Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 03 september 2020
gepubliceerd op 25 september 2020

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2020015525
pub.
25/09/2020
prom.
03/09/2020
ELI
eli/besluit/2020/09/03/2020015525/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 SEPTEMBER 2020. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, de artikelen 69 en 87, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993 ;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 1951 betreffende de inventarissen, de bewaargeving en de bruiklening van kunstwerken;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 februari 1998 houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 augustus 2020 ;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 3 september 2020 ;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 december 1996 houdende oprichting van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Begroting en Ambtenarenzaken ;

Na beraadslaging, Besluit : TITEL 1. - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « Ministerie » : het Ministerie van de Franse Gemeenschap, ingesteld binnen de diensten van de Regering bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 december 1996 houdende oprichting van het Ministerie van de Franse Gemeenschap ;2° « personeelslid » : iedere persoon die in welke hoedanigheid dan ook een betrekking bekleedt binnen de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap ;3° « ambtenaar-generaal » : het personeelslid bedoeld in artikel 6 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, met inbegrip van de personeelsleden die ad interim aangesteld worden in een ambt van rang 15, 16, 16+ of 17 overeenkomstig artikel 16 van dit besluit ;4° « delegerende overheid » : de bevoegde minister(s) ;5° « delegatie-houdende overheid": de ambtenaar-generaal aan wie een bevoegdheidsdelegatie bij besluit wordt verleend ;6° « subdelegatie » : de akte waarbij een delegatie-houdende overheid of een subgedelegeerde, overeenkomstig hoofdstuk 2 van deze titel, aan een personeelslid dat onder zijn hiërarchisch gezag staat, alle of een deel van de hem/haar verleende bevoegdheden delegeert;7° « subgedelegeerde » : de begunstigde van een subdelegatie, zelfs op grond van een voorafgaande subdelegatie verleend;8° « decreet van 20 december 2011 » : het decreet van 20 december 2011 houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap ;9° « subsidies » : de subsidies bepaald in artikel 57 van het decreet van 20 december 2011 ;10° « nominatieve subsidie » : de subsidie waarvoor de begunstigde met naam is ingeschreven in de tabel van de basisartikelen bedoeld in artikel 8, § 4, 6°, van het decreet van 20 december 2011;11° « organieke subsidie » : een subsidie die is toegestaan bij een normatieve akte die de voorwaarden voor de toekenning ervan en het bedrag (of de berekeningswijze ervan) op een vaste en definitieve wijze vaststelt;12° « facultatieve subsidie » : elke subsidie die noch nominatief noch organiek is in de zin van de punten 10° en 11° ;13° de wet op de overheidsopdrachten : de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten ;14° de concessiewet : de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten ;15° het koninklijk besluit van 18 april 2017 : het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren ;16° het koninklijk besluit van 14 januari 2013 : het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. HOOFDSTUK 2. - Subdelegaties Afdeling 1. - Voorwerp en vorm van akten van subdelegatie

Art. 2.§ 1. Behalve in gevallen waarin dit besluit deze mogelijkheid uitdrukkelijk verbiedt of beperkt, kunnen de delegatie-houdende overheden, door middel van een schriftelijke en voorafgaande akte van subdelegatie, opgesteld overeenkomstig de nadere regels van artikel 3, de door dit besluit toegewezen bevoegdheden of een deel daarvan delegeren aan de personeelsleden die zij aanwijzen.

De delegatie-houdende overheden mogen alleen delegatie verlenen aan de personeelsleden over wie zij hun hiërarchische gezag uitoefenen. § 2. In geval van afwezigheid of verhindering van de subgedelegeerde, en van de persoon(nen) die op grond van de akte van subdelegatie voor zijn vervanging moet(en) zorgen, wordt de delegatie-houdende bevoegdheid uitgeoefend door de bevoegde delegatie-houdende overheid.

Indien de delegatie-houdende overheid zelf afwezig is, wordt voor de plaatsvervanging gezorgd overeenkomstig hoofdstuk 4 van deze titel. § 3. De bevoegdheid tot subdelegatie bedoeld in paragraaf 1 kan, behoudens in gevallen waarin dit besluit daarin uitdrukkelijk voorziet, niet worden gesubdelegeerd.

Art. 3.Elke subdelegatie is gebaseerd op een schriftelijke en voorafgaande akte.

Om geldig te worden opgesteld, vermeldt de akte van subdelegatie : 1° de datum waarop deze is vastgesteld ;2° de bevoegdheid die het voorwerp uitmaakt van de overeenkomst en haar wettelijke of regelgevende basis;3° de regelgevende basis die subdelegatie verleent;4° het ambt en de rang van de delegatie-houdende overheid en de subgedelegeerde alsook de identiteit van de gesubdelegeerde indien zijn ambt niet volstaat om hem te identificeren;5° desgevallend, indien de delegatie-houdende overheid dit gepast acht of indien dit besluit erin voorziet, de identiteit, het ambt en de rang van de plaatsvervanger (s) die is/zijn aangewezen om de verleende bevoegdheid uit te oefenen in geval van afwezigheid of verhindering van de subgedelegeerde. § 2. Hij bevat ook de handtekening van de delegatie-houdende overheid en van de subgedelegeerde (n). § 3. De akte vermeldt ook de datum van inwerkingtreding, maar deze mag niet vroeger zijn dan de datum van de vaststelling ervan en, in voorkomend geval, de datum waarop deze eindigt.

Bij gebrek aan vermelding van de datum van inwerkingtreding van de akte bedoeld in het eerste lid, wordt deze geacht in werking te treden op de datum van bekendmaking ervan. § 4. De bepalingen van dit besluit die uitdrukkelijk van paragraaf 1 afwijken, worden strikt geïnterpreteerd. Afdeling 2. - Afzetting en wijziging van subgedelegeerde

Art. 4.§ 1. De delegatie-houdende overheid kan te allen tijde beslissen de verleende subdelegatie geheel of gedeeltelijk af te zetten door middel van een schriftelijke en voorafgaande afzettingsakte waarin de identiteit, het ambt en de rang worden vermeld van het personeelslid met betrekking tot wie een dergelijk ontslag is verleend, alsook de datum waarop deze van kracht wordt. § 2. In geval van definitieve afzetting eindigt de overeenkomstig artikel 3 vastgestelde akte van subdelegatie van rechtswege met ingang van de datum van inwerkingtreding van de akte van afzetting. § 3. In geval van vervanging van de subgedelegeerde of van één van zijn plaatsvervangers, vermeldt de akte van afzetting de identiteit van het personeelslid dat hem vervangt. Deze vervanging gaat in op de dag van de inwerkingtreding van de akte van afzetting.

In dit geval wordt een speciale vermelding van de identiteit van de opvolger en van de datum waarop de vervanging van kracht wordt, op akte van subdelegatie aangebracht, die vervolgens opnieuw wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7.

Art. 5.Onverminderd artikel 3, § 3, wordt de subdelegatie van rechtswege beëindigd op de datum waarop de gesubdelegeerde het ambt vermeld in de subdelegatie-akte definitief ophoudt te bekleden. Afdeling 3. - Wijziging van delegatie-houdende overheid

Art. 6.Indien de delegatie-houdende overheid gewijzigd wordt, blijven de akten van subdelegatie die door de eerdere delegatie-houdende overheid werden genomen, geldig totdat deze wordt afgezet of vervangen door de nieuwe delegatie-houdende overheid Section 4. - Bekendmaking van de akten van subdelegatie

Art. 7.De subdelegaties die verleend worden krachtens dit besluit, worden door het Ministerie van de Franse Gemeenschap bekendgemaakt op de website www.gallilex.cfwb.be binnen de dertig dagen na de ondertekening ervan.

Onverminderd andere vormen van bekendmaking, kunnen subdelegaties met betrekking tot aakten die personeelsleden van het ministerie betreffen, tegen hen worden ingeroepen vanaf de dag van hun bekendmaking op de site bedoeld in het vorige lid.

De subdelegaties die betrekking hebben op de meeste burgers, worden door het Ministerie van de Franse Gemeenschap in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Ze zijn afdwingbaar vanaf de dag van de bekendmaking ervan. HOOFDSTUK 3. - Algemene voorwaarden waaraan personeelsleden moeten voldoen om een delegatie uit te oefenen

Art. 8.§ 1. De delegaties van bevoegdheid en ondertekening bedoeld bij of krachtens dit besluit kunnen alleen worden uitgeoefend door personeelsleden.

Wanneer dit besluit een voorwaarde van administratieve rang vaststelt, moet het niet-statutaire personeelslid een weddeschaal genieten die ten minste gelijk is aan die van een personeelslid dat bij of krachtens dit besluit dezelfde delegatie kan uitoefenen Voor de toepassing van dit besluit oefent een lid van het personeel dat ad interim is aangewezen om een personeelslid van een bepaalde rang voorlopig te vervangen of dat is aangewezen om een hoger ambt te vervullen in de zin van het besluit van de Regering van 5 december 2008 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de Instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren, met uitzondering van het Algemeen Commissariaat voor Internationale Betrekkingen, alle prerogatieven uit die met dit ambt gepaard gaan. § 2. Voor de toepassing van dit besluit en zolang een besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de omzetting van graden niet in werking is getreden, kan de Secretaris-generaal, bij schriftelijke akte en bekendgemaakt volgens de nadere regels bedoeld in artikel 7 van dit besluit, de graden van de personeelsleden die binnen de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap van een administratie van een ander gezagsniveau overgeplaatst worden, gelijkstellen met de graden die opgenomen zijn in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.

Art. 9.De bepalingen van dit besluit die betrekking hebben op het ontbreken van een delegatie-houdende overheid of een gesubdelegeerde, hebben betrekking op alle hypotheses van ambtelijke afwezigheid van de betrokken persoon, met name de afwezigheid van de titularis die de betrokken betrekking uitoefent, behalve wanneer de hogere of ad interim ambten worden uitgeoefend.

Art. 10.In geval van nood kunnen de leden van de Regering, schriftelijk en binnen de grenzen van de hun toegekende bevoegdheden, aan elk personeelslid een bevoegdheids- of ondertekeningsdelegatie verlenen waarin dit besluit niet voorziet.

De verleende delegaties zijn onderworpen aan een bekendmaking volgens de nadere regels die hun afdwingbaarheid garanderen In het geval bedoeld in het eerste lid en tenzij de ministeriële instructie dit uitdrukkelijk toestaat, kan het personeelslid dat op grond van dit artikel een delegatie heeft gekregen, geen gebruik maken van de mogelijkheid tot subdelegatie bedoeld in artikel 2.

Art. 11.§ 1. De delegaties van bevoegdheden die bij of krachtens dit besluit worden verleend, worden uitgeoefend onverminderd : 1° de controle en uitoefening door de delegerende overheden of de delegatie-houdende overheden van de bevoegdheden die zij hebben gedelegeerd;2° de uitoefening door een ambtenaar-generaal van hogere rang van de bevoegdheden van de delegatie-houdende overheden onderworpen aan zijn hiërarchische gezag met inbegrip, voor de uitoefening van deze bevoegdheden, van de mogelijkheid om onder dezelfde voorwaarden als de bevoegde delegatie-houdende overheid de akten van subdelegatie te verrichten. Elk voorstel van een personeelslid met betrekking tot de uitvoering van een akte waarvoor hij geen delegatie heeft, wordt noodzakelijkerwijs doorgegeven aan de bevoegde delegatie-houdende overheid of aan haar dichtstbijzijnde subgedelegeerde via elk van de hiërarchische meerderen die deel uitmaken van de bestaande hiërarchische lijn tussen dat personeelslid en die overheid. § 2. De delegatie-houdende overheden kunnen, bij de uitoefening van de bevoegdheid tot subdelegatie bedoeld in artikel 2, vereisen dat hun gesubdelegeerden hen verslag uitbrengen in de vorm van een jaarverslag over de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden.

In dat geval leggen zij de nadere regels vast in de in artikel 3 bedoelde voorafgaande schriftelijke akte. HOOFDSTUK 4. - Bepalingen die van toepassing zijn bij afwezigheid of verhindering van een ambtenaar-generaal

Art. 12.De plaatsvervangingsregels bedoeld in dit hoofdstuk doen geen afbreuk aan de mogelijkheid om artikel 11, § 1, eerste lid, toe te passen in geval van afwezigheid of verhindering van een delegatie-houdende overheid.

Art. 13.§ 1. Onverminderd artikel 21, § 1, bij afwezigheid of verhindering van de Secretaris-generaal, treedt de administrateur-generaal van de Algemene administratie Onderwijs op als zijn plaatsvervanger. § 2. Bij afwezigheid of verhindering van de Secretaris-generaal of de administrateur-generaal van de Algemene administratie Onderwijs wordt de Secretaris-generaal vervangen door hetzij de administrateur-generaal die door de Secretaris-generaal wordt aangesteld door een voorafgaande en schriftelijke akte die overeenkomstig artikel 3 wordt opgesteld en ter informatie aan de secretaris van de Regering wordt meegedeeld, hetzij door de administrateur-generaal met de oudste ranganciënniteit, met dien verstande dat bij gelijke anciënniteit in de rang zal eerst met de dienstanciënniteit en vervolgens met de leeftijd rekening gehouden worden.

Art. 14.Bij afwezigheid of verhindering van een administrateur-generaal wordt de administrateur-generaal vervangen door de ambtenaar-generaal aangesteld door de betrokken administrateur generaal door een voorafgaande en schriftelijke akte die overeenkomstig artikel 3 wordt opgesteld en ter informatie aan de Secretaris-generaal wordt meegedeeld, ofwel bij ontstentenis hiervan, door de ambtenaar-generaal die binnen de betrokken algemene administratie titularis is van de hoogste graad met dien verstaande dat bij gelijke anciënniteit in de graad zal eerst met de graadanciënniteit en vervolgens met de dienstanciënniteit en daarna met de leeftijd rekening gehouden worden.

Art. 15.Bij afwezigheid of verhindering van een directeur-generaal of een adjunct-directeur-generaal worden de delegaties die hem door of krachtens dit besluit worden verleend, uitgeoefend ofwel door het personeelslid aangesteld bij een voorafgaande akte van subdelegatie, ofwel, bij ontbreken van zulke aanstelling door het personeelslid van de Algemene Dienst met de hoogste graad met dien verstaande dat bij gelijke anciënniteit in de graad zal eerste met de anciënniteit in de graad en vervolgens met de dienstanciënniteit en daarna met de leeftijd rekening gehouden worden.

Art. 16.Het personeelslid dat, ad interim wordt aangesteld om voorlopig te voorzien in de vervanging van een ambtenaar-generaal van rang 15, 16, 16+ of 17 beschikt over alle prerogatieven die door dit besluit worden gedelegeerd aan de ambtenaar-generaal die hij vervangt.

Art. 17.§ 1. De voorafgaande en schriftelijke akten die vastgesteld worden met toepassing van dit hoofdstuk, worden bekendgemaakt volgens de nadere regels beschreven in artikel 7. § 2. In afwijking van paragraaf 1 moeten de akten met betrekking tot de periodes van afwezigheid die niet één maand overschrijden, niet worden bekendgemaakt.

De akten bedoeld in het eerste lid kunnen aan derden worden tegengeworpen door een afschrift van de betrokken akte aan de op grond daarvan verleende beslissingen bij te voegen.

