Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 05 maart 2021
gepubliceerd op 15 april 2021

Besluit van de Vlaamse Regering over de financiering van vernieuwend aanbod in de preventieve gezinsondersteuning

bron
vlaamse overheid
numac
2021041122
pub.
15/04/2021
prom.
05/03/2021
ELI
eli/besluit/2021/03/05/2021041122/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 MAART 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering over de financiering van vernieuwend aanbod in de preventieve gezinsondersteuning


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, artikel 5, § 2, 2°, a), ingevoegd bij het decreet van 1 maart 2019, artikel 7, § 2, en artikel 8, § 2; - het decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters type decreet prom. 20/04/2012 pub. 10/05/2012 numac 2012035490 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen » type decreet prom. 20/04/2012 pub. 24/05/2012 numac 2012035523 bron vlaamse overheid Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2012 tot aanpassing van de eindtermen voor de opleiding Aanvullende Algemene Vorming van het studiegebied algemene vorming van het secundair volwassenenonderwijs type decreet prom. 20/04/2012 pub. 24/05/2012 numac 2012035517 bron vlaamse overheid Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2012 tot aanpassing van de eindtermen voor het leergebied informatie- en communicatietechnologie van de basiseducatie type decreet prom. 20/04/2012 pub. 10/05/2012 numac 2012035469 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens type decreet prom. 20/04/2012 pub. 22/05/2012 numac 2012035519 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur sluiten houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters, artikel 8, § 1 en § 3, 1°, artikel 12, en artikel 14; - het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, artikel 18 en artikel 20.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 26 oktober 2020; - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord verleend op 3 december 2020; - De Vlaamse Jeugdraad heeft advies 2101 gegeven op 6 januari 2021; - De Vlaamse Raad Welzijn, Volksgezondheid en Gezin advies KGJW_20210114 gegeven op 14 januari 2021; - De Raad van State heeft advies 68.774/3 gegeven op 26 februari 2021.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - De subsidies die in dit besluit worden geregeld geven uitvoering aan het Vlaams regeerakkoord en passen in het kader van het relanceplan `Vlaamse veerkracht' van de Vlaamse Regering.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: Hoofdstuk 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° actor: de actor, vermeld in artikel 18 van het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten, die vernieuwend aanbod organiseert dat past in de doelstellingen, vermeld in dit besluit;2° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap Opgroeien regie, opgericht bij het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie;3° beleidsvoerend vermogen: de mate waarin de actor in staat is om een zelfstandig beleid te voeren, rekening houdend met de beschikbare beleidsruimte, met de eigen doelstellingen en met de specifieke context, en de mate waarin de activiteiten van de verantwoordelijke en van de medewerkers op elkaar zijn afgestemd in functie van de doelstellingen, vermeld in dit besluit;decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters type decreet prom. 20/04/2012 pub. 10/05/2012 numac 2012035490 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen » type decreet prom. 20/04/2012 pub. 24/05/2012 numac 2012035523 bron vlaamse overheid Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2012 tot aanpassing van de eindtermen voor de opleiding Aanvullende Algemene Vorming van het studiegebied algemene vorming van het secundair volwassenenonderwijs type decreet prom. 20/04/2012 pub. 24/05/2012 numac 2012035517 bron vlaamse overheid Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2012 tot aanpassing van de eindtermen voor het leergebied informatie- en communicatietechnologie van de basiseducatie type decreet prom. 20/04/2012 pub. 10/05/2012 numac 2012035469 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens type decreet prom. 20/04/2012 pub. 22/05/2012 numac 2012035519 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur sluiten: het decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters type decreet prom. 20/04/2012 pub. 10/05/2012 numac 2012035490 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen » type decreet prom. 20/04/2012 pub. 24/05/2012 numac 2012035523 bron vlaamse overheid Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2012 tot aanpassing van de eindtermen voor de opleiding Aanvullende Algemene Vorming van het studiegebied algemene vorming van het secundair volwassenenonderwijs type decreet prom. 20/04/2012 pub. 24/05/2012 numac 2012035517 bron vlaamse overheid Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2012 tot aanpassing van de eindtermen voor het leergebied informatie- en communicatietechnologie van de basiseducatie type decreet prom. 20/04/2012 pub. 10/05/2012 numac 2012035469 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens type decreet prom. 20/04/2012 pub. 22/05/2012 numac 2012035519 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur sluiten houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters;decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten: het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning;6° doelstellingen preventieve gezinsondersteuning: de doelstellingen, vermeld in artikel 5 en 6 van het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten;7° Huis van het Kind: het samenwerkingsverband met een erkenning als vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/03/2014 pub. 04/08/2014 numac 2014202854 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning;8° integriteit: de geldende normen en waarden naleven, minstens in de omgang met gezinnen, kinderen en medewerkers, met specifieke aandacht voor de positieve omgang met diversiteit en het voorkomen van en gepast reageren op discriminatie en grensoverschrijdend gedrag;9° meerjarenplanning: meerjarenplanning, vermeld in artikel 254 en 255 van het decreet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2017 pub. 15/02/2018 numac 2018030427 bron vlaamse overheid Decreet over het lokaal bestuur sluiten over het lokaal bestuur;10° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het beleidsveld opgroeien;11° netwerkpartner: de partner die aanbod of specifieke expertise inbrengt in het netwerk in functie van het realiseren van de doelstellingen en opdrachten, vermeld in dit besluit;12° vernieuwend aanbod: het aanbod dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 9 of artikel 13. Hoofdstuk 2. - Subsidie aan Huizen van het Kind Afdeling 1. - Subsidie

