Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 03 juli 2009
gepubliceerd op 26 augustus 2009

Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van de kapitaalschadecommissies en tot regeling van de kapitaalschadecompensatie ter uitvoering van het decreet grond- en pandenbeleid

bron
vlaamse overheid
numac
2009203838
pub.
26/08/2009
prom.
03/07/2009
ELI
eli/besluit/2009/07/03/2009203838/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 JULI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van de kapitaalschadecommissies en tot regeling van de kapitaalschadecompensatie ter uitvoering van het decreet grond- en pandenbeleid


De Vlaamse Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op boek 6 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid;

Gelet op artikel 1.1.5, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister van begroting, verleend op 14 mei 2009;

Gelet op advies 46.751/1 van de Raad van State, gegeven op 18 juni 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, de Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening en de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; 2° GBCS : Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem vermeld in artikel 1.2, § 1, 6°, van het decreet; 3° kapitaalschadecompensatie : de vergoeding verschuldigd op grond van kapitaalschade veroorzaakt door : a) een bestemmingswijziging opgenomen in een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg, als vermeld in artikel 6.2.1 van het decreet; b) het met een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg aanbrengen van een overdruk op een agrarisch gebied of een zone die onder de categorie van gebiedsaanduiding "landbouw" valt, als vermeld in artikel 6.3.1, eerste en tweede lid van het decreet; c) een beschikking houdende het opleggen van een erfdienstbaarheid tot openbaar nut op een agrarisch gebied of een zone die onder de categorie van gebiedsaanduiding "landbouw" valt, als vermeld in artikel 6.3.1, eerste en derde lid, van het decreet. HOOFDSTUK II. - Kapitaalschadecommissies Afdeling I. - Oprichting

Art. 2.Er wordt, in elke provincie, een kapitaalschadecommissie opgericht.

Elke kapitaalschadecommissie wordt genoemd naar de respectievelijke provincie.

Het secretariaat van de kapitaalschadecommissies is gevestigd in de respectievelijke provinciale afdelingen van de Vlaamse Landmaatschappij.

Art. 3.De voorzitter die zetelt in de kapitaalschadecommissies, wordt aangewezen door de Vlaamse ministers bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, Leefmilieu en Landbouw.

De voordracht van de overige effectieve leden van de kapitaalschadecommissies, gebeurt als volgt : 1° twee deskundigen per provinciale kapitaalschadecommissie voorgedragen door de leidend ambtenaar van de Vlaamse Landmaatschappij;2° een deskundige per provinciale kapitaalschadecommissie voorgedragen door de leidend ambtenaar van het Departement Landbouw en Visserij;3° een deskundige per provinciale kapitaalschadecommissie voorgedragen door de leidend ambtenaar van het Agentschap voor Natuur en Bos. Voor elk van de in het eerste en tweede lid vermelde effectieve leden worden op dezelfde wijze plaatsvervangende leden voorgedragen.

De effectieve leden alsook de plaatsvervangende leden van de kapitaalschadecommissies worden benoemd door de Vlaamse ministers bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, Leefmilieu en Landbouw voor een periode van vijf jaar.

Het mandaat is hernieuwbaar met een nieuwe termijn van telkens vijf jaar. Afdeling II. - Nadere regels voor de werkwijze en organisatie

van de kapitaalschadecommissies

Art. 4.De kapitaalschadecommissies vergaderen na bijeenroeping door de voorzitter, of als de voorzitter verhinderd is, zijn plaatsvervanger. De kapitaalschadecommissies vergaderen minstens tweemaal per jaar.

Elk lid van de commissie dat zonder verantwoording driemaal achtereenvolgens afwezig is, is ambtshalve ontslagnemend. De voorzitter brengt de instantie die instaat voor de voordracht van dat lid daarvan schriftelijk op de hoogte. De instantie brengt het betrokken lid op de hoogte en draagt een nieuw lid voor dat door de Vlaamse ministers, vermeld in artikel 3, wordt benoemd.

Art. 5.De kapitaalschadecommissies beraadslagen en beslissen geldig over de kapitaalschaderapporten bij aanwezigheid van de meerderheid van de leden.

Is die voorwaarde niet vervuld, dan kunnen de kapitaalschadecommissies op hun eerstvolgende vergadering, ongeacht het aantal aanwezige leden, geldig beslissen over de onderwerpen die waren geagendeerd voor de vergadering waarop onvoldoende leden aanwezig waren, op voorwaarde dat de nieuwe vergadering niet binnen de vierentwintig uur na de eerste plaats vindt. Voor nieuwe agendapunten is opnieuw de aanwezigheid van de meerderheid van de leden vereist.

