Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 11 mei 2016
gepubliceerd op 21 juni 2016

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de attesten, verslagen, getuigschriften en brevetten uitgereikt tijdens de secundaire studies met volledig leerplan

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2016029288
pub.
21/06/2016
prom.
11/05/2016
ELI
eli/besluit/2016/05/11/2016029288/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 MEI 2016. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de attesten, verslagen, getuigschriften en brevetten uitgereikt tijdens de secundaire studies met volledig leerplan


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens, gecoördineerd op 31 december 1949, inzonderheid op artikel 6bis, ingevoegd bij de wet van 31 juli 1975;

Gelet op de wet van 19 juli 1971 betreffende de algemene structuur en de organisatie van het secundair onderwijs, inzonderheid op artikel 5, § 3;

Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschap van 30 juni 2006 betreffende de organisatie van de eerste graad van het secundair onderwijs, inzonderheid op artikel 31;

Gelet op het decreet van 12 juli 2012 tot regeling van de kwalificatie uitgedrukt in eenheden van leerresultaten (KEL) in het secundair kwalificatieonderwijs en tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het secundair onderwijs, inzonderheid op artikel 2, § 2;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 mei 2009 betreffende de attesten, verslagen, getuigschriften en brevetten uitgereikt tijdens de secundaire studies met volledig leerplan;

Gelet op de conclusies van de werkgroep van de Algemene raad voor fytolicenties van 18 december 2014;

Overwegende dat de vermeldingen opgeheven moeten worden betreffende het experimenteren van de KEL met toepassing van de wet van 19 juli 1971 betreffende de algemene structuur en de organisatie van het secundair onderwijs, inzonderheid artikel 4sexies, § 3, zoals gewijzigd bij het decreet van 12 juli 2012 tot regeling van de kwalificatie uitgedrukt in eenheden van leerresultaten (KEL) in het secundair kwalificatieonderwijs en tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het secundair onderwijs;

Overwegende dat nieuwe attesten opgesteld moeten worden ten gevolge van de inwerkintreding van het decreet van 11 april 2014 houdende wijziging van het decreet van 30 juni 2006 betreffende de pedagogische organisatie van de eerste graad van het secundair onderwijs;

Overwegende dat de artikelen 27 en 28 gewijzigd moeten worden als gevolg van artikel 5, § 3 en § 4, van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs zoals gewijzigd bij het decreet van 12 juli 2012 tot regeling van de kwalificatie uitgedrukt in eenheden van leerresultaten (KEL) in het secundair kwalificatieonderwijs en tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het secundair onderwijs;

Overwegende dat de nadere regels voor het invullen van de attesten, verslagen en getuigschriften bijgewerkt dienen te worden;

Overwegende dat de bijlage met de lijst van de bedoelde gegroepeerde basisopties, de experimentele referentiesystemen en de eenheden van leerresultaten bijgewerkt dient te worden;

Overwegende dat deze wijzigingen van toepassing moeten worden vanaf het schooljaar 2013 - 2014 voor de betrokken leerlingen met uitzondering van de wijzigingen die betrekking hebben op de beëindiging van de experimentele fase van de KEL die van toepassing zullen zijn vanaf de maand november van het schooljaar 2014 - 2015 voor de betrokken leerlingen;

Overwegende dat het noodzakelijk is het model van het Kwalificatiegetuigschrift van "7 TK Assistent voor de beroepen van preventie en veiligheid" op te stellen;

Overwegende dat het noodzakelijk is de modellen op te stellen van kwalificatiegetuigschriften voor de niveaus fytolicentie die overeenstemmen met de bedoelde studierichtingen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 september 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 10 september 2015;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van het Onderhandelingscomité tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het Onderwijs en de gesubsidieerde PMS-centra die door de Regering erkend worden, gesloten op 14 oktober 2015;

Gelet op het advies nr. 58.842/2 van de Raad van State, gegeven op 17 februari 2016 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister bevoegd voor het leerplichtonderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Het Getuigschrift van het secundair onderwijs van de eerste graad uitgereikt op het einde van het aanvullende jaar georganiseerd op het einde van het eerste jaar, van het gemeenschappelijke tweede jaar, van het aanvullende jaar georganiseerd op het einde van het tweede jaar, van het derde differentiatie- en oriëntatiejaar of tijdens dit derde jaar, wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 1. § 2. Het genoemde Getuigschrift van de eerste graad dat " onder voorbehoud " wordt uitgereikt, met toepassing van artikel 56, 3° van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 1bis.

