Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 02 oktober 2009
gepubliceerd op 05 november 2009

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Volwassenenonderwijs in uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs en het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Basiseducatie ter uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs

bron
vlaamse overheid
numac
2009036019
pub.
05/11/2009
prom.
02/10/2009
ELI
eli/besluit/2009/10/02/2009036019/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 OKTOBER 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Volwassenenonderwijs in uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs en het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Basiseducatie ter uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs, artikel 33, artikel 85, § 3, gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2009, artikel 87, § 2, artikel 89, gewijzigd bij het decreet van 4 juli 2008, artikel 90, artikel 98, § 3, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, artikel 105, § 3, en op artikel 107, gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2009;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Volwassenenonderwijs in uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Basiseducatie ter uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 5 juni 2009;

Gelet op protocol nr. 707 van 9 juli 2009 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van de onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten op 16 juni 2009 en 23 juni 2009;

Gelet op protocol nr. 473 van 9 juli 2009 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de vergadering van het overkoepelend onderhandelingscomité vrij gesubsidieerd onderwijs op 16 juni 2009 en 23 juni 2009;

Gelet op protocol nr. 18 van 9 juli 2009 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in het Vlaams Onderhandelingscomité voor de basiseducatie, vermeld in het decreet van 23 januari 2009 houdende oprichting van onderhandelingscomités voor de basiseducatie en het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs;

Gelet op advies 47.115/1/V van de Raad van State, gegeven op 2 september 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Volwassenenonderwijs in uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs

Artikel 1.In artikel 3, § 1, inleidende zin, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Volwassenenonderwijs in uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs worden tussen het woord « Een » en de woorden « leerling uit het secundair onderwijs » de woorden « voltijds leerplichtige » ingevoegd.

Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1°in paragraaf 2 wordt punt 2° opgeheven; 2° in paragraaf 3, wordt de zin « In afwijking van § 2 wordt voor het schooljaar 2007-2008 en het schooljaar 2008-2009 de puntenenveloppe voor de aanwending per fractie omgezet volgens onderstaande tabel : » vervangen door de zin « De puntenenveloppe wordt voor de aanwending per fractie omgezet volgens de onderstaande tabel : ».

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IIIbis, bestaande uit artikel 6bis, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK IIIbis. - De aanwending van leraarsuren voor de aanwerving van voordrachtgevers

Art. 6bis.§ 1. Met toepassing van artikel 98, § 3, van het decreet kan een centrum per schooljaar maximaal 5 procent van het beschikbare pakket leraarsuren aanwenden voor de aanwerving van voordrachtgevers. § 2. Het krediet voor voordrachtgevers wordt vastgesteld op : 1° 33,77 euro per leraarsuur in het secundair volwassenenonderwijs;2° 41,19 euro per leraarsuur in het hoger beroepsonderwijs. Het krediet wordt gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 houdende de inrichting van een stelstel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer der consumptieprijzen van het Rijk gekoppeld worden. Dat krediet wordt vanaf 1 januari 1990 aan de spilindex 138,01 gekoppeld. De indexaanpassingen die na 1 oktober van het schooljaar worden doorgevoerd, hebben evenwel pas uitwerking met ingang van het daaropvolgende schooljaar. § 3. Het centrum deelt voor 1 oktober van het schooljaar in kwestie aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen het aantal leraarsuren mee dat aangewend wordt voor de aanwerving van voordrachtgevers. Dit aantal kan in de loop van het schooljaar niet meer worden gewijzigd, behoudens vermindering bij overmacht. § 4. Het product van het aantal leraarsuren, vermeld in paragraaf 3, met het geïndexeerde krediet vormt het totale krediet dat voorbehouden is voor de aanwerving van de voordrachtgevers. Het wordt toegekend met een voorschot van 25 %, van het krediet in de loop van de maand november van het schooljaar in kwestie, en het resterende saldo van 75 % in de loop van de maand juni die daarop volgt. »

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IIIter, bestaande uit artikel 6ter, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK IIIter. - De begrenzing van de toename van leraarsuren of punten voor de oprichting van betrekkingen in ambten van het bestuurs- en ondersteunend personeel voor de Centra voor Volwassenenonderwijs

