Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 04 mei 2012
gepubliceerd op 25 mei 2012

Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming voor kandidaat-huurders

bron
vlaamse overheid
numac
2012035542
pub.
25/05/2012
prom.
04/05/2012
ELI
eli/besluit/2012/05/04/2012035542/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 MEI 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming voor kandidaat-huurders


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 33, § 1, vervangen bij het decreet van 24 maart 2006, artikel 40, § 1, tweede lid, 3°, vervangen bij het decreet van 24 maart 2006, artikel 59, gewijzigd bij de decreten van 19 maart 2004 en 24 maart 2006, artikel 81, § 1, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2000, en artikel 82, vierde lid, ingevoegd bij het decreet van 8 december 2000 en gewijzigd bij het decreet van 15 december 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/10/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007036959 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode sluiten tot reglementering van het sociaal huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 26 mei 2011;

Gelet op het advies van de Vlaamse Woonraad, gegeven op 30 juni 2011;

Gelet op advies VTC nr. 03/2011 van de Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer, gegeven op 14 december 2011;

Gelet op advies 49.776/3 van de Raad van State, gegeven op 21 juni 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° actualisatiebestand : het elektronische bestand van de wachtlijsten van kandidaat-huurders, dat door de VMSW wordt bijgehouden op basis van de periodieke actualisatie van de inschrijvingsregisters;2° agentschap : het intern verzelfstandigd agentschap Wonen-Vlaanderen, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/12/2005 pub. 29/12/2005 numac 2005036645 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening sluiten;3° conforme woning : de woning die voldoet aan de normen die vastgesteld zijn overeenkomstig artikel 5, § 1, van de Vlaamse Wooncode;4° domiciliemaatschappij : een sociale huisvestingsmaatschappij waarvan het werkgebied zich uitstrekt tot de woonplaats van de kandidaat-huurder of, als zijn woonplaats in Herstappe ligt, een sociale huisvestingsmaatschappij met een werkgebied waarin een aangrenzende of de meest nabije Vlaamse gemeente ligt;5° Huursubsidiebesluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 02/02/2007 pub. 09/03/2007 numac 2007035284 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de huurprijs voor woonbehoeftige huurders sluiten tot instelling van een tegemoetkoming in de huurprijs voor woonbehoeftige huurders;6° inkomen : het inkomen van de kandidaat-huurder dat vastgesteld wordt overeenkomstig het Socialehuurbesluit;7° inschrijvingsregister : het register van een sociale huisvestingsmaatschappij waarin personen overeenkomstig het Socialehuurbesluit ingeschreven worden als kandidaat-huurder volgens de orde van de indiening van de aanvraag tot inschrijving;8° Kamerdecreet : het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers;9° kandidaat-huurder : de kandidaat-huurder die overeenkomstig het Socialehuurbesluit als referentiehuurder ingeschreven is in het inschrijvingsregister;10° potentieel rechthebbende : de kandidaat-huurder die op basis van de gegevens waarover het agentschap of de sociale huisvestingsmaatschappij beschikt, op korte termijn blijkt te kunnen voldoen aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit;11° rechthebbende : de kandidaat-huurder die minstens vijf jaar ingeschreven is in het inschrijvingsregister en die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit;12° referentiebestand : het uittreksel uit het actualisatiebestand dat alle kandidaat-huurders bevat van wie het inkomen, rekening houdend met het aantal personen ten laste overeenkomstig het Socialehuurbesluit, niet hoger is dan het maximumbedrag dat geldt voor de toepassing van het Huursubsidiebesluit;13° Socialehuurbesluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/10/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007036959 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode sluiten tot reglementering van het sociaal huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode;14° sociale huisvestingsmaatschappij : een sociale huisvestingsmaatschappij als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 20°, van de Vlaamse Wooncode;15° startdatum : de jongste van de volgende data waarop het recht op de tegemoetkoming ontstaat : a) de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop de kandidaat-huurder voldoet aan de voorwaarde, vermeld in artikel 2, eerste lid, 2°, of in artikel 12, eerste lid;b) de datum waarop artikel 2 in werking treedt;c) de eerste dag van de zesde maand die voorafgaat aan de indiening van het aangevulde invulformulier, vermeld in artikel 5, bij het agentschap;d) de eerste dag van de maand waarin de kandidaat-huurder een andere woning huurt dan vermeld in artikel 2, derde lid, 1° of 2° ;16° toezichthouder : de toezichthouder, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode;17° Vlaamse Wooncode : het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode;18° VMSW : de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, vermeld in artikel 30 van de Vlaamse Wooncode. De VMSW bezorgt het agentschap een lijst waarop per gemeente de sociale huisvestingsmaatschappij of -maatschappijen vermeld zijn, die voor de kandidaat-huurder als domiciliemaatschappij kunnen beschouwd worden. Die lijst wordt bij elke wijziging van een werkgebied geactualiseerd. HOOFDSTUK 2. - De tegemoetkoming voor kandidaat-huurders Afdeling 1. - De toelatingsvoorwaarden

