Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 20 september 2019
gepubliceerd op 03 oktober 2019

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende regeling van de werking van de regering

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2019042038
pub.
03/10/2019
prom.
20/09/2019
ELI
eli/besluit/2019/09/20/2019042038/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 SEPTEMBER 2019. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende regeling van de werking van de regering


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, uitgebracht op19 september 2019;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 20 september 2019;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 juli 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 25/07/2014 pub. 08/09/2014 numac 2014029523 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende regeling van haar werking sluiten houdende regeling van haar werking niet meer toepasselijk is op de huidige Regering;

Overwegende dat de Regering de mogelijkheid moet krijgen om zo doeltreffend mogelijk te werken; dat dit de inwerkingtreding van deze bepalingen binnen de kortste termijn noodzakelijk maakt;

Op de voordracht van de Minister-President;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Onverminderd de delegaties die zij aan haar leden verleent, beraadslaagt en beslist de Regering van de Franse Gemeenschap collegiaal volgens de consensusprocedure en bepaalt zij de beleidslijnen in de aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap behoren.

Art. 2.§ 1. De Regering van de Franse Gemeenschap beraadslaagt en beslist geldig over de punten bepaald op de agenda, indien meer dan de helft van haar leden aanwezig is, waarbij elk van de politieke fracties waaruit de meerderheid samengesteld is, vertegenwoordigd wordt. § 2. De agenda wordt door de Minister-President opgemaakt. § 3. Op de agenda worden systematisch niet geplaatst, behalve behoorlijk gemotiveerde dringende noodzakelijkheid: - de punten waarvoor het advies van de Inspectie van Financiën niet wordt gevoegd, behalve in de gevallen waarin het advies van de Inspectie van Financiën niet vereist is of indien de Inspectie van Financiën haar advies niet binnen de tien kalenderdagen na ontvangst van het volledige dossier heeft uitgebracht; - de punten waarvoor de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken niet gevoegd is, behalve in de gevallen waarin de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken niet vereist is of indien de Minister van Ambtenarenzaken zijn instemming niet binnen de tien kalenderdagen na ontvangst van het volledige dossier heeft verleend; - de punten waarvoor de instemming van de Minister van Begroting niet gevoegd is, behalve in de gevallen waarin de instemming van de Minister van Begroting niet vereist is of indien de instemming van de Minister van Begroting minstens tien kalenderdagen vóór de datum van de vergadering van de Regering werd aangevraagd. § 4. De punten die niet op de agenda geplaatst zijn, worden niet in aanmerking genomen, behalve behoorlijk gemotiveerde dringende noodzakelijkheid. § 5. Een Minister kan elke zaak aan zich trekken die tot een gedelegeerde bevoegdheid behoort. § 6. Het uitstellen van een punt kan vóór de vergadering worden aangevraagd door een lid van wie de aanwezigheid gewettigd is.

Art. 3.Op de voordracht van de Minister-President, kan de Regering voor haar vergadering elke Minister uitnodigen die lid is ofwel van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, ofwel van de Regering van het Waalse Gewest.

De uitgenodigde Minister heeft de hoedanigheid van "geassocieerde Minister" en komt niet in aanmerking voor de beraadslagingsregels bedoeld in artikel 2.

Art. 4.§ 1. De Regering van de Franse Gemeenschap beraadslaagt en beslist over elk ontwerp van decreet en van reglementair besluit betreffende de aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap behoren. § 2. De Regering van de Franse Gemeenschap beraadslaagt en beslist over elk voorstel van decreet dat op de agenda van een Commissie in het Parlement van de Franse Gemeenschap wordt geplaatst en kan beraadslagen en beslissen over de amendementsvoorstellen. § 3. Zij beraadslaagt en beslist, bovendien, over de gevallen bepaald in de §§ 2 en 3 van artikel 83 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen.

Art. 5.§ 1. De Regering keurt elk ontwerp van decreet betreffende de begroting van de Franse Gemeenschap goed en regelt de bestemming van de kredieten die de uitgaven van de Franse Gemeenschap moeten dekken. § 2. Driemaandelijks wordt een volledige begrotingsstaat betreffende de vastleggingen, de vereffeningen en de ontvangsten, aan elk van de leden van de Regering van de Franse Gemeenschap door de Minister van Begroting overgezonden binnen een termijn van vijftien dagen na het verstrijken van de betrokken periode. § 3. Iedere Minister heeft rechtstreekse toegang tot de comptabiliteit van de vastleggingen en ordonnanceringen voor de aangelegenheden die tot zijn bevoegdheid behoren.