Art. 2.§ 1. De oriëntatieattesten uitgereikt op het einde van het gemeenschappelijke eerste jaar worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 2 (betreffende de overgang naar het gemeenschappelijke tweede jaar) en 3 (betreffende de overgang naar het aanvullende jaar georganiseerd op het einde van het eerste jaar). § 2. Ingeval de overgang naar het gemeenschappelijke tweede jaar gepaard zou gaan met een voorstel van Individueel Leerplan zoals bedoeld bij artikel 7bis van het decreet van de Franse Gemeenschap van 30 juni 2006 betreffende de organisatie van de eerste graad van het secundair onderwijs, wordt het uitgereikte oriëntatieattest opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 2ter. § 3. De oriëntatieattesten die op het einde van het gemeenschappelijke eerste jaar " onder voorbehoud " worden uitgereikt, met toepassing van artikel 56, 3° van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen als bijlagen 2bis, 2quater en 3bis.

Art. 3.§ 1. De oriëntatieattesten uitgereikt op het einde van het gedifferentieerde eerste jaar worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 4 (betreffende de overgang naar het gemeenschappelijke eerste jaar), 5 (betreffende de overgang naar het aanvullende jaar georganiseerd op het einde van het eerste jaar) en 6 (betreffende de overgang naar het gedifferentieerde tweede jaar). § 2. Ingeval de overgang naar het gedifferentieerde eerste jaar gepaard zou gaan met een voorstel van Individueel Leerplan zoals bedoeld bij artikel 7bis van het decreet van de Franse Gemeenschap van 30 juni 2006 betreffende de organisatie van de eerste graad van het secundair onderwijs, wordt het uitgereikte oriëntatieattest opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 4ter. § 3. Ingeval de overgang naar het gedifferentieerde tweede jaar gepaard zou gaan met een voorstel van Individueel Leerplan zoals bedoeld bij artikel 7bis van het decreet van de Franse Gemeenschap van 30 juni 2006 betreffende de organisatie van de eerste graad van het secundair onderwijs, wordt het uitgereikte oriëntatieattest opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 6ter. § 4. De oriëntatieattesten die op het einde van het gedifferentieerde eerste jaar "onder voorbehoud" worden uitgereikt, met toepassing van artikel 56, 3° van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 4bis, 4quater, 5bis, 6bis en 6quater.

Art. 4.§ 1. De oriëntatieattesten uitgereikt op het einde van het aanvullende jaar georganiseerd op het einde van het eerste jaar worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 7 (betreffende de overgang naar het gemeenschappelijke tweede jaar), 8 (betreffende de overgang naar het aanvullende jaar georganiseerd op het einde van het tweede jaar) en 9 (betreffende de overgang naar het derde jaar in de vormen en afdelingen bepaald door de Klassenraad of naar het derde jaar differentiatie en oriëntatie georganiseerd in de tweede graad). § 2. De oriëntatieattesten die op het einde van het aanvullende jaar georganiseerd op het einde van het eerste jaar "onder voorbehoud" worden uitgereikt, met toepassing van artikel 56, 3° van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 7bis, 8bis en 9bis.

Art. 5.§ 1. De oriëntatieattesten uitgereikt op het einde van het gemeenschappelijke tweede jaar worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 10 (betreffende de overgang naar het aanvullende jaar georganiseerd op het einde van het tweede jaar), 11 (betreffende de overgang naar het derde jaar in de vormen en de afdelingen bepaald door de Klassenraad of naar het aanvullende jaar georganiseerd op het einde van het tweede jaar of naar het derde jaar differentiatie en oriëntatie georganiseerd op de tweede graad) en 12 (betreffende de overgang naar het derde jaar in de vormen en afdelingen bepaald door de Klassenraad of naar het derde jaar differentiatie en oriëntatie georganiseerd op de tweede graad). § 2. De oriëntatieattesten die op het einde van het gemeenschappelijke tweede jaar "onder voorbehoud" worden uitgereikt, met toepassing van artikel 56, 3° van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 10bis, 11bis en 12bis.