TITEL 2. - ALGEMENE DELEGATIES HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Art. 18.De delegaties bedoeld in deze titel worden uitgeoefend onverminderd de bijzondere delegaties bedoeld in titel 3. HOOFDSTUK 2. - Delegaties inzake het personeel van het Ministerie Afdeling 1. - Algemene bepalingen die van toepassing zijn op dit

hoofdstuk

Art. 19.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° « Minister » : het lid van de Regering bevoegd voor de ambtenarenzaken ;2° « statuut » : de bepalingen van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap ;3° « SELOR » : de algemene directie Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning ;4° « Directiecomité » : het orgaan bedoeld in artikel 12 van het statuut of het (de) personeelslid(leden) van dit orgaan waaraan dit zijn bevoegdheden geheel of gedeeltelijk heeft gedelegeerd;5° « de Directeur-generaal » : de leidend ambtenaar-generaal van de Algemene Directie Ambtenarenzaken en Personeelsbeleid.

Art. 20.§ 1. In afwijking van artikel 2, § 1 kan de Secretaris-generaal de exclusieve bevoegdheden die hem krachtens dit hoofdstuk worden gedelegeerd alleen subdelegeren aan de Directeur-generaal mits een voorafgaande en schriftelijke akte van subdelegatie opgesteld in overeenstemming met artikel 3. § 2. Overeenkomstig artikel 2, § 1, kunnen de Secretaris-Generaal en de administrateurs-generaal bevoegdheden die zij krachtens dit hoofdstuk respectievelijk uitoefenen ten aanzien van het Secretariaat-Generaal of de Algemene administratie die zij onder hun hiërarchische gezag aan de Directeurs-Generaal opdragen, subdelegeren door middel van een voorafgaande en schriftelijke akte van subdelegatie die overeenkomstig artikel 3 wordt opgesteld.

In afwijking van artikel 2, § 1, kunnen de directeurs-generaal de bevoegdheden die hen gedelegeerd worden krachtens het eerste lid subdelegeren in de gevallen en onder de voorwaarden die in dit hoofdstuk zijn vastgesteld.

Art. 21.§ 1. In afwijking van artikel 13, § 1, bij afwezigheid of verhindering van de Secretaris-generaal, worden de exclusieve bevoegdheden die hem krachtens dit hoofdstuk worden gedelegeerd, door de Directeur-generaal uitgeoefend.

In geval van afwezigheid of gelijktijdige verhindering van de Secretaris-generaal en de directeur-generaal worden de bevoegdheden bedoeld in het eerste lid in noodgevallen uitgeoefend door de ambtenaar-generaal van rang 15 die tot dezelfde algemene directie behoort en die door de secretaris-generaal aangesteld wordt bij een schriftelijke en voorafgaande akte opgesteld overeenkomstig artikel 3, of, bij gebreke daarvan, door de ambtenaar-generaal van rang 15, die tot dezelfde algemene directie behoort, met de hoogste anciënniteit in de rang, met dien verstande dat bij gelijke anciënniteit in de graad eerst met de dienstanciënniteit en vervolgens met de leeftijd rekening zal worden gehouden. § 2. In afwijking van artikel 14, bij afwezigheid of verhindering van de Secretaris-generaal, een administrateur-generaal of een directeur-generaal die over een subdelegatie beschikt met toepassing van artikel 20, § 2, worden de bevoegdheden die zij respectievelijk krachtens dit hoofdstuk uitoefenen ten aanzien van het Secretariaat-Generaal, de algemene administratie of de algemene directie die ze leiden, uitgeoefend in dringende noodzaak : 1° hetzij door het leidinggevend personeelslid van rang 12 dat door de afwezige of verhinderde ambtenaar-generaal wordt aangewezen op grond van een voorafgaande en schriftelijke akte opgesteld overeenkomstig artikel 3 waarvan deze bekendgemaakt wordt overeenkomstig artikel 7;2° of, bij gebrek aan een dergelijke aanwijzing, door het leidinggevend personeelslid van rang 12 met de hoogste rang, met dien verstande dat bij gelijke rang eerst met de anciënniteit in de rang, vervolgens met de dienstanciënniteit en ten slotte met de leeftijd rekening zal worden gehouden. Onder leidinggevend personeelslid van rang 12 in de zin van het vorige lid wordt verstaan het leidinggevend personeelslid van rang 12 bedoeld in artikel 2, § 2, vierde lid, van het besluit van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering. Afdeling 2. - Delegaties inzake aanwerving, aanstelling, benoeming en

bevordering van de personeelsleden

Art. 22.Delegatie van bevoegdheden wordt aan de Secretaris-generaal verleend om : 1° de Franse Gemeenschap te vertegenwoordiger in al haar betrekkingen met SELOR, met inbegrip van de uitoefening van de prerogatieven die haar door SELOR worden toevertrouwd, overleg te plegen met haar Directeur-generaal en de beslissingen te nemen met betrekking tot de organisatie van vergelijkende examens bedoeld in de artikelen 3, 14 tot 19, 21 tot 24 en 30 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de vergelijkende examens georganiseerd voor de werving en de overgang naar het hogere niveau van de ambtenaren van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector en van de instellingen voor openbaar nut die onder het sectorcomité XVII ressorteren;2° vacant te verklaren : a) de betrekkingen van de personeelsformatie van de ambtenaren van niveau 1 tot rang 12 inbegrepen, 2+, 2 en 3, daartoe aangesteld door het Directiecomité ;b) de graden van deskundige met toepassing van artikel 40/2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap binnen de perken van de programmeringsnorm bepaald in artikel 120 van hetzelfde besluit met inbegrip van het feit dat deze bepalingen van toepassing zijn met verwijzing naar de contractuele personeelsleden die vallen onder artikel 14/2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 april 2014 betreffende de voorwaarden voor de werving en de administratieve en geldelijke toestand van het contractueel personeel van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de audiovisuele sector en de instellingen van openbaar nut die onder het comité van sector XVII ressorteren;3° de geslaagde kandidaten toegelaten door SELOR tot de stage toe te laten en de stagedoende personeelsleden of degenen die van de stage zijn vrijgesteld in vast verband te benoemen overeenkomstig artikel 18 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap;4° met toepassing van alle regels inzake de loopbaan, de ambtenaren en personeelsleden van niveau 1 tot en met rang 12, 2+, 2 en 3 te benoemen;5° de grondwettelijke eed van de ambtenaren van niveau 1, 2+, 2 en 3 te ontvangen;6° wervingsovereenkomsten te sluiten en aanhangsels daarvan van de aangestelde personeelsleden na advies van de Directeur-generaal : a) door de Secretaris-generaal, voor het personeel van het Secretariaat-generaal ;b) door de administrateurs-generaal, elk wat betreft de algemene administratie die hij leidt ;7° het vereiste voorstel op te stellen voor de verandering van graad, verandering van categorie, verandering van kwalificatiegroep en bevordering door overgang naar een hogere rang of door bevordering naar een hoger niveau ;8° hogere ambten toe te kennen of te verlengen tot en met rang 12;9° de leden van de delegatie van de overheid binnen het Intermediair Overlegcomité van het Ministerie en, op voorstel van de voorzitters van de Basisoverlegcomités van het Ministerie, elk voor het door hem of haar voorgezeten comité, de leden van de delegatie van de overheid binnen de comités aan te stellen, waaronder de Secretaris-Generaal de plaatsvervangend Voorzitter benoemt wanneer deze niet wordt aangewezen door het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 februari 1998 tot oprichting in het gebied van Sector XVII - Franse Gemeenschap - van basisoverleg- en tussenoverlegcomités en tot aanwijzing van de voorzitters en plaatsvervangende voorzitters van deze comités 10° tot ad interim aanstellingen tot rang 12 inbegrepen over te gaan;11° de betrekkingen in de wetenschappelijke loopbaan van de wetenschappelijke instellingen die in het Ministerie geïntegreerd worden vacant te verklaren, tot de stage in deze betrekkingen toe te laten en te benoemen met toepassing van alle regels van de wetenschappelijke loopbaan. Delegatie van ondertekening wordt verleend aan de Secretaris-generaal om de akten voor de toekenning van de opdrachten bedoeld in artikel 8, § 3, laatste lid, van het besluit van 15 april 2014 betreffende de voorwaarden voor de werving en de administratieve en geldelijke toestand van het contractueel personeel van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de audiovisuele sector en de instellingen van openbaar nut die onder het comité van sector XVII ressorteren, met inbegrip van de toekenning van een mogelijke weddecomplement dat eraan verbonden is.

De vacantieverklaringen van de betrekkingen van rang 12, gedaan met toepassing van het eerste lid, 2°, de benoemingen tot rang 12 gedaan met toepassing van het eerste lid, 4° en de toekenningen of verlengingen van de hogere ambten in de rang 12 gedaan met toepassing van het eerste lid, 8°, zijn het voorwerp van informatie aan de Minister-President, de Minister van Ambtenarenzaken en de Functionele Minister, alsook van een jaarlijks evaluatieverslag aan de Regering over de uitoefening van deze delegaties De delegaties bedoeld in het eerste lid, 2° en 4°, worden, wat betreft de betrekkingen van rang 12, uitgeoefend onverminderd de administratieve en budgettaire controles die zijn vastgelegd in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 november 2013 tot organisatie van de interne budgettaire en boekhoudkundige controle en audit en van de administratieve en begrotingscontrole en na de toestemming van de Minister van Begroting te hebben gekregen.

Art. 23.De administrateurs-generaal kunnen, mits een schriftelijke en voorafgaande akte van subdelegatie opgesteld overeenkomstig artikel 3, de aanstellingsbevoegdheid bedoeld in artikel 22, 6°, b), subdelegeren aan de verantwoordelijken van de dienst, elk voor de personeelsleden van hun dienst, wanneer de ondertekening van de wervingsovereenkomsten of de akten van tewerkstelling betrekking hebben op : 1° de uitoefening van de ambten tot en met rang 15 van de personeelsleden bedoeld in artikel 2, A, van het besluit van de Regering van 21 juni 1999 betreffende de vervanging van sommige personeelsleden voor de ononderbroken diensten in de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en sommige instellingen van openbaar nut die onder de Franse Gemeenschap ressorteren 2° de vervanging van de personeelsleden die afwezig zijn voor een periode van hoogstens zes maanden.

Art. 24.Op aanvraag van de Minister informeert de Secretaris-generaal de leden van de Regering door hen een bijgehouden lijst van alle personeelsleden in hun werkelijke ambten en graden mee te delen met inbegrip van de mogelijke hogere ambten.

Art. 25.§ 1. De vacantieverklaringen van de wervings- en aanwervingsambten bedoeld in artikel 22 gebeuren : 1° binnen de perken bepaald bij het besluit van 21 juni 1999 betreffende de vervanging van sommige personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van sector XVII ressorteren 2° binnen de perken van een budgettaire envelop eigen aan het Secretariaat-generaal en aan elke Algemene Administratie.3° in voorkomend geval, binnen de perken van de hulpmiddelen die voortvloeien uit de beheersovereenkomst afgesloten met toepassing van het besluit van 20 september 2012 tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren. § 2. De budgettaire enveloppen bedoeld in paragraaf 1, 2°, worden bepaald door de Algemene Directie Ambtenarenzaken en Personeel rekening houdend voor het Secretariaat-generaal en elke algemene administratie met de vervanging van de definitief vertrokken personeelsleden en degenen die tijdelijk afwezig zijn zonder bezoldiging. Elke wettelijke of uitvoerende beslissing waarbij het bestuursvermogen om personeel aan te werven ingeperkt of verhoogd wordt, beperkt of verhoogt met zoveel de voornoemde middelen.

Elke envelop omvat het geheel aan ter beschikking gestelde middelen door het personeel waarvan de vervanging opgelegd wordt door een wets- of reglementaire bepaling en 2/3 van de andere middelen.

Het overschot (1/3) van de ter beschikking gestelde middelen met toepassing van het vorige lid wordt verder verdeeld over de verschillende enveloppen bedoeld in het eerste lid door het orgaan bedoeld in artikel 12 van het statuut, op voorstel van de Secretaris-generaal.

Art. 26.Bevoegdheidsdelegatie wordt verleend aan de Secretaris-generaal en de administrateurs-generaal, respectievelijk voor wat betreft de Secretaris-generaal of de algemene administratie die zij leiden om stageovereenkomsten zonder bezoldiging van studenten af te sluiten.

De Secretaris-generaal, de administrateurs-generaal en de directeurs-generaal die over een subdelegatie beschikken met toepassing van artikel 20, § 2, kunnen, mits een schriftelijke en voorafgaande akte van subdelegatie opgesteld overeenkomstig artikel, de bevoegdheid bedoeld in het eerste lid subdelegeren aan de leidinggevende personeelsleden van rang 12 of aan de verantwoordelijke van een dienst wanneer deze dienst effectief geen leidinggevend personeelslid van rang 12 bevatten. Afdeling 3. - Delegaties inzake arbeidsvoorwaarden

Art. 27.§ 1. Bevoegdheidsdelegatie wordt verleend aan de Secretaris-generaal : 1° op voorstel of voorafgaand advies van de administrateur-generaal of de betrokken directeur-generaal om : a) de aanwijzing van de ambtenaren van niveau 1 tot en met rang 12, 2, 2+ en 3 te bepalen of wijzigen;b) de administratieve standplaats van genoemde ambtenaren te bepalen of wijzigen;2° de wedden van de personeelsleden vast te stellen en te betalen, de vordering van de wedde te bepalen, en het bedrag van de toelage voor de uitoefening van hogere ambten vast te stellen en te betalen;3° op voorstel of voorafgaand advies van de betrokken administrateurs-generaal of directeurs-generaal, de bijzondere forfaitaire toelage toe te kennen en te schorsen, met toepassing van artikel 7, § 1, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 februari 2004 houdende toekenning van een bijzondere vaste toelage aan bepaalde personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en van de Instellingen van openbaar nut die onder Sector XVII ressorteren;4° toestemming te geven voor de cumulatie van activiteiten in particuliere of openbare aangelegenheden bedoeld in artikel 14 van het statuut, alsook om de toelating tot cumulatie te hernieuwen;5° toestemming te verlenen voor de prestaties die buiten de normale werkuren worden uitgevoerd;6° administratieve erkenning te verwezenlijken met toepassing van artikel 36 van het statuut;7° de certificaten van identificatie aan de personeelsleden uit te reiken;8° toestemming te geven, via een overeenkomst, voor de terbeschikkingstelling van het personeel in het kader van specifieke samenwerkingsprogramma's tussen de overheden van de Belgische openbare sector. Delegatie van ondertekening wordt verleend aan de Secretaris-generaal om de akten te ondertekenen die de beslissingen van het Directiecomité inzake telewerk formaliseren.

De toestemmingen voor de cumulatie van activiteiten gegeven met toepassing van paragraaf 1, 4°, aan de ambtenaren-generaal worden ter informatie meegedeeld aan de functioneel bevoegde ministers. § 2. De voorstellen of adviezen bedoeld in paragraaf 1, onder 1°, worden geformuleerd door de administrateurs-generaal wanneer ze betrekking hebben op een betrekking in de personeelsformatie van een algemene administratie die niet inbegrepen is in de personeelsformatie van een algemene directie.

Ze worden geformuleerd door de directeurs-generaal wanneer ze betrekking hebben op een betrekking in de personeelsformatie van een algemene directie.

