Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 04 oktober 2013
gepubliceerd op 25 november 2013

Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen

bron
vlaamse overheid
numac
2013206219
pub.
25/11/2013
prom.
04/10/2013
ELI
eli/besluit/2013/10/04/2013206219/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 OKTOBER 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011036079 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012, artikel 59 en 61, 1°;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 december 2012;

Gelet op het advies van de Vlaamse Woonraad, gegeven op 31 januari 2013;

Gelet op het advies 53.650/1/V van de Raad van State, gegeven op 29 juli 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° Fonds : het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen, vermeld in artikel 58 van het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011036079 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012;2° huurovereenkomst : een huurovereenkomst voor de hoofdverblijfplaats als vermeld in boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling II, van het Burgerlijk Wetboek, die niet onder de toepassing valt van titel VII van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode;3° huurprijs : de door de huurder te betalen prijs voor het gebruik van de woning en de gemeenschappelijke delen, met uitsluiting van alle bedragen, verschuldigd voor de levering van goederen of diensten;4° verhuurder : de persoon, of zijn lasthebber, die alleen of samen met een of meer andere personen een woning verhuurt met een huurovereenkomst;5° woning : elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of van een alleenstaande.

Art. 2.De bedragen van 75 euro, vermeld in artikel 5, eerste lid en van 2.700 euro, vermeld in artikel 12, worden gekoppeld aan de gezondheidsindex van december 2012. Ze worden jaarlijks op 1 februari aangepast aan de gezondheidsindex van de maand december die voorafgaat aan de aanpassing.

In het eerste lid wordt verstaan onder gezondheidsindex : het prijsindexcijfer dat berekend wordt voor de toepassing van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen. HOOFDSTUK 2. - De aansluiting bij het Fonds

Art. 3.De aanvraag tot aansluiting bij het Fonds wordt door de verhuurder ingediend bij het Fonds binnen twee maanden na de datum van de ondertekening van de huurovereenkomst.

De aanvraag wordt ingediend met een daarvoor bestemd formulier en bevat de geregistreerde huurovereenkomst met stempel van registratie, de identiteit van de huurder en van de verhuurder, de huurprijs en het rekeningnummer van de verhuurder.

Art. 4.§ 1. Het Fonds gaat binnen vijftien werkdagen na of de aanvraag volledig is.

Een aanvraag is onvolledig als er gegevens of documenten ontbreken, als er gegevens onleesbaar zijn of als er een discrepantie bestaat tussen de huurovereenkomst en de gegevens die de verhuurder ingevuld heeft op het aanvraagformulier.

Als de aanvraag onvolledig is, meldt het Fonds dat aan de verhuurder per brief binnen de voormelde termijn van vijftien werkdagen, met opgave van de onvolledigheid. De verhuurder moet de aanvraag vervolledigen binnen vier maanden vanaf de datum van ondertekening van de huurovereenkomst. Bij niet-tijdige vervollediging vervalt de aanvraag. § 2. Het Fonds wijst de aanvraag tot aansluiting af op grond van een of meer van de volgende elementen : 1° de woning ligt niet in het Vlaamse Gewest;2° de aanvraag is niet tijdig ingediend. Als de aanvraag tot aansluiting niet afgewezen moet worden, verzoekt het Fonds de verhuurder om de aansluitingsvergoeding, vermeld in artikel 5, eerste lid, te storten. § 3. De verhuurder kan binnen een maand die volgt op de derde werkdag na de verzendingsdatum van de afwijzing van de aanvraag, vermeld in paragraaf 1, derde lid, met een aangetekende brief gemotiveerd beroep instellen bij de administrateur-generaal van het agentschap.

Het beroep wordt geacht ingewilligd te zijn als de afwijzingsbeslissing niet bevestigd is binnen een maand die volgt op de derde werkdag na de verzendingsdatum van de aangetekende brief, vermeld in het eerste lid.

Art. 5.De aansluiting bij het Fonds gebeurt door de storting van de aansluitingsvergoeding van 75 euro op het rekeningnummer dat vermeld is op het betalingsverzoek, vermeld in artikel 4, § 2, tweede lid. De verhuurder moet de aansluitingsvergoeding betalen binnen een maand die volgt op de derde werkdag na de verzendingsdatum van het betalingsverzoek van het Fonds.

De aansluiting is niet rechtsgeldig als ze betrekking heeft op een woning die niet voldoet aan de vereisten, vastgesteld door de Vlaamse Regering met toepassing van artikel 5, § 1, eerste en tweede lid, van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode.