Art. 6.§ 1. De oriëntatieattesten uitgereikt op het einde van het gedifferentieerde tweede jaar worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 13(betreffende de overgang naar het gemeenschappelijke tweede jaar of het derde jaar in de vormen en de afdelingen bepaald door de Klassenraad), 14 (betreffende de overgang naar het aanvullende jaar georganiseerd op het einde van het tweede jaar of naar het derde jaar in de vormen en de afdelingen bepaald door de Klassenraad), 15 (betreffende de overgang naar het derde jaar in de vormen en afdelingen bepaald door de Klassenraad of naar het aanvullende jaar georganiseerd op het einde van het tweede jaar) en 16 (betreffende de overgang naar het derde jaar in de vormen en afdelingen bepaald door de Klassenraad of naar het aanvullende jaar georganiseerd in de gedifferentieerde eerste graad). § 2. De oriëntatieattesten die op het einde van het gedifferentieerde tweede jaar "onder voorbehoud" worden uitgereikt, met toepassing van artikel 56, 3° van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 13bis, 14bis, 15bis en 16bis.

Art. 7.§ 1. Het oriëntatieattest uitgereikt op het einde van het aanvullende jaar geroganiseerd op het einde van het tweede jaar wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 17 (betreffende de overgang naar het derde jaar in de vormen en de afdelingen bepaald door de Klassenraad of naar het derde differentiatie- en oriëntatiejaar georganiseerd in de tweede graad). § 2. Het oriëntatieattest dat op het einde van het aanvullende jaar georganiseerd na het tweede jaar "onder voorbehoud" wordt uitgereikt, met toepassing van artikel 56, 3° van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 17bis.

Art. 8.§ 1. De oriëntatieattesten uitgereikt op het einde van het gedifferentieerde aanvullende jaar worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 18 (betreffende de overgang naar het derde jaar in de vormen en de afdelingen bepaald door de Klassenraad of naar het derde differentiatie- en oriëntatiejaar georganiseerd in de tweede graad) en 19 (betreffende de overgang naar het derde jaar in de vormen en de afdelingen bepaald door de Klassenraad). § 2. De oriëntatieattesten die op het einde van het gedifferentieerde aanvullende jaar "onder voorbehoud" worden uitgereikt, met toepassing van artikel 56, 3° van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 18bis en 19bis.

Art. 9.§ 1. Het oriëntatieattest uitgereikt op het einde van het derde differentiatie- en oriëntatiejaar wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 20 (betreffende de overgang naar het derde jaar in de vormen en de afdelingen bepaald door de Klassenraad). § 2. Het oriëntatieattest dat op het einde van het derde differentiatie- en oriëntatiejaar "onder voorbehoud" wordt uitgereikt, met toepassing van artikel 56, 3° van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 20bis.

Art. 10.§ 1. Het voorstel van oriëntatie vóór 15 januari tijdens het derde differentiatie- en oriëntatiejaar wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 21 (betreffende de overgang naar het derde jaar in de vormen en de afdelingen bepaald door de Klassenraad). § 2. Het oriëntatieattest dat tijdens het derde differentiatie- en oriëntatiejaar "onder voorbehoud" wordt uitgereikt, met toepassing van artikel 56, 3° van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 21bis.

Art. 11.§ 1. De oriëntatieattesten uitgereikt op het einde van het derde, vierde en vijfde jaar van het secundair onderwijs worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 22, 23 en 24. Bijlage 24 betreft tevens het oriëntatieattest uitgereikt voor het volgen zonder vrucht van het zesde of het zevende jaar van het secundair onderwijs alsook het eerste, het tweede en het derde jaar van de vierde graad van het aanvullend secundair beroepsonderwijs. § 2. De oriëntatieattesten die op het einde van het derde, vierde en vijfde jaar van het secundair onderwijs "onder voorbehoud" worden uitgereikt, met toepassing van artikel 56, 3°, en 56bis van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 22bis, 23bis en 24bis. Bijlage 24bis betreft tevens het oriëntatieattest uitgereikt voor het volgen zonder vrucht van het zesde of het zevende jaar van het secundair onderwijs alsook het eerste, het tweede en het derde jaar van de vierde graad van het aanvullend secundair beroepsonderwijs.