De voorstellen en adviezen bedoeld in het eerste lid worden niet vereist wanneer het gaat om een betrekking in de personeelsformatie van het Secretariaat-generaal die niet in de personeelsformatie van een algemene directie inbegrepen is. § 3. Bevoegdheidsdelegatie wordt verleend aan de Secretaris-generaal en aan de administrateurs-generaal, respectievelijk voor wat betreft het Secretariaat-generaal of de algemene administratie die ze leiden, om vóór de betaling van de overeenstemmende wedde en op voorafgaand advies van de Directeur-generaal de toekenning van de toelagen goed te keuren voor buitengewone prestaties die door een personeelslid worden verricht. Afdeling 4. - Delegaties inzake vervoerkosten en opdrachten

Art. 28.De Secretaris-generaal keut de uitgaven voor beroepskosten van de administrateurs-generaal en de directeurs-generaal onder zijn directe gezag goed.

Elke administrateur-generaal keurt de uitgaven voor beroepskosten van de directeurs-generaal goed van de algemene directie staan die hij leidt De leidend ambtenaar-generaal van de Gemeenschappelijke Dienst voor Audit van de Federatie Wallonië-Brussel en van Wallonië keurt de uitgaven voor beroepskosten van het Secretariaat-generaal goed.

Art. 29.Bevoegdheidsdelegatie wordt verleend aan de Secretaris-generaal om : 1° toestemming te geven voor het bijwonen van congressen, colloquia, studiedagen, seminaries en conferenties georganiseerd in België, wanneer het bedrag van de ermee gepaard gaande kosten hoger is dan 625 euro ;2° de andere reiskostenverklaringen goed te keuren van de administrateurs-generaal en directeurs-generaal voor wat betreft de reiskosten die overeenstemmen met het gebruik van een persoonlijk voertuig ten behoeve van de dienst;3° de verblijfkosten van de administrateurs-generaal en directeurs-generaal goed te keuren ;4° de administrateurs-generaal en de directeurs-generaal dienst- of ambtsvoertuig ter beschikking te stellen voor professionele opdrachten;5° aan de personeelsleden de documenten te verstrekken met betrekking tot het verkrijgen van een permanent vervoerbewijs, desgevallend verminderd met het aandeel van de werkgever, en het vervoerbewijs terug te halen wanneer de begunstigde de hoedanigheid van personeelslid verliest;

Art. 30.§ 1. Bevoegdheidsdelegatie wordt verleend aan de Secretaris-generaal en aan de administrateurs-generaal, respectievelijk voor wat betreft het Secretariaat-generaal of de algemene directie die ze leiden om : 1° toestemming te geven voor het bijwonen van congressen, colloquia, studiedagen, seminaries en conferenties georganiseerd in België, wanneer het bedrag van de ermee gepaard gaande kosten lager dan of gelijk is 625 euro ;2° de verplaatsing van personeelsleden onder hun gezag toe te staan en om de verzoeken om requisitorium op naam van die personeelsleden te valideren om een vervoersbewijs te verkrijgen bij de Nationale Maatschappij van de Belgische Spoorwegen (NMBS).3° de andere reiskosten dan deze bedoeld in artikel 30, onder 2° en de verblijfkosten van de personeelsleden onder hun gezag goed te keuren;4° om, binnen de grenzen van een kilometermaximum jaarlijks vastgesteld door de Minister voor elke algemene administratie en algemene directie, een kilometerquotum toe te wijzen aan de leden van het personeel dat ze machtigen om hun persoonlijk voertuig ten behoeve van de dienst te gebruiken en dat toe te kennen volgens naar behoren gemotiveerde specifieke behoeften, een punctueel kilometertarief binnen de grenzen van een algemeen kilometertarief dat jaarlijks door de Minister wordt vastgesteld voor elke algemene administratie en algemene directie; § 2. De Secretaris-generaal, de administrateurs-generaal en de directeurs-generaal die over een subdelegatie beschikken met toepassing van artikel 20, § 2, kunnen de bevoegdheid bedoeld in paragraaf 1, onder 2° subdelegeren aan de personeelsleden die ze aanstellen, mits een schriftelijke en voorafgaande akte van subdelegatie opgesteld overeenkomstig artikel 3.

Niemand mag echter de gedelegeerde bevoegdheid krachtens het eerste lid uitoefenen voor reizen die door hem persoonlijk worden gemaakt en voor reizen die worden gemaakt door een personeelslid van een gelijkwaardige of hogere rang. § 3. De Secretaris-generaal, de administrateurs-generaal en de directeurs-generaal die over een subdelegatie beschikken met toepassing van artikel 20, § 2, kunnen, mits een schriftelijke en voorafgaande akte van subdelegatie opgesteld overeenkomstig artikel 3, de bevoegdheid bedoeld in paragraaf 1, onder 3°, subdelegeren aan de leidinggevende personeelsleden van rang 12 of aan de verantwoordelijke van een dienst wanneer deze dienst effectief geen leidinggevend personeelslid van ten minste rang 12 bevat.

Art. 31.§ 1. Met inachtneming van de regels en voorwaarden bepaald in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 december 2013 tot organisatie van de dienstopdrachten in het buitenland wordt bevoegdheidsdelegatie verleend aan de Secretaris-generaal om opdrachten in het buitenland toe te staan van de personeelsleden van het Ministerie wanneer deze opdrachten niet passen in de bilaterale betrekkingen van de Franse Gemeenschap, de deelname van de Franstalige deelstaten aan de uitoefening van hun bevoegdheden in een multilateraal kader of de internationale promotie van de Franse Gemeenschap en wanneer de uitgaven die goedgekeurd moeten worden voor de uitvoering van de opdracht niet meer dan 2.500 euro bedragen.

In afwijking van artikel 2 kan elke Minister die bevoegd is om andere opdrachten in het buitenland toe te staan, volgens de mogelijke nadere regels die hij bepaalt in een schriftelijke en voorafgaande akte, zijn bevoegdheid geheel of gedeeltelijk aan de Secretaris-generaal delegeren.

Behalve wat betreft de vertegenwoordigingsopdrachten van de Franse Gemeenschap in Internationale organisaties kan de Secretaris-generaal de delegatie bedoeld in het eerste en het tweede lid delegeren aan de administrateurs-generaal, de directeurs-generaal en de adjunct-directeurs-generaal, elk voor wat betreft de entiteit die hij leidt en binnen de perken van een daartoe vastgestelde budgettaire envelop. De gedelegeerde overheid bezorgt het Secretariaat-generaal de gegevens die nuttig zijn voor de analyse van de strategische en operationele doelstellingen in verband met de betrokken aangelegenheid. § 2. Bevoegdheidsdelegatie wordt verleend aan de Secretaris-generaal om toestemming te geven voor de verplaatsing van de personeelsleden van het Ministerie buiten het Koninkrijk. In dit kader zijn de regels bepaald in het ministerieel besluit van 2 juli 2018 houdende vaststelling van verblijfsvergoedingen toegekend aan personeelsleden en vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die zich in officiële opdracht naar het buitenland begeven of zetelen in internationale commissies, van toepassing.

De Secretaris-generaal kan de delegatie bedoeld in het eerste lid verlenen aan de administrateurs-generaal, de directeurs-generaal en de adjunct-directeurs-generaal, elk voor wat betreft de entiteit die hij leidt. Afdeling 5. - Delegaties inzake verloven

Art. 32.§ 1. Bevoegdheidsdelegatie wordt verleend aan de Secretaris-generaal : 1° om aan de personeelsleden die niet tot de categorie van de ambtenaren-generaal behoren, het volgende verlof te verlenen : a) adoptie- en opvangverlof;b) ouderschapsverlof;c) verlof wegens persoonlijke aangelegenheden;d) verlof om een stage of een proefperiode te verrichten in een andere betrekking in een overheidsdienst of in het gesubsidieerd onderwijs;e) verlof om een ambt van lid van het bestuurspersoneel of onderwijzend personeel of een ambt van lid van het opvoedend hulppersoneel in de sector van het onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap uit te oefenen;f) verlof om zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen van de Europese Vergaderingen, de federale wetgevende kamers, de gewest- en gemeenschapsraden, de provincieraden en gemeenteraden;g) verlof om les te volgen bij de school voor civiele bescherming, als vrijwillige dienstnemer bij dit korps, of als leerling die niet tot dat korps behoort;h) verlof om in vredestijd prestaties te verrichten bij het korps civiele bescherming als vrijwillige dienstnemer bij dit korps;i) verlof wegens verminderde prestaties om persoonlijke redenen j) het verlenen van een opdracht, met inbegrip van de verlenging en erkenning van de aard van algemeen belang;2° met instemming van de Minister, de administratieve stand te bepalen van de ambtenaren van niveau 1, 2+, 2 en 3 in het geval van : a) hetzij een verlof om opdrachten uit te voeren in het kabinet van een federale Minister of staatssecretaris, een gemeenschap, een gewest of een college;b) hetzij een aanwijzing voor de uitvoering van een opdracht die de ambtenaar verhindert de aan zijn benoeming inherente ambten uit te voeren ;3° de personeelsleden het voordeel van de maatregelen inzake loopbaanonderbreking en herverdeling van het werk toe te kennen die van toepassing zijn op de betrokken personeelsleden. § 2. De verloven bedoeld in paragraaf 1 worden toegekend op voorstel of na advies van de administrateurs-generaal of van de betrokken directeurs-generaal.

De voorstellen of adviezen bedoeld in het eerste lid worden geformuleerd door de administrateurs-generaal wanneer ze betrekking hebben op een betrekking in de personeelsformatie van een algemene administratie die niet inbegrepen is in de personeelsformatie van een algemene directie.

Ze worden geformuleerd door de directeurs-generaal wanneer ze betrekking hebben op een betrekking in de personeelsformatie van een algemene directie.

Art. 33.Bevoegdheidsdelegatie wordt verleend aan de ambtenaren-generaal, respectievelijk voor wat betreft de diensten die ze leiden om : 1° het toekennen aan de personeelsleden die onder hun gezag staan, van de jaarlijkse vakantie, verlof om dwingende redenen van familiaal belang, de omstandigheidsverloven en verloven wegens overmacht en uitzonderlijke verloven;2° na advies van de Directeur-generaal, aan personeelsleden die niet tot de categorie van de ambtenaren-generaal behoren het volgende verlof te verlenen : a) om een activiteit uit te oefenen bij een erkende politieke groep;b) om een politiek mandaat of een ambt dat ermee kan worden gelijkgesteld, uit te oefenen; De ambtenaren-generaal kunnen de bevoegdheid bedoeld in het eerste lid, onder 1°, subdelegeren aan de dienstverantwoordelijken, elk voor wat betreft de personeelsleden die tot hun dienst behoren, mits een schriftelijke en voorafgaande akte van subdelegatie opgesteld overeenkomstig artikel 3. Afdeling 6. - Delegaties inzake ziekte, arbeidsongeschiktheid of

arbeidsongevallen

Art. 34.Bevoegdheidsdelegatie wordt verleend aan de Secretaris-generaal : 1° de nodige administratieve akten te verrichten wanneer het bestuur medische expertise (MEDEX) tot de conclusie komt dat de kandidaat of personeelslid ongeschikt is, met inbegrip van ontslagneming en toelating tot het pensioen;2° de ambtenaren die niet definitief dienstongeschikt zijn, maar voor wie de duur van de afwezigheid langer is dan die van de verloven wegens ziekte of gebrekkigheid ter beschikking te stellen en de wachtwedde vast te stellen die moet worden toegekend aan de betrokken ambtenaren;3° een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte of gebrekkigheid, en voor wie de dienst voor medische controle verklaard heeft dat hij in staat is zijn ambt met deeltijdse opdracht opnieuw te bekleden;4° akten die betrekking hebben op de vergoeding van arbeidsongevallen en beroepsziekten, met inbegrip van het toekennen aan een ongeval van de juridische bestempeling als "arbeidsongeval" of "ongeval op de weg naar het werk" uit te voeren en de beroepen tegen verantwoordelijke derde partijen in te stellen; Afdeling 7. - Delegaties met betrekking tot schorsing en beëindiging

van ambten

Art. 35.Bevoegdheidsdelegatie wordt verleend aan de Secretaris-generaal : 1° een ambtenaar in non-activiteit te plaatsen, indien hij zonder toestemming afwezig is of zonder reden de duur van zijn verlof overschrijdt;2° een ambtenaar uit zijn ambt te verwijderen in het belang van de dienst, met uitzondering van de mandaathouder ambtenaren-generaal;3° wat betreft de personeelsleden die niet behoren tot de categorie van ambtenaren-generaal : a) op hun verzoek of omdat zij de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, het ontslag van hun ambt toe te kennen;b) ambtshalve personeelsleden bedoeld in artikel 83, §§ 3 tot en met 6 van de wet van economische en budgettaire hervormingen van 5 augustus 1978, in rustpensioen te stellen;c) om het recht op het pensioen ten laste van de Schatkist van de personeelsleden bedoeld in a) en b) te bepalen;4° personeel onder contract wegens zware fout te ontslaan ;5° het personeelslid aan te stellen dat het betwiste voorstel voor de Beroepskamer moet verdedigen. HOOFDSTUK 3. - Delegaties inzake overheidsopdrachten

Art. 36.De financiële perken van de delegaties bedoeld in dit hoofdstuk nemen de btw niet in aanmerking.

Art. 37.§ 1. Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen bedoeld in de paragrafen 2 en 3, wordt de bevoegdheid om een opdracht of concessieovereenkomst te gunnen en zich van de gunning van een opdracht of concessieovereenkomst te onthouden, zich bij een aankoopcentrale aan te sluiten en een andere overheidsopdracht te sluiten, aan de houders van de in bijlage 1 genoemde ambten gedelegeerd, binnen de financiële perken vermeld voor elk van deze ambten afhankelijk van de gekozen gunningsprocedure.

Overeenkomstig artikel 2, § 1, kunnen de delegatie-houdende overheden de door dit hoofdstuk aan hen gedelegeerde bevoegdheden geheel of gedeeltelijk subdelegeren, binnen de in de artikelen 39, 40 en 41 strikt omschreven perken. § 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt de bevoegdheid om een opdracht gebaseerd op een kaderovereenkomst te gunnen, aan de leidinggevende personeelsleden van rang 12 gedelegeerd. § 3. In afwijking van paragraaf 1 worden de opdrachten voor leveringen en diensten die betrekking hebben op de werkingsuitgaven en waarvan de bedragen ten laste komen van een functioneel programma van een organisatieafdeling van de begroting in de zin van artikel 8, § 1, derde lid, 1°, van het decreet van 20 december 2011 gedelegeerd respectievelijk aan de Secretaris-generaal, ofwel aan de administrateur-generaal ofwel aan de directeur-generaal voor opdrachten die worden gegund door het Secretariaat-generaal, de algemene administratie of de algemene directie die zij leiden, wanneer het bedrag van deze opdrachten de financiële perken overschrijdt die in de tabel opgenomen in bijlage l voor hun ambt zijn vermeld. § 4. In afwijking van paragraaf 1 worden de opdrachten voor werken en de opdrachten voor leveringen en diensten die aanvullend zijn voor de opdrachten voor werken aan de directeur-generaal voor infrastructuur gedelegeerd met betrekking tot opdrachten die worden gegund door de directie-generaal die hij leidt, wanneer het bedrag van deze opdrachten de financiële perken overschrijdt die in de tabel opgenomen in bijlage 1 voor zijn ambt zijn vermeld. § 5. In afwijking van paragraaf 1 worden de opdrachten voor diensten bedoeld in artikel 88 van de wet op de overheidsopdrachten gedelegeerd ofwel aan de Secretaris-generaal ofwel aan de administrateur-generaal, ofwel aan de Directeur-generaal respectievelijk voor wat betreft de opdrachten gegund door het Secretariaat-generaal, de algemene administratie of de algemene directie die ze leiden wanneer het bedrag van deze opdrachten de financiële perken overschrijdt die in de tabel opgenomen in bijlage 1 voor zijn ambt zijn vermeld. § 6. De opdrachten bedoeld in de paragrafen 3 tot 5 maken het voorwerp uit van een jaarlijkse programmering die aan de Functioneel Minister en aan de Minister van Begroting wordt bezorgd.