De Minister-President en de Vice-Presidenten hebben rechtstreekse toegang tot de boekhouding van het geheel van de vastleggingen en ordonnanceringen. § 4. Om de zes maand, voor elke instelling van openbaar nut, zendt(en) de functioneel bevoegde Minister(s) een staat betreffende de eventuele investeringsprogramma's van de instelling over.

Art. 6.Als de bepalingen betreffende de herverdeling van de basisartikelen niet worden uitgevoerd, wordt de Minister van Begroting belast met het opmaken en voorstellen, gezamenlijk met de functioneel bevoegde Minister, van het ontwerp van beraadslaging en beslissing tot goedkeuring van de vastlegging, de ordonnancering en de betaling van de uitgaven boven de gestemde kredieten.

Art. 7.§ 1. De Regering van de Franse Gemeenschap beraadslaagt en beslist over elk ontwerp of voorstel van oprichting, decentralisatie, deconcentratie of herstructurering van de overheidsdiensten en -instellingen die belast worden met de uitvoering van het beleid van de Franse Gemeenschap, met inbegrip van de instellingen die uitsluitend of gedeeltelijk werken door middel van subsidies ten laste van de begroting van de Franse Gemeenschap. § 2. De Regering beslist over de oprichting van nieuwe vzw's die onder de Franse Gemeenschap ressorteren.

Art. 8.Over de programma's voor materiële investeringen die één of meer jaren dekken wordt in de Regering van de Franse Gemeenschap beraadslaagd vóór de goedkeuring van de begrotingsontwerpen.

Die programma's omvatten inzonderheid de nauwkeurige vermelding van het bedrag van de steungelden en subsidies of de raming van de werken, leveringen en diensten, hun bestemming en, in voorkomend geval, de vermelding van hun begunstigden.

Dit artikel is niet van toepassing op de schoolgebouwen, het programma voor dringende werken voor de schoolgebouwen van het basisonderwijs en van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde secundair onderwijs, het Waarborgfonds voor schoolgebouwen van het officieel en vrij onderwijs, het Fonds voor de oprichting van plaatsen in de schoolgebouwen van het leerplichtonderwijs en het Fonds voor Schoolgebouwen van het gesubsidieerd officieel onderwijs.

Art. 9.Elke omzendbrief met een algemene strekking wordt door de Minister-President medeondertekend en wordt door de auteur ervan aan de leden van de Regering overgezonden.

Art. 10.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel betreffende de ambtenarenzaken, wordt verstaan onder: Dossiers A : 1° de besluiten met een organiek of reglementair karakter;2° de toekenning van delegaties inzake personeel en begroting betreffende het ministerie;3° de organieke personeelsformatie en het organogram van het ministerie;4° elke akte betreffende de mandatenregeling die onder de Regering uitdrukkelijk ressorteert overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2012 tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren. - Dossiers B : 1° de toekenning van andere delegaties aan ambtenaren;2° de organieke personeelsformaties van de instellingen van openbaar nut;3° de vakantverklaringen voor de betrekking van deskundig adjunct-directeur-generaal en van directeur;4° de bevorderingen en de toekenning van een hoger ambt in de graad van deskundig adjunct-directeur-generaal en van directeur;5° de definitieve beslissingen voortvloeiend uit de adviezen uitgebracht door de raden van beroep betreffende ambtenaren van ten minstens rang 12; - Dossiers C: de andere administratieve beslissingen betreffende het personeel, met uitzondering van die waarvoor delegaties aan ambtenaren werden verleend. § 2. De secretaris-generaal, de administrateurs-generaal en de directeurs-generaal en de leidende ambtenaren van de instellingen van openbaar nut zenden elk dossier bedoeld in § 1 gelijktijdig over aan de Minister-President, de Minister van Ambtenarenzaken en aan de functioneel bevoegde Minister(s). Ze zenden bovendien de dossiers A bedoeld in § 1 aan de Minister van Begroting over.