De kapitaalschadecommissies beslissen bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

Art. 6.Het is voor een lid van een kapitaalschadecommissie verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als gelastigde, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Voor de toepassing van dit lid worden personen die wettelijk samenwonen, met echtgenoten gelijkgesteld.

De minister bevoegd voor het leefmilieu stelt, op voorstel van de Vlaamse Landmaatschappij, een deontologische code vast voor de leden van de kapitaalschadecommissies. De deontologische code omvat onder meer beginselen, gedragsregels, richtlijnen en principes met betrekking tot het vermijden van belangenvermenging, met betrekking tot integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie en met betrekking tot de geheimhoudingsplicht en het respecteren van de privacy.

Art. 7.Voor de vervulling van hun opdracht vallen de leden van de kapitaalschadecommissies onder toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen. HOOFDSTUK III. - Opmaak van de kapitaalschaderapporten Afdeling I. - Uitwisseling van gegevens nodig voor de opmaak van de

kapitaalschaderapporten

Art. 8.De Vlaamse Regering, de deputatie respectievelijk de provincieraad en het college van burgemeester en schepenen respectievelijk de gemeenteraad maken het register van de percelen, vermeld in artikel 2.2.2, § 1, eerste lid, 7°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, over aan het secretariaat van de kapitaalschadecommissie waar de percelen die een bestemmingswijziging ondergaan zijn gelegen.

Het register wordt op de volgende tijdstippen overgemaakt : 1° van zodra het ontwerp van gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voorlopig is vastgesteld en alvorens het openbaar onderzoek over dit ontwerp plaatsvindt;2° van zodra het gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, definitief is vastgesteld.

Art. 9.De beginselen van artikel 8 zijn van overeenkomstige toepassing bij de opmaak van bijzondere plannen van aanleg in de zin van artikel 7.4.4, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Afdeling II. - Inhoud van de kapitaalschaderapporten

Art. 10.De kapitaalschadecommissies maken overeenkomstig artikel 6.1.1., § 3, van het decreet een voorlopig en een definitief kapitaalschaderapport op voor een ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg dat een zone bevat als vermeld in artikel 6.2.1. van het decreet of artikel 6.3.1., tweede lid, van het decreet.

Art. 11.Het kapitaalschaderapport vermeldt welke kadastrale percelen of delen van kadastrale percelen, gelegen binnen de zone vermeld in artikel 10, opgenomen zijn in het GBCS.

Art. 12.§ 1. Voor de kadastrale percelen of delen van kadastrale percelen opgenomen in het GBCS, bevat het kapitaalschaderapport alle gegevens die nodig zijn voor de berekening van de kapitaalschadecompensatie.

Deze gegevens hebben betrekking op de gebruikswaarde van het betrokken perceel enerzijds en op de gebruikswaarde en de venale waarde van landbouwpercelen in de streek anderzijds.

De gebruikswaarde van een perceel wordt bepaald op basis van de geschiktheid van het perceel voor de verbouwde teelt en wordt uitgedrukt in procenten. Bij het bepalen van de gebruikswaarde van een perceel wordt rekening gehouden met alle relevante factoren, zoals de bodemgesteldheid, de drainageklasse, de intensiteit van de teelt en het bedrijf, de geldende reglementaire gebruiksbeperkingen zoals bemestingsnormen.

Voor het bepalen van de venale waarde van percelen maken de kapitaalschadecommissies gebruik van de beschikbare prijsgegevens van vergelijkbare verkopen uit de streek. § 2. Het kapitaalschaderapport bevat : 1° Gpercvo : de gebruikswaarde van het betrokken perceel, voorafgaand aan de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan of het plan van aanleg;2° Gpercna : de gebruikswaarde van het betrokken perceel, rekening houdend met de gebruikswaardedaling ten gevolge van het ruimtelijk uitvoeringsplan of het plan van aanleg, uitgedrukt in procenten en bepaald overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 tot uitvoering van het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut;3° Gmin : de gebruikswaarde van een landbouwperceel in de streek met minimale gebruikswaarde;4° Gmax : de gebruikswaarde van een landbouwperceel in de streek met maximale gebruikswaarde;5° Vminvo : de venale waarde per hectare van een landbouwperceel in de streek met minimale gebruikswaarde rekening houdend met de bestemming en de eventuele overdruk voorafgaand aan de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan of het plan van aanleg;6° Vminna : de venale waarde per hectare van een landbouwperceel in de streek met minimale gebruikswaarde rekening houdend met de bestemming en de eventuele overdruk na de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan of het plan van aanleg;7° Vmaxvo : de venale waarde per hectare van een landbouwperceel in de streek met maximale gebruikswaarde rekening houdend met de bestemming en de eventuele overdruk voorafgaand aan de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan of het plan van aanleg;8° Vmaxna : de venale waarde per hectare van een landbouwperceel in de streek met maximale gebruikswaarde rekening houdend met de bestemming of de eventuele overdruk na de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan of het plan van aanleg. Bij het bepalen van de gegevens vermeld in 1° tot 8° wordt rekening gehouden met alle geldende wettelijke en verordenende bepalingen die op het moment van de berekening van kracht zijn. HOOFDSTUK IV. - Adviezen over kapitaalschade voortvloeiend uit beschikkingen houdende het opleggen van een erfdienstbaarheid tot openbaar nut