Art. 12.§ 1. De oriëntatieattesten uitgereikt na de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs bedoeld bij artikel 22, § 3, van hetzelfde koninklijk besluit worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 25, 26 en 27. § 2. De oriëntatieattesten die na de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs bedoeld bij artikel 22, § 3, van hetzelfde koninklijk besluit " onder voorbehoud " worden uitgereikt, met toepassing van artikel 56, 3°, en 56bis van hetzelfde koninklijk besluit van 29 juni 1984, worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 25bis, 26bis en 27bis.

Art. 13.Het verslag over de competenties verworven tijdens het eerste jaar van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs georganiseerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 22, § 3, van het voornoemde koninklijk besluit van 29 juni 1984, wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 28.

Art. 14.Het attest van lesbijwoning dat een deel van een schooljaar dekt, wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 29.

Art. 15.Het getuigschrift van het secundair onderwijs van de tweede graad uitgereikt met toepassing van de artikelen 25, § 1, en 50, § 1, van het voornoemd koninklijk besluit van 29 juni 1984 wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 30.

Art. 16.Het studiegetuigschrift van het zesde jaar van het beroepssecundair onderwijs uitgereikt met toepassing van artikel 24, § 2, of van artikel 49, § 3, van het voornoemde koninklijk besluit van 29 juni 1984 wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 31.

Art. 17.Het studiegetuigschrift van het zevende jaar van het secundair onderwijs uitgereikt met toepassing van artikel 24, § 2, of van artikel 49, § 3, van het voornoemde koninklijk besluit van 29 juni 1984 wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 32.

Art. 18.Het slaagattest uitgereikt op het einde van het zevende jaar voorbereidend tot het hoger onderwijs bedoeld bij de artikelen 4, § 1, 3°, en 29, § 3, van het voornoemde koninklijk besluit van 29 juni 1984 wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 33.

Art. 19.§ 1. Het kwalificatiegetuigschrift van het zesde jaar van het secundair onderwijs uitgereikt met toepassing van artikel 26, § 2, 1°, of van artikel 51, § 1, 3°, van het voornoemde koninklijk besluit van 29 juni 1984 wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 34. ° ° § 2. Het kwalificatiegetuigschrift van het zesde jaar van het secundair onderwijs uitgereikt met toepassing van artikel 26, § 2, 1° of van artikel 51, § 1, 3°, van het voornoemde koninklijk besluit van 29 juni 1984 wordt opgesteld: 1° in de studierichting "Landbouwtechnicus" overeenkomstig het model als bijlage 34bis;2° in de studierichting "Tuinbouwtechnicus" overeenkomstig het model als bijlage 34ter;3° in de studierichting "Technisch beambte natuur en bossen" overeenkomstig het model als bijlage 34quater;4° in de studierichting "Technicus landbouwuitrusting" overeenkomstig het model als bijlage 34quinquies;5° in de studierichting "Geschoold landbouwwerkman" overeenkomstig het model als bijlage 34sexies;6° in de studierichting "Geschoold tuinbouwwerkman" overeenkomstig het model als bijlage 34septies; § 3. Het kwalificatiegetuigschrift van het zevende jaar van het secundair onderwijs uitgereikt met toepassing van artikel 26, § 2, 2° en 3°, of van artikel 51, § 1, 4° en 5°, van het voornoemde koninklijk besluit van 29 juni 1984 wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 35. § 4. Het kwalificatiegetuigschrift van het zevende jaar van het secundair onderwijs uitgereikt met toepassing van artikel 26, § 2, 2° en 3°, of van artikel 51, § 1, 4° en 5°, van het voornoemde koninklijk besluit van 29 juni 1984 in de studierichting "Assistent/e in de preventie- en veiligheidsberoepen" wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 35bis. § 5. Het kwalificatiegetuigschrift van het zevende jaar van het secundair onderwijs uitgereikt met toepassing van artikel 26, § 2, 2° en 3°, of van artikel 51, § 1, 4° en 5°, van het voornoemde koninklijk besluit van 29 juni 1984 in de studierichting "Beheerder van de natuurlijke rijkdommen bossen" wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 35ter. ° ° § 6. Het kwalificatiegetuigschrift uitgereikt met toepassing van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 september 2001 houdende bijzondere regeling voor de gegroepeerde basisopties "kinderverzorging" en "verpleegaspirant" van de derde kwalificatiegraad van het secundair onderwijs alsook voor het 7e jaar secundair beroepsonderwijs dat leidt tot het behalen van een kwalificatiegetuigschrift van kinderverzorger/kinderverzorgster, wordt opgesteld overeenkomstig de modellen als bijlagen 36 of 37. § 7. Het attest tot validatie van een eenheid van leerresultaten dat uitgereikt wordt met toepassing van artikel 26, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, wordt opgesteld overeenkomstig het model opgenomen in bijlage 38. De lijst van de gegroepeerde basisopties die betrokken worden bij de uitreiking van dit attest wordt in bijlage 58 opgenomen. § 8. Het attest van oriëntatie naar een aanvullend jaar van de derde kwalificatiegraad (A3G) wordt uitgereikt met toepassing van artikel 23, § 1, derde lid, van het voormelde koninklijk besluit van 29 juni 1984, wordt opgesteld overeenkomstig het model opgenomen in bijlage 39.