Iedere Minister die het dossier ontvangt, beschikt over een termijn van vijftien werkdagen om zijn advies mee te delen aan zijn collega die bevoegd is om het aan de Regering voor te leggen of om te beslissen. Nadat die termijn is verstreken, wordt het advies als gunstig geacht.

Als de adviezen verschillen, wordt een overleg georganiseerd bij de Minister van Ambtenarenzaken binnen een termijn van tien werkdagen.

Als geen akkoord wordt bereikt, wordt het dossier door de Regering onderzocht. § 3. Onverminderd de initiatieven die de administratie moet nemen, zijn de volgende Ministers bevoegd om deze de instructies te geven die nuttig zijn voor de voorbereiding van de beslissingen: - voor de dossiers A, de Minister van Ambtenarenzaken voor het ministerie of de Minister van Ambtenarenzaken, op eigen initiatief of op aanvraag van de functioneel bevoegde Minister(s) voor de instellingen van openbaar nut; - voor de dossiers B en C, de functioneel bevoegde Minister(s), op eigen initiatief, waarbij de Minister van Ambtenarenzaken zonder verwijl daarvan op de hoogte wordt gebracht, of op aanvraag van de Minister van Ambtenarenzaken, voor het Ministerie van de Fédération Wallonie-Bruxelles, en de functioneel bevoegde Minister(s), voor de instellingen van openbaar nut.

De Minister van Ambtenarenzaken zorgt voor de coherentie van de administratieve toestanden van de ambtenaren. § 4. De dossiers A worden aan de Regering door de Minister van Ambtenarenzaken voorgelegd.

De dossiers B betreffende het ministerie worden aan de Regering door de functioneel bevoegde Minister(s) voorgelegd, op eensluidend advies van de Minister van Ambtenarenzaken, dat binnen een termijn van 5 werkdagen wordt uitgebracht.

Voor de tuchtprocedures, als het advies van de Minister van Ambtenarenzaken over het door de functioneel bevoegde Minister(s) voorgelegde voorstel negatief is, zal die het dossier aan de Regering voorleggen, om bijkomende informatie te krijgen.

De dossiers B betreffende de instellingen van openbaar nut worden aan de Regering door de functioneel bevoegde Minister(s) voorgelegd. § 5. Enkel de Regering is bevoegd voor de dossiers A en B. Onverminderd de bepalingen van § 3, is(zijn) de functioneel bevoegde Minister(s) bevoegd voor de dossiers C betreffende het ministerie, op voorstel van de administratie. Als de Minister het door de administratie uitgebrachte voorstel niet volgt of als hij geen beslissing neemt, wordt er een overleg georganiseerd bij de Minister van Ambtenarenzaken. Als ze tot geen akkoord komen, wordt de beslissing door de Minister van Ambtenarenzaken genomen.

Er wordt een afschrift van de beslissing van de functioneel bevoegde Minister(s) overgezonden aan de Minister van Ambtenarenzaken.

De functioneel bevoegde Minister(s) is(zijn) bevoegd voor de dossiers C betreffende elk van de instellingen van openbaar nut. Er wordt een afschrift van de beslissing van de functioneel bevoegde Minister(s) onverwijld overgezonden aan de minister van Ambtenarenzaken. § 6. De Minister van Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van de beslissingen die door de Regering worden genomen voor alle dossiers A betreffende het Ministerie.

De functioneel bevoegde Minister(s) wordt(en) belast met de uitvoering van de beslissingen die door de Regering worden genomen voor de dossiers B betreffende het Ministerie en elk van de instellingen van openbaar nut.

Art. 11.Wanneer de Franse Gemeenschap ofwel betrokken wordt bij het ontwerpen of uitstippelen van een beleid, ofwel vertegenwoordigd wordt binnen de organen of instellingen die ermee belast worden, stelt de Regering van de Franse Gemeenschap de bestanddelen van het beleid van de Franse Gemeenschap vast, stelt zij haar vertegenwoordigers bij die organen of instellingen aan, geeft zij hun alle nodige onderrichtingen en ontvangt zij hun verslagen.