Art. 2.Het agentschap kan een subsidie voor vernieuwend aanbod, vermeld in artikel 9, van 50.000 euro (vijftigduizend euro) op jaarbasis toekennen aan een actor die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit.

De subsidie, vermeld in het eerste lid, kan mee worden gefinancierd vanuit een andere entiteit van de Vlaamse overheid dan het agentschap.

De minister en de Vlaamse minister, bevoegd voor de entiteit van de Vlaamse overheid van waaruit de subsidie mee wordt gefinancierd, kunnen nadere regels bepalen over de cofinanciering, vermeld in vorig lid.

Art. 3.Het agentschap kent de jaarlijkse subsidie, vermeld in artikel 2, toe voor een periode van drie jaar.

De beslissing over de toekenning van de subsidies wordt genomen na een oproep. Afdeling 2. - Doelstellingen

Art. 4.Het vernieuwend aanbod, vermeld in artikel 9, wordt georganiseerd om doelstellingen preventieve gezinsondersteuning te verwezenlijken in combinatie met minstens een van de volgende doelstellingen: 1° bijdragen aan de inburgering van nieuwkomers, namelijk kinderen, jongeren en hun gezin, en hen ondersteunen;2° versterken van ontwikkelings- en onderwijskansen van kinderen en hen ondersteunen;3° ondersteunen van gezinnen met het oog op opleiding en tewerkstelling;4° bijdragen aan het voorkomen en bestrijden van onderbescherming en kinderarmoede. Het vernieuwend aanbod richt zich tot alle gezinnen met kinderen, kinderen en aanstaande ouders. Daarbij gaat bijzondere aandacht naar kwetsbare gezinnen en kinderen met een specifieke zorgbehoefte.

Het vernieuwend aanbod sluit zo veel mogelijk aan bij en is in elk geval niet in strijd met de meerjarenplanning van het lokaal bestuur.

In het eerste lid wordt verstaan onder onderbescherming: iedere situatie waarin iemand niet al zijn sociale grondrechten kan realiseren.

Art. 5.De doelstelling, vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, wordt verwezenlijkt door volgende opdrachten uit te voeren: 1° ondersteuning bij de uitbouw van een sociaal netwerk;2° verhoging van de sociale en maatschappelijke participatie van ouders en hun kinderen, onder meer door in te zetten op laagdrempelige oefenkansen voor ouders en kinderen om het Nederlands in een dagelijkse context te leren;3° ondersteuning bij de opvang van het kind, als noodzakelijke voorwaarde om te participeren in de trajecten in het kader van integratie en inburgering.Daarbij wordt minstens een partner betrokken die de subsidie, vermeld in artikel 8 van het decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters type decreet prom. 20/04/2012 pub. 10/05/2012 numac 2012035490 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen » type decreet prom. 20/04/2012 pub. 24/05/2012 numac 2012035523 bron vlaamse overheid Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2012 tot aanpassing van de eindtermen voor de opleiding Aanvullende Algemene Vorming van het studiegebied algemene vorming van het secundair volwassenenonderwijs type decreet prom. 20/04/2012 pub. 24/05/2012 numac 2012035517 bron vlaamse overheid Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2012 tot aanpassing van de eindtermen voor het leergebied informatie- en communicatietechnologie van de basiseducatie type decreet prom. 20/04/2012 pub. 10/05/2012 numac 2012035469 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens type decreet prom. 20/04/2012 pub. 22/05/2012 numac 2012035519 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur sluiten, of de subsidie, vermeld in artikel 9 van hetzelfde decreet, ontvangt.