Art. 2.Binnen de kredieten die daartoe ingeschreven zijn in de begroting van het Vlaamse Gewest en onder de voorwaarden, vermeld in dit besluit, wordt een tegemoetkoming verleend aan de kandidaat-huurder die : 1° in het Vlaamse Gewest een woning huurt als hoofdverblijfplaats;2° minimaal vijf jaar ingeschreven is in het inschrijvingsregister van een domiciliemaatschappij. Als de kandidaat-huurder behoort tot een gezin met meer dan een referentiehuurder als vermeld in het Socialehuurbesluit, wordt de tegemoetkoming verleend aan de persoon die als begunstigde wordt opgegeven op het invulformulier, vermeld in artikel 5.

In afwijking van het eerste lid wordt de tegemoetkoming niet verleend : 1° als de woning van de kandidaat-huurder een sociale huurwoning is als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 22°, a) of c), van de Vlaamse Wooncode;2° als de woning van de kandidaat-huurder verhuurd wordt door een familielid tot en met de tweede graad dat op hetzelfde adres woont;3° als het inkomen van de kandidaat-huurder, waarmee overeenkomstig het Socialehuurbesluit rekening gehouden is bij de jongste actualisatie, hoger is dan het maximumbedrag dat geldt voor de toepassing van het Huursubsidiebesluit, rekening houdend met het aantal personen ten laste overeenkomstig het Socialehuurbesluit;4° als de huurprijs meer bedraagt dan het maximum, vermeld in artikel 4, § 1, tweede lid, van het Huursubsidiebesluit, aangepast overeenkomstig artikel 1, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit en verhoogd met 10 % als de huurwoning in het Vlabinvest-gebied ligt als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 houdende regeling van de voorwaarden inzake woonprojecten met sociaal karakter in Vlaams-Brabant, of op het grondgebied van een van de steden, vermeld in artikel 4 van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds;5° als er voor de kandidaat-huurder al een tegemoetkoming verleend is met toepassing van dit besluit, die stopgezet werd met toepassing van artikel 9, eerste lid, 1° tot en met 5°. Voor de toepassing van het eerste lid, 1°, wordt de huur van de gezinswoning door de persoon waarmee de kandidaat-huurder vanaf de datum, vermeld in artikel 1, 15°, a) of b), wettelijk of feitelijk samenwoont en die samen met hem ingeschreven is in het inschrijvingsregister van de domiciliemaatschappij, gelijkgesteld met de huur door de kandidaat-huurder.

Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, wordt geen rekening gehouden met de onderbreking van de inschrijving bij de domiciliemaatschappij voor een periode van minder dan drie maanden als voldaan is aan de volgende voorwaarden : 1° de onderbreking is het gevolg van de verhuizing buiten het werkgebied van de oorspronkelijke domiciliemaatschappij;2° de periodes van inschrijving bij de oorspronkelijke en de nieuwe domiciliemaatschappij sluiten aaneen. Voor de toepassing van het derde lid, 4°, wordt rekening gehouden met de huurprijs op de startdatum of, in voorkomend geval, op de datum van de jongste verhuizing na de startdatum. Voor de berekening ervan wordt gebruik gemaakt van de indexeringsformule, opgenomen in de huurcalculator die op de website van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie ter beschikking staat van het publiek. Afdeling 2. - De administratieve afhandeling

Art. 3.§ 1. De VMSW stelt het referentiebestand bij de inwerkingtreding van dit artikel ter beschikking van het agentschap en van de sociale huisvestingsmaatschappijen met de gegevens van hun kandidaat-huurders. De VMSW actualiseert het referentiebestand minstens maandelijks met de gegevens die haar bekend zijn.

