepassing van artikel 3 van het decreet van 30 april 2009 houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving;3. lastgevende macht : de lastgevende macht zoals bedoeld in artikel 1, 4°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029245 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd sluiten betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd;4. steunverlening : de steunverlening zoals bedoeld in artikel 1, 6°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029245 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd sluiten betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd.

Art. 2.De beginsels van programmering bedoeld in artikel 43bis van het decreet zijn de volgende : 1° de capaciteiten van steunverlening door de erkende diensten op een rechtvaardige manier verdelen tussen de arrondissementen in functie van het aantal kinderen die in deze arrondissementen verblijven, gewogen door een sociaal-economische index en een bereikbaarheidsindex;2° bijgevolg voorrang verlenen, voor de ontwikkeling van de capaciteiten van steunverlening, aan de arrondissementen die het hoogste verschilcijfer inzake uitrusting tellen, zoals berekend overeenkomstig artikel 6, § 3;3° de capaciteiten van steunverlening door de erkende diensten op een rechtvaardige manier binnen elk arrondissement verdelen.

Art. 3.De parameters die gebruikt worden voor de berekening van het gewogen aantal kinderen per arrondissement zijn de volgende : 1. het aantal kinderen geteld binnen het arrondissement bedoeld in een demografisch vooruitzicht van vijf jaar, zoals berekend door het Federaal Planbureau en de Algemene Directie statistiek en economische informatie;2. de sociaal-economische index bedoeld bij het besluit van 17 juni 2010;3. een index van een geografische bereikbaarheid per arrondissement, zoals opgenomen in bijlage;4. wegingsfactoren waarbij het gewicht van elke index in de eindberekening gewogen kan worden.

Art. 4.Het gewogen aantal kinderen per wordt vastgesteld volgens de volgende formule :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De waarde van de factor PISE wordt vastgesteld op 0,8 en de waarde van de factor PIACC wordt vastgesteld op 0,2.

Art. 5.§ 1. Met het oog op een theoretische capaciteit van steunverlening voor elk arrondissement en voor elk type van steunverlening, wordt de bestaande globale capaciteit (CE) van steunverlening van de Franse Gemeenschap verdeeld over de arrondissementen naar rata van de gewogen bevolking van kinderen van elk arrondissement (npard) ten opzichte van de gewogen bevolking van de Franse Gemeenschap (Np)

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Waar ? CTard de theoretische capaciteit van de steunverlening van het arrondissement is; ? npard de gewogen bevolking van kinderen binnen het arrondissement, zoals bedoeld in de berekening; ? CE de bestaande capaciteit van steunverlening in de Franse Gemeenschap is met inbegrip van de gelijkgestelde steunverleningen en ? NP de globale gewogen bevolking van kinderen is binnen de Franse Gemeenschap berekend als volgt :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Voor de berekening van de theoretische capaciteit (CTard) van de diensten voor opvang en opvoedingshulp, worden de verblijfmaatregelen genomen door een lastgevende macht in een schoolinternaat en in een gespecialiseerd opvangdienst van het kind, gelijkgesteld met de steunverleningen van het type van diensten voor opvang en opvoedingshulp.

De verblijfmaatregelen in een schoolinternaat worden slechts gelijkgesteld naar rata van 50 %. § 3. Wat de hulpdiensten in open milieu betreft, worden de capaciteiten van steunverlening (CE) berekend in functie van het aantal betrekkingen van voltijdse equivalenten gesubsidieerd door de hulpverlening aan de jeugd binnen het arrondissement.

Art. 6.§ 1. De minder goede uitgeruste arrondissementen worden geïdentificeerd door de een vergelijking tussen de theoretische capaciteit van de steunverlening binnen het arrondissement en de capaciteit van de bestaande steunverlening binnen het betrokken arrondissement. ? De minder goede uitgeruste arrondissementen zijn deze waar de bestaande capaciteit lager is dan de theoretische capaciteit; ? De beter uitgeruste arrondissementen zijn deze waar de bestaande capaciteit hoger is dan de theoretische capaciteit. § 2. Voor elk type van steunverlening en voor elk arrondissement wordt een uitrustingspercentage berekend volgens de volgende formule :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 4. De arrondissementen die het hoogste verschilcijfer tellen, worden bij voorrang aangesteld voor de ontwikkeling van de capaciteiten van steunverlening.

Art. 7.Ten minste om de vijf jaar na de inwerkingtreding van dit besluit stelt de bevoegde administratie een overzicht vast met de identificatie van de arrondissementen die bij voorkeur versterkt moeten worden voor elk type steunverlening.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.

Art. 9.De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 februari 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK

^