Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 03 februari 2012
gepubliceerd op 19 april 2012

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 17 juni 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur

bron
vlaamse overheid
numac
2012035420
pub.
19/04/2012
prom.
03/02/2012
ELI
eli/besluit/2012/02/03/2012035420/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 FEBRUARI 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 17 juni 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/06/2011 pub. 04/07/2011 numac 2011035520 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op het decreet van 17 juni 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/06/2011 pub. 04/07/2011 numac 2011035520 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur, artikel 7, 8, 9, 10, 11 en 12;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 13 oktober 2011;

Gelet op advies 50.677/3 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° auditor : houder van een conform artikel 11 afgeleverd bekwaamheidscertificaat van verkeersveiligheidsauditor;decreet van 17 juni 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/06/2011 pub. 04/07/2011 numac 2011035520 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten : het decreet van 17 juni 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/06/2011 pub. 04/07/2011 numac 2011035520 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur;3° initiatiefnemer : publieke of private instantie die het initiatief neemt voor een infrastructuurproject;4° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid en het vervoer;5° wegbeheerder : publieke instantie die de weg beheert. HOOFDSTUK 2. - Verkeersveiligheidseffectbeoordeling van een weg

Art. 2.De verkeersveiligheidseffectbeoordeling van een weg, vermeld in artikel 5 van het decreet van 17 juni 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/06/2011 pub. 04/07/2011 numac 2011035520 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten, wordt voor alle infrastructuurprojecten in de planningsfase voor het infrastructuurproject is goedgekeurd, uitgevoerd door de wegbeheerder.

Art. 3.De verkeersveiligheidseffectbeoordeling van een weg bevat minstens de volgende onderdelen : 1° definitie van het probleem : een omschrijving van het probleem dat zich voordoet op het vlak van verkeersveiligheid, doorstroming of een ander aspect, op basis van correcte, relevante en actuele gegevens die de wegbeheerder ter beschikking heeft;2° huidige situatie en 'nietsdoen'-scenario : een omschrijving van het huidige verkeersveiligheidsniveau en de evolutie ervan in het 'nietsdoen'-scenario, zowel op korte als op lange termijn;3° verkeersveiligheidsdoelstellingen : een opsomming van de verkeersveiligheidsdoelstellingen die minimaal nagestreefd worden;4° beoordeling van de gevolgen voor de verkeersveiligheid van de voorgestelde alternatieven : een omschrijving van de verschillende wijzen waarop het probleem, vermeld in punt 1°, verholpen zou kunnen worden, waarbij telkens een opsomming wordt gegeven van de relevante elementen inzake de verkeersveiligheid en waarbij de gevolgen voor de verkeersveiligheid worden beoordeeld;5° vergelijking van de alternatieven : een vergelijking, met inbegrip van een kosten-batenanalyse, van de alternatieven, vermeld in punt 4°, rekening houdend met de aangehaalde relevante gegevens over de verkeersveiligheid;6° presentatie van de reeks van mogelijke oplossingen en gemotiveerde keuze : een opsomming van de alternatieven die voldoen aan de vooropgestelde verkeersveiligheidsdoelstellingen en de motieven die, rekening houdend met de elementen van de vergelijking, vermeld in punt 5°, aan de grondslag liggen van de uiteindelijke keuze van de wegbeheerder voor een bepaald alternatief. De verkeersveiligheidseffectbeoordeling van een weg houdt minstens rekening met de volgende elementen : 1° al dan niet dodelijke ongevallen, verminderingsdoelstellingen tegenover 'nietsdoen'-scenario;2° routekeuze en verkeerspatronen;3° mogelijke gevolgen voor het bestaande wegennet, zoals afritten, kruispunten en overwegen;4° weggebruikers, met inbegrip van kwetsbare weggebruikers, zoals motorrijders, fietsers en voetgangers;5° verkeer, zoals verkeersvolumes en onderverdeling per vervoerstype;6° seizoens- en weersomstandigheden;7° aanwezigheid van een voldoend aantal veilige parkeerterreinen. De wegbeheerder stelt van elke verkeersveiligheidseffectbeoordeling van een weg een verslag op.