Het referentiebestand bevat voor de kandidaat-huurders die langer dan vier jaar en zes maanden ingeschreven zijn in het inschrijvingsregister, minimaal de volgende geactualiseerde gegevens : 1° de code van de sociale huisvestingsmaatschappij waar de kandidaat-huurder het langst ingeschreven is;2° de code van de domiciliemaatschappij waar de kandidaat-huurder ingeschreven is;3° de code van andere sociale huisvestingsmaatschappijen dan vermeld in punt 1° of 2°, waar de kandidaat-huurder ook ingeschreven is.4° de data waarop de kandidaat-huurder ingeschreven is bij de domiciliemaatschappij en bij de sociale huisvestingsmaatschappijen, vermeld in punt 1° en 3° ;5° de voornaam, de achternaam, de geboortedatum en het identificatienummer van de sociale zekerheid van de kandidaat-huurder;6° het adres van de kandidaat-huurder;7° het inkomen van de kandidaat-huurder waarmee overeenkomstig het Socialehuurbesluit rekening werd gehouden bij de jongste actualisatie;8° het aantal personen ten laste van de kandidaat-huurder overeenkomstig het Socialehuurbesluit;9° de voornaam, de achternaam en de geboortedatum van alle gezinsleden van de kandidaat-huurder. De gegevens van het referentiebestand worden door het agentschap en de sociale huisvestingsmaatschappijen geraadpleegd, aangevuld en geactualiseerd met het oog op de behandeling, de uitbetaling en de eventuele opschorting of stopzetting van de tegemoetkoming, ingesteld bij dit besluit. § 2. De sociale huisvestingsmaatschappijen waarvan de eigen toepassingen niet gekoppeld zijn aan de informaticatoepassing waarmee de VMSW het referentiebestand ter beschikking stelt, actualiseren de gegevens van hun kandidaat-huurders in het referentiebestand minstens maandelijks en voor de eerste keer in de tweede maand na de inwerkingtreding van dit artikel.

Bij de actualisatie, vermeld in het eerste lid : 1° vullen ze de ontbrekende gegevens verder aan voor hun kandidaat-huurders die langer dan vier jaar en negen maanden ingeschreven zijn;2° voegen ze de datum van de toewijzing en het adres van de toegewezen huurwoning toe als ze aan een kandidaat-huurder die opgenomen is in het referentiebestand, een woning toewijzen overeenkomstig het Socialehuurbesluit. § 3. Het agentschap voegt een kandidaat-huurder die minder dan vier jaar en negen maanden ingeschreven is, maar die ingeschreven is bij zijn domiciliemaatschappij en die een verklaring van een andere sociale huisvestingsmaatschappij kan voorleggen dat hij voordien al bij haar ingeschreven was, toe aan het referentiebestand als de periodes van inschrijving aaneensluiten en in totaal minimaal vier jaar en negen maanden beslaan. Het agentschap vraagt in dat geval de ontbrekende gegevens op.

Art. 4.Het agentschap stuurt in de maand die voorafgaat aan de startdatum, vermeld in artikel 1, eerste lid, 15°, a) of b), aan de potentieel rechthebbenden die opgenomen zijn in het geactualiseerde referentiebestand, vermeld in artikel 3, een invulformulier, met het verzoek het aangevuld terug te bezorgen aan het agentschap.

Art. 5.De kandidaat-huurder en de inwonende gezinsleden geven door de indiening van het invulformulier, vermeld in artikel 4, de toestemming aan het agentschap, aan de sociale huisvestingsmaatschappij en aan de VMSW om bij de bevoegde diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën, bij het Rijksregister, bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en bij de lokale besturen digitaal de gegevens in te zien die betrekking hebben op de voorwaarden, vermeld in dit besluit, en op de voorwaarden om kandidaat-huurder te zijn.

Het aangevulde invulformulier bevat, naast de toestemming, vermeld in het eerste lid, die ondertekend wordt door alle meerderjarige gezinsleden waarvan de persoonsgegevens ingezien moeten kunnen worden, het rekeningnummer van de kandidaat-huurder, de identiteit en het adres van de verhuurder van de woning die het gezin bewoont, de huurprijs die maandelijks betaald wordt en de volgende verklaringen, die gedateerd en ondertekend worden door de potentieel rechthebbende : 1° dat hij de tegemoetkoming wil verkrijgen;2° dat hij in een huurwoning woont en noch een andere woning, noch een perceel dat bestemd is voor woningbouw volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik bezit, behalve in de uitzonderingsgevallen die het Socialehuurbesluit toelaat;3° dat hij op straffe van terugbetaling van de inmiddels verkregen tegemoetkoming toestemming geeft aan het agentschap om de conformiteit van zijn woning vast te stellen en onmiddellijk elke verhuizing naar een andere woning aan het agentschap zal melden;4° dat hij ingeschreven is bij een domiciliemaatschappij;5° dat hij toestemming geeft aan het agentschap om zijn identiteit mee te delen aan het OCMW van zijn woonplaats zodra hij beschouwd wordt als rechthebbende;6° in het geval, vermeld in artikel 2, tweede lid, wie als begunstigde van de tegemoetkoming beschouwd moet worden. De potentieel rechthebbende voegt een afschrift van het huurcontract bij het invulformulier.

