Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 11 februari 2021
gepubliceerd op 05 maart 2021

Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap betreffende de uitvoering van de driejarige actieplannen inzake preventie door de preventieraden

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2021030431
pub.
05/03/2021
prom.
11/02/2021
ELI
eli/besluit/2021/02/11/2021030431/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 FEBRUARI 2021. - Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap betreffende de uitvoering van de driejarige actieplannen inzake preventie door de preventieraden


De regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het Wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming, artikel 9, 2°, 3° en 4° ;

Gelet op het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 21 februari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 21/02/2013 pub. 02/04/2013 numac 2013029242 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de verwezenlijking van de algemene preventie door de arrondissementsraden voor hulpverlening aan de jeugd sluiten betreffende de uitvoering van de algemene preventie door de arrondissementsraden voor hulpverlening aan de jeugd;

Gelet op de adviezen van de Communautaire Raad voor preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming van 27 oktober 2020 en 9 november 2020;

Gelet op het verzoek dat op 16 november 2020 is gericht aan het intra-Franse overleg, overeenkomstig de artikelen 12 en 13 van het raamakkoord voor samenwerking van 27 februari 2014 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het intra-Franse overleg over gezondheid en hulp aan personen en de gemeenschappelijke beginselen die in deze aangelegenheden van toepassing zijn;

Gelet op de gendertest van 18 mei 2020, uitgevoerd met toepassing van artikel 4, lid 2, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspectie Financiën, uitgebracht op 8 juli 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting van 3 december 2020;

Gelet op advies nr. 68.533/2 van de Raad van State, uitgebracht op 15 januari 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de minister van Hulpverlening aan de Jeugd;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° Wetboek: het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het Wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming;2° raad: de preventieraad bedoeld in artikel 6 van het wetboek;3° actieplan : het actieplan bedoeld in artikel 7, tweede lid, 2°, van het Wetboek;4° preventiemedewerker: de ambtenaar als bedoeld in artikel 10 van het wetboek;5° betrokken grondgebied : de departementen, de arrondissementen die niet uit departementen bestaan, en de grondgebieden bepaald overeenkomstig artikel 6, tweede lid, van het Wetboek. HOOFDSTUK 2 - Sociale diagnose

Art. 2.De sociale diagnose bedoeld in artikel 7, tweede lid, 1°, van het Wetboek wordt gesteld volgens een rooster dat door de minister wordt bepaald en is minstens gebaseerd op de volgende elementen: 1° een geheel van gegevens met betrekking tot de sociaal-economische situatie van het betrokken grondgebied en de dekking daarvan door diensten die acties uitvoeren ten gunste van jongeren en hun gezinnen, inzonderheid de meest kwetsbaren;2° het project van de preventiemedewerker;3° de vaststellingen die voortvloeien uit de evaluatie van de gevoerde acties en de evaluatie van de preventie bedoeld in artikel 7, tweede lid, 5°, van het Wetboek;4° een samenvatting van de sociale diagnoses opgesteld door de open milieu-actiediensten krachtens artikel 4 van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2018 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van subsidies voor open milieu-actiediensten, met inzonderheid een lijst van de acties voorgesteld ter attentie van de Raad;5° de opmerkingen van de andere leden van de raad dan de vertegenwoordigers van de open milieudiensten;6° de vaststellingen die aan de preventiemedewerker of de raad zijn meegedeeld door actoren uit andere sectoren dan die welke in de Raad vertegenwoordigd zijn, en die licht werpen op de situaties van kwetsbaarheid waarin jongeren zich bevinden. In de sociale diagnose worden de prioriteiten aangegeven die de Raad met zijn actieplan wil verwezenlijken. Bij elke prioriteit wordt de betrokken sociale groep omschreven, wordt het gebied van de sociale omgeving afgebakend waarop de Raad wil optreden en worden de gewenste effecten gespecificeerd.

In voorkomend geval worden in de diagnose ook de aandachtspunten voor het in artikel 13 van het Wetboek bedoelde preventiecollege vermeld. HOOFDSTUK 3. - Driejarig actieplan

Art. 3.De preventiemedewerker doet voor het eerst per e-mail een oproep tot het indienen van projecten in 2021, uiterlijk op 15 mei, en vervolgens om de drie jaar, waarin de in artikel 2, lid 2, bedoelde prioriteiten zijn opgenomen.

In de oproep tot het indienen van projecten wordt de in lid 4 bedoelde operatoren verzocht preventieacties voor te stellen die aan de door de Raad vastgestelde prioriteiten beantwoorden.