De minister bepaalt de nadere regels tot vaststelling van de inhoud en de vorm van het verslag van de verkeersveiligheidseffectbeoordeling van een weg. HOOFDSTUK 3. - Verkeersveiligheidsaudit van een weg

Art. 4.De verkeersveiligheidsaudit, vermeld in artikel 6 van het decreet van 17 juni 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/06/2011 pub. 04/07/2011 numac 2011035520 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten, wordt voor alle infrastructuurprojecten uitgevoerd in : 1° de voorontwerpfase;2° de fase van het gedetailleerde ontwerp;3° de fase voor de ingebruikneming : de fase tussen de aanvang van de realisatie van de horizontale en verticale signalisatie bij de uitvoering van het infrastructuurproject en de openstelling voor het verkeer;4° de fase van eerste gebruik : de fase tussen de zesde en de twaalfde maand na de openstelling voor het verkeer. In elk van de fasen, vermeld in het eerste lid, wordt door de initiatiefnemer van een infrastructuurproject een niet bij het ontwerp of de exploitatie van het infrastructuurproject betrokken auditor aangesteld.

Als audits door teams worden uitgevoerd, is ten minste één lid van het team een auditor.

De initiatiefnemer bezorgt de auditor minstens de volgende informatie : 1° in de voorontwerpfase : informatie over het voorontwerp van het infrastructuurproject, inclusief het conform artikel 3, derde lid, opgemaakte verslag van de verkeersveiligheidseffectbeoordeling;2° in de fase van het gedetailleerde ontwerp : informatie over het gedetailleerde ontwerp van het infrastructuurproject, inclusief het conform artikel 6 opgemaakte verslag van de verkeersveiligheidsaudit, uitgevoerd in de fase van het voorontwerp;3° in de fase voor de ingebruikneming : informatie over de aanleg van het infrastructuurproject, alsook een toelichting daarbij tijdens een door de initiatiefnemer georganiseerd gezamenlijk plaatsbezoek, inclusief het conform artikel 6 opgemaakte verslag van de verkeersveiligheidsaudit, uitgevoerd in de fase van het gedetailleerde ontwerp;4° in de fase van eerste gebruik : informatie over de periode van het eerste gebruik van het infrastructuurproject, alsook een toelichting daarbij tijdens een door de initiatiefnemer georganiseerd gezamenlijk plaatsbezoek, inclusief het conform artikel 6 opgemaakte verslag van de verkeersveiligheidsaudit, uitgevoerd in de fase net voor de ingebruikname. De minister bepaalt voor elke fase welke gegevens en documenten minstens moeten worden bezorgd aan de auditor.

Art. 5.De verkeersveiligheidsaudit van een weg houdt minstens rekening met de volgende elementen : 1° in de voorontwerpfase : a) geografische ligging, met inbegrip van de invloed van omgevingsfactoren en meteorologische omstandigheden, zoals seizoens- en weersomstandigheden;b) functionaliteit van de weg binnen het wegennet;c) soorten verkeer die op de nieuwe weg toegelaten zullen worden;d) rijsnelheid;e) horizontaal en verticaal tracé;f) type, onderlinge afstand en ontwerp van op- en afritten, complexen, kruisingen, zoals spoorovergangen en overbruggingen en kruispunten;g) opbouw van typedwarsprofielen, inclusief aantal en type rijstroken;h) zichtbaarheid;i) middelen van openbaar vervoer en de bijbehorende infrastructuur;j) aard, omvang en situering van parkeerterreinen;2° in de fase van het gedetailleerde ontwerp : a) overeenstemming van de ontwerpkenmerken met de behoeften van de verschillende weggebruikers, in het bijzonder de kwetsbare weggebruikers;b) invloed van de omgeving van de weg, inclusief de vegetatie;c) horizontaal en verticaal tracé;d) horizontale en verticale signalisatie, met inbegrip van de samenhang;e) verlichting van wegvakken, op- en afritten, complexen, kruisingen en kruispunten;f) vaste obstakels langs de weg, met inbegrip van de wegaanhorigheden;g) afschermende constructies, met inbegrip van de vergevingsgezindheid;h) ontwerp en bereikbaarheid van parkeerterreinen;3° in de fase voor de ingebruikneming : a) toestand van het wegdek en de afwatering;b) horizontale en verticale signalisatie, inclusief leesbaarheid van verkeerstekens en markeringen;c) veiligheid en zichtbaarheid van de weggebruiker in verschillende omstandigheden, zoals bij duisternis en onder normale weersomstandigheden;4° in de fase van eerste gebruik : verkeersveiligheid in het licht van het daadwerkelijke gedrag van weggebruikers onder verschillende omstandigheden. In elke fase kunnen de criteria van de vorige fasen meer gedetailleerd beschreven worden of heroverwogen worden.

