Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 04 april 2014
gepubliceerd op 04 augustus 2014

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2004 betreffende de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief van lagere besturen of ermee gelijkgestelde personen worden uitgevoerd

bron
vlaamse overheid
numac
2014202991
pub.
04/08/2014
prom.
04/04/2014
ELI
eli/besluit/2014/04/04/2014202991/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 APRIL 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/01/2004 pub. 25/02/2004 numac 2004035269 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief van lagere besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd sluiten betreffende de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief van lagere besturen of ermee gelijkgestelde personen worden uitgevoerd


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, artikel 15, eerste lid, 2°;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/01/2004 pub. 25/02/2004 numac 2004035269 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief van lagere besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd sluiten betreffende de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief van lagere besturen of ermee gelijkgestelde personen worden uitgevoerd;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 augustus 2013;

Gelet op advies 55.358/1 van de Raad van State, gegeven op 13 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;

Na beraadslaging, BESLUIT:

Artikel 1.In artikel 1, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/01/2004 pub. 25/02/2004 numac 2004035269 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief van lagere besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd sluiten betreffende de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief van lagere besturen of ermee gelijkgestelde personen worden uitgevoerd worden de woorden "Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest" vervangen door de woorden "Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij".

Art. 2.In het opschrift en in artikel 1, 3°, artikel 11, 2° en artikel 25 van hetzelfde besluit worden de woorden "lagere besturen" vervangen door de woorden "lokale besturen".

Art. 3.In artikel 2, eerste lid, artikel 11, 3°, artikel 13, 16, 17, 18, eerste lid, artikel 20, 21, 22, 23, 26 en 27 van hetzelfde besluit worden de woorden "lager bestuur" vervangen door de woorden "lokaal bestuur".

Art. 4.In artikel 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de zinsnede "de Vlaamse regering," en de zinsnede "of de leidende ambtenaar van de bevoegde administratie, overeenkomstig de aan hem of haar verleende delegaties," opgeheven.

Art. 5.Aan artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012, wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt: "3° innovatieve projecten die zijn opgezet in samenwerking met de OVAM en die leiden tot een lagere milieudruk, verbonden met het materiaalgebruik of -verbruik door het stimuleren van een duurzamer ontwerp of gebruik van producten en diensten, meer en betere selectieve inzameling, en recyclage of betere afzet van recyclaten.".

Art. 6.In artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "en de berekeningswijze die van toepassing zijn." vervangen door de zinsnede ", de berekeningswijzen die van toepassing zijn en de uitbetalingsmodaliteiten.".

Art. 7.Aan artikel 5, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt: "3° innovatieve projecten overeenkomstig artikel 3, 3°, maximaal 50 % .".

Art. 8.In artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit wordt het woord "investering" telkens vervangen door de woorden "investering of projectkosten".

Art. 9.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 12.De Vlaamse minister kan nadere regels vaststellen omtrent de aanvraagprocedure zoals de samenstelling van de ontwerp- en gunningsdossiers, het projectidee, het projectvoorstel en het eindrapport, alsook de wijze van indiening.".

Art. 10.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 14.De Vlaamse minister geeft op basis van het ontwerpdossier al dan niet de vaste belofte tot toelage en brengt het lokaal bestuur daarvan op de hoogte.".

Art. 11.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de zinsnede "de Vlaamse regering, de Vlaamse minister of" en de zinsnede ", overeenkomstig de aan hem of haar verleende delegaties," opgeheven.

Art. 12.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de zinsnede "de Vlaamse regering, de Vlaamse minister of" en de zinsnede ", overeenkomstig de aan hem of haar verleende delegaties," opgeheven; 2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Als het gunningsbedrag boven de maximumgrens, vermeld in artikel 17, ligt, kan de Vlaamse minister eveneens een afwijking toestaan op basis van een gemotiveerd verzoek van het lokaal bestuur."; 3° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Als het gunningsbedrag onder de minimumgrens, vermeld in artikel 17, ligt, kan de leidende ambtenaar van de bevoegde administratie eveneens een afwijking toestaan op basis van een gemotiveerd verzoek van het lokaal bestuur.".

Art. 13.Aan artikel 19 van hetzelfde besluit worden de woorden "en na goedkeuring door de leidende ambtenaar van de bevoegde administratie" toegevoegd.

Art. 14.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de zinsnede "De Vlaamse regering," en de zinsnede "of de leidende ambtenaar van de bevoegde administratie, overeenkomstig de aan hem of haar verleende delegaties," opgeheven.

Art. 15.Aan artikel 24 van hetzelfde besluit worden de woorden "en na goedkeuring door de leidende ambtenaar van de bevoegde administratie" toegevoegd.

