Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 27 april 2016
gepubliceerd op 04 mei 2016

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2012 tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2016029214
pub.
04/05/2016
prom.
27/04/2016
ELI
eli/besluit/2016/04/27/2016029214/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 APRIL 2016. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 20/09/2012 pub. 14/02/2013 numac 2013029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren sluiten tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;

Gelet op het decreet van 27 maart 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2002 pub. 17/05/2002 numac 2002029246 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de oprichting van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (1) sluiten houdende de oprichting van het "Entreprise publique des technologies nouvelles de l'Information et de la Communication de la Communauté française" (ETNIC) (Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap), artikel 13, vervangen bij het decreet van 27 februari 2003;

Gelet op het decreet van 11 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/07/2002 pub. 31/08/2002 numac 2002029419 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het buitengewoon onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan sluiten betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan, artikel 45, tweede lid, vervangen bij het decreet van 27 februari 2003;

Gelet op het decreet van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2002 pub. 02/08/2002 numac 2002029383 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » sluiten houdende hervorming van de " Office de la Naissance et de l'Enfance ", afgekort " ONE ", artikel 24, § 2, gewijzigd bij het decreet van 26 maart 2009;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 20/09/2012 pub. 14/02/2013 numac 2013029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren sluiten tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 september 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 10 februari 2016;

Gelet op het advies van de Directieraad van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, gegeven op 14 december 2015;

Gelet op het advies van de Directieraad van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », gegeven op 17 november 2015;

Gelet op het advies van de Directieraad van het "Entreprise publique des technologies nouvelles de l'Information et de la Communication de la Communauté française" (ETNIC), gegeven op 14 januari 2016;

Gelet op het advies van de Directieraad van het "Institut de la Formation en cours de carrière" (Instituut voor de vorming gedurende de loopbaan), gegeven op 21 januari 2016;

Gelet op het protocol nr. 464 van het Comité van Sector XVII, gesloten op 26 februari 2016;

Gelet op het advies nr. 59.062/4 van de Raad van State, gegeven op 30 maart 2016 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 20/09/2012 pub. 14/02/2013 numac 2013029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren sluiten tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVIIressorteren, wordt afdeling 7 van hoofdstuk 1 vervangen door de volgende afdeling : "Afdeling 7. Bestuursovereenkomst en doelstellingencontract

Artikel 20.§ 1. Er wordt een bestuursovereenkomst voor het Ministerie van de Franse Gemeenschap ingesteld.

De bestuursovereenkomst heeft betrekking op zowel de transversale aspecten als de sectorale aspecten van het beheer van de opdrachten van het Ministerie.

De bestuursovereenkomst heeft een strategische planificatie van 5 jaar.

Ze bevat minstens de volgende elementen : - de voornaamste opdrachten, de visie en de waarden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap; - de voornaamste opdrachten en de visie van elk algemeen bestuur en van het secretariaat-generaal; - de transversale en sectorale strategische en operationele doelstellingen; - de indicatoren waarmee kan worden gemeten of de transversale en sectorale operationele doelstellingen, waarvoor een indicator vereist is, bereikt zijn; - de human resources, de begrotings- en informaticamiddelen die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de transversale en sectorale strategische en operationele doelstellingen; - de verdeling van de bevoegdheden in verband met de verwezenlijking van de transversale en sectorale strategische en operationele doelstellingen; - de nadere regels voor de medewerking tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de diensten van haar administratie.

Om de strategische en operationele doelstellingen van de bestuursovereenkomst te bepalen, moeten inzonderheid de volgende gegevens in aanmerking worden genomen : - een analyse van risico's; - een analyse van de omgeving en de stakeholders; - het door de Regering bepaalde begrotingskader; - de beleidsverklaring van de Franse Gemeenschap; - de opdrachtenbladen van de ondertekenende mandaathouders.

De bestuursovereenkomst eindigt bij de sluiting van een nieuwe bestuursovereenkomst. § 2. De overeenkomst wordt gesloten op grond van een ontwerp dat door het Directiecomité van het Ministerie, uitgebreid tot de mandaathouders van rang 16, wordt opgesteld in overleg met het geheel van de andere ambtenaren-generaal.

Het Directiecomité steunt op het vademecum dat door de Regering werd gebruikt om haar ontwerp van bestuursovereenkomst op te stellen. De bevoegde administrateurs-generaal en directeurs-generaal plegen overleg met de functionele ministers of hun afgevaardigden, voor het opstellen van de sectorale strategische en operationele doelstellingen die betrekking hebben op de aangelegenheden waarvoor ze bevoegd zijn.