De aansluiting door de verhuurder is alleen rechtsgeldig als ze gebeurt in een van de volgende omstandigheden : 1° na het verzoek, vermeld in artikel 4, § 2, tweede lid;2° als de aanvraag tot aansluiting binnen drie maanden na de datum van de aanvraag geen aanleiding gegeven heeft tot een afwijzing als vermeld in artikel 4, § 2, eerste lid, en er geen melding van onvolledigheid is gestuurd als vermeld in artikel 4, § 1, derde lid;3° als de aanvraag tot aansluiting binnen drie maanden na de vervollediging geen aanleiding heeft gegeven tot een afwijzing als vermeld in artikel 4, § 2, eerste lid;4° als de termijn, vermeld in artikel 4, § 3, tweede lid, verstreken is. De aansluiting geldt vanaf de ontvangst, door het Fonds, van de tijdige storting, vermeld in het eerste lid, tot op het ogenblik dat de huurovereenkomst beëindigd wordt.

Het Fonds bezorgt de verhuurder een attest waarin de aansluiting bij het Fonds bevestigd wordt, met vermelding van de geregistreerde gegevens, het dossiernummer en de maximale tegemoetkoming door het Fonds in het dossier in kwestie. Het attest van aansluiting doet geen afbreuk aan de bepaling van het tweede lid.

Art. 6.De aansluitingsvergoeding, vermeld in artikel 5, eerste lid, kan noch contractueel, noch op een andere wijze ten laste van de huurder gelegd worden. HOOFDSTUK 3. - De tegemoetkoming van het Fonds

Art. 7.De verhuurder komt in aanmerking om een tegemoetkoming van het Fonds te verkrijgen als voldaan is aan de volgende voorwaarden : 1° hij dient uiterlijk op de twintigste dag nadat hij een effectieve huurachterstal van drie maanden huur heeft kunnen vaststellen een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst wegens huurachterstal en tot uithuiszetting van een natuurlijk persoon in bij de vrederechter;2° bij zijn vordering, vermeld in punt 1°, voegt hij de volgende documenten : a) het attest van aansluiting, vermeld in artikel 5, vijfde lid;b) een verklaring op erewoord dat hij voor dezelfde huurovereenkomst nog geen tegemoetkoming van het Fonds heeft verkregen;3° hij brengt het Fonds op de hoogte van de vordering, volgens de procedure vermeld in artikel 8.4° de vrederechter verleent aan de huurder uitstel van betaling met toepassing van artikel 1184, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek en legt hem een aanzuiveringsregeling op die niet langer duurt dan twaalf maanden.

Art. 8.De verhuurder brengt het Fonds binnen tien werkdagen op de hoogte van het instellen van de vordering, vermeld in artikel 7, 1°.

De verhuurder voegt hierbij een kopie van het afgestempeld exemplaar van het verzoekschrift of kopie van de betekende dagvaarding.

Bij tjdige en volledige indiening van de vordering stelt het Fonds binnen de tien werkdagen na ontvangst van de melding, vermeld in het eerste lid, een gerechtsdeurwaarder aan. De deurwaarders worden aangewezen en uitbetaald via DIAM op basis van een geobjectiveerde territoriale verdeelsleutel.

Het Fonds stelt de verhuurder binnen de tien werkdagen na de aanstelling op de hoogte per brief van de aanstelling en van het verdere verloop van de procedure.

In het tweede lid wordt verstaan onder DIAM : de door de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders van België opgerichte rechtspersoon die optreedt als centraliserende instantie.

Art. 9.De verhuurder brengt de gerechtsdeurwaarder binnen tien werkdagen die volgen op datum van de kennisgevingsbrief van het vonnis op de hoogte van het vonnis, vermeld in artikel 7, 4°.

De kennisgeving bevat : 1° een afschrift van het vonnis;2° de kennisgevingsbrief van de griffie.

Art. 10.De gerechtsdeurwaarder bezorgt het Fonds de gegevens, vermeld in artikel 9, tweede lid, 1° en 2°, binnen tien werkdagen na de volledige ontvangst ervan.

Art. 11.Binnen tien werkdagen na de ontvangst van het dossier van de verhuurder brengt de gerechtsdeurwaarder de huurder per brief en de verhuurder per brief of met een beveiligd elektronisch bericht op de hoogte van het verloop van de verdere procedure.