Art. 20.§ 1. Het competentieattest ter aanvulling van het kwalificatiegetuigschrift van het zesde jaar van het gewoon secundair onderwijs uitgereikt op het einde van het zevende aanvullende technisch jaar met toepassing van artikel 26, § 5 van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 40. § 2. De attesten van specifieke beroepsbekwaamheid, uitgereikt in de studierichting "Assistent/e preventie- en veiligheidsberoepen", worden opgesteld overeenkomstig de modellen als bijlagen 40bis tot 40quater. § 3. Het kwalificatieattest uitgereikt in de studierichting "Assistent/e preventie- en veiligheidsberoepen" wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 40quinquies. § 4. Het competentieattest ter aanvulling van het kwalificatiegetuigschrift van het zesde jaar van het gewoon secundair onderwijs uitgereikt op het einde van het zevende aanvullende beroepsjaar met toepassing van artikel 26, § 5 van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, wordt opgesteld overeenkomstig het model als bijlage 41.

Art. 21.Het getuigschrift van het hoger secundair onderwijs, uitgereikt met toepassing van artikel 25, § 2, of van artikel 50, § 2, van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, wordt opgesteld overeenkomstig het model opgenomen in de bijlagen 42 of 43.

Art. 22.Het getuigschrift betreffende de kennis van het basisbeheer, uitgereikt met toepassing van artikel 26, § 4, en van artikel 51, § 2, van het voormelde koninklijk besluit van 29 juni 1984, wordt opgesteld overeenkomstig het model opgenomen in bijlage 44.

Art. 23.De slaagattesten uitgereikt aan de geslaagden van de examens van het eerste en het tweede studiejaar met toepassing van artikel 3, § 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 maart 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het brevet van ziekenhuisverpleger(verpleegster) en dat van ziekenhuisverpleger(verpleegster), richting geestelijke gezondheid en psychiatrie, worden toegekend, worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 45 en 46.

De slaagattesten uitgereikt aan de geslaagden van het eindexamen met toepassing van artikel 3, § 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 maart 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het brevet van ziekenhuisverpleger(verpleegster) en dat van ziekenhuisverpleger(verpleegster), richting geestelijke gezondheid en psychiatrie, worden toegekend, worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 47 en 48.

Het brevet van aanvullend beroepssecundair onderwijs, afdeling " verpleging ", bedoeld in artikel 3, § 2, van hetzelfde besluit, wordt opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 49 en 50.

Art. 24.Het attest van lesbijwoning als vrije leerling, uitgereikt ingevolge ongerechtvaardigde afwezigheden, met toepassing van artikel 26 van het decreet van 21 november 2013 tot organisatie van verschillende schoolstelsels ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van studieoriëntatie, wordt opgesteld overeenkomstig het in bijlage 51 opgenomen model.

Het attest van lesbijwoning als vrije leerling, uitgereikt om andere redenen dan deze die verband houden met ongerechtvaardigde afwezigheden, wordt opgesteld overeenkomstig het model opgenomen in bijlage 52.

Art. 25.Het tussentijds competentieatieattest, uitgereikt met toepassing van artikel 26bis of van artikel 51bis van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, wordt opgesteld overeenkomstig het in bijlage 53 opgenomen model.

Art. 26.In alle modellen verwijzen de nummers tussen haakjes naar de instructies die in bijlage 54 opgenomen zijn, met uitzondering van de modellen opgenomen in de bijlagen 38 en 39 waarvan de nummers tussen haakjes naar de instructies verwijzen die in bijlage 57 opgenomen zijn. In alle modellen worden de enige nationaliteitsafkortingen die vermeld mogen worden in bijlage 56 opgenomen.

