Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 05 april 2019
gepubliceerd op 17 juni 2019

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten voor wat betreft de berekening van de subsidies voor het jaar 2017

bron
vlaamse overheid
numac
2019012873
pub.
17/06/2019
prom.
05/04/2019
ELI
eli/besluit/2019/04/05/2019012873/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 APRIL 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/05/2017 pub. 16/08/2017 numac 2017040466 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten sluiten houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten voor wat betreft de berekening van de subsidies voor het jaar 2017


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 2°, gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 28/08/2014 numac 2014035693 bron vlaamse overheid DECREET houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap sluiten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/05/2017 pub. 16/08/2017 numac 2017040466 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten sluiten houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 1 maart 2019;

Gelet op advies 65.592/1 van de Raad van State, gegeven op 29 maart 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/05/2017 pub. 16/08/2017 numac 2017040466 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten sluiten houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een punt 2° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "2° /1 besluit van 24 juni 2016: het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende de transitie van personen met een handicap die gebruik maken van een persoonlijke-assistentiebudget of een persoonsgebonden budget of die ondersteund worden door een flexibel aanbodcentrum voor meerderjarigen of een thuisbegeleidingsdienst, naar persoonsvolgende financiering en houdende de transitie van de flexibele aanbodcentra voor meerderjarigen en de thuisbegeleidingsdiensten;"; 2° er wordt een punt 13° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "13° /1 voucher: een voucher als vermeld in artikel 2, 11°, van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 28/08/2014 numac 2014035693 bron vlaamse overheid DECREET houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap sluiten houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap;".

Art. 2.In hetzelfde besluit gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 december 2017, 8 juni 2018, 20 juli 2018 en 28 september 2018, worden een artikel 20/4 artikel 20/5 ingevoegd die luiden als volgt: "

Art. 20/4.Voor de vaststelling van het maximale aantal personeelspunten van een subsidie-eenheid die voor het jaar 2017 subsidieerbaar zijn, wordt aanvullend op de elementen, vermeld in artikel 6 van dit besluit, rekening gehouden met het aantal personeelspunten dat overeenstemt met het aantal personeelspunten dat nodig is om de ondersteuning binnen rechtstreeks toegankelijke hulp als vermeld in artikel 1, 8°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/02/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013035262 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap type besluit van de vlaamse regering prom. 22/02/2013 pub. 22/03/2013 numac 2013035267 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1996 betreffende de erkenning en subsidiëring van thuisbegeleidingsdiensten voor personen met een handicap sluiten betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap, te continueren van de personen die op basis van de vertaling conform artikel 14 van het besluit van 24 juni 2016 van de ondersteuning die is geboden op 31 december 2016 met toepassing van artikel 17, tweede lid, van het besluit van 24 juni 2016, worden toegeleid naar rechtstreeks toegankelijke hulpverlening, maar niet op basis van de vertaling conform artikel 14 van het besluit van 24 juni 2016 van de ondersteuning die is geboden op 31 maart 2016.

De personeelspunten, vermeld in het eerste lid, geven recht op een werkingstoelage als vermeld in artikel 9 van het voormelde besluit van 22 februari 2013.

Art. 20/5.In dit artikel wordt verstaan onder cashbudget: een cashbudget als vermeld in artikel 2, 3°, van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 28/08/2014 numac 2014035693 bron vlaamse overheid DECREET houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap sluiten houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap.

Voor de vaststelling van het maximale aantal personeelspunten van een subsidie-eenheid die voor het jaar 2017 subsidieerbaar zijn, wordt voor de berekening van het aantal zorggebonden personeelspunten, vermeld in artikel 6, 8°, van dit besluit, dat in het jaar 2017 is ingezet door personen met een handicap aan wie conform artikel 13 tot en met 23 van het besluit van 24 juni 2016 een aantal zorggebonden punten is toegekend dat kan worden ingezet als een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning, uitgegaan van het aantal zorggebonden punten dat is vastgesteld op basis van de vertaling conform artikel 14 van het besluit van 24 juni 2016 van de ondersteuning die is geboden op 31 december 2016.

Als het aantal zorggebonden punten dat conform artikel 13 tot en met 23 van het besluit van 24 juni 2016 is vastgesteld op basis van de vertaling conform artikel 14 van het voormelde besluit van de ondersteuning die is geboden op 31 maart 2016, in het jaar 2017 niet volledig is ingezet in vouchers, maar gedeeltelijk is ingezet in de vorm van een cashbudget, wordt het aantal personeelspunten dat overeenstemt met het deel dat in de vorm van een cashbudget is besteed, afgetrokken van het aantal zorggebonden punten dat is vastgesteld op basis van de vertaling conform artikel 14 van het voormelde besluit van de ondersteuning die is geboden op 31 december 2016.

Als het aantal zorggebonden punten dat conform artikel 13 tot en met 23 van het besluit van 24 juni 2016 is vastgesteld op basis van de vertaling conform artikel 14 van het voormelde besluit van de ondersteuning die is geboden op 31 maart 2016, in het jaar 2017 niet volledig is ingezet noch in vouchers noch in cashbudget en lager is dan het aantal zorggebonden punten dat is vastgesteld op basis van de vertaling conform artikel 14 van het besluit van 24 juni 2016 van de ondersteuning die is geboden op 31 december 2016, wordt voor de vaststelling van het aantal zorggebonden personeelspunten, vermeld in artikel 6, 8°, van dit besluit, dat in het jaar 2017 is ingezet door personen met een handicap aan wie conform artikel 13 tot en met 23 van het besluit van 24 juni 2016 zorggebonden punten zijn toegekend, rekening gehouden met het aantal punten dat is ingezet in vouchers in 2017 en wordt dat aantal proportioneel vermeerderd op basis van de verhouding tussen de punten die zijn vastgesteld op basis van de ondersteuning die is geboden op 31 december 2016, en de punten die zijn vastgesteld op basis van de ondersteuning die is geboden op 31 maart 2016.

Als het aantal zorggebonden punten dat conform artikel 13 tot en met 23 van het besluit van 24 juni 2016 is vastgesteld op basis van de vertaling conform artikel 14 van hetzelfde besluit van de ondersteuning die is geboden op 31 maart 2016, in het jaar 2017 niet volledig is ingezet noch in vouchers noch in cashbudget en hoger is dan het aantal zorggebonden punten dat is vastgesteld op basis van de vertaling conform artikel 14 van het besluit van 24 juni 2016 van de ondersteuning die is geboden op 31 december 2016, wordt het aantal zorggebonden punten dat in de vorm van een voucher is ingezet in het jaar 2017, in aanmerking genomen als dat aantal zorggebonden punten het aantal zorggebonden punten dat vastgesteld is op basis van de ondersteuning die is geboden op 31 december 2016, niet overschrijdt.".

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2017.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 5 april 2019.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^