De preventiemedewerker zendt een kopie van de oproep tot het indienen van projecten aan de bevoegde autoriteit.

De oproep tot het indienen van projecten is gericht aan : 1° aan alle overheidsdiensten voor Jeugdhulp die op het betrokken grondgebied actief zijn;2° aan alle erkende diensten die hun zetel van activiteit of exploitatie op het betrokken grondgebied hebben;3° aan alle erkende diensten waarvan het pedagogisch project voorziet dat zij hun opdrachten uitvoeren binnen het betrokken grondgebied;4° aan alle betrokken operatoren die volgens de in artikel 2 bedoelde prioriteiten op het betrokken grondgebied actief kunnen zijn.

Art. 4.Uiterlijk op 30 augustus van het jaar waarin de oproep tot het indienen van projecten wordt bekendgemaakt, zenden de in artikel 3, vierde lid, bedoelde operatoren aan de preventiemedewerker hun projecten voor preventieacties toe, volgens de door de minister vastgestelde procedures.

Op straffe van niet-ontvankelijkheid worden in het project vermeld: 1° de identiteit van de initiatiefnemer van het project;2° de oorsprong van het project en de belangrijkste begunstigden;3° de vorm die de deelname van de begunstigden aan de actie zal innemen;4° de concrete acties die worden overwogen en de gewenste effecten op de sociale omgeving van de jongeren en de gezinnen;5° de identiteit van de bij het actieproject betrokken actoren en hun rol onder verwijzing naar artikel 3, tweede lid, van het Wetboek;6° het voordeel dat de aanneming van de actie in het kader van het actieplan van de Raad zou opleveren op het gebied van de sociale preventie, volgens de projectleider;7° de wijze waarop de reproduceerbaarheid en de toegankelijkheid voor de betrokken begunstigden zullen worden bevorderd indien de voorgestelde actie de creatie of de ontwikkeling van een medium, computer, drukwerk of audiovisuele drager omvat. Om in het actieplan te worden opgenomen, moet het project gebaseerd zijn op een partnerschap tussen ten minste twee actoren, waarvan er ten minste één een overheids- of erkende dienst voor hulpverlening aan de jeugd moet zijn.

Van de in lid 3 bedoelde actoren is de projectleider verantwoordelijk voor het beheer van het project en de coördinatie van de partners bij de uitvoering van het project. Hij zorgt voor de praktische uitvoering van de actie. In voorkomend geval is hij de begunstigde van de subsidie.

Art. 5.De Raad stelt een commissie voor de selectie van projecten in, die advies uitbrengt over alle ontvangen projecten.

De leden van de commissie worden met gewone meerderheid van stemmen gekozen. Zij bestaat uit ten minste vijf leden van de raad, waaronder de twee voorzitters van de raad, en ten minste één vertegenwoordiger van de open milieu-actiediensten.

De selectiecommissie beraadslaagt alleen rechtsgeldig en brengt alleen advies uit in aanwezigheid van de meerderheid van haar leden.

Op basis van het advies dat de selectiecommissie uitbrengt uiterlijk op 20 september van het jaar waarin de oproep tot het indienen van projecten wordt bekendgemaakt, kiest de Raad uit de ingediende projecten die aan de criteria van artikel 4 voldoen de projecten die hij zich voorneemt in zijn voorstel voor een actieplan van de Raad op te nemen.

De Raad kan in zijn voorstel voor het actieplan van de Raad ook projecten opnemen die hij zelf wil initiëren. In dat geval wordt de rol van projectleider vervuld door de preventiemedewerker.

Art. 6.Elke door de Raad gekozen preventieactie heeft tot doel de sociale omgeving van jongeren en gezinnen te verbeteren door een antwoord te ontwerpen op sociale feiten, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van het Wetboek. Dit antwoord kan, in voorkomend geval, de vorm innemen van de middelen voorzien in artikel 4, eerste lid, 3° en 4° van het Wetboek.

Art. 7.Uiterlijk op 15 oktober van het jaar waarin de oproep tot het indienen van voorstellen wordt bekendgemaakt, zendt de Raad aan de minister en aan de bevoegde administratie zijn ontwerp-actieplan toe op basis van het door de minister vastgestelde schema.

Het door de Raad voorgestelde actieplan wordt naar behoren met redenen omkleed, met inbegrip van het advies over de niet-geselecteerde projecten.