De jaarlijkse programmering zal voor het betrokken jaar het geheel van de geplande vastleggingen en afbetalingen omvatten alsook een projectie over de 4 volgende jaar voor alle geprogrammeerde opdrachten bedoeld in de paragrafen.

Voor de opdrachten bedoeld in de paragrafen 3 tot 5 die, bij de gunning ervan, 110% van het bedrag dat in de jaarlijkse programmering ingeschreven is, overschrijden en die in bijlage 1 vermelde drempels overschrijden, wordt aan de Functionele Minister en de Minister van Begroting aanvullende informatie verstrekt.

Geen enkele opdracht mag worden gegund boven de kredieten die beschikbaar zijn op het begrotingsartikel waaronder zij is geprogrammeerd.

Voor de dossiers die ingeschreven zijn voor de jaarlijkse programmering kan in de loop van het lopende jaar en het daaropvolgende jaar een vastlegging worden gedaan.

Zolang de jaarlijkse programmering niet bezorgd wordt, kunnen voor de opdrachten bedoeld in de paragrafen 3 tot 5 geen begrotingsvastleggingen worden gedaan, tenzij de opdracht waarop de vastlegging betrekking heeft, in de vorige programmering was voorzien.

De programmering wordt uiterlijk op 31 januari van elk jaar aan de Functionele Minister en de Minister van Begroting voorgelegd.

Daarnaast zal bij de voorstelling van de programmering ook een uitvoeringsverslag over het voorgaande jaar worden voorgelegd.

Art. 38.De bevoegdheid om te beslissen dat de gunningsprocedure gewijzigd moet worden en dat opdrachten gegund moeten worden volgens de procedure bedoeld in de artikelen 38, § 1, eerste lid, 2°, of 42, § 1, eerste lid, 1°, c), van de wet van 17 juni 2016, wordt gedelegeerd aan de personeelsleden die een opdracht met toepassing van artikel 37 gegund hebben.

Wanneer de Regering of de minister de oorspronkelijke opdracht heeft gegund, worden de bevoegdheden bedoeld in het eerste lid gedelegeerd ofwel aan de Secretaris-generaal, ofwel aan de administrateur-generaal of de directeur-generaal met betrekking tot opdrachten die worden gegund door het Secretariaat-generaal, de Algemene administratie of de Algemene directie die zij leiden.

Art. 39.§ 1. De bevoegdheid om diensten en werken te herhalen of bijkomende leveringen te verkrijgen met toepassing van de artikelen 42, § 1, eerste lid, 2°, en 42, § 1, eerste lid, 4°, b), van de wet van 17 juni 2016 en de bevoegdheid om de opdracht te hernieuwen met toepassing van artikel 57, tweede lid, van de wet van 17 juni 2016, worden gedelegeerd aan de personeelsleden die de opdracht met toepassing van artikel 37 hebben gegund.

De bovenvermelde personeelsleden kunnen de krachtens het eerste lid aan hen gedelegeerde bevoegdheden subdelegeren aan een leidinggevend personeelslid van rang 12 of meer, mits een schriftelijke en voorafgaande akte van subdelegatie opgesteld overeenkomstig artikel 3. § 2. Wanneer de Regering of de Minister de oorspronkelijke opdracht heeft gegund, worden de in § 1 bedoelde bevoegdheden gedelegeerd aan respectievelijk de Secretaris-Generaal, de administrateur-generaal of de Directeur-Generaal met betrekking tot opdrachten die door het Secretariaat-Generaal, de Algemene administratie of de Algemene Directie die zij leiden, worden gegund.

Art. 40.§ 1. Onverminderd de toepassing van artikel 52 wordt de bevoegdheid om maatregelen en beslissingen te nemen die betrekking hebben tot de uitvoering van een overheidsopdracht of een concessieovereenkomst, gedelegeerd aan de personeelsleden die de opdracht overeenkomstig artikel 37 hebben gegund.

Bovengenoemde personeelsleden kunnen de krachtens het eerste lid aan hen gedelegeerde bevoegdheden subdelegeren aan een of meer leidinggevende personeelsleden van rang 12 of meer, mits een voorafgaande en schriftelijke akte van subdelegatie die kan worden opgenomen in het bestek of in de brief waarin de gunning van de opdracht wordt bekendgemaakt. In dat geval zijn de voorwaarden vermeld in artikel 3 niet van toepassing. § 2. De bevoegdheid om een voorwaardelijke tranche uit te voeren en een optie uit te oefenen wordt gedelegeerd aan de personeelsleden die de opdracht overeenkomstig artikel 37 hebben gegund.

Bovengenoemde personeelsleden kunnen de krachtens het eerste lid aan hen gedelegeerde bevoegdheden subdelegeren aan een leidinggevend personeelslid van rang 12 of meer, mits een schriftelijke en voorafgaande akte van subdelegatie opgesteld overeenkomstig artikel 3.

Wat betreft de voorwaardelijke tranches en opties die moeten worden uitgeoefend in het kader van de uitvoering van opdrachten die door de minister of de Regering worden gegund, wordt een bevoegdheidsdelegatie verleend aan de Secretaris-generaal, de administrateur-generaal of de directeur-generaal respectievelijk voor de opdrachten die worden gegund door het Secretariaat-generaal, de algemene administratie of de algemene directie die zij leiden. § 3. In afwijking van paragraaf 1 worden de volgende bevoegdheden aan de Secretaris-generaal voorbehouden : 1° de bevoegdheid om een aannemer voor een bepaalde duur uit te sluiten van de opdrachten van het ministerie met toepassing van artikel 48 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013;2° de bevoegdheid om de sancties bedoeld in artikel 49 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 toe te passen in geval van ontdekking van een akte, een overeenkomst of een akkoord dat de normale concurrentievoorwaarden zou kunnen vervalst. § 4. In afwijking van artikel 2 kan de bevoegdheid om actiemiddelen van de aanbesteder bedoeld in de artikelen 45 tot 48, 50 en 51 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013, toe te passen, slechts aan één leidinggevend personeelslid van minstens rang 12 gesubdelegeerd worden.

Art. 41.§ 1. De bevoegdheid om de wijzigingen goed te keuren in de opdracht bedoeld in de artikelen 38, 38/1, 38/2, 38/4, 38/9, 38/10, 38/11 en 38/12 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013, wordt gedelegeerd aan de personeelsleden die de opdracht overeenkomstig artikel 37 hebben gegund.

De bovenvermelde personeelsleden kunnen de krachtens het eerste lid aan hen gedelegeerde bevoegdheden subdelegeren aan een leidinggevend personeelslid van rang 12 of meer mits een voorafgaande en schriftelijke akte van subdelegatie opgesteld overeenkomstig artikel 3.. § 2. De bevoegdheid om de wijzigingen goed te keuren in de opdracht bedoeld in de artikelen 38/3, 38/5, 38/7 en 38/8 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 wordt gedelegeerd aan een leidinggevend personeelslid van rang 12 of meer, mits een schriftelijke en voorafgaande akte van subdelegatie.

Art. 42.In afwijking van artikel 13, bij afwezigheid of verhindering van de Secretaris-generaal, worden de delegaties die hem worden verleend door deze afdeling, uitgeoefend door de administrateurs-generaal, elk voor wat betreft de bevoegdheden toegekend aan de Algemene administratie die hij leidt. 2Voor wat betreft het Secretariaat-generaal, of bij gezamenlijke afwezigheden van de Secretaris-generaal en de betrokken administrateur-generaal, worden de delegaties bedoeld in het eerste lid uitgeoefend door de administrateur-generaal van de Algemene administratie Onderwijs. HOOFDSTUK 4. - Delegaties inzake subsidies

Art. 43.§ 1. Onverminderd de artikelen 59 tot 63 en de bevoegdheid van de Regering of van de bevoegde minister om de wijze van verdeling van de middelen te bepalen in geval van ontoereikende begrotingskredieten, wordt de bevoegdheidsdelegatie verleend aan de ambtenaren-generaal, elk in het kader van de aan hun respectieve diensten toegekende bevoegdheden, voor 1° de besluiten inzake de toekenning van : a) elke organieke subsidie;b) elke nominatieve subsidie ;c) elke facultatieve subsidie die bepaald wordt in een lopende meerjarenovereenkomst of programmaovereenkomst of een gerichte meerjarensteun waarvan de toekenning, het bedrag en de duur vooraf zijn vastgesteld in een beslissing van de bevoegde minister of van de Regering. d) terugbetaling van het « Fonds Ecureuil » van elk terugvorderbaar geldvoorschot toegekend aan de begunstigden opgenomen op de lijst vastgesteld door de functioneel bevoegde ministers overeenkomstig artikel 1, § 2, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 oktober 2007 tot bepaling van de gevallen waarin het « Fonds Ecureuil » geldvoorschotten kan toekennen 2° elke overeenkomst tot kosteloze terbeschikkingstelling of uitlening van materiaal, verleend overeenkomstig artikel 57, tweede lid, 2°, van het decreet van 20 december 2011, waarvan de waarde lager is dan of gelijk is aan 25.000 euro. § 2. Onverminderd de artikelen 59 tot 63 wordt de delegatie van ondertekening verleend aan de ambtenaren-generaal, elk in het kader van de aan hun respectieve diensten toegewezen bevoegdheden om, op verzoek van de bevoegde minister, elk besluit tot toekenning van een niet in § 1 bedoelde subsidie te ondertekenen, in voorkomend geval na voorafgaand advies van de adviesorganen Onder adviesorgaan wordt verstaan in de zin van deze bepaling : « de raden, commissies, comités en andere organen, ongeacht hun benaming, die als voornaamste taak hebben op eigen initiatief of op verzoek van de regering of van een of meer ministers advies uit te brengen. ». § 3. De delegaties bedoeld in de paragrafen 1 en 2 worden uitgeoefend onverminderd de administratieve en budgettaire controles die vastgesteld zijn in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 november 2013 tot organisatie van de interne budgettaire en boekhoudkundige controle en audit en van de administratieve en begrotingscontrole en na de toestemming van de Minister van Begroting te hebben gekregen.

De ambtenaren-generaal kunnen, elk in het kader van de aan hun respectieve diensten toegekende bevoegdheden, de toestemming van de Minister van Begroting vragen over de ontwerpen van besluiten en overeenkomsten die het voorwerp uitmaken van de delegaties bedoeld in paragraaf 1. HOOFDSTUK 5. - Delegaties inzake financiën

Art. 44.Onverminderd de delegaties verleend aan de administrateurs-generaal, de directeurs-generaal en de adjunct-directeurs-generaal, wordt bevoegdheidsdelegatie verleend aan de Secretaris-generaal om : 1° de thesauriers en ontvangers van het Minister aan te stellen ;2° de verslagen van de ontvangers en de thesauriers te controleren en hen aan het Rekenhof voor te leggen;3° de teruggave of de terugneming aan of van de Domeinen van roerende goederen zonder bestemming tot een maximumbedrag van 10 000 EUR toe te laten;4° de btw-aangiften goed te keuren. Bevoegdheidsdelegatie wordt verleend aan de ambtenaren-generaal en de directeurs, elk binnen het kader van de aan hun respectieve diensten verleende bevoegdheden, voor : 1° begrotingsuitgaven vast te leggen die betrekking hebben op een juridische vastlegging die zij bij delegatie mogen aangaan ;2° de rechten ten gunste van derden vast te stellen, de vereffening ervan te verzekeren en de opdracht tot betaling ervan te geven 3° de rechten ten laste van derden vast te stellen en de terugvordering ervan te gelasten;4° de rekeningen die afgegeven moeten worden door de thesauriers en ontvangers van het Ministerie goed te keuren. In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegdheden bedoeld in het eerste lid van dit artikel slechts gesubdelegeerd worden na het advies van de Directeur-generaal van de Algemene Directie Begroting en Financiën te hebben ingewonnen. HOOFDSTUK 6. - Diverse delegaties

Art. 45.§ 1. Bevoegdheid wordt gedelegeerd aan de ambtenaren-generaal, elk in het kader van de aan hun respectieve diensten verleende bevoegdheden, voor: 1° het valideren van correspondentie over gewone onderzoekshandelingen, verzoeken om informatie, herinneringen en bulletins of toezendbrieven;2° het afleveren van kopieën en uittreksels van documenten die in het archief van hun diensten zijn gedeponeerd;3° het vaststellen van de verkoopprijs van de publicaties en alle daarmee gelijkgestelde documenten die worden gepubliceerd ten laste van de kredieten die in de begroting van het Ministerie zijn opgenomen;4° het verrichten van elke handeling in verband met de behandeling van verzoeken om hergebruik van informatie van de openbare sector;5° onverminderd de regels en delegaties die van toepassing zijn op de procedures voor overheidsopdrachten, het ondertekenen van overeenkomsten met betrekking tot het afstaan, de verwerving, overdracht, overname of licentietoekenning van intellectuele-eigendomsrechten. § 2. Delegatie van bevoegdheden wordt aan de Secretaris-generaal toegekend om: 1° voorafgaand overleg te verzoeken met de gegevensbeschermingsautoriteit over de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens;2° elke handeling uit te voeren die wordt voorgeschreven door de Belgische wetgeving inzake persoonsgegevens en de Europese verordening 2016/679 betreffende de bescherming van persoonsgegevens;3° het sluiten van de kaderovereenkomst tussen de Regeringsdiensten en het Entreprise publique des Technologies de l'Information et de la Communication de la Communauté française (ETNIC) met toepassing van artikel 4, § 1, van het decreet van 25 oktober 2018 betreffende het overheidsbedrijf voor digitale informatie- en communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC) en van artikel 10, § 2, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van het decreet van 25 oktober 2018 betreffende het overheidsbedrijf voor digitale informatie- en communicatietechnologieën (ETNIC) ;4° het valideren van de fiches die zijn opgenomen in de bijlage bij de in punt 2° bedoelde kaderovereenkomst, opgesteld in uitvoering van artikel 4, § 3, van het in punt 2° bedoelde decreet van 25 oktober 2018.5° om uitvoeringscontracten af te sluiten met betrekking tot opdrachten die van ETNIC naar het Ministerie worden verplaatst. TITEL 3. - BIJZONDERE DELEGATIES HOOFDSTUK 1. - Bijzondere delegaties bij het Secretariaat-generaal Afdeling 1. - Uitgifte van ontvangstbewijzen

Art. 46.De delegatie wordt verleend aan de personeelsleden van niveau 1 van de diensten afhankelijk van het Secretariaat-generaal om de ontvangstbevestigingen van de aan het Ministerie van de Franse Gemeenschap gerichte post te ondertekenen, met uitzondering van de dagvaardingen en de handelingen van de gerechtsdeurwaarders.