Art. 13.De kapitaalschadecommissies, in uitvoering van artikel 6.3.1., derde lid, van het decreet, zijn belast met het verlenen van adviezen over kapitaalschade voortvloeiend uit beschikkingen houdende het opleggen van een erfdienstbaarheid tot openbaar nut.

Art. 14.Voor de berekening van de kapitaalschade door een erfdienstbaarheid houdt de Vlaamse Landmaatschappij rekening met de bodemsamenstelling, de aard van het bodemgebruik, de regionale karakteristieken en de aard van de bestemming van het perceel waarop de erfdienstbaarheid is gelegd, alsook met de omvang van de opgelegde erfdienstbaarheid en de erdoor veroorzaakte beperking op het vlak van de economische aanwending van de grond. Het advies bevat dezelfde gegevens als vermeld in artikel 12, § 2, met dien verstande dat rekening wordt gehouden met de waardevermindering ten gevolge van een beschikking tot opleggen van een erfdienstbaarheid tot openbaar nut in plaats van een waardevermindering ten gevolge van een ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg.

Art. 15.Bij het bepalen van de kapitaalschade door een erfdienstbaarheid wordt geen rekening gehouden met bijkomende schade als gevolg van een gebruik dat niet in overeenstemming is met de op dat moment reeds geldende wettelijke bepalingen inzake het behoud van de basismilieukwaliteit. De basiskwaliteit is de kwaliteit die wordt bereikt door het naleven van de gebruikelijke goede landbouwmethode, door de naleving van de eisen gesteld in de artikelen 4, 5 en 6 van de Verordening 73/2009 en door het naleven van de voorschriften in de Vlaamse regelgeving rond natuur en milieu. HOOFDSTUK V. - Aanvraagprocedure en berekening van de kapitaalschadecompensatie

Art. 16.De aanvraag tot kapitaalschadecompensatie dient op straffe van verval binnen een periode van één jaar na de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan, het plan van aanleg of de beschikking houdende het opleggen van een erfdienstbaarheid tot openbaar nut die de kapitaalschade doet ontstaan per beveiligde zending te worden gericht aan de provinciale afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij waar het grootste deel van het perceel is gelegen.

Bij de aanvraag worden de volgende stukken gevoegd : 1° een plan waaruit blijkt voor welk perceel de kapitaalschadecompensatie wordt gevraagd en eventueel een situatietekening of een kopie van het stratenplan, met vermelding van de straatnaam of de gangbare plaatsnaam, waaruit blijkt voor welk perceel de compensatie wordt gevraagd;2° een bewijs dat de aanvrager op het ogenblik van de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan, het plan van aanleg of de beschikking titularis is van ten minste het naakte eigendomsrecht op het perceel, of een bewijs waaruit blijkt dat dit eigendomsrecht of het naakt eigendomsrecht kosteloos of ingevolge erfopvolging of testament wordt overgedragen aan de aanvrager;3° indien er meerdere aanvragers zijn, dienen deze in principe allen de aanvraag te ondertekenen behoudens wanneer een aanvrager een volmacht voorlegt waarbij hij de opdracht krijgt de aanvraag in te dienen in eigen naam en in naam van een andere aanvrager;4° indien er meerdere aanvragers zijn, de aanduiding van de aanvrager waaraan de kapitaalschadecompensatie zal worden gestort.

Art. 17.De Vlaamse Landmaatschappij gaat na of de aanvrager in aanmerking komt voor een kapitaalschadecompensatie en of alle stukken als vermeld in artikel 16, tweede lid, werden bezorgd.

Als de aanvraag volledig is, wordt de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht per beveiligde zending binnen de dertig dagen na ontvangst van de aanvraag.

Als niet alle stukken werden bezorgd, wordt de aanvraag als onvolledig beschouwd. De aanvrager wordt binnen de dertig dagen na de ontvangst van de aanvraag hiervan op de hoogte gebracht van de stukken die ontbreken. De aanvrager bezorgt de ontbrekende stukken binnen de veertien dagen met een beveiligde zending aan de provinciale afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij, vermeld in artikel 16. De aanvrager wordt binnen de veertien dagen na ontvangst van de ontbrekende stukken ervan op de hoogte gebracht of zijn aanvraag volledig is.