De toestemmingen, vermeld in het eerste lid en in het tweede lid, 5°, gelden maar voor zover respectievelijk het agentschap, de sociale huisvestingsmaatschappij, de VMSW en het OCMW de machtiging verkregen heeft tot de mededeling van persoonsgegevens met toepassing van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens of het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer. Afdeling 3. - De beslissing over de tegemoetkoming

Art. 6.§ 1. Binnen een maand na de ontvangst van het invulformulier verklaart het agentschap het dossier volledig of onvolledig.

Als het invulformulier onvolledig aangevuld is, vraagt het agentschap de ontbrekende gegevens en verklaringen op. Het ingediende invulformulier wordt als onbestaand beschouwd als het niet vervolledigd is binnen zes maanden na het verzoek tot vervollediging.

Binnen twee maanden na de volledigverklaring deelt het agentschap zijn beslissing aan de kandidaat-huurder mee. Aan de rechthebbenden worden ook de startdatum en het bedrag van de tegemoetkoming, berekend overeenkomstig artikel 7, § 1, meegedeeld. § 2. Bij elke betwisting over het statuut van kandidaat-huurder, de periode gedurende dewelke hij ingeschreven is, de weigering van het aanbod van een sociale huurwoning, het inkomen of de personen ten laste overeenkomstig het Socialehuurbesluit, houdt het agentschap bij de vaststelling van de hoedanigheid van rechthebbende en bij de berekening van de tegemoetkoming alleen rekening met de definitieve beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij of, bij gebrek daaraan, met de beoordeling van de toezichthouder overeenkomstig artikel 30 van het Socialehuurbesluit. § 3. Onmiddellijk na de beslissingen overeenkomstig de paragrafen 1 en 2 vult het agentschap voor alle rechthebbenden het referentiebestand, vermeld in artikel 3, aan met de startdatum. Het verwittigt in voorkomend geval de sociale huisvestingsmaatschappijen, vermeld in artikel 3, § 2, eerste lid.

Het agentschap deelt de identiteit van de rechthebbenden mee aan het OCMW van hun woonplaats, op voorwaarde dat het OCMW de machtiging verkregen heeft als vermeld in artikel 5, vierde lid.

De domiciliemaatschappij waarbij de rechthebbende ingeschreven is, kan binnen een maand na de kennisgeving bezwaar aantekenen tegen de beslissing van het agentschap om de kandidaat-huurder als rechthebbende te beschouwen als die beslissing gebaseerd is op foutieve gegevens. In dat geval neemt het agentschap na verificatie van de gegevens een nieuwe beslissing. Afdeling 4. - De vaststelling en de uitbetaling van de tegemoetkoming

Art. 7.§ 1. De basistegemoetkoming bedraagt een derde van de maandelijkse huurprijs als vermeld in artikel 2, zesde lid, met een maximum van 120 euro per maand. De basistegemoetkoming wordt verhoogd met 20 euro per persoon ten laste overeenkomstig het Socialehuurbesluit, die vermeld is in het geactualiseerde referentiebestand, vermeld in artikel 3.

De tegemoetkoming wordt uitbetaald gedurende maximaal zes jaar vanaf de startdatum. In het geval, vermeld in artikel 6, § 3, derde lid, wordt de uitbetaling opgeschort zolang geen nieuwe beslissing genomen is.

Het agentschap betaalt de tegemoetkoming maandelijks aan de rechthebbende uit en voor de eerste keer binnen vier maanden na een van de volgende tijdstippen : 1° de beslissing overeenkomstig artikel 6, § 1, derde lid;2° de vaststelling van de hoedanigheid van rechthebbende, vermeld in artikel 6, § 2;3° de definitieve beslissing in het geval, vermeld in artikel 6, § 3, derde lid. Als blijkt dat de rechthebbende ook de huursubsidie geniet, ingesteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 1991 tot instelling van individuele huursubsidies en een installatiepremie bij het betrekken van een gezonde of een aangepaste woning, wordt de uitbetaling van die huursubsidie stopgezet met ingang van de eerste maand waarvoor hij de tegemoetkoming geniet, ingesteld bij dit besluit.