Indien nodig verwijst het betrokken personeelslid de gerechtsdeurwaarder naar het kabinet van de Minister-president, overeenkomstig artikel 82 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980. Afdeling 2. - Delegaties in gerechtelijke zaken en bekendmaking in het

Belgisch Staatsblad

Art. 47.In de volgende gevallen wordt de bevoegheid gedelegeerd aan de Secretaris-generaal: 1° om naar de rechtbank te gaan, een klacht in te dienen die verder gaat dan wat artikel 29 van het wetboek van strafvordering voorschrijft, deel te nemen aan de strafbemiddeling en dadingen aan te gaan;2° de bespoediging van geschillen, met inbegrip van de vertegenwoordiging van de Franse Gemeenschap in de procedurehandelingen en op de zittingen, en de aanstelling van advocaten overeenkomstig het reglement inzake overheidsopdrachten;3° een beroep en een cassatieberoep in te stellen tegen een rechterlijke beslissing in een geschillendossier waarvan het beheer is toevertrouwd aan het Ministerie van de Franse Gemeenschap;4° het afnemen van verklaringen van derden die in beslag zijn genomen of zijn toegewezen, schuldbemiddeling, gerechtelijke delegaties, kredietopeningen en schuldwaarborgen in zaken die verband houden met de geldelijke geschillen van het Ministerie;5° om het "goed voor afdruk" voor het Belgisch Staatsblad te valideren. Behalve in aangelegenheden betreffende de terugvordering van hetgeen onverschuldigd is betaald en in aangelegenheden betreffende arbeidsongevallen, wordt de in lid 1, 1° en 3° bedoelde bevoegdheidsdelegatie uitgeoefend na kennisgeving aan de bevoegde minister ten minste 3 dagen voor de uitoefening van de bevoegdheid.

In afwijking van artikel 2, § 1, kan de Secretaris-generaal de hem bij lid 1 toegekende bevoegdheden slechts aan personeelsleden van niveau 1 delegeren door middel van een voorafgaande schriftelijke subdelegatiehandeling die overeenkomstig artikel 3 wordt opgesteld. Afdeling 3. - Delegaties met betrekking tot het Agence francophone

pour l'Education et la Formation tout au long de la vie

Art. 48.De Secretaris-generaal wordt gemachtigd om de door het directiecomité van het Agence francophone pour l'Education et la Formation tout au long de la vie aan de leden van de uitvoerende cel van het agentschap toegekende delegaties goed te keuren op voorstel van de Directeur ervan. Afdeling 4. - Bijzondere delegaties aan de Algemene directie

Infrastructuur Onderafdeling 1. - Bijzondere definities voor deze afdeling

Art. 49.Voor de toepassing van deze afdeling gelden de volgende definities: 1° "Directeur-generaal": de Directeur-generaal van de Algemene directie Infrastructuur ;2° "personeelslid": het personeelslid in de zin van artikel 1, 1°, dat is toegewezen aan de Algemene directie Infrastructuur ;3° "SPABS" : een van de zes overheidsbedrijven die zijn opgericht bij het decreet van 5 juli 1993 tot oprichting van zes door de overheid georganiseerde publiekrechtelijke vennootschappen voor het beheer van schoolgebouwen voor het onderwijs georganiseerd door de inrichtende machten;4° "Eigenaarsautoriteit": de bevoegde minister of de Raad van Bestuur van het bevoegde SPABS, naargelang het om een eigendom van de Franse Gemeenschap of van een SPABS gaat;5° "bevoegde minister »: het lid van de Regering dat in zijn of haar bevoegdheid het beheer van het betrokken gebouw heeft. Onderafdeling 2. - Algemene bepalingen

Art. 50.De territoriale bevoegdheid van de externe diensten wordt uitgeoefend binnen de grenzen van de provincie waarin zij hun respectieve hoofdzetel hebben, met uitzondering van : 1° de Brusselse Gewestelijke Directie belast met de schoolinfrastructuur van de Franse Gemeenschap (WBE), waarvan de territoriale bevoegdheid wordt uitgeoefend binnen de grenzen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2° de Brusselse Gewestelijke Directie belast met de gesubsidieerde schoolinfrastructuur, waarvan de territoriale bevoegdheid wordt uitgeoefend binnen de grenzen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de provincie Waals-Brabant. De Directeur-generaal kan elk personeelslid van ten minste niveau 1 van de Algemene directie Infrastructuur aanwijzen om bij de centrale administratie alle of een deel van de bevoegdheden op zich te nemen die niet onder de bevoegdheid van de externe diensten vallen en die op grond van deze onderafdeling aan de directeuren zijn gedelegeerd.

Art. 51.Bij afwezigheid of verhindering van de Directeur-generaal wordt de vervanging verricht door de ambtenaar van rang 15 die door de Directeur-generaal is aangewezen bij een vooraf overeenkomstig artikel 3 opgesteld schriftelijk besluit of, bij gebreke daarvan, door de ambtenaar van rang 15 met de hoogste anciënniteit in de rang, met dien verstande dat bij gelijke anciënniteit in de rang eerst de anciënniteit in de dienst en vervolgens de leeftijd in aanmerking wordt genomen.

Onderafdeling 3. - Delegaties inzake overheidsopdrachten

Art. 52.De bevoegdheid om maatregelen en beslissingen te nemen in verband met de uitvoering van een overheidsopdracht of een concessieovereenkomst als bedoeld in artikel 40 wordt ook gedelegeerd aan de personeelsleden van niveau 1 aan wie de Directeur-generaal het beheer van een met infrastructuur belaste dienst heeft toevertrouwd.

De in lid 1 bedoelde personeelsleden kunnen de krachtens dit artikel aan hen gedelegeerde bevoegdheden subdelegeren aan elk personeelslid, ongeacht zijn rang, door middel van een voorafgaande schriftelijke akte van delegatie die overeenkomstig artikel 3 is opgesteld.

Art. 53.In het kader van de uitvoering van de werkingsbegroting van het Fonds des bâtiments scolaires de l'enseignement de la Communauté française, het Fonds des bâtiments scolaires de l'enseignement officiel subventionné en het Fonds de garantie des bâtiments scolaires, zijn de Directeur-generaal en de adjunct-directeuren-generaal bevoegd om, binnen de financiële grenzen van hun respectieve opdrachten zoals vermeld in bijlage 1, contracten voor werken, leveringen en diensten te sluiten en goed te keuren die betrekking hebben op de volgende zaken: 1° het inrichten van de lokalen die nodig zijn voor de werking van de diensten die ervan afhankelijk zijn;2° het onderhoud en het herstellen van deze lokalen;3° aankoop, huur, onderhoud en reparatie van apparatuur en meubilair, aankoop van operationele verbruiksgoederen, dienstbenodigdheden, consumentenuitgaven, aankoop van documentatie;4° communicatie- en informatiemiddelen met betrekking tot de opdrachten van de dienst. In afwijking van lid 1 is de aankoop van motorvoertuigen onderworpen aan de voorafgaande toestemming van de minister die de schoolgebouwen in zijn of haar bevoegdheid heeft.

Art. 54.Op het gebied van de informatica is de Directeur-generaal bevoegd om, met het oog op de behoeften van de diensten voor zelfboekhouding van de Algemene directie Infrastructuur, de algemene kaders vast te stellen voor de samenwerking met andere overheden en met openbare en particuliere dienstverleners, op voorwaarde dat deze algemene kaders in overeenstemming zijn met het strategische digitale en informaticaplan dat is vastgesteld bij het decreet van 25 oktober 2018 betreffende het beheerskader voor het digitale en informaticabeleid in de Franse Gemeenschap.

In dit verband kan hij hardware, software of IT-diensten aanschaffen waarvan de financiële raming op het ogenblik van de gunning van de opdracht niet meer dan 250 000 EUR bedraagt.

Onderafdeling 4. - Aanwinsten, vervreemdingen en reële rechten

Art. 55.Bevoegdheid wordt aan de Directeur-generaal gedelegeerd: 1° om te onderhandelen over overeenkomsten betreffende onroerendgoedtransacties die een zakelijk recht overdragen of die een zakelijk recht vormen;2° om de genoemde overeenkomsten te sluiten, na instemming van de eigenaar, en alle daartoe nuttige formaliteiten te vervullen, met inbegrip van de ondertekening van de verkoopakte, met inachtneming van de eventuele voorwaarden die door de eigenaarsautoriteit zijn gesteld. Voor de toepassing van dit artikel omvat de eigenaarsautoriteit ook de autoriteit die op het punt staat het betrokken onroerende of reële recht te verwerven.

Onderafdeling 5. - Verhuur en bezettingen

Art. 56.§ 1. Bevoegdheid wordt aan de Directeur-generaal gedelegeerd om: 1° te onderhandelen over overeenkomsten voor de huur en de bezetting van onroerende goederen, alsmede over eventuele wijzigingen daarvan; 2° de onder 1° bedoelde overeenkomsten en de wijzigingen ervan te sluiten, op voorwaarde dat de duur van de huur of het gebruik niet langer is dan zes jaar en de jaarlijkse huur minder bedraagt dan 50.000 euro, exclusief kosten en eventuele indexering; 3° te onderhandelen over overeenkomsten die de vergoeding van huurschade regelen en het sluiten van dergelijke overeenkomsten tot een maximumbedrag van 30.000 EUR exclusief btw; 4° behalve in de gevallen bedoeld in de punten 1° tot en met 3°, alle maatregelen te treffen en alle documenten goed te keuren die betrekking hebben op de uitvoering van de overeenkomsten bedoeld in 1°, met inbegrip van de inventarissen van de inrichtingen. Onverminderd de bevoegdheid van de onder 3° bedoelde Directeur-generaal, wordt aan de algemene ambtenaren die de Algemene Dienst voor het beheer van het patrimonium en van de Algemene Dienst voor de gesubsidieerde schoolinfrastructuur beheren, de bevoegdheid gedelegeerd om te onderhandelen over en overeenkomsten te sluiten voor de vergoeding van de huurschade van de lokalen die door de diensten worden gebruikt, afhankelijk van hun algemene dienst, tot een bedrag van 2.500 euro exclusief de belasting over de toegevoegde waarde. § 2. Delegatie van bevoegdheden aan de Secretaris-generaal om : 1° overeenkomsten te sluiten voor de huur en ingebruikneming van gebouwen, alsook voor de wijziging ervan, op voorwaarde dat de duur van de huur of ingebruikneming niet langer is dan zes jaar en dat de jaarlijkse huur minder bedraagt dan 100.000 euro, exclusief kosten en eventuele indexering; 2° overeenkomsten af te sluiten tot vergoeding van huurschade tot een maximumbedrag van 67.000 euro exclusief btw. § 3. Boven de in het tweede lid vastgestelde bedragen worden de genoemde overeenkomsten ondertekend door de Directeur-generaal, met instemming van de bevoegde minister of de Regering, afhankelijk van het bedrag en/of de duur van de overeenkomst.

In dat geval kan de Directeur-generaal alle daartoe noodzakelijke formaliteiten vervullen, met inbegrip van de eventuele ondertekening van een authentieke akte, met inachtneming van de voorwaarden die eventueel door de bevoegde minister worden gesteld.

Art. 57.§ 1. Bevoegdheid wordt aan de Directeur-generaal gedelegeerd om: 1° onderhandelingen te voeren over overeenkomsten voor het verhuren of ter beschikking stellen van onroerende goederen, alsmede over de wijzigingen daarvan;2° de in 1° bedoelde overeenkomsten en de wijzigingen daarvan te sluiten, mits de duur van de bezetting niet meer dan vijf dagen bedraagt; 3° te onderhandelen over overeenkomsten tot vergoeding van huurschade en deze te ondertekenen tot een maximumbedrag van 10.000 euro exclusief belasting over de toegevoegde waarde; 4° behalve in de gevallen bedoeld in 1° tot en met 3°, alle maatregelen te nemen en alle documenten goed te keuren die betrekking hebben op de uitvoering van de overeenkomsten bedoeld in 1°, met inbegrip van de inventarissen. § 2. Delegatie van bevoegdheden wordt aan de Secretaris-generaal verleend om: 1° overeenkomsten te sluiten voor de verhuur of terbeschikkingstelling van onroerende goederen, alsmede wijzigingen daarvan, op voorwaarde dat de duur van het gebruik niet meer dan 30 dagen bedraagt; 2° het sluiten van overeenkomsten tot vergoeding van huurschade tot een maximumbedrag van 30.000 euro exclusief btw. § 3. Na afloop van de(het) in lid 2 vastgestelde duur of bedrag worden deze overeenkomsten door de Directeur-generaal ondertekend, na instemming van de bevoegde minister of Regering, afhankelijk van het bedrag en/of de duur van de overeenkomst.

In dat geval kan de Directeur-generaal alle daartoe noodzakelijke formaliteiten vervullen, met inbegrip van de eventuele ondertekening van een authentieke akte, met inachtneming van de voorwaarden die eventueel door de bevoegde minister worden gesteld.

Onderafdeling 6. - Bijzondere delegaties voor gebouwen van de Franse Gemeenschap in mede-eigendom

Art. 58.De Directeur-generaal krijgt de bevoegdheid om toestemming te geven en zijn goedkeuring te hechten aan elke interventie in een algemene vergadering van mede-eigenaars en aan alle daarmee verband houdende notulen, op voorwaarde dat de eventuele financiële verbintenis ten laste van de Franse Gemeenschap minder dan 31.000 euro exclusief belasting over de toegevoegde waarde bedraagt en dat geen enkele overdracht van reële rechten wordt geaccepteerd.

Behalve in de in lid 1 bedoelde gevallen, kan elke interventie in een algemene vergadering van mede-eigenaars en de bijbehorende notulen slechts worden toegestaan of goedgekeurd door de Directeur-generaal na goedkeuring door de bevoegde minister.

Onderafdeling 7. - Delegaties met betrekking tot subsidies voor schoolinfrastructuur

Art. 59.Voor de toepassing van deze onderafdeling wordt verstaan onder: 1° "de Minister" : het lid van de Regering dat de schoolgebouwen van het gesubsidieerde onderwijs in zijn of haar hoedanigheid heeft;2° "de algemene dienst": de Algemene dienst voor gesubsidieerde schoolinfrastructuur;3° "de Adjunct-directeur-generaal": de ambtenaar-generaal die belast is met de algemene dienst;4° "gedelegeerde ambtenaar": de ambtenaar die onder zijn rechtstreeks gezag de Adjunct-directeur-generaal in een externe dienst van de Algemene directie Infrastructuur vertegenwoordigt;5° "het decreet van 5 februari 1990" : het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen voor het niet-universitair onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd;6° "het Fonds voor gesubsidieerd officieel onderwijs": de Administratieve dienst met autonome boekhouding ingesteld bij artikel 7 van het decreet van 5 februari 1990;7° "het Waarborgfonds": de bij artikel 9 van het decreet van 5 februari 1990 ingestelde administratieveve dienst met autonome boekhouding;8° "CRAC" : de autonome dienst van het Waalse Gewest, opgericht bij het decreet van 23 maart 1995 tot oprichting van een gewestelijk centrum voor bijstand aan de gemeenten, dat belast is met het toezicht en de controle op de beheersplannen van de gemeenten en de provincies en dat het financiële evenwicht van de gemeenten en de provincies van het Waalse Gewest moet helpen bewaren;9° "programma voor prioritaire werken": het subsidieprogramma bedoeld in het decreet van 16 november 2007 betreffende het voorrangsprogramma van de werken ten gunste van de schoolgebouwen voor het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs en voor sociale promotie, het kunstonderwijs met beperkt leerplan, de psycho-medisch-sociale centra en de internaten voor het gewoon en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd en gesubsidieerd;10° "Fonds voor de oprichting van plaatsen": de administratieve dienst met autonome boekhouding ingesteld bij artikel 13bis van het decreet van 5 februari 1990.