Art. 6.De doelstelling, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, wordt verwezenlijkt door volgende opdrachten uit te voeren: 1° participatie in opvang en onderwijs;2° het faciliteren van pedagogische en zorgcontinuïteit;3° het verminderen van laaggeletterdheid bij ouders.

Art. 7.De doelstelling, vermeld in artikel 4, eerste lid, 3°, wordt verwezenlijkt door volgende opdrachten uit te voeren: 1° ondersteuning bij de combinatie van werk en gezin en de combinatie van opleiding en gezin;2° ondersteuning op het vlak van de domeinen die drempels vormen voor de aansluiting op de arbeidsmarkt;3° ondersteuning bij de toeleiding naar werk, onder meer door leerwerkplekken te creëren;4° ondersteuning bij de opvang van het kind, als noodzakelijke voorwaarde om te participeren in de begeleiding of in de ondersteuning.Daarbij wordt minstens een partner betrokken die de subsidie, vermeld in artikel 8 van het decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters type decreet prom. 20/04/2012 pub. 10/05/2012 numac 2012035490 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen » type decreet prom. 20/04/2012 pub. 24/05/2012 numac 2012035523 bron vlaamse overheid Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2012 tot aanpassing van de eindtermen voor de opleiding Aanvullende Algemene Vorming van het studiegebied algemene vorming van het secundair volwassenenonderwijs type decreet prom. 20/04/2012 pub. 24/05/2012 numac 2012035517 bron vlaamse overheid Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2012 tot aanpassing van de eindtermen voor het leergebied informatie- en communicatietechnologie van de basiseducatie type decreet prom. 20/04/2012 pub. 10/05/2012 numac 2012035469 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens type decreet prom. 20/04/2012 pub. 22/05/2012 numac 2012035519 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur sluiten, of de subsidie, vermeld in artikel 9 van het voormelde decreet, ontvangt.

In het eerste lid, 3°, wordt verstaan onder leerwerkplek: een werkplek waar de ouder leerkansen krijgt in het kader van een opleiding of toeleiding naar werk.

Art. 8.De doelstelling, vermeld in artikel 4, eerste lid, 4°, wordt verwezenlijkt door volgende opdrachten uit te voeren: 1° het tijdig detecteren van kwetsbare gezinnen;2° proactieve rechtenverkenning;3° het stimuleren van volwaardige participatie door kinderen, jongeren en hun gezinnen aan basisvoorzieningen. In het eerste lid, 3°, wordt verstaan onder proactieve rechtenverkenning: 1° gezinnen op een structurele wijze ondersteunen zodat ze hun grondrechten om kinderen maximaal te ondersteunen in hun ontwikkeling kunnen realiseren;2° gezinnen zelfredzaam maken met specifieke aandacht voor gezinnen in armoede. Afdeling 3. - Vernieuwend aanbod

Art. 9.De subsidie, vermeld in artikel 2, wordt aangewend voor de organisatie van vernieuwend aanbod dat verwezenlijkt wordt volgens de volgende principes: 1° het Huis van het Kind werkt samen met netwerkpartners en vormt met hen een lokaal netwerk dat het vernieuwend aanbod realiseert in het kader van de opdrachten, vermeld in artikel 5 tot en met 8;2° bij de realisatie van het vernieuwend aanbod, vermeld in punt 1°, werken alle partners binnen het lokaal netwerk geïntegreerd samen volgens de werkingsprincipes, vermeld in artikel 16. Als het lokaal bestuur geen actor is in het Huis van het Kind, dan is het lokaal bestuur een verplichte netwerkpartner bij de organisatie van het vernieuwend aanbod.