In de fase voor de ingebruikneming en in de fase van het eerste gebruik brengt de auditor, om de vereiste beoordeling in verschillende omstandigheden te kunnen maken, minstens éénplaatsbezoek, bijkomend aan het gezamenlijk plaatsbezoek, vermeld in artikel 4, vierde lid.

Art. 6.De auditor stelt van elke verkeersveiligheidsaudit van een weg een verslag op dat uitmondt in toepasselijke aanbevelingen op het gebied van verkeersveiligheid.

De auditor overhandigt het verslag aan de initiatiefnemer en licht het hem mondeling toe tijdens een door initiatiefnemer georganiseerd gezamenlijk overleg.

De initiatiefnemer formuleert een gemotiveerd antwoord op de door de auditor gedane aanbevelingen, waarin hij de redenen vermeldt waarom hij niet of slechts gedeeltelijk rekening houdt met bepaalde aanbevelingen van de auditor en waarin hij aangeeft hoe hij aan de andere aanbevelingen zal tegemoetkomen.

De minister bepaalt voor elk van de fasen, vermeld in artikel 4, de nadere regels tot vaststelling van de inhoud en de vorm van het verslag van de verkeersveiligheidsaudit van een weg en het gemotiveerde antwoord van de initiatiefnemer.

De minister maakt ook voor elk van de fasen, vermeld in artikel 4, een standaardchecklist op ter ondersteuning van de uitvoering van de verkeersveiligheidsaudit van een weg. HOOFDSTUK 4. - Classificatie van weggedeelten met een hoog aantal verkeersongevallen en van de verkeersveiligheid van het wegennet

Art. 7.De classificatie van weggedeelten met een hoog aantal ongevallen en van de verkeersveiligheid van het wegennet, vermeld in artikel 8 van het decreet van 17 juni 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/06/2011 pub. 04/07/2011 numac 2011035520 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten, wordt vastgesteld door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van het Vlaams ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken, waarbij minstens rekening wordt gehouden met het aantal ongevallen met dodelijke afloop dat in de voorgaande jaren op die wegen heeft plaatsgevonden.

Ten minste om de drie jaar wordt de door het Departement, vermeld in het eerste lid, opgestelde classificatie van weggedeelten met een hoog aantal verkeersongevallen en van de verkeersveiligheid van het wegennet door de wegbeheerder, beoordeeld om te komen tot een lijst van prioritair te behandelen gedeelten van wegen waarvoor een verbetering van de infrastructuur naar verwachting zeer doelmatig is.

Art. 8.Voor ieder weggedeelte dat is opgenomen in de conform artikel 7 van dit besluit opgestelde prioriteitenlijst, stelt de wegbeheerder een deskundigenteam, waarvan ten minste één lid een auditor is, aan om de inspecties tijdens bezoeken ter plaatse, vermeld in artikel 8, tweede lid, van het decreet van 17 juni 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/06/2011 pub. 04/07/2011 numac 2011035520 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten, uit te voeren.

De inspecties worden uitgevoerd aan de hand van de volgende elementen : 1° een beschrijving van het weggedeelte;2° een verwijzing naar eventuele eerdere verslagen over hetzelfde weggedeelte;3° de analyse van eventuele ongevalsverslagen;4° het aantal ongevallen, doden en zwaargewonden in de voorafgaande drie jaar;5° potentiële corrigerende maatregelen met uiteenlopende termijnen van uitvoering, zoals : a) verwijdering of bescherming van vaste obstakels langs de weg;b) verlaging van snelheidslimieten en intensivering van de plaatselijke handhaving van die beperkingen;c) verbetering van de zichtbaarheid in verschillende weers- en lichtomstandigheden;d) verbetering van de veiligheid van de apparatuur langs de weg, zoals afschermende constructies langs de weg;e) verbetering van de samenhang, zichtbaarheid, leesbaarheid en plaatsing van wegmarkeringen, inclusief het gebruik van rammelstroken, verkeersborden en -signalen;f) bescherming tegen vallend gesteente, aardverschuivingen en lawines;g) verbetering van de stroefheid en de oneffenheid van het wegdek;h) herziening van het ontwerp van afschermde constructies langs de weg;i) totstandbrenging en verbetering van scheiding van rijbanen met verschillende rijrichting;j) wijziging van het ontwerp van de inhaalmogelijkheden;k) verbetering van kruispunten, inclusief spoorwegovergangen;l) wijziging van het tracé;m) wijziging van de breedte van de weg, aanleg van vluchtstroken;n) installatie van een systeem voor verkeersregeling en/of verkeerscontrole;o) vermindering van mogelijke conflicten met kwetsbare weggebruikers;p) aanpassing van de weg aan de actuele ontwerpnormen;q) herstelling of vervanging van het wegdek;r) gebruik van intelligente verkeersborden en verbetering van intelligente vervoerssystemen en telematicasystemen met het oog op interoperationaliteit, hulpverlening en markering. De minister bepaalt welke gegevens en documenten minstens moeten worden bezorgd aan het deskundigenteam.