De Raad specificeert de uitvoeringsperiode en het budget dat hij voorstelt toe te wijzen aan elk van de acties die deel uitmaken van het voorstel voor het actieplan van de Raad.

Het ontwerp-actieplan heeft een intersectorale dimensie met de andere sectoren waarvan de bevoegdheden betrekking hebben op kinderen en jongeren.

Art. 8.Uiterlijk op 15 december van het jaar waarin de oproep tot het indienen van projecten is gedaan, stelt de minister het door elke raad voorgestelde actieplan vast en stelt hij de raad en de projectleiders in kennis van zijn beslissingen.

Indien het actieplan niet wordt goedgekeurd, deelt de minister zijn beslissing binnen dezelfde termijn aan de Raad mee. De raad stuurt binnen 30 dagen na kennisgeving van de beslissing van de minister een gewijzigd voorstel voor het actieplan van de raad.

Indien de Raad om een wijziging heeft verzocht, neemt de minister binnen 15 dagen een beslissing.

Art. 9.Uiterlijk op 1 november van elk jaar, met uitzondering van de jaren waarin de oproep tot het indienen van projecten wordt gedaan, zendt de Raad aan de minister een voorstel tot bijwerking van het actieplan, op basis van het door de minister vastgestelde schema.

Art. 10.Uiterlijk op 15 december van elk jaar, met uitzondering van de periode waarin de oproep tot het indienen van projecten wordt gelanceerd, neemt de minister een beslissing over het voorstel tot bijwerking van het actieplan. Hij informeert de Raad en de projectleiders. HOOFDSTUK 4 - Preventiebegroting en methoden voor de toewijzing van begrotingsmiddelen door de preventieraden

Art. 11.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten wordt de verdeling van de jaarlijkse kredieten voor de financiering van de actieplannen vastgesteld in verhouding tot de bevolking onder de 22 jaar die op 1 januari van het jaar voorafgaande aan dat waarin de oproep tot het indienen van projecten wordt gedaan, op het betrokken grondgebied van elke Raad woont, zulks volgens de gegevens van het Belgische statistiekbureau.

De verdeling van de beschikbare middelen wordt vastgesteld naar evenredigheid van de volgende verdeling : 1° 25.000 euro voor elk betrokken gebied met een bevolking van minder dan 50.000 jongeren; 2° 30.000 euro voor elk betrokken gebied met ten minste 50.000 inwoners maar minder dan 75.000 jongeren; 3° 50.000 euro voor elk betrokken gebied met ten minste 75.000 maar minder dan 150.000 jongeren; 4° 80.000 euro voor elk betrokken gebied met ten minste 150.000 maar minder dan 300.000 inwoners; 5° 160.000 euro voor elk betrokken gebied met een bevolking van ten minste 300.000 jongeren.

Art. 12.Het voorgestelde actieplan van de Raad dat ter goedkeuring aan de minister wordt voorgelegd, dient in overeenstemming te zijn met de voor het betrokken gebied beschikbare begroting.

Onverminderd een door de minister toegestane afwijking mag niet meer dan 25% van dit budget worden toegekend aan projecten waartoe de raden zelf het initiatief hebben genomen.

Art. 13.Naast de in artikel 12 bedoelde kredieten voor de uitvoering van de actieplannen wordt voor de werking van elke raad een werkingskrediet van 2.000 euro uitgetrokken.

De minister stelt de voorwaarden vast waaronder van deze budgetten gebruik kan worden gemaakt.

Art. 14.De in de artikelen 12 en 14 genoemde bedragen worden jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, waarbij deze bedragen gekoppeld zijn aan het spilindexcijfer 105,1, dat overeenkomt met het basisjaar 100 in 2013. HOOFDSTUK 5. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 15.Het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 21 februari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 21/02/2013 pub. 02/04/2013 numac 2013029242 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de verwezenlijking van de algemene preventie door de arrondissementsraden voor hulpverlening aan de jeugd sluiten betreffende de uitvoering van de algemene preventie door de arrondissementsraden van de Hulpverlening aan de Jeugd wordt opgeheven, onverminderd de driejarenplannen die vóór 31 december 2020 verstrijken.

Art. 16.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2021.

Art. 17.De minister die de Hulpverlening aan de Jeugd in zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 februari 2021.

Voor de regering: De minister-president, P.-Y. JEHOLET De minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie, Universitaire Ziekenhuizen, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en de Promotie van Brussel, V. GLATIGNY

^