Art. 27.In de modellen verwijst het woord " studierichting " tegelijk naar: 1° de studierichting gevolgd in het onderwijs van type I en bepaald in artikel 5, § 3 (2e graad) of § 4 (3e graad), van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs;2° de afdeling gevolgd in het onderwijs van type II en bedoeld in artikel 29, § 1 van hetzelfde koninklijk besluit.

Art. 28.In het onderwijs van type I, heeft het woord " studierichting " betrekking op : 1° in de 2e graad van het algemeen onderwijs, de enkelvoudige basisoptie(s);2° in de 3e graad van het algemeen onderwijs, de lijst van de gekozen enkelvoudige basisopties in het kader van de opleiding naar keuze met vermelding van de cursussen die bestaan uit de verplichte vorming in een moderne taal en de optionele verplichte vorming.De uitdrukking "opleiding met een combinatie van opties" of het woord "dominante" zullen niet worden overgenomen; 3° in de 2e graad van het technisch en kunstdoorstromingsonderwijs, de gegroepeerde basisoptie;4° in de 3e graad van het technisch en kunstdoorstromingsonderwijs en beroepsonderwijs, de gegroepeerde basisoptie.

Art. 29.§ 1. De attesten, verslagen, getuigschriften en brevetten moeten worden ondertekend voordat ze aan het Ministerie van de Franse Gemeenschap worden overgezonden, met uitzondering van de getuigschriften van het hoger secundair onderwijs, de kwalificatiegetuigschriften en de studiegetuigschriften, die door het inrichtingshoofd enkel na hun overzending aan het Ministerie, en vóór hun overhandiging aan de houder, getekend moeten worden. § 2. Het komt de Inrichtende macht toe, in het gesubsidieerd onderwijs, of de Adjunct-directeur-generaal van de Algemene dienst Onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, in het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, te bepalen wie bevoegd is voor de ondertekening van attesten, verslagen en brevetten in geval van verhindering wegens overmacht van het inrichtingshoofd.

Art. 30.De facultatieve vermelding bepaald in de modellen van de kwalificatiegetuigschriften kan alleen voor het gesubsidieerde onderwijs worden gebruikt.

Art. 31.Het inrichtingshoofd dat een nieuwe leerling ontvangt, vraagt, binnen de vijf werkdagen : - de attesten, de getuigschriften alsook de verslagen over de verworven competenties, samen met de uurroosters die ermee overeenstemmen en die de cursussen vermelden die werkelijk door de leerling werden gevolgd; - het attest van gedeeltelijke lesbijwoning bedoeld in bijlage 29 van dit besluit, samen met het uurrooster van de cursussen die door de leerling werden gevolgd gedurende het deel van het schooljaar dat door het attest wordt gedekt.

Het inrichtingshoofd aan wie die documenten worden gevraagd, zendt die binnen dezelfde termijn over.

Voor de veranderingen van inrichting die tussen 25 september en 1 oktober inbegrepen en tussen de eerste dag volgend op de wintervakantie en 15 januari inbegrepen geschieden, vraagt het inrichtingshoofd dat een leerling ontvangt, zijn dossier, op dezelfde dag, bij aangetekend schrijven. Het inrichtingshoofd aan wie dat dossier wordt gevraagd, antwoordt op dit verzoek per kerende post.

In geen geval worden die documenten overgezonden door toedoen van de betrokken leerling of door toedoen van de persoon die de leerling in rechte of in feite onder zijn hoede heeft.

Art. 32.Voor de jaren van de eerste graad van het secundair onderwijs en voor het derde jaar differentiatie- en oriëntatiejaar, zoals ingevoerd door het decreet van 30 juni 2006 betreffende de pedagogische organisatie van de eerste graad van het secundair onderwijs, wordt een afschrift van het getuigschrift van het secundair onderwijs van de eerste graad of van het oriëntatieattest uitgereikt aan de ouders of aan de persoon die met de ouderlijke macht wordt bekleed.

