Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 14 juni 2017
gepubliceerd op 14 juli 2017

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van artikel 2, tweede lid, van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2017030504
pub.
14/07/2017
prom.
14/06/2017
ELI
eli/besluit/2017/06/14/2017030504/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 JUNI 2017. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van artikel 2, tweede lid, van het kader decreet van 10 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 19/05/2003 numac 2003029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Kaderdecreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het kader decreet van 10 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 19/05/2003 numac 2003029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Kaderdecreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten, artikel 2, tweede lid, aangevuld bij het decreet van 13 oktober 2016;

Gelet op het advies van de "Conseil du théâtre pour l'enfance et la jeunesse" (Raad voor kinder- en jeugdtoneel), gegeven op 23 februari 2017;

Gelet op het advies van het "Comité de concertation des Arts de la scène" (Overlegcomité voor de podiumkunsten), gegeven op 13 maart 2017;

Gelet op de "gendertest" van 16 mei 2017, uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies 61.432/4 van de Raad van State, gegeven op 29 mei 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Cultuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Wanneer de operatoren van het Theater voor jong publiek in de zin van artikel 1, 10° van het kader decreet van 10 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 19/05/2003 numac 2003029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Kaderdecreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten, hierna "het decreet" genoemd, hun theaterproject vaststellen, beschouwen ze een kind of een adolescent van 0 tot en met 16 jaar, als een volwaardig individu, en verlenen volle aandacht aan hem, met het oog op zijn eerste sensibilisering voor kunst, verbeelding, cultuur en/of burgerzin. De actie van de operatoren van het Theater voor jong publiek zet alle middelen in om een kind en een adolescent van 0 tot en met 16 jaar makkelijker toegang tot een project te verschaffen, met het oog op democratisering (met bijzondere aandacht voor toegang op financiële basis) en op decentralisatie.

Naargelang van het publiek, wordt de organisatie van het theater voor jong publiek gebaseerd op het beginsel van verspreiding en/of tournee in voorstellingskaders die aangepast zijn aan de bedoelde leeftijdscategorie, te weten, capaciteit en/of duur van de voorstelling, en minstens de ontwikkeling van voorstellingen in schoolkader.

Art. 2.§ 1. De operatoren van het Theater voor jong publiek vervullen, zoals bepaald in § 2 en op grond van de categorie waaronder ze ressorteren, de volgende opdrachten : 1° de productie van kunstwerken met de volgende kenmerken : a) aangepaste capaciteit;b) aangepaste duur van voorstellingen;c) overeenstemming van het thema met de leeftijdscategorie;d) opvatting van de voorstelling in het kader van een tourneetheater;e) voorbereiding van voorstellingen bij voorkeur in overeenstemming met het bedoelde publiek;2° de verspreiding van hun eigen kunstwerken, met de volgende kenmerken : a) met het oog op decentralisatie;b) zowel voor elk publiek als voor het schoolpubliek;c) en, in schoolkader, om subsidies voor schooltheater te kunnen genieten, verplichting te worden geselecteerd voor de "Rencontres Théâtre jeune public" (Ontmoetingen Theater jong publiek) en/of elke andere vorm van specifieke erkenning van werken die worden verwezenlijkt in het kader van decreet- en/of verordeningsbepalingen van de Franse Gemeenschap;3° de "verbindingsactiviteiten" waardoor de verbinding tussen de kunstenaar en de school, de leerkracht en de schoolbevolking mogelijk wordt gemaakt, met de volgende kenmerken : a) het verband tussen het voorgestelde werk en het jonge publiek bevorderen;b) eventueel het publiek laten deelnemen aan het maken van het werk;4° de programmatie van kunstwerken of de organisatie van festivals, met de volgende kenmerken : a) tarieven die passen in het kader van democratisering van cultuur;b) aangepaste capaciteit;c) aangepaste duur van voorstellingen;d) uitstraling op internationaal vlak;5° eigen activiteiten inzake voorstelling, productie, verspreiding, verbinding, promotie, onderzoek, vorming, coördinatie op nationaal, Europees en internationaal niveau, of eventueel door toedoen van een overkoepelende structuur;6° andere acties waarmee de in artikel 2 vermelde doelstellingen kunnen worden bereikt. § 2. De creatiestructuren en de creatieplaatsen, bedoeld in artikel 2, 1°, a), i, en iv, van het decreet, voeren de in § 1, 1° en 2°, en, in voorkomend geval, de andere in § 1 bedoelde opdrachten uit.

De podiumkunstencentra en de verspreidingsplaatsen in de zin van artikel 2, 1°, a), iii en vi voeren de in § 1, 2°, 3°, 4° e 5°, en, in voorkomend geval, de in § 1, 1° vermelde opdrachten uit.

De dienstverlenende structuren in de zin van artikel 2, 1°, a), ii, van het decreet, voeren de in § 1, 5°, bedoelde opdrachten, en, in voorkomend geval, de in § 1, 4° vermelde opdrachten uit.

De festivals in de zin van artikel 2, 1°, a), v, van het decreet voeren de in § 1, 4° bedoelde opdrachten uit.

Art. 3.De Minister van Cultuur wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 juni 2017.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI

^