Art. 12.§ 1. Onverminderd de delegaties die zij aan haar leden toekent, is enkel de Regering van de Franse Gemeenschap bevoegd om, in naam van de Franse Gemeenschap, een advies uit te brengen ten aanzien van de federale, Gemeenschaps-, Europese of internationale overheden of instellingen alsook om hun een verslag of een aanvraag mee te delen. § 2. De Minister-President coördineert elke procedure inzake advies, overleg, vereniging, geschillen of samenwerking met de federale Staat, de deelstaten of de Europese en internationale instellingen.

Die procedures worden gezamenlijk door de Minister-President en de functioneel bevoegde Minister, op initiatief van deze, voorbereid. § 3. De Regering van de Franse Gemeenschap beraadslaagt en beslist over de ontwerpen van verdrag en samenwerkingsakkoord, op de voordracht van de Minister-President, gezamenlijk met de functionele Minister en met de Minister belast met de internationale betrekkingen, als het gaat om ontwerpen van verdragen of samenwerkingsakkoorden met een internationale aard. § 4. Voordat de verdragen en samenwerkingsakkoorden door de Regering van de Franse Gemeenschap worden goedgekeurd, worden ze gezamenlijk door de Minister-President en de functioneel bevoegde Minister voorbereid, op initiatief van deze, of gezamenlijk door de Minister belast met de internationale betrekkingen en de functioneel bevoegde Minister, als het gaat om ontwerpen van verdrag of samenwerkingsakkoord met een internationale aard.

Art. 13.§ 1. De Regering beraadslaagt en beslist niet over: 1° de toekenning van kredieten of de besluiten tot toekenning van een subsidie ten laste van de begroting van de Franse Gemeenschap waarvan het opschrift alleen de naam vermeldt van de persoon die de subsidie geniet en waarvan het bedrag minder dan 500.000 euro bedraagt; 2° de investeringen van de universitaire instellingen die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd; 3° a) de toekenning van subsidies en de contracten voor dienstverlening die aan te rekenen zijn op de begroting van de gewone uitgaven, waarvan het gecumuleerde bedrag, over eenzelfde boekjaar en voor eenzelfde begunstigde, lager is dan 250.000 euro; b) de rechtstreekse investeringen, de principiële beloften alsook de toekenning van subsidies die aan te rekenen zijn op de begroting van de kapitaaluitgaven, waarvan het gecumuleerde bedrag, over eenzelfde boekjaar en voor eenzelfde begunstigde, lager is dan 750.000 euro;

Op het einde van elk kalenderjaar wordt evenwel een lijst bezorgd aan de Regering houdende vermelding van de vastleggingen inzake gewone uitgaven, principiële beloften en de vastleggingen inzake kapitaaluitgaven die lager zijn dan 750.000 euro en hoger zijn dan 25.000 euro, alsook de opsomming van de nieuwe dienstverleningen en instellingen die worden erkend en gesubsidieerd met toepassing van de decreet- of verordeningsbepalingen. Deze paragraaf is niet van toepassing op de uitgaven van de instellingen van openbaar nut van het type B, van de instellingen die onderworpen zijn aan een beheersovereenkomst, van de verenigingen zonder winstoogmerk die onder de Franse Gemeenschap ressorteren; 4° de vastlegging en vereffening van subsidies, met inbegrip van de verplichte en automatische werkingssubsidies en -toelagen voor het onderwijs, ongeacht hun bedrag, als de bepaling van dit bedrag wordt vastgesteld door wets-, decreet- of verordeningsbepalingen, zonder dat de verantwoordelijke Minister zou kunnen optreden noch voor het toekennen van de subsidie noch voor de bepaling van het bedrag ervan;5° behoudens de voorzitters en ondervoorzitters worden de leden van de raden van beroep en van de paritaire commissies in het onderwijs, voorgedragen door de representatieve werknemersorganisaties en de inrichtende machten, aangesteld door de Minister van Ambtenarenzaken, in overleg met de bevoegde Ministers;6° de samenstelling, de werking en de aanstelling van de leden van de adviescommissies, de hoge raden en de adviesraden;7° de akten met een individuele strekking (met inbegrip van de tuchtsancties en procedures, met uitzondering van de tuchtsancties die gelijk zijn aan of hoger zijn dan de overplaatsing bij tuchtmaatregel) betreffende de personeelsleden van de onderwijsinrichtingen, de inspectiediensten en de PMS-centra. § 2. Aan de functioneel bevoegde Minister worden de activiteitenverslagen, jaarrekeningen en financiële balansen van de verenigingen zonder winstoogmerk voorgelegd die onder de Franse Gemeenschap ressorteren. Er wordt een afschrift aan de Minister-President en aan de Minister van Begroting overgezonden.