De gerechtsdeurwaarder meldt de huurder in de kennisgeving, vermeld in het eerste lid, dat de huurder de bedragen die hij verschuldigd is volgens het afbetalingsplan dat de rechter hem opgelegd heeft, in handen van de gerechtsdeurwaarder moet betalen en dat die betaling voor de huurder ten aanzien van de verhuurder bevrijdend zal zijn.

De gerechtsdeurwaarder meldt de verhuurder in de kennisgeving, vermeld in het eerste lid, dat de verhuurder hem het bewijs moet leveren van de betalingen die de huurder al uitgevoerd heeft volgens het opgelegde afbetalingsplan.

De gerechtsdeurwaarder brengt het Fonds op de hoogte van de niet naleving van het opgelegde afbetalingsplan. Bij niet naleving deelt de gerechtsdeurwaarder het Fonds mee welke tegemoetkoming in toepassing van artikel 12 verschuldigd is. Het Fonds betaalt de tegemoetkoming uit aan de gerechtsdeurwaarder.

Binnen vijf werkdagen na de ontvangst van de tegemoetkoming van het Fonds stort de gerechtsdeurwaarder die, samen met de ontvangen gelden van de huurder, op het door de verhuurder opgegeven rekeningnummer, vermeld in artikel 3, tweede lid.

Art. 12.De tegemoetkoming van het Fonds bedraagt de huurprijs voor drie maanden, met een maximum van 2.700 euro. Zij is verschuldigd voor die maanden waarin de huurder de voorwaarden van het vonnis aangaande de betaling van de huurachterstallen niet of gedeeltelijk heeft nagekomen en dit gedurende de termijn waarbinnen de vrederechter de aanzuiveringsregeling opgelegd heeft, met een maximum van twaalf maanden.

Art. 13.De betaling van de tegemoetkoming wordt door het Fonds of de gerechtsdeurwaarder geweigerd of stopgezet in de volgende gevallen : 1° de woning voldoet niet aan de vereisten als vermeld in artikel 5, tweede lid;2° er is al een tegemoetkoming van het Fonds toegekend voor dezelfde huurovereenkomst.

Art. 14.Als de huurovereenkomst wordt beëindigd, meldt de verhuurder dat binnen de vijf werkdagen aan het Fonds. De meldingsplicht van de verhuurder geldt vanaf zijn aansluiting bij het Fonds.

Art. 15.Door de betaling van de tegemoetkoming vervallen de aanspraken van de verhuurder op het bedrag van de huurachterstal van de huurder voor het bedrag van de tegemoetkoming.

Het Fonds treedt ten belope van de toegekende tegemoetkomingen van rechtswege in de plaats van de verhuurder. Geen enkele invordering mag nochtans geschieden als de huurder bij de ontbinding van de huurovereenkomst : 1° het leefloon geniet of indien hij slechts beschikt over bestaansmiddelen die lager liggen of gelijk zijn aan het bedrag van het leefloon;2° de huurder minstens drie maanden ononderbroken arbeidsongeschikt of onvrijwillig volledig werkloos is. De invordering mag niet tot gevolg hebben dat : 1° de huurder slechts beschikt over bestaansmiddelen die lager liggen dan het bedrag van het leefloon waarop hij aanspraak zou kunnen maken;2° de kosten voor de invordering het bedrag van de terug te vorderen tegemoetkoming overschrijden. Met het oog op de controle van de bestaansmiddelen in toepassing van dit artikel wordt het Fonds gemachtigd om bij de bevoegde diensten van de federale overheidsdienst Financiën en bij de Kruispuntbank Sociale Zekerheid de gegevens in te zien die betrekking hebben op het inkomen.

Art. 16.Als het Fonds door bedrog, list of valse verklaringen overgegaan is tot een niet-verschuldigde betaling, vordert het de terugbetaling van de niet-verschuldigde sommen, verhoogd met een nalatigheidsinterest die berekend wordt tegen de wettelijke interestvoet, vanaf de dag van de betaling van die sommen.

Het bedrag dat terugbetaald moet worden aan het Vlaamse Gewest, wordt gestort ten voordele van het Fonds.

Art. 17.Het Fonds kan in het kader van de controle op de naleving van de voorwaarden, vermeld in dit besluit, bij het Rijksregister nagaan of de huurder ingeschreven is op het adres van de huurwoning. HOOFDSTUK 4. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 18.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014, met uitzondering van artikel 15 waarvan de datum van inwerkingtreding bepaald wordt door de Vlaamse Regering.

Art. 19.De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 oktober 2013.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, F. VAN DEN BOSSCHE

^