Art. 60.De gedelegeerde ambtenaren voeren alle maatregelen uit voor het onderzoek van de subsidieaanvragen voor de schoolinfrastructuur.

Zij dienen bij de Adjunct-directeur-generaal voorstellen in voor de toekenning van subsidies

Art. 61.Voor de dossiers betreffende de financiering via het Fonds voor gesubsidieerd officieel onderwijs, het CRAC, het Fonds voor de oprichting van plaatsen en het Programma voor prioritaire werkzaamheden is aan de Adjunct-directeur-generaal de bevoegdheid gedelegeerd om alle maatregelen voor het onderzoek van het dossier uit te voeren en te laten uitvoeren en om in het kader van de maatregelen voor het onderzoek van de dossiers met alle bevoegde diensten en administraties te corresponderen, waarbij de subsidiebeslissingen evenwel door de minister worden ondertekend.

In afwijking van het eerste lid wordt de Adjunct-directeur-generaal in fine gemachtigd om te ondertekenen, mits dit geen extra financiële verplichtingen met zich meebrengt: 1° elke verzending die het bedrag van een vaste toezegging of subsidieovereenkomst corrigeert;2° alle besluiten tot definitieve afrekening, inclusief die met betrekking tot "CRAC"-bestanden.3° elke subsidieovereenkomst van het programma voor prioritaire werken waarvoor de Regering geen afwijking moet verlenen.

Art. 62.Voor de dossiers betreffende de financiering via het waarborgfonds is de Adjunct-directeur-generaal gedelegeerd om alle maatregelen voor het onderzoek van het dossier te nemen en te laten nemen, alsook om in het kader van de maatregelen voor het onderzoek van de dossiers te corresponderen met alle bevoegde diensten en administraties en om alle beslissingen te treffen overeenkomstig de machtigingen die hem zijn verleend met toepassing van het reglement bedoeld in artikel 10, § 5, tweede lid, 2°, van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd.

Art. 63.In het kader van de bevoegdheden van de algemene dienst wordt bevoegdheid aan de Adjunct-directeur-generaal gedelegeerd om: 1° de betaling van de voorschotten op de subsidie te vereffenen naarmate de werkzaamheden worden uitgevoerd of, in voorkomend geval, in schijven, binnen de grenzen van de toegekende subsidiebeslissingen;2° de voorschotten op de in het kader van het programma voor prioritaire werken te vereffenen subsidies goed te keuren;3° het definitieve bedrag van de door de minister of de Regering te betalen subsidie uit het programma voor prioritaire werken goed te keuren;4° een inrichtende macht te machtigen om werken met een uiterst dringend karakter aan te vatten alvorens een subsidieaanvraag in te dienen bij het programma voor prioritaire werken;5° het sluiten van de bijzondere overeenkomsten met betrekking tot de uitzonderlijke financiering van schoolgebouwen van het officiële gesubsidieerde net, gesloten met toepassing van artikel 7, § 6, 3°, van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd, naar aanleiding van de vaste subsidieovereenkomsten die door de minister zijn gesloten. HOOFDSTUK 2. - Bijzondere delegaties bij de Algemene administratie Hulpverlening aan de jeugd en het Centrum voor uit handen gegeven minderjarigen

Art. 64.De bevoegdheid wordt gedelegeerd aan de adviseurs en adjunct-adviseurs van de hulpverlening aan de jeugd en aan de directeurs en adjunct-directeuren van de jeugdbescherming om namens de Franse Gemeenschap tussen te komen in de rechtsvorderingen bedoeld in de artikelen 27, 36, 44 en 54 van het decreet van 18 januari 2018 betreffende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming. HOOFDSTUK 3. - Bijzondere delegaties bij de Algemene administratie Sport Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 65.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder "minister" verstaan het lid van de Regering dat Sport in zijn bevoegdheid heeft.

Art. 66.Alle bijzondere delegaties die in dit hoofdstuk worden vermeld, zijn beperkt tot het bedrag van de kredieten die zijn opgenomen in de ramingen voor de Franstalige sector van het Sportfonds.

Art. 67.De administrateur-generaal krijgt de bevoegdheid om betalingsverplichtingen aan te gaan en betalingsopdrachten te geven voor uitgaven in verband met: 1° onverminderd artikel 74, lid 2, de ontvangstkosten die voortvloeien uit officiële plechtigheden;2° de verbintenissen, voor een totale jaarlijkse dienstverlening die niet meer bedraagt dan een derde van het aantal uren van een volledig ambt, van incidentele werknemers, belast met pedagogische en leidinggevende opdrachten, en van personen belast met het houden of geven van cursussen voor sportleraren georganiseerd door de Franse Gemeenschap, overeenkomstig de bezoldigingstarieven en, in voorkomend geval, de door de minister goedgekeurde verbintenissennormen;3° de toepassing van de verschillende door de minister ondertekende verbintenisovereenkomsten;4° de aanwerving van studenten, bestemd voor sportcentra en de begeleiding van uitzonderlijke sportevenementen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 28 juli 2011 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een solidariteitsbijdrage op de tewerkstelling van studenten die niet onderworpen zijn aan het stelsel van sociale zekerheid en haar koninklijke besluiten van toepassing op de studentenarbeidsovereenkomst;5° de aanwerving, bij wijze van uitzondering, van occasionele personeelsleden die belast zijn met technische opdrachten in verband met de catering, de huisvesting, de schoonmaak, het onderhoud, het ambt als conciërge, met als enig doel de continuïteit van de dienstverlening aan de klanten te verzekeren in geval van onverwachte afwezigheid van vast personeel en de noodzaak om deze afwezigheid zo snel mogelijk te compenseren, en in afwachting van de inwerkingtreding van de overeenkomst voor de vervanging van het afwezige personeelslid;6° de vaststelling en betaling van de lonen, toelagen en vergoedingen van het personeel dat is aangeworven overeenkomstig de punten 2°, 4° en 5° ;7° de toepassing van de overeenkomsten die de minister sluit met de verenigingen zonder winstoogmerk die belast zijn met het beheer van de sportcentra, met inbegrip van de tussenkomst in de kosten die voortvloeien uit de bezetting van de door deze verenigingen beheerde installaties. De personeelsleden die de in de leden 1, 2, 4 en 5 bedoelde bevoegdheden hebben gekregen, doen de directeur een driemaandelijks activiteitenprogramma, een maandelijkse prognose van de bezetting, tabellen met de omvang van de wekelijkse onderwijsdiensten en een origineel van elke arbeidsovereenkomst die zij sluiten toekomen, ongeacht hun ambt in de Algemene administratie Sport. Afdeling 2. - Subdelegaties aan personeelsleden die zijn toegewezen

aan de centrale diensten van de Algemene administratie Sport

Art. 68.In afwijking van artikel 2, § 1, kunnen de krachtens artikel 68 aan de administrateur-generaal toegekende delegaties worden gesubdelegeerd aan de personeelsleden die zijn toegewezen aan de centrale diensten van de Algemene administratie Sport binnen de in deze afdeling vastgestelde grenzen.

Art. 69.De bevoegdheid bedoeld in artikel 67, eerste lid, 1°, kan slechts worden gesubdelegeerd aan een ambtenaar-generaal van rang 15.

Art. 70.De in artikel 67, eerste lid, onder de punten 2, 4, 6 en 7, bedoelde bevoegdheden kunnen worden gesubdelegeerd aan een personeelslid met minstens een managementambt van rang 12 wat betreft de bevoegdheden van de diensten die onder zijn gezag staan.

Het personeelslid dat krachtens artikel 3, § 1, 5°, wordt aangesteld om het in het eerste lid bedoelde personeelslid te vervangen in geval van afwezigheid of verhindering, moet ten minste rang 10 bekleden. Afdeling 3. - Subdelegaties aan personeelsleden die zijn toegewezen

aan de externe diensten van de Algemene administratie Sport

Art. 71.In afwijking van artikel 2, § 1, kunnen de krachtens artikel 67 aan de administrateur-generaal toegekende delegaties worden gesubdelegeerd aan de personeelsleden die zijn toegewezen aan de externe diensten van de Algemene administratie Sport binnen de in deze afdeling vastgestelde perken.

Art. 72.De bevoegdheden bedoeld in artikel 67, eerste lid, punten 2° en 3°, kunnen worden gesubdelegeerd aan personeelsleden van niveau 1 van de inspectiedienst, in het kader van de bevoegdheden van de diensten die onder hun gezag staan.

Art. 73.De in artikel 67, eerste lid, bedoelde bevoegdheden kunnen worden gesubdelegeerd aan de personeelsleden die belast zijn met de leiding van een sportcentrum: 1° onder de punten 3°, 6° en 7° ;2° onder de punten 2° en 4°, op voorwaarde dat occasionele werknemers en studenten worden aangeworven om begeleidingsdoeleinden en om het goede verloop van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde sportactiviteiten, met inbegrip van residentiële activiteiten, te verzekeren;

Art. 74.In afwijking van artikel 37, § 1, wordt de bevoegdheid tot het aangaan van betalingsverplichtingen en het verlenen van toestemming voor uitgaven in verband met de gunning en uitvoering van opdrachten voor werken, leveringen en diensten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van hun opdrachten, gedelegeerd: 1° aan de personeelsleden van niveau 1 van de inspectiedienst, tot een maximum van 2.500 euro exclusief btw, specifiek voor uitgaven in verband met de organisatie van sportevenementen en activiteiten die door hun eigen diensten worden uitgevoerd; 2° aan de personeelsleden die belast zijn met de leiding van een sportcentrum, tot een maximum van 2.500 euro exclusief btw; dit maximum wordt verhoogd tot 5.000 euro exclusief btw voor uitgaven in verband met de aankoop van producten voor de voeding van de stagiairs en het onderhoud van de lokalen en de installaties van het centrum; de uitgaven in verband met het energieverbruik, de telefonische communicatie en de portokosten van de post zijn niet beperkt.

Boven de in het eerste lid genoemde drempels of, wat betreft de niet in het eerste lid genoemde uitgaven, onder 2°, wordt de bevoegdheid om uitgaven in verband met de gunning en uitvoering van opdrachten voor werken, leveringen en diensten vast te leggen of toe te staan, toegekend aan de houders van de in bijlage 1 opgesomde ambten, binnen de financiële perken die voor elk van deze ambten zijn vermeld, naar gelang van de gekozen gunningsmethode en het type opdracht.

Art. 75.Bij afwezigheid van de in de artikelen 72 tot en met 74 bedoelde personeelsleden worden de bevoegdheden die krachtens die artikelen aan hen zijn gesubdelegeerd, uitgeoefend door de vaste ambtenaar die krachtens artikel 3, § 1, 5°, is aangewezen om hen te vervangen of, bij gebreke daarvan, door de vaste ambtenaar die bij die dienst is aangesteld en die de hoogste salarisschaal ontvangt en die het bewijs kan leveren dat zijn dienstbekleding het langst ononderbroken heeft geduurd. HOOFDSTUK 4. - Bijzondere delegaties bij de Algemene administratie Onderwijs Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 76.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder "Administrateur-generaal" verstaan: de ambtenaar-generaal die belast is met de Algemene administratie Onderwijs. Afdeling 2. - Bijzondere delegaties bij de Administrateur-generaal

Art. 77.De bevoegdheid om wijzigingen aan te brengen in de specifieke overeenkomst tussen de sociale opleidingsfondsen van de niet-commerciële sector (vzw FE.BI-APEF) en het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs voor sociale promotie-, wordt gedelegeerd aan de Administrateur-generaal. Afdeling 3. - Bijzondere delegaties met betrekking tot het

onderwijzend personeel

Art. 78.§ 1. Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal van de Algemene administratie Onderwijs en aan de Directeuren-generaal die elke algemene directie van deze algemene administratie leiden, elk voor de bevoegdheden die aan de administratie zijn gedelegeerd of aan de algemene directie die hij leidt, in de volgende aangelegenheden: 1° vaststelling en vereffening van de lonen en weddetoelagen, toelagen en vergoedingen die op tijdelijke of permanente basis worden toegekend aan de leden van de verschillende onderwijzende en gelijkgestelde personeelsleden;2° vaststelling van salarisafrekeningen, mandaten, betalingsopdrachten, regularisatieopdrachten, zendingen ter goedkeuring van de aanwerving of aanstelling op permanente basis van leden van het onderwijzend personeel en gelijkgestelden;3° de toekenning of verificatie van de voorwaarden voor de toekenning van verlof, afwezigheid en beschikbaarheid aan onderwijzend personeel en gelijkgesteld personeel - met uitzondering van jaarlijks verlof, omstandigheidsverlof en verlof wegens overmacht - met inbegrip van de toestemming om tijdens dit verlof betaald werk te verrichten en de vervroegde hervatting van de werkzaamheden tijdens dit verlof, met uitzondering van het opdrachtverlof dat wordt toegekend krachtens de artikelen 5 en 14 van het decreet van 24 juni 1996 tot regeling van de dienstreizen, het opdrachtverlof en het ontslag om bijzondere, door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsopdrachten;4° toestemming om het ambt te verlengen tot het einde van het school- of academiejaar waarin het personeelslid recht heeft op rustpensioen voor het personeelslid deeltijds ter beschikking gesteld om redenen van persoonlijke aard voorafgaand aan het rustpensioen, voor het personeelslid van het leerplichtonderwijs en het secundair en hoger onderwijs voor sociale promotie toegelaten tot het rustpensioen en dat waarschijnlijk een schaarste-ambt zal vervullen tot het einde van het schooljaar waarin het personeelslid de leeftijd van 67 jaar bereikt, voor het personeelslid van het leerplichtonderwijs en het secundair en hoger onderwijs voor sociale promotie dat in aanmerking komt voor een rustpensioen en dat tot het einde van het schooljaar waarin het personeelslid de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt, als deskundige kan werken op het gebied van het onderwijs voor sociale promotie, voor de personeelsleden van de Hogescholen, de Hogere kunstscholen en de Hogere instituten voor bouwkunde die in aanmerking komen voor een rustpensioen en die tot het einde van het academiejaar waarin het personeelslid de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt, een mandaat van docent in een Hogere kunstschool kunnen krijgen tot een maximum van 120/600ste, en voor de personeelsleden van de Hogescholen, van de Hogere Kunstscholen en Hogere Instituten voor Architectuur die de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt en die toestemming kunnen krijgen om in actieve dienst te blijven voor een periode van maximaal één jaar, die slechts eenmaal kan worden verlengd;5° toestemming voor ontslag wegens gebrek aan werkgelegenheid en ziekte van onderwijzend personeel en gelijkgestelden;6° behandeling van de aanvragen om toegang tot het pensioen;7° toestemming voor verwijderingsmaatregelen voor zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven;8° toekenning van taalkundige afwijkingen;9° verlening van afwijkingen inzake bekwaamheidsbewijzen;10° het toestaan van afwijkingen van de nationaliteit voor de ambten van inspecteur, zonedirecteur en afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst, met uitzondering van het ambt waarvoor de Dienst Vreemdelingenzaken van de FOD Binnenlandse Zaken om redenen van openbare veiligheid een ongunstig advies heeft uitgebracht;11° erkenning van een hoofdambt in het onderwijs voor personeelsleden die vóór 1 januari 2006 als zelfstandige werkzaam waren;12° erkenning van nuttige ervaring voor alle ambten die niet vallen onder het toepassingsgebied van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het basis- en secundair onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd en gesubsidieerd;13° erkenning van de professionele of wetenschappelijke bekendheid in de Hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, in de Hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en in het hoger onderwijs voor sociale promotie van het lange type;14° administratief en geldelijk beheer van de loopbanen van contractueel aangeworven schoolbemiddelaars;15° de vaststelling van de invaliditeitspensioenen en de pensioenen voor de overlevende echtgenoten of wettelijk samenwonenden, voor de kinderen en de ouders van het slachtoffer in rechtstreekse toepassing van de federale reglementering inzake arbeidsongevallen of ongevallen op weg naar het werk, in aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Dienst Arbeidsongevallen vallen;16° het nemen van beslissingen waarbij de genezing zonder blijvende arbeidsongeschiktheid wordt verklaard voor leden van het onderwijzend personeel en gelijkgestelden;17° de goedkeuring, ter uitvoering van de vereiste voorstellen, van de besluiten tot benoeming van de leden en de verslaggevers, met uitzondering van de voorzitters en de secretarissen, van de volgende organen: Kamers van beroep, Commissie DE BONDT, Zonecommissies voor het beheer van betrekkingen, Centrale commissie voor het beheer van betrekkingen, Zonale reaffectatiecommissies, Commissie voor het beheer van de betrekkingen van godsdienstmeesters en godsdienstleraren, Kamers van beroep, Paritaire commissies, Commissie voor de erkenning van nuttige ervaring, Commissie voor de erkenning van nuttige ervaring en bekendheid, Netoverschrijdende commissie voor bekwaamheidsbewijzen, Vaste en netoverschrijdende commissies voor de statuten, Zonale en interzonale commissies voor de aanstelling van het personeel, Permanente Commissie voor Bevordering en Selectie, Reaffectatiecommissie voor het technisch personeel van PMS-centra, Aanwijzingscommissie voor godsdienstmeesters en -leraren, Commissie voor de machtiging om les te geven in de taalbadtaal en examencommissies voor de toekenning van selectie- en bevorderingbrevetten;18° de aanneming van individuele besluiten met betrekking tot de leden van het onderwijzend personeel en het daarmee gelijkgesteld personeel en de uitvoering van ministeriële beslissingen, met uitzondering van benoemingshandelingen en handelingen tot oplegging van een tuchtmaatregel;19° machtiging om de benoeming, de toetreding tot de stage en de aanstelling van de leden van het onderwijzend en gelijkgesteld personeel voor te stellen indien de kandidaat geen onberispelijk gedrag vertoont;20° machtiging tot vrijwillig ontslag van leden van het onderwijzend personeel en gelijkgesteld personeel. § 2. De Administrateur-generaal, de Directeuren-generaal kunnen, elk wat betreft de bevoegdheden van de administratie of de algemene directie die hij leidt, aan een personeelslid van niveau 1 ten minste de in § 1 bedoelde bevoegdheden delegeren.

