Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 04 juli 2008
gepubliceerd op 29 augustus 2008

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van sommige regelgeving betreffende de jacht

bron
vlaamse overheid
numac
2008036031
pub.
29/08/2008
prom.
04/07/2008
ELI
eli/besluit/2008/07/04/2008036031/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van sommige regelgeving betreffende de jacht


De Vlaamse Regering, Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, inzonderheid op artikel 12, 13, derde en vierde lid, 15, § 1, tweede lid, en 21, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 1963 tot instelling van de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor het bekomen van een jachtverlof of van een jachtvergunning, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 september 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 februari 1977 betreffende de afgifte van jachtverloven en jachtvergunningen, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 1999;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 1987 betreffende het gebruik van vuurwapens en munitie bij de jacht in het Vlaamse Gewest, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 1995 betreffende de organisatie van het jachtexamen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 26 november 1999, 14 september 2001 en 30 januari 2004;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 1998 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder afzonderlijke jachtterreinen vrijwillig tot grotere beheereenheden kunnen worden samengevoegd en van de criteria waaronder beheereenheden kunnen worden erkend, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 september 2001 en 9 september 2005;

Gelet op het advies van de Vlaamse Hoge Jachtraad, gegeven op 5 december 2007;

Gelet op het advies van de Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud, gegeven op 3 december 2007;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 22 februari 2008;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 11 maart 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 juli 1963 tot instelling van de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor het bekomen van een jachtverlof of van een jachtvergunning wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 2.De verzekering moet worden gesloten bij een verzekeraar die gerechtigd is om verzekeringsovereenkomsten te sluiten die verband houden met in België gelegen jachtrisico's, waardoor gewaarborgd is dat die verzekering de aansprakelijkheid dekt onder de voorwaarden, vermeld in dit besluit. »

Art. 2.Artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 3.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1977 betreffende de afgifte van jachtverloven en jachtvergunningen wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 3.De arrondissementscommissaris, bevoegd voor de afgifte van jachtverloven in de provincie Vlaams-Brabant, kan een verlof afgeven aan de leden van de Koninklijke Familie of aan de diplomatieke en consulaire ambtenaren van buitenlandse nationaliteit die erkend zijn door een minister, lid van de Federale Regering tot wiens bevoegdheden de buitenlandse betrekkingen behoren, als zij in het bezit zijn van een verzekeringsgetuigschrift voor de wettelijke aansprakelijkheid inzake jacht voor het jachtseizoen in kwestie. »

Art. 4.Aan artikel 4, 2°, vijfde alinea, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 1995, wordt de volgende zin toegevoegd : « De minister, bevoegd voor de jacht kan het jachtexamengetuigschrift, uitgereikt in andere Europese landen, gelijkstellen met het bovenvermelde getuigschrift. »

Art. 5.In artikel 11, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt punt 3° vervangen door wat volgt : « 3° een getuigschrift waaruit blijkt dat de genodigde met goed gevolg het theoretische en het praktische gedeelte van het jachtexamen heeft afgelegd, of een daarmee gelijkgesteld getuigschrift, als vermeld in artikel 4, 2°.

De genodigde is ontslagen van overlegging van dat getuigschrift als hij een geldig jachtverlof van zijn land van oorsprong of van zijn land van verblijf kan voorleggen, geldig voor het jaar waarin de vergunning wordt aangevraagd. »

Art. 6.Artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 januari 1995 en 28 juni 1999, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 14.De aanvrager van een jachtverlof wordt vrijgesteld van de verplichting, vermeld in artikel 4, 2°, om een geldig getuigschrift van het theoretische gedeelte en het praktische gedeelte van het jachtexamen voor te leggen als hij een geldig jachtverlof, behaald in het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, Nederland of het Groot-Hertogdom Luxemburg, kan voorleggen.

Die vrijstelling geldt niet meer als de aanvrager : 1° is veroordeeld wegens een overtreding van de jachtwetgeving sinds de afgifte van het vorige jachtverlof;2° al meer dan tien jaar geen jachtverlof meer heeft verkregen, te rekenen vanaf de laatste geldigheidsdag van het laatste uitgereikte jachtverlof.»

Art. 7.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 1987 betreffende het gebruik van vuurwapens en munitie bij de jacht in het Vlaamse Gewest worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° wordt het getal « 20 » vervangen door het getal « 24 »;2° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° geweren met getrokken loop met een nominaal kaliber van minstens 22 Engelse duim of 5,6 mm;».