Art. 18.De Vlaamse Landmaatschappij berekent de kapitaalschadecompensatie voor de percelen die in aanmerking komen als volgt, rekening houdend met de gegevens uit het kapitaalschaderapport als vermeld in artikel 12, § 2. of met de gegevens uit het advies als vermeld in artikel 14 : 1° de Vlaamse Landmaatschappij bepaalt de vermoede of gemiddelde venale waarde per hectare voor het betrokken perceel, hierna Vpercvo te noemen, Vpercvo = (((Vmaxvo-Vminvo)/(Gmax-Gmin))X(Gpercvo-Gmin))+Vminvo;2° de Vlaamse Landmaatschappij bepaalt vervolgens de vermoede of gemiddelde venale waarde van het betrokken perceel door Vpercvo te vermenigvuldigen met de oppervlakte van het betrokken perceel;3° de Vlaamse Landmaatschappij berekent de waardeverminderingscoëfficiënt van het betrokken perceel, Waardeverminderingscoëfficiënt = (Vpercvo-((((Vmaxna-Vminna)/(Gmax-Gmin))X(Gpercna-Gmin))+Vminna))/Vpercvo;4° de kapitaalschadecompensatie bedraagt 80 % van het product van de waardeverminderingscoëfficiënt en de vermoede of gemiddelde venale waarde van het betrokken perceel.

Art. 19.§ 1. Binnen de vier maanden nadat de aanvrager op de hoogte is gebracht van de volledigheid van de aanvraag, maakt de Vlaamse Landmaatschappij een ontwerpbeslissing op. De aanvrager wordt met een beveiligde zending op de hoogte gebracht van de ontwerpbeslissing. § 2. De aanvrager die de ontwerpbeslissing betwist, kan daartegen een bezwaar indienen met een beveiligde zending bij de centrale directie van de Vlaamse Landmaatschappij, binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van de beveiligde zending waarin hij op de hoogte wordt gebracht van de ontwerpbeslissing.

Als geen of niet tijdig bezwaar is ingediend, wordt de ontwerpbeslissing geacht definitief te zijn.

Als een tijdig bezwaar is ingediend onderzoekt de Vlaamse Landmaatschappij de gegrondheid van de bezwaren.

Als het bezwaar betrekking heeft op het kapitaalschaderapport of het advies van de kapitaalschadecommissie, kan de Vlaamse Landmaatschappij aan de voorzitter van de kapitaalschadecommissie vragen de kapitaalschadecommissie te horen. De kapitaalschadecommissie dient binnen een termijn van twee maanden na ontvangst van het bezwaar te worden gehoord.

De Vlaamse Landmaatschappij kan de kapitaalschadecommissie bevelen een aanvullend onderzoek te verrichten dat dient te zijn afgerond binnen een termijn van één maand nadat de kapitaalschadecommissie daartoe opdracht kreeg. De Vlaamse Landmaatschappij kan haar opdragen het kapitaalschaderapport of het advies dienovereenkomstig aan te passen binnen een termijn van een maand nadat ze daartoe opdracht kreeg. § 3. De aanvrager wordt met een beveiligde zending op de hoogte gebracht van de definitieve beslissing van de Vlaamse Landmaatschappij binnen een termijn van vierentwintig maanden na de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan, het plan van aanleg of de beschikking houdende het opleggen van een erfdienstbaarheid tot openbaar nut. § 4. Binnen de zes maanden nadat de aanvrager op de hoogte is gebracht van de definitieve beslissing wordt de kapitaalschadecompensatie, als die wordt toegekend en als er kredieten beschikbaar zijn gesteld, uitgekeerd door de Vlaamse Landmaatschappij. HOOFDSTUK VI. - Wijzigings- en overgangsbepalingen en inwerkingtreding

Art. 20.Aan punt 7 van de bijlage, gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen, wordt een streepje toegevoegd dat luidt als volgt : « - de kapitaalschadecommissies vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 tot oprichting van de kapitaalschadecommissies en tot regeling van de kapitaalschadecompensatie ter uitvoering van het decreet grond- en pandenbeleid. »

Art. 21.In afwijking van 16, eerste lid, kunnen aanvragen voor een kapitaalschade veroorzaakt door een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg dat definitief werd vastgesteld tussen 1 januari 2008 en de datum van inwerkingtreding van dit besluit, ingediend worden tot één jaar na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 22.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en de Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, zijn, ieder wat zijn of haar bevoegdheid betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 23.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2009.

Brussel, 3 juli 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurzaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS De viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS

^