De administrateur-generaal van de Administratie Onderwijs kan de in § 1 bedoelde bevoegdheden delegeren aan de Directeur-generaal van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijspersoneel, aan de Directeur-generaal van het onderwijspersoneel of aan de Adjunct-directeur-generaal van de Algemene Dienst voor het beheer van het onderwijspersoneel, ongeacht hun respectieve bevoegdheden.

De Directeuren-generaal en de Adjunct-directeuren-generaal die op grond van lid 2 bevoegdheden hebben gekregen, kunnen deze bevoegdheden subdelegeren overeenkomstig de in lid 1 vastgestelde delegatieregels.

De in de voorgaande leden bedoelde subdelegaties worden vooraf schriftelijk vastgelegd in een overeenkomstig artikel 3 opgesteld document. Afdeling 4. - Bijzondere delegaties met betrekking tot de bevoegdheden

die zijn overgedragen aan de Algemene directie Leerplichtonderwijs en de Algemene directie Hoger onderwijs, Onderwijs voor levenslang leren en Wetenschappelijk onderzoek

Art. 79.§ 1. Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal en de Directeuren-generaal van de Algemene directie Leerplichtonderwijs en de Algemene directie Hoger onderwijs, Onderwijs voor levenslang leren en Wetenschappelijk onderzoek, elk wat betreft de bevoegdheden die zijn overgedragen aan de administratie of aan de algemene directie die hij leidt, in de volgende aangelegenheden: 1° de ondertekening van diploma's, getuigschriften en studieattesten. De administrateur-generaal en de Directeur-generaal kunnen deze bevoegdheid aan één personeelslid van ten minste niveau 1 delegeren; 2° toekenning van de gelijkwaardigheidsverklaring van studies en beslissingen inzake beroepserkenning voor de toegang tot onderwijsopdrachten;3° toelating tot subsidies van scholen en psycho-medisch-sociale centra;4° vastlegging en vereffening van de werkingsdotaties aan de onderwijsinstellingen en de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap, alsook van de diverse subsidies, overdracht van de desbetreffende kredieten;5° het verlenen van de afwijkingen en vrijstellingen bedoeld in de artikelen 56, 56 bis en 58 van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 tot organisatie van het secundair onderwijs;6° het verlenen van toestemming om van school te veranderen overeenkomstig de afwijkingsbepalingen van artikel 79, § 5, van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren;7° machtiging om een tijdelijke leerkracht aan te werven ter vervanging van een personeelslid in opleiding, overeenkomstig artikel 16 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan van het personeel van de instellingen voor gewoon basisonderwijs;8° het toestaan van de afwijkingen bedoeld in artikel 9, § 1, van het Besluit van de Executieve van 22 maart 1984 tot vaststelling van de vakantie- en verlofregeling in het georganiseerd onderwijs in de Franse Gemeenschap;9° de goedkeuring bedoeld in artikel 8, § 1, derde lid, van het decreet van 17 juli 2002 tot vaststelling van het getuigschrift van geschiktheid voor het hoger onderwijs (CAPAES) in de Hogescholen en de voorwaarden voor het verkrijgen ervan, alsook artikel 15 van het decreet van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 oktober 2003 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de CAPAES-commissie;10° een met redenen omklede beslissing om de lesopdracht te subsidiëren die aan een leraar wordt toegekend met toepassing van artikel 28 van het decreet van 2 juni 1998 tot organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan dat door de Franse Gemeenschap wordt gesubsidieerd;11° de waardering van de opschriften van de diploma's volgens de te onderwijzen specialiteit, overeenkomstig de bepalingen van artikel 100, § 5, van het decreet bedoeld in 10° ;12° het verlenen van vrijstellingen van het bekwaamheidsbewijs inzake pedagogische bevoegdheid bedoeld in artikel 104 van het decreet bedoeld in 10° ;13° aanwijzing van de leden en afgevaardigden van de Franse Gemeenschap die zitting hebben in de examencommissies die bevoegd zijn om getuigschriften van onderwijsbekwaamheid af te geven, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 112 en 114 van het in 10° bedoelde decreet;14° het verlenen van de vergunningen bedoeld in artikel 1, § 4bis, van de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht, gewijzigd bij het decreet van 13 juli 1998;15° toekenning van de afwijking bedoeld in artikel 6 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan van het personeel van de instellingen voor gewoon basisonderwijs;16° toekenning van de afwijkingen bedoeld in artikel 9 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en de oprichting van een instituut voor de opleiding tijdens de loopbaan;17° het verlenen van de toelating tot wijziging van het taalonderwijs aan een leerling die het 6de jaar van het basisonderwijs volgt, zoals bepaald in artikel 7 van het decreet van 13 juli 1998 betreffende de organisatie van het kleuter- en het gewoon basisonderwijs en tot wijziging van de reglementering van het onderwijs;18° het toestaan van de afwijkingen bedoeld in de artikelen 13, § 3, 14, § 2, en 15, § 3 en § 4, van het decreet van 3 maart 2004 tot organisatie van het gespecialiseerd onderwijs;19° de erkenning van kwalificaties met toepassing van de artikelen 10, 11, 12, 13, 15 en 16 van het decreet van 19 juli 1991 betreffende de loopbaan van de wetenschappelijke navorsers;20° het verlenen van de afwijking voor leerlingen die erkend zijn als topsporters, beloftesporters of opleidingspartners, bepaald in artikel 9, § 1, 6°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 mei 2014 tot toepassing van de artikelen 8, § 1, 20, 23, 31, 32, 33, 37, 47 en 50 van het decreet van 21 november 2013 tot organisatie van een gemeenschappelijk beleid inzake leerplichtonderwijs en hulpverlening aan de jeugd ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van de studieoriëntatie;21° het verlenen van de afwijking bepaald in artikel 63 van het decreet van 3 maart 2004 tot organisatie van het gespecialiseerd onderwijs;22° de jaarlijkse goedkeuring van de lijst van de instellingen bedoeld in artikel 12, 1° en 3° van het decreet van 3 maart 2004 tot organisatie van het gespecialiseerd onderwijs; 23° het verlenen van vergunningen betreffende de overname van een leerling door een van de diensten van de artikelen 1.7.1-29 tot 31 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de boeken 1 en 2 van het wetboek van het basis- en secundair onderwijs, en het oprichten van de gemeenschappelijke kern; 24° machtigingen aan instellingen voor hoger onderwijs (academisch en niet-academisch) om schenkingen en legaten te aanvaarden;25° toekenning van de afwijking voor de organisatie van opleidingsstages in het buitenland als bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 september 2001 tot bepaling van de voorwaarden voor de geldigheid en de spreiding van de stages voor de gegroepeerde basisopties "kinderverzorging" en "aspirant(e) nursing" van de derde kwalificatiegraad van het secundair onderwijs alsook voor het 7e jaar dat leidt tot het behalen van een kwalificatiegetuigschrift van "kinderverzorger/kinderverzorgster";26° het verlenen van de afwijking voor de organisatie van opleidingsstages tijdens de schoolvakanties bedoeld in artikel 3 van het in 26° bedoelde Regeringsbesluit;27° toekenning van de afwijking voor de organisatie van opleidingsstages tijdens de schoolvakanties bedoeld in artikel 11, § 1, van het decreet van 11 mei 2017 betreffende het vierde niveau van het aanvullend secundair beroepsonderwijs, afdeling verpleegkunde;28° het verlenen van de vergunningen bedoeld in de artikelen 20, § 4, vijfde lid, en 23bis, § 3, tweede lid, van het decreet van 29 juli 1992 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan;29° het verlenen van de afwijkingen bedoeld in de artikelen 6ter en 10/1 van het decreet van 30 juni 2006 betreffende de pedagogische organisatie van het 1ste niveau van het secundair onderwijs;30° het verlenen van de vrijstellingen van ondervraging zoals bepaald in artikel 6, § 2, van het decreet van 12 mei 2004 betreffende de organisatie van de examencommissie van de Franse Gemeenschap;31° het verlenen van de omkadering van de scholen overeenkomstig de bepalingen van de decreten van 29 juli 1992 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan, van 13 juli 1998 betreffende de organisatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs en tot wijziging van de onderwijsregeling, van 3 maart 2004 betreffende de organisatie van het gespecialiseerd onderwijs, van 30 april 2009 tot organisatie van een gedifferentieerde begeleiding in de scholen van de Franse Gemeenschap om ervoor te zorgen dat elke leerling gelijke kansen op sociale emancipatie heeft in een pedagogische kwaliteitsomgeving en van 7 februari 2019 met het oog op het onthaal, het onderwijs en de ondersteuning van leerlingen die de onderwijstaal niet beheersen in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs; 32° toekenning van de afwijking bepaald in artikel 1.9.3-2, eerste lid, 2°, tweede lid, van bovenvermeld decreet van 3 mei 2019, voor de organisatie van summatieve evaluatieproeven in het kwalificerend onderwijs ; 33° toekenning van de afwijking bedoeld in artikel 5, vierde lid, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 tot vaststelling van de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's en studiebewijzen;34° de ondertekening, ter uitvoering van de vereiste voorstellen, van de besluiten tot benoeming van de leden, met uitzondering van de Voorzitters en Secretarissen, van de examencommissie die belast is met de afgifte van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid;35° het verlenen van de uitzonderlijke toelating bedoeld in artikel 37, vijfde lid, van het decreet van 13 juli 1998 betreffende de organisatie van het kleuter- en lager onderwijs;36° de benoeming van de leden van de taalcommissies ingesteld bij het decreet van 3 februari 2006 betreffende de organisatie van de taalexamens, van de leden van de examencommissie ingesteld bij het decreet van 17 juli 2003 houdende algemene bepalingen inzake het onderwijs in de taalbadtaal en diverse maatregelen op het gebied van het onderwijs en van de leden van de examencommissie ingesteld bij het ministerieel besluit van 2 september 1975 tot vaststelling van het programma van de taalexamens voor leerkrachten van artistieke opleidingen in het kunstonderwijs. § 2. De Administrateur-generaal, de Directeuren-generaal kunnen, elk wat betreft de bevoegdheden van de administratie of de algemene directie die hij leidt, de in § 1 bedoelde bevoegdheden delegeren aan een personeelslid van ten minste niveau 1.

Art. 80.§ 1. Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal en de Directeur-generaal van de Algemene directie Hoger onderwijs, Onderwijs voor levenslang leren en Wetenschappelijk onderzoek om te ondertekenen: 1° de beslissingen betreffende de aanvragen tot erkenning van beroepsbeoefenaars uit de gezondheidssector, genomen met toepassing van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van beroepen in de gezondheidssector, alsook de beslissingen betreffende de erkenning van Europese diploma's, genomen met toepassing van hoofdstuk 9 van dezelfde wet;2° beslissingen om de goedkeuring te handhaven, in te trekken, op te schorten en terug te vorderen; 3 ° de goedkeuring van de stageplannen van de kandidaat-specialisten, de kandidaat-huisartsen, de kandidaat-tandheelkundige specialisten, de kandidaat-algemene tandartsen en de kandidaat-ziekenhuisapothekers, de goedkeuring van wijzigingen aan deze stageplannen, evenals alle beslissingen die hieromtrent verband houden met deze stageplannen, genomen met toepassing van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015; 4 ° beslissingen met betrekking tot opleidingsonderbrekingen ter verkrijging van een specifieke beroepstitel voorbehouden aan artsen of tandartsen, genomen op verzoek van de kandidaat of op basis van de vaststelling, door de stagebegeleider, dat de kandidaat de gekozen discipline niet kan uitoefenen; 5° beslissingen met betrekking tot aanvragen voor een bewijs van inschrijving als zorgassistent, genomen met toepassing van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015;6° attesten van overeenstemming van een opleidingskwalificatie met Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties;7° beslissingen over de niet-ontvankelijkheid van een aanvraag tot goedkeuring, registratie of gebruik van voorafgaande kennisneming, naargelang het geval, voor de beroepen bedoeld in de gecoördineerde wet van 10 mei 2015;8° beslissingen over de niet-ontvankelijkheid van een verzoek om erkenning van beroepskwalificaties zoals bedoeld in hoofdstuk 9 van dezelfde wet;9° de handelingen met betrekking tot de toekenning van toelagen en studieleningen die onder de bevoegdheid van de Directie Toelagen en Studieleningen vallen, ter uitvoering van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 8 juli 1983 tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten voor de toekenning en de terugbetaling van de studieleningen voor gezinnen met minstens 3 kinderen;10° de benoemingen van de leden van de Raad van Beroep en van de Hogere Raad bevoegd voor studietoelagen en -leningen krachtens het decreet houdende regeling van de studietoelagen voor de Franse Gemeenschap, gecoördineerd op 7 november 1983;11° de vaststelling en vereffening van toelagen, subsidies of rentes waarvoor organieke normen gelden die de voorwaarden voor de toekenning ervan bepalen, alsmede het bedrag of de wijze van berekening van dat bedrag voor studietoelagen en -leningen. § 2. De Administrateur-generaal, de Directeurs-generaal kunnen, elk wat betreft de bevoegdheden van de administratie of de algemene directie die hij leidt, de in § 1 bedoelde bevoegdheden delegeren aan een personeelslid van ten minste niveau 1.