Art. 6ter.Indien na de berekening van de leraarsuren, vermeld in artikel 98 van het decreet, en van de punten voor de oprichting van betrekkingen in ambten van het bestuurs- en ondersteunend personeel, vermeld in artikel 105 van het decreet, het jaarlijks vastgelegde percentage, vermeld in artikel 107 van het decreet, wordt overschreden, dan wordt het aantal leraarsuren of punten per Centrum voor Volwassenenonderwijs voor het schooljaar n/n+1 berekend volgens de formule : Indien (B-A) > (C-A) dan wordt (B-C) pro rata het aandeel in de toename in mindering gebracht bij de Centra voor Volwassenenonderwijs waarbij B > C; waarbij : 1° A = het aantal leraarsuren of punten dat aan een Centrum voor Volwassenenonderwijs is toegekend voor het schooljaar n-1/n;2° B = het aantal leraarsuren of punten waarop een Centrum voor Volwassenenonderwijs recht heeft voor het schooljaar n/n+1;4° C = het aantal leraarsuren of punten dat aan een Centrum voor Volwassenenonderwijs is toegekend voor het schooljaar n-1/n vermeerderd met hetzelfde aantal leraarsuren of punten dat vermenigvuldigd is met het vastgelegde percentage waarmee het aantal leraarsuren of punten van alle Centra voor Volwassenenonderwijs samen kan toenemen, als vermeld in artikel 107 van het decreet.

Art. 5.In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven. HOOFDSTUK II. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Basiseducatie ter uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs

Art. 6.In artikel 3, § 1, inleidende zin, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Basiseducatie ter uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs worden tussen het woord « Een » en de woorden « leerling uit het secundair onderwijs » de woorden « voltijds leerplichtige » ingevoegd.

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk IIIter, vervangen door wat volgt : « HOOFDSTUK IIIter. - Berekening van de jaarlijkse puntenenveloppe voor de Centra voor Basiseducatie »

Art. 8.Artikel 6ter van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 6ter.§ 1. Met toepassing van artikel 87, § 2, van het decreet heeft een centrum jaarlijks recht op een puntenenveloppe om personeelsleden aan te werven in de functies voor de ondersteuning van zijn werking.

De puntenenveloppe wordt berekend op basis van het aantal lesurencursist voor de referteperiode van 1 april n-1 tot 31 maart n, zoals vermeld in artikel 87, § 2, van het decreet. § 2. Per volledige schijf van 341 lesurencursist wordt 1 punt toegekend. § 3. In afwijking van paragraaf 2 worden enerzijds aan het Centrum voor Basiseducatie Zuid-Oost-Vlaanderen en het Centrum voor Basiseducatie Brugge-Oostende-Westhoek 120 extra punten toegekend, en worden anderzijds aan het Centrum voor Basiseducatie Limburg Midden-Noord 240 extra punten toegekend om de aanstelling in stand te houden van de personeelsleden die op datum van 31 augustus 2008 belast waren met een coördinatieopdracht als vermeld in artikel 15 van het decreet van 12 juli 1990 houdende de regeling van basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen, en die vanaf 1 september 2008 ononderbroken aangesteld zijn in de functie van stafmedewerker, en dit voor de duur van de aanstelling van deze personeelsleden.

De punten, vermeld in het eerste lid, kunnen uitsluitend aangewend worden om de aanstelling in stand te houden van de personeelsleden, vermeld in het eerste lid.

Als de aanstelling van het personeelslid, vermeld in het eerste lid, beëindigd wordt in de loop van een schooljaar, kunnen de punten, vermeld in het eerste lid, aangewend worden voor de aanwerving van andere personeelsleden in functies ter vervanging van dat personeelslid, uiterlijk tot het einde van dat schooljaar. § 4. Gedurende de aanstelling van de personeelsleden, vermeld in het eerste lid van paragraaf 3, en in afwijking van paragraaf 2, wordt 1 punt toegekend conform de schijven van lesurencursist, vermeld in bijlage I, die bij dit besluit is gevoegd. »

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IIIquinquies, bestaande uit artikel 6novies, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK IIIquinquies. - De aanwending van VTE voor de aanwerving van voordrachtgevers

Art. 6novies.§ 1. Met toepassing van artikel 85, § 3, van het decreet kan een centrum per schooljaar maximaal 5 procent van het beschikbare pakket VTE aanwenden voor de aanwerving van voordrachtgevers. § 2. Het krediet voor voordrachtgevers wordt vastgesteld op 19,34 euro per 1/36 VTE. Het krediet wordt gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 houdende de inrichting van een stelstel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer der consumptieprijzen van het Rijk gekoppeld worden. Dat krediet wordt vanaf 1 januari 1990 aan de spilindex 138,01 gekoppeld. De indexaanpassingen die na 1 oktober van het schooljaar worden doorgevoerd, hebben evenwel pas uitwerking met ingang van het daaropvolgende schooljaar. § 3. Het centrum deelt voor 1 oktober van het schooljaar in kwestie aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen het aantal VTE mee dat aangewend wordt voor de aanwerving van voordrachtgevers. Dit aantal kan in de loop van het schooljaar niet meer worden gewijzigd, behoudens vermindering bij overmacht. § 4. Het product van het aantal VTE met het geïndexeerde krediet vormt het totale krediet dat voorbehouden is voor de aanwerving van de voordrachtgevers. Het wordt toegekend met een voorschot van 25 %,van het krediet in de loop van de maand november van het schooljaar in kwestie, en het resterende saldo van 75 % in de loop van de maand juni die daarop volgt. »

Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IIIsexies, bestaande uit artikel 6decies, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK IIIsexies. - De werkingstoelage voor de Centra voor Basiseducatie

Art. 6decies.Ter uitvoering van artikel 89 van het decreet bedraagt de werkingstoelage per lesuurcursist 1,9256 euro.

De werkingstoelage per lesuurcursist wordt jaarlijks met ingang van 1 januari 2010 aangepast aan de evolutie van het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt door de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen.

De basisindex is die van januari van het lopende begrotingsjaar. De nieuwe index is die van januari van het volgende begrotingsjaar. Het eindbedrag wordt uitgedrukt in euro en afgerond op het laagste honderdste. »

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IIIsepties, bestaande uit artikel 6undecies, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK IIIsepties. - De begrenzing van de toename van het aantal VTE, de punten of de werkingstoelage voor de Centra voor Basiseducatie

Art. 6undecies.§ 1. Indien na de berekening van het aantal VTE, vermeld in artikel 85 van het decreet, van de punten voor de oprichting van functies, vermeld in artikel 87 van het decreet, en van de werkingstoelage, vermeld in artikel 89 van het decreet, het jaarlijks vastgelegde percentage, vermeld in artikel 90 van het decreet, wordt overschreden, dan wordt het aantal VTE, de punten of de werkingstoelage per Centrum voor Basiseducatie voor het schooljaar n/n+1 berekend volgens de formule : Indien (B-A) > (C-A) dan wordt (B-C) pro rata het aandeel in de toename in mindering gebracht bij de Centra voor Basiseducatie waar B > C; waarbij : 1° A = het aantal VTE, punten of werkingstoelage dat aan een Centrum voor Basiseducatie is toegekend voor het schooljaar n-1/n;2° B = het aantal VTE, punten of werkingstoelage waarop een Centrum voor Basiseducatie recht heeft voor het schooljaar n/n+1;4° C = het aantal VTE, punten of werkingstoelage dat aan een Centrum voor Basiseducatie is toegekend voor het schooljaar n-1/n vermeerderd met hetzelfde aantal VTE, punten of werkingstoelage dat vermenigvuldigd is met het vastgelegde percentage waarmee het aantal VTE, punten of werkingstoelage van alle Centra voor Basiseducatie kan toenemen, als vermeld in artikel 90 van het decreet. § 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt voor de berekening van het aantal punten voor de oprichting van functies, vermeld in artikel 87 van het decreet, ook rekening gehouden met de bepalingen van artikel 6ter, § 3 en § 4.

De bedoelde punten, vermeld in artikel 6ter, § 3, vermenigvuldigd met het vastgelegde percentage waarmee het aantal punten van alle Centra voor Basiseducatie samen kan toenemen tijdens het schooljaar n/n+1, wordt verdeeld pro rata het aandeel per Centrum voor Basiseducatie in de totale toename aan punten van de Centra voor Basiseducatie die meer dan het jaarlijks vastgelegd percentage, vermeld in artikel 90 van het decreet, stijgen voor het schooljaar n/n+1. »

Art. 12.Bijlage I bij hetzelfde besluit, toegevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008, wordt vervangen door bijlage I, die bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2009, met uitzondering van artikel 5 dat uitwerking heeft met ingang van 31 augustus 2009.

Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 2 oktober 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET

Bijlage I Gedurende de aanstelling van personeelsleden die vanaf de datum van 31 augustus 2008 ononderbroken belast zijn met een coördinatieopdracht, als vermeld in artikel 15 van het decreet van 12 juli 1990 houdende de regeling van basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen gelden de volgende schijven van lesurencursist per punt voor de berekening van de puntenenveloppe.

Aantal VTE overeenkomstig de aanstelling van de bovenvermelde personeelsleden

Aantal lesurencursist per punt

4

363

3,75

362

3,50

360

3,25

359

3

358

2,75

356

2,50

355

2,25

353

2

352

1,75

351

1,50

349

1,25

348

1

347

0,75

345

0,50

344

0,25

343

0

341


Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2009 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Volwassenenonderwijs in uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs en het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Basiseducatie ter uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs.

Brussel, 2 oktober 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel P. SMET

^