Art. 14.§ 1. Wat de opleiding tijdens de loopbaan betreft, organiseert iedere Minister die opleiding voor het onderwijsniveau waarvoor hij bevoegd is. § 2. Iedere Minister wordt ertoe gemachtigd bevelen te geven aan de Inspecteurs die behoren tot het onderwijsniveau waarvoor hij bevoegd is. § 3. Wat het onderzoek betreft, indien een onderzoeksprogramma betrekking heeft op een welbepaald punt van het fundamenteel onderzoek en het toegepast onderzoek, zal er hierover overleg gepleegd worden tussen de Minister van wetenschappelijk onderzoek, enerzijds, en de functionele Minister van toegepast onderzoek, anderzijds.

Art. 15.§ 1. Aan de toestemming van de Regering wordt onderworpen: de keuze van de wijze van gunning, met inbegrip van de aankondiging van de opdracht, van de overheidsopdrachten bedoeld in artikel 169, eerste lid, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten, hierna "de wet" genoemd, waarvan de raming hoger ligt dan de in onderstaande tabel opgenomen bedragen:

Openbare procedure Niet-openbare procedure Concurrentiegerichte dialoog

Mededingingsprocedure met onderhandeling Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking

Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking

Werken

8.550.000 euro

1.850.000 euro

570.000 euro

Leveringen

5.700.000 euro

570.000 euro

290.000 euro

Diensten

1.715.000 euro

290.000 euro

145.000 euro


§ 2. De toestemming van de Regering is ook vereist vóór de aanbesteding van de opdracht, wanneer het geraamde bedrag van de opdracht lager is dan het overeenstemmende bedrag bepaald in § 1, maar het bedrag van de goed te keuren offerte dat bedrag met meer dan vijftien procent overschrijdt, of, bij bijkomende werken, leveringen of diensten, met meer dan vijfentwintig procent van de oorspronkelijke opdracht. § 3. Aan de toestemming van de Regering wordt eveneens onderworpen, het gunnen van concessies voor openbare werken en het sluiten van huurovereenkomsten waarvan de geraamde bedragen, btw niet inbegrepen, overeenstemmen met deze die bepaald zijn in § 1. § 4. Elk ontwerp van overeenkomst dat als gevolg kan hebben dat de Franse Gemeenschap of een instelling die onder het hiërarchische gezag van een Minister ressorteert een verbintenis zou aangaan inzake werken, leveringen of diensten, in het kader van de minimumbedragen bepaald in § 1, wordt eveneens aan de toestemming van de Regering onderworpen. § 5. Voor de berekening van de minimumbedragen bepaald in § 1, dient het geheel van de uitgave die uit het ontwerp van overeenkomst voortvloeit, in aanmerking te worden genomen. § 6. De kredieten die voor de infrastructuren worden bestemd, blijven geïndividualiseerd.

De functionele Minister is de oorspronkelijke ordonnateur voor de infrastructuurkredieten en handelt op eigen initiatief.

Art. 16.In de gevallen bedoeld in de artikelen 42, § 1, 1°, b en 124, § 1, 5°, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten wordt de toestemming van de Minister-President verleend in plaats van de toestemming van de Regering, voor zover deze niet vooraf kan worden verleend wegens de dringende noodzakelijkheid.

In dat geval moet de bevoegde Minister zonder verwijl de Regering op de hoogte daarvan brengen. De ingeroepen dringende noodzakelijkheid moet met redenen worden omkleed.

