Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 04 juni 2004
gepubliceerd op 15 oktober 2004

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden voor de erkenning en/of subsidiëring van strategische projecten in het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036543
pub.
15/10/2004
prom.
04/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/04/2004036543/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JUNI 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden voor de erkenning en/of subsidiëring van strategische projecten in het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 19 december 2003 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2004, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Financiën en de Begroting, gegeven op 4 maart 2004;

Gelet op het advies 36.766/1 van de Raad van State, gegeven op 30 maart 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan ander : 1° de Vlaamse minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening;2° de administratie : de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, afdeling Ruimtelijke Planning;3° een strategisch project : een project met een ruimtelijke invalshoek, waarvan het resultaat tot doel heeft actief bij te dragen tot de versterking van hetzij een stedelijk gebied, hetzij het buitengebied.4° een strategisch project voor het buitengebied : een project in het buitengebied dat gericht is op het vrijwaren van de open ruimte en betrekking heeft op het behoud, de ontwikkeling en de verweving van de elementen van de natuurlijke, de agrarische en de nederzettingsstructuur, en dat op korte of halflange termijn kan worden uitgevoerd.Deze projecten zijn belangrijk als impuls voor het buitengebiedbeleid op Vlaams niveau; 5° een strategisch stedelijk project : een project in het stedelijk gebied dat gericht is op het bevorderen van de multifunctionaliteit, dat de grote potenties van het stedelijke gebied illustreert en deze op een gecoördineerde en efficiënte wijze helpt te realiseren, en op korte of halflange termijn kan worden uitgevoerd.Deze projecten zijn belangrijk als impuls voor het stedelijke-gebiedbeleid op Vlaams niveau; 6° de aanvrager : de provincie, een gemeente die behoort tot een grootstedelijk of regionaalstedelijk gebied, eventueel in samenwerking met derde partners of een samenwerkingsverband van gemeenten in het buitengebied, eventueel in samenwerking met derde partners.De aanvrager zet een projectstructuur op om een strategisch project te realiseren; 7° de projectstructuur : de specifieke organisatorische structuur, geleid door een coördinator, die toelaat een of meer strategische projecten zoals bedoeld in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen via uitvoeringsgerichte activiteiten binnen een van tevoren aangegeven periode te realiseren;8° de coördinator : de persoon die door de aanvrager wordt belast met de concrete implementatie van een of meer door de minister erkende strategische projecten.De coördinator is een persoon met gezag en ervaring en beschikt over leiderschapscapaciteiten. Hij of zij brengt de betrokken partijen rond de tafel, geeft impulsen en zet aan tot actie om het strategische project te realiseren.

Art. 2.Binnen de perken van de daartoe bestemde kredieten op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap kan de Vlaamse minister subsidies toekennen voor de loon- en werkingskosten van de coördinator overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. HOOFDSTUK II. - Erkenningen

Art. 3.De Vlaamse minister kan strategische projecten erkennen.

Voor de erkenning van strategische projecten zullen de volgende elementen worden beoordeeld en geadviseerd : 1° elk strategisch project past binnen de visie, uitgewerkt in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, en levert een substantiële meerwaarde aan de uitvoering van het Vlaamse ruimtelijke beleid;2° elk strategisch project heeft een duidelijke voorbeeld- en signaalfunctie in relatie tot de verdere uitwerking van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen;3° elk strategisch project heeft een integraal karakter (ruimtelijk, economisch, sociaal) en is structurerend voor delen van het stedelijke gebied of van het buitengebied;4° de resultaten van strategische stedelijke projecten werken op zich vernieuwend en stimuleren een vernieuwingsproces in het stedelijke gebied.Naargelang van de aard van het gebied dragen deze resultaten bij tot : a) het realiseren van een verhoogd en verbeterd aanbod aan woongelegenheid, van een verhoogde woningdichtheid, van een gedifferentieerdere samenstelling van de woningmarkt met aandacht voor verdichting en verweving, de verbetering van voorzieningen voor openbaar en collectief vervoer, voorzieningen van openbaar nut, stedelijk groen en recreatie;b) ruimte voor economische activiteiten op strategische locaties;5° de resultaten van strategische projecten in het buitengebied dragen bij tot een effectieve inrichting van strategische locaties voor het landschap, de natuur, de landbouw en/of het bos en/of voor wonen en werken in de kernen van het buitengebied en tot de verweving van natuur, landbouw, bos en recreatie in het buitengebied.6° een strategisch project heeft een functionele, ruimtelijke en administratief-institutionele complexiteit die de mogelijkheden van het lokale bestuur voor de realisatie ervan overstijgt.zonder een speciaal daartoe aangewezen coördinator kan het strategische project niet tot een goed einde worden gebracht. Als de implementatie van meerdere strategische projecten wordt voorgesteld, overschrijdt het totaalpakket de mogelijkheden van het lokale bestuur voor de realisatie van deze strategische projecten. 7° De projectstructuur (en de coördinatie) is gestoeld op de volgende uitgangspunten : a) een methodische aanpak van het strategische project of de strategische projecten;b) een aangepaste, administratief eenvoudige en professionele projectstructuur; c) een goede communicatiestrategie met het beleid en met de omgeving (bevolking, media, doelgroepen....); d) eventueel de participatie van private actoren in de uitvoering van het project. De Vlaamse minister kan, op advies van de administratie, een vertegenwoordiger van het Vlaamse Gewest aanstellen in de projectstructuur met het oog op een inhoudelijke bewaking van de projectuitvoering.