Art. 8.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, punt b) wordt het getal « 3,5 » vervangen door het getal « 4 »;2° in § 1, punt c) worden de woorden « van een nominaal kaliber uitgedrukt of omgerekend in millimeter van ten minste 5,6 mm » geschrapt;3° in § 2 wordt tussen de woorden « worden uitgesloten » en de woorden »fosfor- of lichtspoorkogels » het woord « randvuurkogelpatronen » ingevoegd.

Art. 9.Aan artikel 3, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 1995 betreffende de organisatie van het jachtexamen worden een punt c), een punt d) en een punt e) toegevoegd, die luiden als volgt : « c) 100 euro voor de kandidaten die, krachtens artikel 9, § 3, zijn vrijgesteld van het onderdeel veilige omgang met vuurwapens van het praktische gedeelte; d) 40 euro voor de kandidaten die, krachtens artikel 9, § 3, zijn vrijgesteld van de onderdelen veilige omgang met vuurwapens en schietvaardigheid met het hagelgeweer van het praktische gedeelte;e) 40 euro voor de kandidaten die, krachtens artikel 9, § 3, zijn vrijgesteld van de onderdelen veilige omgang met vuurwapens en schietvaardigheid met de buks van het praktische gedeelte.»

Art. 10.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 5.De kandidaat moet in staat zijn kennis te nemen van de gestelde vragen met eigen middelen zonder de hulp van de persoon die hem eventueel vergezelt.

De volgende personen kunnen het examen mondeling afleggen : 1° analfabeten.Als bewijs van analfabetisme moet de betrokkene een attest van het gemeentebestuur van zijn woonplaats overleggen aan het bestuur; 2° personen met een handicap.Als bewijs van de handicap moet de betrokkene een medisch attest voorleggen waaruit zijn handicap blijkt.

Het attest moet samen met het formulier, vermeld in artikel 7, ingediend worden.

De fysieke toestand van de kandidaten moet toelaten om op een zelfstandige basis alle onderdelen van het examen af te leggen. »

Art. 11.In artikel 9, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « Om te slagen voor het praktische gedeelte moet de kandidaat minstens 60 percent behalen in het onderdeel veilige omgang met vuurwapens en minstens 50 percent in de overige onderdelen.»; 2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : « Een kandidaat wordt pas toegelaten tot de schietvaardigheidsproeven als hij vooraf geslaagd is voor het onderdeel veilige omgang met vuurwapens of als hij voor datzelfde onderdeel een geldig deelbewijs kan voorleggen.»

Art. 12.In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 26 november 1999 en 30 januari 2004, wordt § 3 vervangen door wat volgt : « § 3. Als een kandidaat niet geslaagd is voor het praktische gedeelte, maar wel geslaagd is voor één of twee onderdelen ervan, wordt hij bij zijn deelname aan een volgend examen vrijgesteld van die onderdelen. De kandidaat betaalt dan het inschrijvingsgeld, vermeld in artikel 3, eerste lid, c), d) of e). Die vrijstelling is maximaal drie jaar geldig. »

Art. 13.In bijlage I van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 14° wordt vervangen door wat volgt : « 14° vervoer van en handel in wild en wildhygiëne;»; 2° er wordt een punt 18° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 18° de wapenwetgeving in relatie tot de jacht.»

Art. 14.In bijlage II van hetzelfde besluit wordt in punt 1 het getal « 50 » vervangen door het getal « 60 ».

Art. 15.In artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 1998 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder afzonderlijke jachtterreinen vrijwillig tot grotere beheereenheden kunnen worden samengevoegd en van de criteria waaronder beheereenheden kunnen worden erkend, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 september 2001 en 9 september 2005, wordt § 4 vervangen door wat volgt : « § 4. De bedragen, vermeld in § 3, worden verleend binnen de perken van de begrotingskredieten. »

Art. 16.In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 september 2001 en 9 september 2005, wordt § 6 vervangen door wat volgt : « § 6. De bedragen, vermeld in § 4, worden verleend binnen de perken van de begrotingskredieten. »

Art. 17.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 9, 11, 12 en 14, waarvan de inwerkingtreding wordt bepaald door de Vlaamse minister bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud.

Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 juli 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS

^