Om een beoordeling in verschillende omstandigheden te kunnen maken, brengt het deskundigenteam minstens twee bezoeken ter plaatse.

De auditor stelt van elke inspectie een verslag op dat een schriftelijke weergave is van de besluiten van het deskundigenteam.

De minister bepaalt de nadere regels tot vaststelling van de inhoud en de vorm van het verslag van een inspectie tijdens bezoeken ter plaatse.

De minister maakt ook een standaardchecklist op ter ondersteuning van de uitvoering van een inspectie tijdens bezoeken ter plaatse.

Art. 9.De wegbeheerder voert de verbeteringsmaatregelen uit die worden aanbevolen door het deskundigenteam, waarbij hij prioriteit geeft aan de maatregelen, vermeld in artikel 8, tweede lid, 5°, en waarbij hij aandacht schenkt aan de maatregelen met de beste kosten-batenverhouding.

De wegbeheerder brengt, gebruikmakend van zijn website en ondersteunende communicatie, de weggebruikers op de hoogte van het bestaan van een weggedeelte met een hoog aantal verkeersongevallen. HOOFDSTUK 5. - Verkeersveiligheidsinspecties

Art. 10.De verkeersveiligheidsinspecties, vermeld in artikel 9 van het decreet van 17 juni 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/06/2011 pub. 04/07/2011 numac 2011035520 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten, worden uitgevoerd door de wegbeheerder.

De wegbeheerder voert meermaals per jaar visuele inspecties uit en minstens eenmaal per jaar een grondige inspectie van de bouwtechnische kenmerken.

Minimaal tweejaarlijks stelt de wegbeheerder een rapport op van de uitgevoerde verkeersveiligheidsinspecties.

Het rapport moet zo worden opgesteld dat duidelijk blijkt dat minstens de volgende elementen aan bod zijn gekomen : 1° toestand van het wegdek;2° verticale signalisatie;3° afschermende constructies;4° horizontale signalisatie;5° werking van de afwatering;6° verlichting;7° obstakels. HOOFDSTUK 6. - Certificatie van de verkeersveiligheidsauditoren Afdeling 1. - Voorwaarden en procedure van de certificatie

Art. 11.§ 1. Het bekwaamheidscertificaat van verkeersveiligheidauditor, vermeld in artikel 11 van het decreet van 17 juni 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/06/2011 pub. 04/07/2011 numac 2011035520 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten, wordt door de beoordelingscommissie, vermeld in artikel 17 van dit besluit, verleend aan de aanvrager die het bewijs levert dat hij voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° hij is een natuurlijk persoon;2° hij heeft minstens de graad van master of een daarmee gelijkgeschakelde graad behaald;3° a) voor de aanvrager die de graad van master in de ingenieurswetenschappen, de graad van master in de bio-ingenieurswetenschappen, de graad van master in de industriële wetenschappen of een daarmee gelijkgeschakelde graad heeft behaald : hij heeft minstens drie jaar praktische ervaring met wegenontwerp, wegenverkeersveiligheidstechnieken en ongevalsanalyse;b) voor de aanvrager die niet de graad van master in de ingenieurswetenschappen, de graad van master in de bio-ingenieurswetenschappen, de graad van master in de industriële wetenschappen of een daarmee gelijkgeschakelde graad heeft behaald : hij heeft minstens zes jaar praktische ervaring met wegenontwerp, wegenverkeersveiligheidstechnieken en ongevalsanalsyse;4° hij heeft het getuigschrift van de opleiding tot verkeersveiligheidsauditor, vermeld in artikel 15 van dit besluit, behaald. § 2. De aanvraag tot certificatie wordt met een aangetekende brief ingediend bij de beoordelingscommissie. De aanvraag bevat minstens een afschrift van het behaalde masterdiploma, een afschrift van het behaalde getuigschrift van de opleiding tot verkeersveiligheidsauditor en een overzicht van de relevante ervaringen.