Art. 4.Strategische stedelijke projecten kunnen enkel gelokaliseerd zijn in de groot- en regionaalstedelijke gebieden, namelijk het Vlaamse stedelijke gebied rond Brussel en de stedelijke gebieden Antwerpen, Gent, Aalst, Brugge, Hasselt-Genk, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout.

Art. 5.De aanvraag tot erkenning van het strategische project wordt per aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs ingediend bij de administratie. De aanvraag bevat de volgende gegevens : 1° een inhoudelijke beschrijving van het strategisch project;2° een situering in het gevoerde beleid van de Vlaamse overheid, zodat de punten, vermeld in artikel 3, kunnen worden beoordeeld;3° een opsomming en een omschrijving van de bij het strategische project betrokken actoren;4° een beschrijving van de verwachte resultaten van het strategische project;5° de duur van het project.

Art. 6.De Vlaamse minister verleent of weigert de erkenning van het strategische project na advies van de administratie. De beslissing wordt aan de aanvrager betekend door middel van een aangetekende brief.

Art. 7.De erkenning is geldig voor een bepaalde duur. Een eventuele verlenging is mogelijk volgens dezelfde procedure. Bij de aanvraag wordt de reden voor de verlenging duidelijk gemotiveerd. De aanvraag tot verlenging wordt uiterlijk zes maanden voor het vervallen van de erkenning ingediend bij de administratie.

Art. 8.De Vlaamse minister kan de erkenning van een strategisch project intrekken als de verwachte resultaten niet worden gerealiseerd binnen de vastgestelde periode. HOOFDSTUK III. - Subsidiëring

Art. 9.Voor de erkende strategische projecten kan een aanvraag tot subsidie worden ingediend voor de loon- en werkingskosten van de coördinator die zal worden aangesteld om de uitvoering van het strategische project te trekken. De aanvraag tot subsidie wordt per aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs ingediend bij de administratie vóór 1 oktober van het betreffende begrotingsjaar. De aanvraag kan samen met de aanvraag tot erkenning worden ingediend.

De aanvraag bevat in dat geval de volgende informatie (aanvullend bij de informatie over het strategische project) : 1° een beschrijving van de projectstructuur die wordt opgezet om het strategische project te implementeren;2° een profielbeschrijving van de coördinator voor deze functie of het aantonen van de nodige ervaring van de coördinator in een coördinerende functie;3° een financieel gedeelte : de begroting van de loon en werkingskosten;4° de periode waarvoor de subsidie wordt gevraagd.

Art. 10.De Vlaamse minister kan de subsidie toekennen, na advies van de administratie. De beslissing tot toekenning van de subsidie wordt aan de aanvrager betekend door middel van een aangetekende brief. De beslissing tot erkenning van het strategische project kan samenvallen met de beslissing tot toekenning van de subsidie.

De aanvrager wordt op de hoogte gebracht van : 1° de periode waarop de subsidie betrekking heeft;2° het bedrag van de personeelssubsidie per jaar;3° het bedrag van de werkingssubsidie per jaar.

Art. 11.Per jaar en per provincie komen maximaal twee coördinatoren voor strategische projecten voor subsidie in aanmerking.

Art. 12.De subsidie kan in een eerste fase maximaal voor een periode van drie jaar worden toegekend (onafhankelijk van de duur van de erkenning van het strategische project).

Art. 13.De jaarlijkse subsidie bestaat uit : 1° een personeelssubsidie, bestemd voor de aanstelling van een coördinator.De subsidiabele loonkosten worden vastgesteld op 80 % van de loonkosten op jaarbasis, ongeacht de anciënniteit, met een maximumsubsidie van 50.000 euro. Als loonkosten worden in aanmerking genomen : het brutoloon, de werkgeversbijdragen, het vakantiegeld en de eindejaarspremie; 2° de subsidiabele werkingskosten worden vastgesteld op 80 % van de werkingskosten voor één jaar, met een maximum van 12.000 euro. Als werkingskosten worden in aanmerking genomen : alle kosten verbonden aan de inzet van de coördinator en gericht op het realiseren van het project : de kosten voor de huisvesting van de coördinator, de kosten voor kantoorbenodigdheden en de kosten verbonden aan communicatie- en andere initiatieven van de coördinator.

