Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 01 december 2000
gepubliceerd op 24 januari 2001

Besluit van de Vlaamse regering tot subsidiëring van tijdelijke leergangen en tot toekenning van forfaitaire weddetoelagen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035043
pub.
24/01/2001
prom.
01/12/2000
ELI
eli/besluit/2000/12/01/2001035043/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 DECEMBER 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot subsidiëring van tijdelijke leergangen en tot toekenning van forfaitaire weddetoelagen


De Vlaamse regering, Gelet op de wetten betreffende het technisch onderwijs, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 30 april 1957;

Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, zoals gewijzigd bij decreet van 28 april 1993, inzonderheid artikel 36, § 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1960 tot regeling van de inrichting der tijdelijke scholen en leergangen van het technisch onderwijs;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 27 november 2000;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De tijdelijke leergangen ingericht door : 1° de "Praktische School voor Gezins- en Huishoudopleiding", Poststraat 111, te 1210 Brussel, verder vermeld als de leergangen van de KAV;2° het "Katholiek Vormingswerk voor Landelijke Vrouwen", Minderbroedersstraat 8, te 3000 Leuven, verder vermeld als de leergangen van de KVLV;3° de "Brailleliga", Engelandstraat 57, te 1060 Brussel; worden gesubsidieerd voor het tijdperk van 1 september 1998 tot en met 31 augustus 1999. De leergangen vermeld onder 1° en 2° worden administratief ingedeeld in de categorie "lagere secundaire beroepsleergangen". De leergangen vermeld onder 3° worden administratief ingedeeld in de categorie "buitengewoon lager secundair beroepsonderwijs".

Art. 2.Het bedrag van de forfaitaire weddetoelage die zal toegekend worden, wordt vastgesteld op 991 fr (negenhonderd éénennegentig frank) per werkelijk gegeven lesuur. Nochtans mag het aantal gesubsidieerde lesuren niet meer bedragen dan respektievelijk : 1° 19.560 uren voor de leergangen van de KAV; 2° 20.116 uren voor de leergangen van de KVLV; 3° 6.614 uren voor de leergangen van de Brailleliga.

Art. 3.Voor het tijdperk van 1 september 1998 tot en met 31 augustus 1999 worden de bedragen, die aan de inrichtende macht van de betrokken tijdelijke leergangen zullen uitgekeerd worden, berekend op grond van het in artikel 2 bepaalde forfait. Zij bedragen : 1° 19.383.960 fr voor de leergangen van de KAV; 2° 19.934.956 fr voor de leergangen van de KVLV; 3° 6.554.474 fr voor de leergangen van de Brailleliga.

Art. 4.De forfaitaire weddetoelagen zoals berekend in artikel 3 zijn aan te rekenen ten laste van basisallocatie 44.61 van de organisatieafdeling 34.20, van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het dienstjaar 2000.

Art. 5.Het bedrag van de forfaitaire weddetoelagen zoals berekend in artikel 3 wordt op verzoek van de betrokken inrichtende macht gestort op volgende financiële rekening : 1° 000-0329642-36 van de "Praktische School voor Gezins- en Huishoudopleiding" te Brussel;2° 730-0044069-27 van het "Katholiek Vormingswerk voor Landelijke Vrouwen" te Leuven;3° 000-0077868-74 van de "Brailleliga" te Brussel.

Art. 6.De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 1 december 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, Mevr. M. VANDERPOORTEN

^