De minister bepaalt de nadere regels tot vaststelling van de inhoud en de vorm van de aanvraag. § 3. De beoordelingscommissie onderzoekt de aanvraag en neemt, binnen een termijn van negentig kalenderdagen na de aanvraag, te rekenen vanaf de postdatum van de aangetekende brief, vermeld in paragraaf 2, een beslissing tot verlening of niet-verlening van het bekwaamheidscertificaat van verkeersveiligheidsauditor. De commissie kan de beslissingtermijn met maximaal dertig kalenderdagen verlengen als dat nodig is.

Bij het onderzoek van en de beslissing over de aanvraag wordt rekening gehouden met de gelijkwaardige certificatievoorwaarden waaraan de aanvrager al in een ander gewest in België of in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte heeft voldaan.

In geval van verlening levert de beoordelingscommissie het bekwaamheidscertificaat af. In geval van niet-verlening deelt de beoordelingscommissie de reden daarvan met een aangetekende brief mee aan de aanvrager. § 4. De aanvrager is ertoe gehouden al de door de beoordelingscommissie in het kader van het onderzoek van de certificatieaanvraag gevraagde aanvullende gegevens en documenten te verstrekken.

Als de aanvrager vraagt om gehoord te worden of als de beoordelingscommissie dat nuttig acht, organiseert de beoordelingscommissie een hoorzitting waarop de aanvrager wordt uitgenodigd.

Art. 12.Het bekwaamheidscertificaat van verkeersveiligheidsauditor wordt verleend voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van de uitreiking van het certificaat.

Art. 13.§ 1. De beoordelingscommissie kan het bekwaamheidscertificaat verlengen als de auditor gedurende de laatste vijf jaar minstens twintig uur bijscholing als vermeld in artikel 16, heeft gevolgd.

De minister kan, als zij dat nuttig acht, dat aantal verhogen van twintig uur naar maximaal zestig uur. § 2. Het bekwaamheidscertificaat wordt verlengd voor een periode van vijf jaar vanaf de vervaldatum van het lopende certificaat. § 3. Minstens zes maanden voor de vervaldatum van de lopende erkenning vraagt de aanvrager met een aangetekende brief de verlenging van het bekwaamheidscertificaat.

De minister bepaalt de nadere regels tot vaststelling van de inhoud en de vorm van de aanvraag tot verlenging van het bekwaamheidscertificaat.

Art. 14.De beoordelingscommissie kan het bekwaamheidscertificaat altijd intrekken als blijkt dat de auditor de taken waarmee hij is belast, niet objectief of niet naar behoren heeft uitgevoerd.

De beslissing tot intrekking wordt pas genomen nadat de auditor is gehoord, en wordt met een aangetekende brief aan de auditor meegedeeld.

De auditor is ertoe gehouden binnen veertien kalenderdagen na de datum van de beslissing tot intrekking van het certificaat het origineel van zijn bekwaamheidscertificaat aan de beoordelingscommissie te bezorgen. Afdeling 2. - Getuigschrift van de opleiding tot

verkeersveiligheidsauditor en de bijscholingen

Art. 15.§ 1. Het getuigschrift van de opleiding tot verkeersveiligheidsauditor wordt uitgereikt aan elke persoon die de opleiding tot verkeersveiligheidsauditor heeft gevolgd; bij elk onderdeel van het lesprogramma van de opleiding tot verkeersveiligheidsauditor, vermeld in paragraaf 2, meer dan 50 % van de werkelijk gegeven lesuren aanwezig was en geslaagd is voor de eindproef. § 2. Het lesprogramma van de opleiding tot verkeersveiligheidsauditor omvat minstens zestig uur theorie en minstens twintig uur praktijk en bestaat uit de volgende onderdelen : 1° basiselementen van verkeersveiligheidsbeheer, minimaal veertig uur, waarbij minstens de volgende aspecten aan bod komen : a) ongevallen : oorzaken, statistieken, analyse, risicomanagement;b) verschillende weggebruikers en hun verkeersveiligheidsbehoeften;c) verschillende wegcategorieën en hun kenmerken, met bijzondere aandacht voor de hoofdwegen;d) verschillende types kruispunten en hun kenmerken, met bijzondere aandacht voor de hoofdwegen;e) fundamentele verkeersveiligheidselementen, zoals geometrische parameters, fysische kenmerken van de weg, vergevingsgezindheid van de weg, continuïteit en consistentie van de weg, leesbaarheid van de weg, weguitrusting, verlichting, horizontale en verticale signalisatie en afschermende constructies;f) typische verkeersveiligheidsproblemen en potentiële corrigerende maatregelen;g) illustratie van de bovenstaande onderwerpen aan de hand van praktische en interactieve voorbeelden;2° procedures van verkeersveiligheidsbeheer, minimaal twintig uur, waarbij minstens de volgende aspecten aan bod komen : a) algemene inleiding : motieven, voordelen, kosten-batenanalyse van verkeersveiligheidsbeheer;b) juridische basis;c) verkeersveiligheidseffectbeoordeling : betrokkenen, doel en inhoud;d) verkeersveiligheidsaudit : betrokkenen, doel, fases, inhoud van de fases, procesverloop;e) inspectie door deskundigenteams : betrokkenen, aanleiding, doel, inhoud;f) standaardchecklisten en modelverslagen : doel en gebruik;g) benodigde data en basisprincipes van dataverzameling;h) illustratie van de bovenstaande onderwerpen aan de hand van praktische voorbeelden;3° praktisch deel, minimaal twintig uur, bestaande uit een gevalsstudie van elk van de verschillende fases van de audit, uit te voeren als begeleide individuele of groepsopdrachten, waarbij zowel de verkeersveiligheidscontrole van de ontwerpkenmerken zelf als het gebruik van de standaardchecklist, het opstellen van het verslag en de nabespreking aan bod komen. § 3. De eindproef van de opleiding tot verkeersveiligheidsauditor bestaat uit een praktische proef die toelaat vast te stellen dat zowel de vereiste theoretische als de vereiste praktische kennis verworven werd.