Art. 17.In afwijking van artikel 15, is de toestemming van de Regering niet vereist: 1° voor de overheidsopdrachten die te gunnen zijn bij niet-openbare procedure, wanneer die procedure het gevolg is van een openbare procedure waarvoor de voorafgaande toestemming van de Regering werd verkregen maar waaraan het niet mogelijk is geweest om er een gevolg aan te geven ten gevolge van kleine moeilijkheden bij de interpretatie ofwel van het bestek, ofwel van de voorgelegde offertes;het bestek kan alleen de aanpassingen ondergaan die strikt noodzakelijk worden gemaakt door voornoemde moeilijkheden; 2° voor de overheidsopdrachten die te gunnen zijn bij een onderhandelingsprocedure in de gevallen bedoeld in de artikelen 38, § 1, eerste lid, 2°, 42, § 1, eerste lid, 1°, c), en 5°, en 124, § 1, 2°, 9°, 10° en 12°, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten;3° in het kader van maatregelen van ambtswege, voor de overheidsopdrachten die te gunnen zijn met één of meer derden voor rekening van een in gebreke gebleven aannemer;4° voor de opdrachten gegund ingevolge een onderhandelingsprocedure op grond van artikel 42, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten.

Art. 18.De leden van de Regering, het Ministerie van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het hiërarchische gezag van een Minister van de Regering ressorteren, gebruiken de portaalsite van de overheidsopdrachten van het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap voor het gunnen van de opdrachten die betrekking hebben op hun bevoegdheid.

Ieder lid van de Regering zorgt, wat hem of haar betreft, ervoor dat de publiekrechtelijke rechtspersonen die functioneel onder zijn bevoegdheid ressorteren, diezelfde portaalsite gebruiken voor het gunnen van de overheidsopdrachten die ze aangaan.

Art. 19.Het bedrag van de overheidsopdrachten is, naargelang van het geval, te ramen op grond van de regels vastgesteld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/04/2017 pub. 09/05/2017 numac 2017020322 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren sluiten plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren of in artikel 7 van het koninklijk besluit van 18 juni 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de speciale sectoren.

In geval van aanvullende werken, leveringen of diensten bedoeld in de artikelen 38/1 en 38/2 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals gewijzigd, wordt ook rekening gehouden met het bedrag van de hoofdopdracht.

Art. 20.In de aangelegenheden die hun worden toegekend, hebben de Ministers volmacht om, onverminderd de andere bepalingen bedoeld bij dit besluit, de wetten, decreten, besluiten, verordeningen en omzendbrieven, toe te passen.

Voor de aangelegenheden die onder de bevoegdheid van verschillende Ministers ressorteren, wordt het overleg reeds sedert de fase van het eerste opstellen van de voorstellen georganiseerd met het oog op de gezamenlijke goedkeuring ervan.

Art. 21.De Regering accrediteert de Inspecteurs van Financiën en bepaalt hun aanwijzing bij haar leden op de voordracht van de Minister van Begroting.

Art. 22.De ontwerpen van decreet en de in de Regering overlegde besluiten worden ondertekend door de Minister bevoegd voor de aangelegenheid waarop het ontwerp van decreet of het besluit betrekking heeft.

De besluiten en beslissingen van de Regering, voor de ambtenarenzaken van de instellingen van openbaar nut, worden gezamenlijk ondertekend door de Minister belast met ambtenarenzaken en de Minister(s) die het toezicht uitoefent/uitoefenen op de betrokken instellingen van openbaar nut.

De besluiten en beslissingen van de Regering, inzake het statuut van het onderwijspersoneel, worden gezamenlijk ondertekend door de verantwoordelijke Ministers.

Art. 23.Ingeval een delegatie werd verleend overeenkomstig het besluit houdende regeling van de werking van de Regering, worden de besluiten ondertekend door de Minister aan wie deze delegatie werd verleend.

Bij afwezigheid of verhindering van een minister, kan deze de Minister aanwijzen die ertoe wordt gemachtigd in zijn naam en voor zijn rekening te ondertekenen.

Art. 24.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 juli 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 25/07/2014 pub. 08/09/2014 numac 2014029523 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende regeling van haar werking sluiten houdende regeling van haar werking wordt opgeheven.

Art. 25.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend.

Art. 26.De Ministers worden, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 september 2019.

De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Vice-President en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke Kansen en belast met het toezicht op "Wallonie-Bruxelles Enseignement", F. DAERDEN De Vice-President en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie, Universitaire Ziekenhuizen, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR .

^