Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 01 september 2006
gepubliceerd op 17 november 2006

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de procedure van beslaglegging op goederen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest

bron
vlaamse overheid
numac
2006036862
pub.
17/11/2006
prom.
01/09/2006
ELI
eli/besluit/2006/09/01/2006036862/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de procedure van beslaglegging op goederen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest


De Vlaamse Regering, Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 1412bis, ingevoegd bij de wet van 30 juni 1994;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 april 1995 tot uitvoering van artikel 1412bis van het Gerechtelijk Wetboek;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 1995 houdende vaststelling van regelen betreffende de werking en het beheer van het Vlaamse Fonds voor de Lastendelging, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 september 1998 en 9 februari 1999;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006 en 30 juni 2006;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat door het strakke tijdsschema en door de noodzaak om de vlotte, doelmatige organisatie van de Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid niet in gevaar te brengen om evidente organisatorische redenen uiterlijk tegen 1 september 2006 de nieuwe regeling van de procedure van beslaglegging op goederen van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest in werking moet treden;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid gerechtvaardigd is door het feit dat elke vertraging bij de toepassing van de uitgewerkte regeling het welslagen van de uniforme, overeengekomen regeling in het gedrang kan brengen;

Overwegende dat het derhalve in het belang van de rechtszekerheid en de continuïteit van de openbare dienst noodzakelijk is om voor die datum elke twijfel over de strijdigheid van bestaande bepalingen over het beslag onder derden op de financiële rekening van de Vlaamse Gemeenschap en de in overeenstemming met artikel 1412bis van het Gerechtelijk Wetboek afgelegde verklaring met de delegatieregeling weg te nemen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 augustus 2006;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister van Financiën en begroting, gegeven op 31 augustus 2006;

Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse Regering en de Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan artikel 1, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 1995 houdende vaststelling van regelen betreffende de werking en het beheer van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 september 1998 en 9 februari 1999, worden een punt 5° en een punt 6° toegevoegd, die luiden als volgt : « 5° uitgaven die voortvloeien uit een bewarend beslag, kunnen ten laste worden genomen van het Fonds. Als het bewarend beslag omgezet wordt in een uitvoerend beslag, worden die uitgaven ten laste van het Fonds onverminderd de punten 1° en 2° van deze paragraaf in principe volledig terugbetaald door de entiteiten, bevoegd voor het dossier ten gronde waaruit de vordering voortvloeit, of volledig gecompenseerd op de kredieten van de entiteiten, bevoegd voor het dossier ten gronde waaruit de vordering voortvloeit, uiterlijk bij de opmaak van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap van het daaropvolgende jaar. Als het bewarend beslag opgeheven wordt en het geblokkeerde bedrag van het beslag vrijgegeven wordt, wordt het volledige bedrag meteen teruggestort op de rekening van het Fonds. Het uitstaande saldo van die uitgave van het Fonds bedraagt, rekening houdend met de uitgevoerde terugbetalingen van de geblokkeerde, aparte rekening en de uitgevoerde terugbetalingen door de betrokken entiteiten, bevoegd voor het dossier ten gronde waaruit de vordering voortvloeit, maximaal 5 miljoen euro; 6° als bij een uitvoerend beslag de beschikbare begrotingskredieten van de entiteit, bevoegd voor het dossier ten gronde waaruit de vordering voortvloeit, in het lopende begrotingsjaar ontoereikend zijn ter compensatie van de ordonnancering, uitgevoerd met toepassing van artikel 10bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, wordt het saldo van de uitgaven ten laste genomen van het Fonds.Het saldo van de uitgaven van het Fonds wordt onverminderd de punten 1° en 2° van deze paragraaf in principe volledig gecompenseerd op de kredieten van de entiteit, bevoegd voor het dossier ten gronde waaruit de vordering voortvloeit, uiterlijk bij de opmaak van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap van het daaropvolgende jaar.Het uitstaande saldo van die uitgave van het Fonds bedraagt, rekening houdend met de uitgaven en terugbetalingen vermeld in punt 5° en de uitgevoerde compensaties op de kredieten van de betrokken entiteiten, bevoegd voor het dossier ten gronde waaruit de vordering voortvloeit, maximaal 5 miljoen euro. »

Art. 2.Aan het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006 en 30 juni 2006, wordt een artikel 10bis toegevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 10bis.In afwijking van artikel 7, 2°, heeft de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, delegatie om : 1° in geval van uitvoerend beslag op de goederen opgenomen in de verklaring, bedoeld in artikel 1412bis van het Gerechtelijk Wetboek voor het bedrag van de vordering een blokkerende vastlegging en de eventueel hiervoor noodzakelijke herschikking binnen een begrotingsprogramma door te voeren, al dan niet over de kredietsoorten heen, op de beschikbare begrotingskredieten van de minister die bevoegd is voor de aangelegenheid die aanleiding heeft gegeven tot het beslag;2° in geval van uitvoerend beslag op andere tegoeden van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest voor het bedrag van de vordering, voor maximaal 5 miljoen euro, een blokkerende vastlegging en de eventueel hiervoor noodzakelijke herschikking binnen een begrotingsprogramma door te voeren, al dan niet over de kredietsoorten heen, op de beschikbare begrotingskredieten van de minister die bevoegd is voor de aangelegenheid die aanleiding heeft gegeven tot het beslag. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, kan als ordonnateur optreden om het uitgevoerde beslag aan te rekenen op de genomen blokkerende vastlegging. »

Art. 3.In afwijking van artikel 15, § 1, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries, en van artikel 15, § 1, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, heeft het hoofd van het Departement Financiën en Begroting delegatie om verzet aan te tekenen bij de beslagrechter tegen elk bewarend beslag dat gelegd wordt op de tegoeden van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest ter uitvoering van artikel 1412bis, § 2, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek, en tegen elk beslag dat gelegd wordt op de tegoeden van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest ter uitvoering van artikel 1412bis, § 2, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2006.

Brussel, 1 september 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN

^