Art. 81.Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal en de Directeur-generaal van de Algemene directie Hoger onderwijs, Onderwijs voor levenslang leren en Wetenschappelijk onderzoek om op voorstel van de ARES de leden van de afdelingen van de gelijkwaardigheidscommissie te benoemen, zoals bepaald in artikel 17 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 29 juni 2016 tot vaststelling van de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van de gelijkwaardigheid van in het buitenland afgegeven getuigschriften, diploma's en getuigschriften van het hoger onderwijs.

Deze bevoegdheid kan door middel van een voorafgaande schriftelijke subdelegatiehandeling overeenkomstig artikel 3 aan een personeelslid van niveau 1 worden gedelegeerd. Afdeling 5. - Bijzondere delegaties met betrekking tot de bevoegdheden

die zijn overgedragen aan de Algemene directie voor de sturing van het onderwijsstelsel

Art. 82.§ 1. De Directeur-generaal van de Algemene directie voor de sturing van het onderwijsstelsel is de ambtenaar-generaal bedoeld in de artikelen 11, § 2, lid 1, 33, lid 2, 60, § 2, 83, lid 3, 106, lid 3, 133, § 2, lid 1, en 139, lid 2, van het decreet van 10 januari 2019 met betrekking tot de algemene inspectiedienst. § 2. In hetzelfde decreet is de in de artikelen 4, §§ 3 en 4, 5, §§ 4 tot en met 7, 6, §§ 2 en 3, en 7, §§ 3 en 4 bedoelde ambtenaar de administrateur-generaal van de Algemene administratie Onderwijs.

Art. 83.De Directeur-generaal van de Algemene directie voor de sturing van het onderwijsstelsel is de ambtenaar-generaal bedoeld in artikel 25 van het decreet van 13 september 2018 tot oprichting van de algemene dienst voor de sturing van scholen en PMS-centra en tot vaststelling van het statuut van de zonedirecteurs en de afgevaardigden voor de doelstellingenovereenkomst.

Art. 84.De bevoegdheid voor het sluiten van specifieke sectorale overeenkomsten tussen de Algemene administratie Onderwijs en de verschillende beroepssectoren wordt gedelegeerd aan de administrateur-generaal en de Directeur-generaal van de Algemene directie voor de sturing van het onderwijsstelsel.

Art. 85.Aan de administrateur-generaal en de Directeur-generaal van de Algemene directie voor de sturing van het onderwijsstelsel wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de vrijstelling bedoeld in artikel 10, § 4, van het decreet van 28 maart 2019 te verlenen met betrekking tot de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde steun- en begeleidingscellen voor het onderwijs en het statuut van de steun- en begeleidingsadviseurs toe te kennen. HOOFDSTUK 5. - Bijzondere delegaties bij de Algemene administratie Cultuur

Art. 86.§ 1. De bevoegdheid wordt gedelegeerd aan de administrateur-generaal van de Algemene administratie Cultuur: 1° overeenkomsten te sluiten voor de overdracht van documenten uit de Centrale Reserve van de Franse Gemeenschap, gesloten in het kader van het beleid van uitdunning en heroriëntatie van bepaalde documenten;2° het recht van voorkoop uit te oefenen bij de aankoop van roerende cultuurgoederen voor openbare verkoop bij beslissing van de bevoegde minister of de Regering, met vermelding van de voorwerpen die aan voorkooprecht kunnen worden onderworpen en van het maximumbedrag dat kan worden vastgelegd;3° de leningen en de depots van kunstwerken, bedoeld in de artikelen 8, 9 en 13 van het koninklijk besluit van 8 maart 1951 betreffende de inventaris, de depots en de leningen van kunstwerken, toe te kennen en de daarmee verband houdende overeenkomsten te sluiten;4° het afgeven van uitvoervergunningen voor culturele goederen;5° de erkenning te verlenen aan rechtspersonen en natuurlijke personen met toepassing van artikel 32 van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de podiumkunsten;6° besluiten aan te nemen ter subsidiëring van de omroepsteun die wordt toegekend aan programma's die onder het toepassingsgebied van de dienst voor de verspreiding van de podiumkunsten vallen;7° het sluiten van contracten voor renteloze leningen aan boekhandelaren en uitgevers, na raadpleging van de Commission des Ecritures et du Livre; 8° het verlenen van vergunningen voor de restauratie of de verplaatsing van geklasseerde goederen als bedoeld in artikel 7 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de roerende cultuurgoederen en het immaterieel erfgoed van de Franse Gemeenschap, alsook het verlenen van vergunningen voor de restauratie of de verplaatsing van goederen die worden geklasseerd en op de in artikel 12 van hetzelfde decreet bedoelde veiligheidslijst worden geplaatst, op voorwaarde dat de gedane uitgaven niet meer bedragen dan 6.000 euro, ten laste van de begroting van de Franse Gemeenschap; 9° de beslissing te nemen om de procedure in te leiden voor de indeling van roerende cultuurgoederen, gekwalificeerd als schatten, zoals bedoeld in de artikelen 4 en 5 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de roerende cultuurgoederen en het immaterieel erfgoed van de Franse Gemeenschap.10° de inschrijving toe te staan van de in artikel 9 van het decreet van 12 mei 2004 betreffende de registratie van wapenschilden van natuurlijke personen of familieverenigingen in de Franse Gemeenschap bedoelde wapenschilden en de wijziging, opheffing of annulering van de inschrijving krachtens artikel 10 van datzelfde decreet uit te spreken. § 2. In afwijking van artikel 14 worden in geval van afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal de in § 1 bedoelde delegaties uitgeoefend door de hoge ambtenaren van rang 15, elk voor de opdrachten die aan hun respectieve administraties zijn overgedragen.

Art. 87.De bevoegdheid wordt aan de ambtenaar van rang 15 van de Algemene Dienst voor de audiovisuele sector en de media gedelegeerd om: 1° elke standaardovereenkomst als bedoeld in artikel 11, 5°, van het decreet van 10 november 2011 betreffende de ondersteuning van de cinematografische en audiovisuele creatie in het kader van de toekenning van steun voor de creatie van audiovisuele werken als bedoeld in titel IV van het decreet van 10 november 2011 betreffende de ondersteuning van de cinematografische en audiovisuele creatie te sluiten;2° het sluiten van elke overeenkomst in het kader van de toekenning van een subsidie met betrekking tot het Fonds Spécial RTBF/ Fédération Wallonie Bruxelles/ Producteurs indépendants in overeenstemming met de overeenkomst tussen de Franse Gemeenschap, de RTBF en de beroepsverenigingen die betrokken zijn bij de onafhankelijke productie;3° het sluiten van elke overeenkomst in het kader van de toekenning van een subsidie met betrekking tot het Fonds FWB-RTBF voor de Belgische reeks overeenkomstig de overeenkomst van 22 januari 2014 tussen de Franse Gemeenschap en de RTBF; 4° elk subsidiebesluit te nemen ter ondersteuning van het uitgeven van Franstalige Belgische films op DVD/Blue ray voor een bedrag gelijk aan of minder dan 4.500 euro; 5° elke handeling aan te nemen met betrekking tot de coördinatie van de frequenties overeenkomstig de overeenkomsten van Genève van 1984 voor FM en 2006 voor DVB-T en DAB-T;6° het sluiten van elke overeenkomst in het kader van een projectoproep na voorafgaande goedkeuring door de minister over de beslissing tot toekenning van de subsidie en over het model van de overeenkomst en over de inhoud van de voorafgaande projectoproep indien het om een nieuw experimenteel initiatief waarin niet is voorzien door een decreet gaat;7° in het kader van de promotiesteun een vrijstelling toe te kennen of te weigeren, op voorwaarde dat de originele versie in het Frans is, overeenkomstig artikel 29, 2°, van het decreet van 10 november 2011 betreffende de steun aan de cinematografische en audiovisuele creatie;8° in het kader van een steunaanvraag voor de organisatie van evenementen, met toepassing van artikel 5, § 2, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 mei 2017 betreffende de steun aan de promotie van audiovisuele werken, een voorstelling in een andere plaats dan een bioscoop of een erkende vertoningslocatie in aanmerking te laten komen als openbare vertoning van evenementen, indien deze plaats rechtstreeks verband houdt met het thema van de betrokken film of een specifiek publiek kan bereiken dat verband houdt met het thema of de aard van de film;9° in het kader van de steun aan de creatie of de steun aan de bevordering een afwijking te verlenen of te weigeren van de voorwaarde dat de volledige of de hoofdproductie in de oorspronkelijke Franstalige versie moet zijn geproduceerd, respectief op grond van de bijlagen 2, 3, 4, 4/1, 4/2 en 4/3 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 29 maart 2012 betreffende de steun aan de creatie en op grond van de bijlagen 3, 4 en 5 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 mei 2017 betreffende de steun voor de promotie van audiovisuele werken;10° het verlenen of weigeren, in het kader van steun aan de creatie van audiovisuele werken, van de toestemming om het bedrag van de verleende steun geheel of gedeeltelijk over te dragen aan een andere natuurlijke of rechtspersoon, overeenkomstig artikel 14/1, tweede lid, van het decreet van 10 november 2011 betreffende de steun aan de film- en audiovisuele creatie. TITEL 4. - WIJZIGINGS-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen

Art. 88.In artikel 10, § 1, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2019 houdende regeling van de werking van de Regering, worden in de rubriek "Dossiers B", in 3° en 4°, de woorden "en van directeur" opgeheven.

Art. 89.In artikel 13, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "De Regering beraadslaagt en beslist niet over" worden vervangen door de woorden "Onverminderd artikel 43 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 september 2020 houdende delegatie van bevoegdheden en ondertekening aan de ambtenaren en bepaalde andere personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, geven geen aanleiding tot een beraadslaging van de Regering";2° in punt 3°, onder b), worden de woorden "rechtstreekse investeringen," geschrapt; 3° er wordt een negende lid ingevoegd, luidend als volgt: "9° overeenkomsten voor de verhuur van gebouwen waarvan de jaarlijkse huur minder dan 250.000 euro bedraagt, op voorwaarde dat de duur van de huur of het gebruik niet meer dan zes jaar bedraagt;". 4° er wordt een punt 11° ingevoegd, luidend als volgt: "11° de rangschikking van de roerende cultuurgoederen, met inbegrip van de schatten, bij toepassing van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de roerende cultuurgoederen en het immaterieel erfgoed van de Franse Gemeenschap".

Art. 90.In artikel 15, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° vóór het eerste lid worden de volgende woorden ingevoegd: "Onverminderd de delegaties bedoeld in artikel 38 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 september 2020 houdende delegatie van bevoegdheden en ondertekening aan de ambtenaren en bepaalde andere personeelsleden van de overheidsdiensten van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap,"; 2° de tabel wordt vervangen door de volgende tabel:

Open procedure Beperkte procedure Concurrentiegerichte dialoog

Uitzonderlijke procedures, met uitzondering van de concurrentiegerichte dialoog, concessies (d.w.z. de procedure van gunning via onderhandelingen zonder voorafgaande bekendmaking, de mededingingsprocedure van gunning via onderhandelingen, de procedure van rechtstreekse onderhandeling met voorafgaande bekendmaking, het innovatiepartnerschap, procedures met betrekking tot sociale diensten en andere specifieke diensten, procedure sui generis met voorafgaande bekendmaking van de wet inzake overheidsopdrachten, enz.)

Opdrachten voor werken, leveringen of diensten

Bedrag dat overeenkomt met de Europese reclamedrempel voor werken

Bedrag dat overeenstemt met het dubbele van de drempel bedoeld in artikel 41, § 1, 2°, van de Overheidsopdrachtenwet


Art. 91.Artikel 15, § 2, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 92.Artikel 15, § 3, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst: "De instemming van de Regering is ook vereist voor het sluiten van huurovereenkomsten waarvan de jaarlijkse huur meer dan 250.000 euro bedraagt.

Art. 93.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 15, § 4, van hetzelfde besluit: 1° vóór het eerste lid worden de volgende woorden ingevoegd: "Onverminderd de gemeenschappelijke marktovereenkomsten en onder voorbehoud van artikel 38 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 september 2020 houdende delegatie van bevoegdheden en ondertekening aan de algemene ambtenaren en bepaalde andere personeelsleden van de Regeringsdiensten van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap";2° er wordt een tweede lid ingevoegd, dat als volgt luidt: "Voor de berekening van de in § 1 bedoelde drempels moeten alle uitgaven die voortvloeien uit de ontwerpovereenkomst in aanmerking worden genomen".

Art. 94.Artikel 15, § 5, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 95.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de woorden "en 124, § 1, 5° " opgeheven.

Art. 96.De punten 1° en 2° van artikel 17 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 97.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 98.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de woorden "of artikel 7 van het koninklijk besluit van 18 juni 2017 betreffende de gunning van overheidsopdrachten in de bijzondere sectoren", opgeheven. HOOFDSTUK 2. - Opheffingsbepalingen

Art. 99.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 februari 1998 houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenarengeneraal en aan sommige andere ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap. - Ministerie van de Franse Gemeenschap, wordt opgeheven.

Art. 100.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 24 juni 2016 houdende delegaties in het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap, wordt opgeheven.

Art. 101.Artikel 15 van het koninklijk besluit van 8 maart 1951 betreffende de inventarissen, de bewaargeving en de bruiklening van kunstwerken, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepalingen

Art. 102.Subdelegaties die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn verleend, blijven van kracht totdat zij op grond van dit besluit worden vervangen of herroepen.

Art. 103.Aanvragen tot afwijking van de nationaliteitsvereiste, met toepassing van de bepalingen van het decreet van 20 juni 2013 betreffende de afschaffing van de nationaliteitsvoorwaarde voor de uitoefening van wervings- en selectieambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs, ingediend voor de schooljaren vóór het schooljaar 2013-2014 en waarover de Franse Gemeenschap nog geen advies heeft uitgebracht, worden geacht het voorwerp te zijn geweest van een gunstig advies van de Dienst Vreemdelingenzaken en kunnen worden toegekend door de administrateur-generaal van het Onderwijs of door het personeelslid van niveau 1 dat hij voor dit doel afvaardigt.

Art. 104.Artikel 37, §§ 3 tot en met 6, treedt in werking op 1 januari 2021. HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling

Art. 105.Het lid van de Regering dat de ambtenarenzaken in zijn hoedanigheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 3 september 2020 Voor de Regering, De Minister-president, P.-Y. JEHOLET De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke Kansen en Toezicht op WBE, Fr. DAERDEN

^