De secretaris-generaal, de Minister-President, de Minister van Begroting en de Minister van Ambtenarenzaken, of hun afgevaardigden, nemen deel aan dat overleg, om een samenhang tussen de sectorale en transversale doelstellingen te bereiken.

Het ontwerp van overeenkomst wordt aan de Regering gericht binnen de 4 maanden volgend op de benoeming van de mandaathouders van rang 17, 16+ en 16 van het Ministerie.

De Regering en het Directiecomité onderhandelen over het ontwerp van bestuursovereenkomst.

De overeenkomst wordt gesloten binnen de 4 maanden na de mededeling van het ontwerp aan de Regering.

Als het Directiecomité en de Regering op het einde van de in het eerste lid bedoelde termijn geen akkoord bereiken, keurt de Regering de bestuursovereenkomst definitief goed. § 3. Gedurende de geldigheidsduur van de overeenkomst, kan deze worden gewijzigd op verzoek van de Regering of van het Directiecomité. Er moet een termijn van minimaal zes maanden lopen tussen elke wijziging.

De bevoegde administrateurs-generaal en directeurs-generaal plegen overleg met de functioneel bevoegde minister(s) of hun afgevaardigden voor het bepalen van de sectorale strategische en operationele doelstellingen betreffende de aangelegenheden waarvoor ze bevoegd zijn. De Secretaris-Generaal, de Minister-President, de Minister van Begroting en de Minister van Ambtenarenzaken, of hun afgevaardigden, nemen aan dat overleg deel om een samenhang tussen de sectorale en transversale doelstellingen te bereiken.

De Regering en het Directiecomité onderhandelen over de wijziging van de bestuursovereenkomst.

Als die er is, wordt de bestuursovereenkomst, in voorkomend geval, aangepast binnen de maand volgend op de ontvangst van de aanvraag. § 4. Op aanvraag van de Regering of van het Directiecomité, kan de bestuursovereenkomst worden gewijzigd vóór het einde van de in de vorige paragraaf bedoelde termijn van zes maanden, bij speciaal met redenen omklede dringende noodzakelijkheid of als de urgentie niet voorspelbaar was bij de sluiting of de vorige wijziging van de bestuursovereenkomst.

De Regering en het Directiecomité onderhandelen over de wijziging van de bestuursovereenkomst.

Als die er is, wordt de bestuursovereenkomst, in voorkomend geval, aangepast binnen de maand volgend op de ontvangst van de aanvraag. § 5. Elk jaar, na de aanneming van de begroting in het Parlement, deelt het Directiecomité een verslag over het opvolgen van de bestuursovereenkomst aan de Regering mee door toedoen van de Minister van Ambtenarenzaken.

Dat verslag stelt de volgende gegevens voor : 1° de evolutie betreffende het bereiken van de strategische en operationele doelstellingen;2° de nieuwe risico's die worden ontdekt gedurende de uitvoering van de bestuursovereenkomst;3° de eventuele voorstellen tot wijziging van de bestuursovereenkomst. Het verslag toont de overeenstemming aan tussen de bestuursovereenkomst en de voor het jaar aangenomen begroting. § 6. Vier maanden vóór het einde van de legislatuur, stelt het Directiecomité van het Ministerie, dat tot de mandatarissen van rang 16 wordt uitgebreid, in overleg met het geheel van de andere ambtenaren-generaal, een verslag betreffende de evaluatie van de overeenkomst en de toekomstige doelstellingen op en stuurt het aan de Regering.

Art. 21.§ 1. Elke mandaathouder van rang 15, stelt, binnen de drie maanden na de inwerkingtreding van de bestuursovereenkomst of na zijn benoeming, als die later geschiedt, in overleg met zijn hiërarchische meerdere, een ontwerp van doelstellingencontract op, dat zijn opdrachtenblad en de bestuursovereenkomst voor zijn algemene dienst uitvoert.

De mandaathouders van rang 15 die binnen de instellingen van openbaar nut van categorie B in de zin van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut worden benoemd, worden vrijgesteld van het opstellen van een doelstellingencontract. § 2. Het doelstellingencontract wordt opgesteld op grond van een model dat door de Regering wordt goedgekeurd op voorstel van het Directiecomité. Het doelstellingencontract is een synthesedocument dat op grond van meetbare gegevens wordt opgemaakt.

Het doelstellingencontract wordt door de onmiddellijk hiërarchische meerdere goedgekeurd na overleg binnen het Directiecomité.