Art. 16.Aan hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt een afdeling III, die bestaat uit artikel 24/1 tot en met 24/12, toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling III. Procedure voor subsidiëring van innovatieve projecten

Art. 24/1.Tegen 1 april en 1 oktober van elk jaar kunnen lokale besturen één of meerdere projectideeën betreffende een innovatief project dat potentieel heeft om te leiden tot een lagere milieudruk op het vlak van materialengebruik of -verbruik, indienen bij de bevoegde administratie.

Art. 24/2.Uit de ingediende projectideeën worden een aantal projecten geselecteerd binnen het beschikbare budget. De selectie zal gebeuren door een expertencommissie, voorgezeten door de bevoegde administratie. De afweging van de projectideeën zal gebeuren aan de hand van de volgende criteria: 1° potentieel aan verwachte effecten op het vlak van materialengebruik en -verbruik, op 20 punten;2° innovatief karakter van het project, potentieel aan leerervaringen voor Vlaanderen en het lokaal bestuur, op 20 punten;3° concrete uitvoerbaarheid van het project, op 20 punten;4° opschaalbaarheid of reproduceerbaarheid van het project naar andere lokale besturen, op 20 punten;5° passend binnen de beleidsprioriteiten van de Vlaamse overheid, vermeld in de beheersovereenkomst tussen de OVAM en de Vlaamse minister, op 10 punten;6° globale milieuwinst, win-win situatie naar andere leefmilieudomeinen, op 10 punten. De projectideeën worden gerangschikt volgens een aflopende score.

Projecten onder 50/100 komen niet in aanmerking voor subsidiëring.

Projectideeën met een score van meer dan 50/100 die omwille van budgettaire beperkingen niet geselecteerd worden, worden op een lijst geplaatst en komen bij een volgende indieningsperiode opnieuw in aanmerking als mogelijk te subsidiëren projectidee.

De Vlaamse minister stelt de samenstelling van de expertencommissie, vermeld in het eerste lid, vast.

Art. 24/3.De geselecteerde projectideëen worden elk via een projectgroep bestaande uit vertegenwoordigers van het lokaal bestuur en de OVAM verder uitgewerkt tot een compleet projectvoorstel.

Art. 24/4.Het projectvoorstel moet ingediend worden uiterlijk 6 maanden na het bericht van selectie van het projectidee. Deze periode kan op vraag van de projectindiener, éénmalig verlengd worden met nogmaals 6 maanden, na goedkeuring door de bevoegde administratie. Na het verstrijken van deze termijn komt de selectie van het projectidee te vervallen.

Art. 24/5.Het projectvoorstel kan pas ingediend worden voor subsidiëring na goedkeuring van het voorstel door zowel de subsidieaanvrager, de OVAM als eventueel andere betrokkenen. Deze goedkeuring wordt bij de projectaanvraag gevoegd.

Art. 24/6.Het lokaal bestuur zendt het projectvoorstel met een aangetekende brief naar de bevoegde administratie.

Art. 24/7.De Vlaamse minister geeft op basis van het projectvoorstel al dan niet de vaste belofte van toelage en stelt het lokaal bestuur hiervan in kennis.

Art. 24/8.De ontvangst van de vaste belofte van toelage geeft het lokaal bestuur het recht om het project op te starten.

Art. 24/9.Binnen 6 maanden na afloop van het project wordt een eindrapport opgeleverd.

Art. 24/10.De expertencommissie, vermeld in artikel 24/2, adviseert de leidende ambtenaar van de bevoegde administratie over het eindrapport. Ze geeft daarbij aan in welke mate het project is uitgevoerd conform het goedgekeurde projectvoorstel.

Art. 24/11.De uitbetaling van de subsidies gebeurt na controle van de eindafrekening, de facturen en kostennota's en mits goedkeuring door de leidende ambtenaar van de bevoegde administratie van het eindrapport.

Art. 24/12.Als blijkt dat het project niet kan uitgevoerd worden zoals opgenomen in het projectvoorstel, hebben zowel de subsidieaanvrager als de OVAM het recht om het project stop te zetten.".

Art. 17.In artikel 26 van hetzelfde besluit worden de zinsnede "De Vlaamse regering, de Vlaamse minister of" en de zinsnede ", overeenkomstig de aan hem of haar verleende delegaties," opgeheven.

Art. 18.In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de zinsnede "de Vlaamse regering, de Vlaamse minister of" en de zinsnede ", overeenkomstig de aan hem of haar verleende delegaties," opgeheven.

Art. 19.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 april 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE

^