Als blijkt dat de rechthebbende ook de tegemoetkoming geniet, ingesteld bij het Huursubsidiebesluit, stelt het agentschap op de startdatum vast of en voor welke periode het bedrag van die tegemoetkoming hoger is dan het bedrag, berekend overeenkomstig het eerste en het tweede lid. In dat geval wordt tot het einde van die periode alleen de tegemoetkoming, ingesteld bij het Huursubsidiebesluit, en na die periode alleen de tegemoetkoming, ingesteld bij dit besluit, uitbetaald. § 2. Als de kandidaat-huurder op de zesde verjaardag van de startdatum nog geen sociale huurwoning aangeboden heeft gekregen die beantwoordt aan zijn voorkeur als vermeld in artikel 10 van het Socialehuurbesluit, betaalt het agentschap, in afwijking van paragraaf 1, tweede lid, de tegemoetkoming verder uit zolang hem geen aanbod wordt gedaan. In dat geval wordt de tegemoetkoming opnieuw berekend, rekening houdend met de huurprijs op de zesde verjaardag van de startdatum en met het aantal personen ten laste waarmee de domiciliemaatschappij overeenkomstig het Socialehuurbesluit rekening gehouden heeft bij de actualisatie die voorafgaat aan die zesde verjaardag. Afdeling 5. - De opschorting van de tegemoetkoming

Art. 8.§ 1. Als blijkt dat de rechthebbende een woonentiteit bewoont die niet voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 5, § 1, eerste en tweede lid, van de Vlaamse Wooncode of in artikel 4, 6, 7 of 8 van het Kamerdecreet, wordt de uitbetaling van de tegemoetkoming opgeschort vanaf de eerste dag van de negende maand die volgt op de betekening van het onderzoeksverslag, en op zijn vroegst op de eerste verjaardag van de startdatum.

Als de uitbetaling van de tegemoetkoming wordt opgeschort, wordt ze opnieuw gestart als uit een onderzoek blijkt dat de rechthebbende in een conforme huurwoning in het Vlaamse Gewest woont. De uitbetaling van de tegemoetkoming wordt dan hervat met terugwerkende kracht tot de maand die volgt op de verhuizing of op de melding aan het agentschap dat de woning conform is, rekening houdend met de huurprijs van de conforme woning.

Mits voldaan wordt aan de criteria, vermeld in artikel 2, bedraagt de tegemoetkoming voor de maand die volgt op de verhuizing naar een conforme huurwoning, inclusief een eenmalige installatiepremie, 400 % van het bedrag dat voor die maand berekend is overeenkomstig artikel 7, § 1, rekening houdend met de huurprijs van de conforme woning. § 2. De bepalingen van paragraaf 1, eerste en tweede lid, gelden ook als de rechthebbende tijdens de looptijd van de tegemoetkoming een conforme woning verlaat om een niet-conforme woning of een woonentiteit als vermeld in artikel 2, 3° of 7°, van het Kamerdecreet, te betrekken of om een woning te betrekken die hij niet huurt. § 3. Als de rechthebbende tijdens de looptijd van de tegemoetkoming verhuist naar een huurwoning buiten het werkgebied van de sociale huisvestingsmaatschappij waarin zijn vorige huurwoning lag, wordt de uitbetaling opgeschort tot hij zich opnieuw ingeschreven heeft bij een domiciliemaatschappij. § 4. De opschorting van de uitbetaling overeenkomstig dit artikel onderbreekt de termijn van zes jaar, vermeld in artikel 7, § 1, tweede lid, niet. Afdeling 6. - De stopzetting van de tegemoetkoming en de