Art. 14.Als de periode van erkenning van het strategische project langer duurt dan de periode waarop de subsidie betrekking heeft, kan een aanvraag worden ingediend voor een nieuwe subsidieperiode. Deze aanvraag tot verlenging wordt uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de gesubsidieerde periode ingediend bij de administratie. De aanvraag bevat een verantwoording voor de nieuwe subsidieaanvraag naar gelang van de voortgang van het project en een nieuwe begroting voor loon- en werkingskosten voor de volgende subsidieperiode.

Art. 15.De minister verleent geheel of gedeeltelijk of weigert de aanvullende subsidie na advies van de administratie. Hierbij wordt de noodzaak van verdere subsidiëring beoordeeld en het bedrag van de nieuwe subsidie bepaald. De beslissing tot verlenging wordt aan de aanvrager betekend door middel van een aangetekende brief.

Als de subsidie wordt verleend, wordt aan de aanvrager een nieuwe personeels- en werkingssubsidie voor een of meer jaren toegekend. De aanvrager wordt op de hoogte gebracht van : 1° de periode waarop de subsidie betrekking heeft;2° het bedrag van de personeelssubsidie per jaar;3° het bedrag van de werkingssubsidie per jaar.

Art. 16.De projecten die voor subsidie in aanmerking komen, moeten voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° voor de coördinatie of de begeleiding geen subsidie ontvangen op basis van een andere wet, een ander decreet of besluit, die een dubbele subsidiëring tot gevolg heeft;2° elke wijziging in de personeelsbezetting en de werking van de organisatie onmiddellijk door middel van een aangetekende brief ter kennis brengen van de administratie;3° een boekhouding bijhouden, gebaseerd op het minimaal genormaliseerde rekeningstelsel;4° door de Vlaamse regering niet erkend zijn als stadsvernieuwingsprojecten.5° niet gelegen zijn in een gebied waar land- of natuurinrichtingsprojecten of ruilverkavelingsprojecten lopende zijn.

Art. 17.De subsidie wordt uitbetaald in zesmaandelijkse schijven. De eerste schijf (50 % van de subsidie van één werkingsjaar) wordt uitbetaald na de verlening van de subsidie. Als begindatum van de gesubsidieerde periode geldt de datum van de beslissing tot het verlenen van de subsidie. De volgende schijven worden telkens zes maanden later uitbetaald om de continuïteit in de subsidiëring te verzekeren.

Op het einde van elk werkingsjaar worden aan de administratie de volgende stukken bezorgd : 1° een activiteitenverslag van de projectstructuur;2° een staat van inkomsten en uitgaven van de projectstructuur en een balans gebaseerd op het minimaal genormaliseerde rekeningenstelsel. Deze vereiste geldt enkel als de organisatie die de coördinator tewerkstelt bij wet verplicht is een balans op te maken.

De laatste schijf van de gesubsidieerde periode wordt uitbetaald op aanvraag en na afloop van de volledige gesubsidieerde periode. De aanvraag wordt aangetekend of tegen ontvangstbewijs bij de administratie ingediend en moet vergezeld zijn van een kopie van alle loonstaten voor de volledige gesubsidieerde periode. Als na controle blijkt dat niet-verschuldigde subsidies werden uitbetaald, worden die in mindering gebracht op de laatste schijf of teruggevorderd.

Art. 18.Als de coördinator zijn werkzaamheden stopzet binnen de gesubsidieerde periode, brengt de aanvrager de administratie daar onverwijld van op de hoogte per aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs. De zesmaandelijkse betalingen van de subsidie worden dan opgeschort. Bij de aanstelling van een nieuwe coördinator kan de aanvrager per aangetekende brief vragen om de betalingen te hervatten.

De minister of zijn gemachtigde bevestigt de hervatting van de betalingen per aangetekende brief aan de aanvrager. Bij een hervatting van de betalingen wordt de datum van uitbetaling van de resterende schijven ten opzichte van de eerst bepaalde tijdstippen van uitbetaling opgeschoven met een termijn die overeenkomt met de termijn waarin er geen coördinator was.

Het intrekken van de erkenning door de minister, bedoeld in artikel 9, kan tot gevolg hebben dat de subsidie volledig of gedeeltelijk wordt teruggevorderd. HOOFDSTUK IV. - Toezicht

Art. 19.De administratie voert de controle uit op de naleving van de voorwaarden, gesteld in het besluit. De daartoe aangewezen ambtenaren hebben het recht zich ter plaatse alle administratieve en geïnformatiseerde stukken en bescheiden die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun opdracht, ter inzage te laten overhandigen. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 20.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke Ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN

^