Het doelstellingencontract wordt opnieuw onderzocht, en, in voorkomend geval, aangepast binnen de drie maanden na elke wijziging van de bestuursovereenkomst.

Het doelstellingencontract, alsook de wijzigingen die eraan zouden worden aangebracht, worden voor informatie aan de functioneel bevoegde Minister, aan de Minister van Begroting en aan de Minister van Ambtenarenzaken meegedeeld.

Als de onmiddellijk hiërarchische meerdere en de mandaathouder van rang 15 het niet eens zijn over de inhoud van het doelstellingencontract, keurt(en) de functioneel bevoegde minister(s) het doelstellingencontract definitief goed. Als er geen akkoord bereikt wordt, dan keurt de Regering het doelstellingencontract goed.

Het eindigt gelijktijdig met de bestuursovereenkomst. § 3. Elk jaar, na de aanneming van de begroting in het Parlement, deelt de mandaathouder van rang 15, een verslag over het opvolgen van het doelstellingencontract aan zijn onmiddellijk hiërarchische meerdere mee.

Dat verslag stelt de volgende gegevens voor : 1° de evolutie betreffende het bereiken van de strategische en operationele doelstellingen die in het doelstellingencontract bepaald zijn;2° de nieuwe risico's die worden ontdekt gedurende de uitvoering van de doelstellingen die in het doelstellingencontract bepaald zijn en, als dit mogelijk is, de potentiële gevolgen van die risico's op de uitvoering van de beheersovereenkomst;3° de eventuele voorstellen tot wijziging van zijn contract.

Artikel 21bis.§ 1. De instellingen van openbaar nut van categorie B in de zin van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, worden vrijgesteld van het opstellen van een bestuursovereenkomst. § 2. Binnen de zes maanden volgend op hun benoeming, stellen de mandaathouders van de instellingen van openbaar nut van categorie B een bestuursplan op, dat de activiteiten en projecten beschrijft die de doelstellingen van de beheersovereenkomst concretiseren.

Om de door het plan beschreven activiteiten en projecten te bepalen, moeten inzonderheid de opdrachtenbladen van de mandaathouders van de instelling van openbaar nut worden gebruikt.

Het plan beschrijft de activiteiten en projecten waarvoor elke mandaathouder bevoegd of medebevoegd is, of waartoe hij bijdraagt.

Het plan bevat de indicatoren waarmee kan worden gemeten of de beschreven activiteiten en projecten, waarvoor een indicator vereist is, bereikt zijn.

Het bestuurplan is geldig voor een periode van twee jaar; het wordt eerst door het beheersorgaan en dan door de Regering goedgekeurd.

Op het einde van die periode van twee jaar, wordt een tweede bestuurplan voor het vervolg van het mandaat opgesteld volgens dezelfde nadere regels.

In de loop van zijn geldigheidsperiode kan het bestuursplan worden gewijzigd nadat een aanhangsel bij de beheersovereenkomst van de instelling aangenomen is. § 3. Op het einde van elk bestuursplan, deelt het directiecomité of de directieraad van de instelling een verslag aan de Regering mee door toedoen van de Minister van Ambtenarenzaken.

Dat verslag stelt de volgende gegevens voor : 1° de evolutie betreffende het bereiken van de activiteiten en projecten van het bestuursplan;2° de nieuwe risico's die worden ontdekt gedurende de uitvoering van het bestuursplan; 3° de eventuele voorstellen die in overweging en in aanmerking moeten worden genomen bij het opmaken van het volgende bestuursplan.".

Art. 2.Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "

Artikel 32.De mandaathouders worden twee jaar na hun benoeming en in de loop van het laatste jaar van de legislatuur geëvalueerd.

Die evaluaties hebben betrekking op de wijze waarop de mandaathouder de beheersopdrachten en de strategische en operationele doelstellingen waarvoor hij bevoegd of medebevoegd is of waartoe hij bijdraagt krachtens zijn opdrachtenblad, de bestuursovereenkomst en, voor de mandaathouders van rang 15, het doelstellingencontract, heeft vervuld.

Voor de instellingen van openbaar nut van categorie B in de zin van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, hebben de evaluaties betrekking op de wijze waarop de mandaathouder de beheersopdrachten en de strategische en operationele doelstellingen die in zijn opdrachtenblad bepaald zijn, heeft vervuld, en op de verwezenlijking van de doelstellingen van het bestuursplan en de beheersovereenkomst waarvoor hij bevoegd of medebevoegd is of waartoe hij bijdraagt.".

Art. 3.In artikel 33, § 1, 1° van hetzelfde besluit, wordt een letter c ingevoegd, luidend als volgt : "c. Voor de secretaris-generaal, het geheel van de leden waaruit de Regering van de Franse Gemeenschap samengesteld is".