terugvordering

Art. 9.De tegemoetkoming wordt stopgezet : 1° vanaf de eerste dag van de derde maand die volgt op de datum waarop de rechthebbende een sociale huurwoning als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 22°, a) of c), van de Vlaamse Wooncode huurt;2° zodra de rechthebbende geschrapt wordt uit het inschrijvingsregister van de domiciliemaatschappij;3° zodra de uitbetaling van de tegemoetkoming drie maanden opgeschort is met toepassing van artikel 8, § 3;4° zodra de rechthebbende met behoud van de toepassing van artikel 12, § 1, vierde lid, van het Socialehuurbesluit, het aanbod weigert van een sociale huurwoning die beantwoordt aan zijn voorkeur als vermeld in artikel 10 van het Socialehuurbesluit;5° vanaf de eerste dag van de derde maand die volgt op de datum waarop de rechthebbende de volledige en volle eigendom of het volledige vruchtgebruik verkrijgt van een conforme woning of van een perceel dat bestemd is voor woningbouw, behalve in de gevallen, vermeld in artikel 3, § 1, derde lid, en § 4, van het Socialehuurbesluit;6° zodra het inkomen bij de jongste actualisatie hoger blijkt te zijn dan het maximumbedrag, vermeld in artikel 2, derde lid, 3° ;7° als de huurprijs na een verhuizing hoger blijkt te zijn dan het maximum, vermeld in artikel 2, derde lid, 4°. Sociale huisvestingsmaatschappijen als vermeld in artikel 3, § 2, tweede lid, vullen binnen een maand de data die betrekking hebben op de feiten, vermeld in het eerste lid, aan in het referentiebestand.

Het agentschap brengt de huisvestingsmaatschappijen in kwestie en het OCMW op de hoogte van de stopzettingen.

Art. 10.Het agentschap wordt belast met de vaststelling van onterecht uitbetaalde tegemoetkomingen met toepassing van artikel 57 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991. Het terug te betalen bedrag wordt overeenkomstig artikel 59 van de Vlaamse Wooncode aangerekend op het Fonds voor de Huisvesting. Het agentschap Inspectie RWO wordt belast met de invordering als de begunstigde de tegemoetkoming niet vrijwillig terugbetaalt. HOOFDSTUK 3. - Wijzigingsbepalingen

Art. 11.In artikel 30 van het Socialehuurbesluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 06/02/2009 pub. 25/03/2009 numac 2009035255 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de reglementering betreffende het sociaal huurstelsel en de overdracht van onroerende goederen type besluit van de vlaamse regering prom. 06/02/2009 pub. 24/02/2009 numac 2009035171 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5, § 1, 2°, e), van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan het eerste lid wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 7° de beslissing, naar aanleiding van een uitdrukkelijk verzoek, om de kandidaat-huurder niet op te nemen in het referentiebestand, vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2012 tot instelling van een tegemoetkoming voor kandidaat-huurders.»; 2° aan het derde lid worden de volgende woorden toegevoegd : « en, in het geval, vermeld in het eerste lid, 7°, aan het intern verzelfstandigd agentschap Wonen-Vlaanderen »;3° aan het vijfde lid wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 5° in het geval, vermeld in het eerste lid, 7°, de beoordeling van de toezichthouder bepalend voor de vaststelling van het recht op de tegemoetkoming voor kandidaat-huurders.»; 4° in het zesde lid wordt de verwijzing naar de punten « 5° en 6° » vervangen door een verwijzing naar de punten « 5°, 6° en 7° ». HOOFDSTUK 4. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 12.In afwijking van artikel 2, eerste lid, 2°, wordt de kandidaat-huurder als potentieel rechthebbende beschouwd vanaf het ogenblik dat hij minimaal vijf jaar zonder onderbreking ingeschreven is in het inschrijvingsregister van een sociale huisvestingsmaatschappij, op voorwaarde dat hij zich ten laatste op 31 mei 2013 bij de domiciliemaatschappij ingeschreven heeft.

De bepaling van artikel 2, vijfde lid, is van toepassing op de inschrijving bij de domiciliemaatschappij, vermeld in het eerste lid.

Het agentschap verwittigt de kandidaat-huurders bij wie de code, vermeld in artikel 3, § 1, tweede lid, 2°, niet aangevuld is in het eerste referentiebestand na de inwerkingtreding van dat artikel, dat ze zich, om potentieel rechthebbende te worden, zo vlug mogelijk en uiterlijk voor de vervaldatum moeten inschrijven bij een domiciliemaatschappij.

Art. 13.De termijn van een maand, vermeld in artikel 6, § 1, eerste lid, wordt verlengd tot drie maanden voor de invulformulieren die ingediend worden binnen zes maanden na de inwerkingtreding van artikel 6.

Art. 14.Artikelen 1, 3 en 4, artikel 12, derde lid, en artikelen 14 en 15 hebben uitwerking met ingang van 1 mei 2012. De overige artikelen treden in werking op 1 augustus 2012.

Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 mei 2012.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, F. VAN DEN BOSSCHE

^