Art. 33.De attesten, getuigschriften en brevetten moeten het formaat A4 hebben en worden gedrukt overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde modellen. De getuigschriften en brevetten worden afgedrukt op een papier met een minimaal gramgewicht van 135 gram, met uitzondering van het getuigschrift van het hoger secundair onderwijs, waarvoor het minimale gramgewicht op 180 gram wordt vastgesteld. Elk van de getuigschriften van het hoger secundair onderwijs omvat in de linkerbenedenhoek een barcode van dertien cijfers waarvan de eerste twee cijfers naar het burgerlijk jaar verwijzen waarin het wordt uitgereikt; de volgende vijf cijfers het FASE nummer van de schoolinrichting die het bekwaamheidsbewijs heeft uitgereikt en de zes laatste cijfers een volgordenummer van de leerling die houder is van het bekwaamheidsbewijs.

Art. 34.De attesten, getuigschriften en brevetten vermelden dat de cursussen als regelmatige of vrije leerling, naargelang van het geval, werden gevolgd van 1 september tot 30 juni en dragen de datum van 30 juni, behalve : 1° als ze op het einde van de tweede zittijd worden uitgereikt;in dat geval, is de datum vermeld op de bekwaamheidsbewijzen 15 september; 2° als ze worden uitgereikt ter uitvoering van een beslissing van de raad van beroep, ingesteld krachtens het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, of van een beslissing van de Raad van beroep ingesteld bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 mei 2007 betreffende de organisatie en de werking van de Raad van Beroep tegen de beslissingen tot weigering van de uitreiking van het Getuigschrift van Basisonderwijs na het lager onderwijs;in dat geval is de datum die op de bekwaamheidsbewijzen vermeld is die van de beslissing van de Raad van beroep; 3° als ze worden uitgereikt op het einde van de tweede zittijd, waarvan het uitstel - tot de uiterste datum van 30 september - werd beslist door de klassenraad wegens overmacht;in dat geval is de datum vermeld op de bekwaamheidsbewijzen 30 september. 4° als ze, wanneer het gaat om kwalificatiegetuigschriften, om uitzonderlijke redenen, tussen 15 september en 31 oktober worden uitgereikt;in dat geval, worden de kwalificatiegetuigschriften samen met het bericht waarbij de verlenging van de zittijd wordt toegelaten, uitgereikt, en is de datum vermeld op het bekwaamheidsbewijs die van de effectieve uitreiking. 5° als het gaat om het getuigschrift van secundair onderwijs van de eerste graad, uitgereikt in de loop van het derde differentiatie- en oriëntatiejaar, vermeldt het getuigschrift de datum van zijn effectieve uitreiking.Deze zal vóór 15 januari van het lopende schooljaar moeten zijn. 6° als het gaat om de oriëntatievoorstellen vermeld in de bijlagen 21 en 21bis, uitgereikt in de loop van het derde differentiatie- en oriëntatiejaar, waarbij, in dat geval, de vermelde datum die van hun effectieve uitreiking zal zijn.Deze zal vóór 15 januari van het lopende schooljaar moeten zijn. 7° als het gaat om de attesten vermeld in de bijlagen 29, 51, 52 en 53, die de periode van werkelijke lesbijwoning dekken, is, in dat geval, de vermelde datum die van de dag waarop ze worden uitgereikt;8° als het gaat om attesten die uitgereikt worden overeenkomstig artikel 6quater van het decreet van 30 juni 2006.9° indien ze uitgereikt worden tijdens het aanvullend jaar van de derde kwalificatiegraad (A3G) georganiseerd binnen het KEL-stelsel zoals bepaald in artikel 3, § 6, van het decreet van 12 juli 2012 tot regeling van de kwalificatie uitgedrukt in eenheden van leerresultaten (KEL) in het secundair kwalificatieonderwijs en tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het secundair onderwijs.In dat geval kunnen de bekwaamheidsbewijzen uitgereikt worden wat ook het ogenblik van het jaar is.

Art. 35.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 mei 2009 betreffende de attesten, verslagen, getuigschriften en brevetten uitgereikt tijdens de secundaire studies met volledig leerplan, wordt opgeheven.

Art. 36.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2015, met uitzondering van artikel 20, § 3, en de bijlage 40quinquies, die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 2010, van artikel 19, § 6, van artikel 23, tweede en derde lid, van artikel 33 en van de bijlagen 36 en 37, 47 tot 50 en 58, die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 2014, en van artikel 19, § 2, en de bijlagen 34bis tot 34septies, die in werking treden op 1 juni 2016.

Art. 37.De Minister bevoegd voor het leerplichtonderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 mei 2016.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Onderwijs en Kind, Mevr. M.-M. SCHYNS

^