Een persoon slaagt voor de eindproef als hij minstens 60 % procent van de punten haalt. § 4. De minister staat in voor de praktische organisatie van de opleiding tot verkeersveiligheidsauditor en de eindproef.

Art. 16.De beoordelingscommissie bepaalt, op eigen initiatief of op aanvraag, welke bijscholingen in aanmerking worden genomen als relevante bijscholingen voor de houders van een bekwaamheidscertificaat van verkeersveiligheidsauditor.

De bijscholingen omvatten minstens vier uur en behandelen innovaties of gespecialiseerde elementen van verkeersveiligheidsbeheer of van verkeersveiligheidsmaatregelen of van infrastructuurprojecten en hun ontwerpprincipes of van de auditpraktijk. Afdeling 3. - Samenstelling en werking van de beoordelingscommissie

Art. 17.De beoordelingscommissie bestaat uit een voorzitter, een ondervoorzitter, die allebei personeelslid zijn van de Vlaamse Gemeenschap van ten minste rang A2, of rang A1 als ze minstens tien jaar anciënniteit hebben, en ten minste drie assessoren. Ze worden allemaal door de minister aangewezen op grond van hun bijzondere deskundigheid op het vlak van wegenontwerp, wegenverkeersveiligheidstechnieken of ongevalsanalyse voor een mandaat van maximaal drie jaar, dat kan worden hernieuwd.

De ondervoorzitter vervangt de voorzitter bij verhindering.

Een lid van de beoordelingscommissie kan het beroep van auditor niet uitoefenen. HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen

Art. 18.In afwijking van hoofdstuk 2 is er geen verkeersveiligheidseffectbeoordeling vereist voor een infrastructuurproject dat reeds vóór de inwerkingtreding van dit besluit is aangevat.

In afwijking van hoofdstuk 3 zal de verkeersveiligheidsaudit voor een infrastructuurproject dat al vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit aangevat is, niet worden uitgevoerd voor de lopende fase van het project. De verkeersveiligheidsaudit zal voor de eerste maal worden uitgevoerd bij de aanvang van een nieuwe fase van het infrastructuurproject.

Art. 19.In afwijking van artikel 11 kan de beoordelingscommissie, vermeld in artikel 17, tot en met 19 december 2013 een bekwaamheidscertificaat van auditor verlenen aan de aanvrager die het bewijs levert dat hij voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 11, § 1, 1°, 2° en 3°.

Een bekwaamheidscertificaat dat verleend is op basis van het eerste lid, vervalt op 19 december 2013.

De beoordelingscommissie kan het bekwaamheidscertificaat verlengen overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 13, § 2 en § 3, als de auditor vóór 19 december 2013 de opleiding tot verkeersveiligheidsauditor, vermeld in artikel 16, heeft gevolgd.

Art. 20.Het decreet van 17 juni 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/06/2011 pub. 04/07/2011 numac 2011035520 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur treedt in werking.

Art. 21.De Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid en het vervoer, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 3 februari 2012.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, H. CREVITS

^