Art. 4.Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 35.De mandaathouder wordt door de Commissie geëvalueerd op basis van : 1° het verslag of de verslagen over het jaarlijks opvolgen van de bestuursovereenkomst en het doelstellingencontract of het verslag over het in artikel 21 bis § 3 bedoelde bestuursplan.Op verzoek van de functioneel bevoegde minister(s), kan de Minister van Ambtenarenzaken de mandaathouder om een bijkomend verslag vragen; 2° de hoorzitting betreffende de mandaathouder;3° het met redenen omklede verslag van de onmiddellijk hiërarchische meerdere van de mandaathouder, en, indien de commissie dit nodig vindt, de hoorzitting van de hiërarchische meerdere;4° in voorkomend geval, het verslag of de hoorzitting betreffende iedere persoon van wie de evaluatiecommissie het als nuttig acht de mening te kennen, met uitzondering van de leden van de Regering en de leden van de ministeriële kabinetten."

Art. 5.In artikel 36 van hetzelfde besluit, worden de woorden "artikel 35, 2° en 3° " vervangen door de woorden "artikel 35, 3° en 4° ".

Art. 6.Artikel 41 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "

Artikel 41.De met toepassing van artikel 32 uitgevoerde evaluatie geeft aanleiding tot één van de volgende vermeldingen : 1° "gunstig" : wanneer de beheersopdrachten en de strategische en operationele doelstellingen die bepaald zijn in het opdrachtenblad, alsook, naar gelang van het geval, ofwel in de bestuursovereenkomst en, voor de mandaathouders van rang 15, in het doelstellingencontract, ofwel in de doelstellingen van het bestuursplan en van de beheersovereenkomst, waarvoor de mandaathouder bevoegd of medebevoegd is of waartoe hij bijdraagt, maar, in dit laatste geval, alleen voor zijn bijdrage, ofwel kwantitatief en kwalitatief op voldoende wijze en binnen de gestelde termijn vervuld zijn, ofwel op niet voldoende wijze of niet binnen de gestelde termijn vervuld zijn, maar, op grond van de door de mandaathouder voorgestelde bewijzen, blijkt dat die toestand gepast wordt verantwoord;2° "met voorbehoud" : wanneer de beheersopdrachten en de strategische en operationele doelstellingen die bepaald zijn in het opdrachtenblad, alsook, naar gelang van het geval, ofwel in de bestuursovereenkomst en, voor de mandaathouders van rang 15, in het doelstellingencontract, ofwel in de doelstellingen van het bestuursplan en van de beheersovereenkomst, waarvoor de mandaathouder bevoegd of medebevoegd is of waartoe hij bijdraagt, maar, in dit laatste geval, alleen voor zijn bijdrage, te gedeeltelijk kwantitatief of kwalitatief, of niet binnen de gestelde termijn, vervuld zijn;3° "ongunstig" : wanneer de beheersopdrachten en de strategische en operationele doelstellingen die bepaald zijn in het opdrachtenblad, alsook, naar gelang van het geval, ofwel in de bestuursovereenkomst en, voor de mandaathouders van rang 15, in het doelstellingencontract, ofwel in de doelstellingen van het bestuursplan en van de beheersovereenkomst, waarvoor de mandaathouder bevoegd of medebevoegd is of waartoe hij bijdraagt, maar, in dit laatste geval, alleen voor zijn bijdrage, onvoldoende kwantitatief of kwalitatief, of niet binnen de gestelde termijn, vervuld zijn.

Art. 7.In artikel 55, § 3, van hetzelfde besluit, tussen de tweede en derde zin, wordt de volgende zin ingevoegd : "Voor de uitoefening van dat mandaat van dezelfde rang, geniet hij minstens de bezoldigingsregeling in verband met het voorafgaande mandaat.".

Art. 8.Artikel 11, § 2, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, worden de punten 1° en 2° opgeheven.

Art. 9.In artikel 12, zesde lid van hetzelfde besluit, worden de woorden "van de operationele plannen van zijn leden" vervangen door de woorden "van de bestuursovereenkomst".

Art. 10.Bij de eerste toepassing van artikel 32 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 20/09/2012 pub. 14/02/2013 numac 2013029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren sluiten tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren, zoals vervangen bij artikel 2 van dit besluit, worden de mandaathouders alleen in de loop van het laatste jaar van de legislatuur geëvalueerd.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 7, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2015.

Art. 12.De Minister van Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 april 2016.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT

^