Hoofdstuk 3. - Subsidie aan OverKophuizen Afdeling 1. - Subsidie

Art. 10.Het agentschap kan een subsidie voor vernieuwend aanbod, vermeld in artikel 13, van 100.000 euro (honderdduizend euro) op jaarbasis toekennen aan een actor die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit.

De subsidie, vermeld in het eerste lid, kan mee worden gefinancierd vanuit een andere entiteit van de Vlaamse overheid dan het agentschap.

De minister en de Vlaamse minister, bevoegd voor de entiteit van de Vlaamse overheid van waaruit de subsidie mee wordt gefinancierd, kunnen nadere regels bepalen over de cofinanciering, vermeld in vorig lid.

De benaming OverKophuis, samen met het bijbehorende logo, mag alleen gebruikt worden op voorwaarde dat het vernieuwend aanbod en de samenwerking tussen de betrokken actoren beantwoorden aan de voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 3 van dit besluit.

Art. 11.Het agentschap kent de jaarlijkse subsidie, vermeld in artikel 10, toe voor een periode van drie jaar.

De beslissing over de toekenning van de subsidies wordt genomen na een oproep. Afdeling 2. - Doelstellingen

Art. 12.Het vernieuwend aanbod, vermeld in artikel 13, wordt georganiseerd om doelstellingen preventieve gezinsondersteuning te verwezenlijken, minstens voor de volgende opdrachten: 1° jongeren gepast ondersteunen op het vlak van mentaal welzijn;2° voortbouwen op informele ontmoeting om ondersteunende sociale netwerken rond en sociale verbinding tussen jongeren te scheppen;3° jongeren ondersteunen op het vlak van verschillende levensdomeinen met het oog op volwaardige participatie in de samenleving. Het vernieuwend aanbod richt zich tot alle jongeren. Daarbij gaat bijzondere aandacht naar jongeren in kwetsbare situaties.

De doelstellingen, vermeld in het eerste lid, kunnen ook worden verwezenlijkt in combinatie met andere doelstellingen binnen de volgende beleidsdomeinen, beleidsvelden of inhoudelijke structuurelementen: de jeugd, de gelijke kansen en de inburgering en de integratie, onderwijs en vorming, werk en de sociale economie en armoedebeleid. Afdeling 3. - Vernieuwend aanbod

Art. 13.De subsidie, vermeld in artikel 10, wordt aangewend voor de organisatie van vernieuwend aanbod dat verwezenlijkt wordt volgens de volgende principes: 1° het OverKophuis werkt samen met netwerkpartners en vormt met hen een netwerk dat het vernieuwend aanbod realiseert in het kader van de opdrachten, vermeld in artikel 12;2° bij de realisatie van het vernieuwend aanbod, vermeld in punt 1°, werken alle partners binnen het netwerk geïntegreerd samen volgens de werkingsprincipes, vermeld in artikel 16.

Art. 14.Het OverKophuis dat de subsidie, vermeld in artikel 10, ontvangt, realiseert binnen zijn werkingsgebied minimaal het volgende aanbod, waarbij het aanbod, vermeld in punt 2° tot en met 4°, met een zekere regelmaat wordt aangeboden om de opdrachten, vermeld in artikel 12, te realiseren: 1° een of meer fysieke locaties waar de ontmoeting tussen jongeren mogelijk gemaakt wordt en waar jongeren in een ongedwongen sfeer in gesprek kunnen gaan over hun welbevinden, en waar ze daarnaast ook ondersteund kunnen worden op verschillende levensdomeinen;2° kosteloze, toegankelijke en laagdrempelige ondersteuning op verschillende levensdomeinen, met inbegrip van ontsluiting van onlineaanbod, die geïntegreerd wordt binnengebracht in de basisvoorziening en aansluit bij de behoeften en belangen van jongeren;3° acties die inzetten op geestelijke gezondheidsbevordering en het bespreekbaar maken van mentaal welzijn;4° het actief bijschakelen van meer gespecialiseerde dienstverlening op het domein van mentaal welzijn of op de andere levensdomeinen die bijdragen tot actieve participatie aan de samenleving. In het eerste lid, 4°, wordt verstaan onder bijschakelen: een actor met specifiekere of meer gespecialiseerde competenties actief betrekken in de basisvoorziening.

Het vernieuwend aanbod, vermeld in het eerste lid, wordt door de jongere zelf mee vormgegeven. Het OverKophuis laat de jongere daar een actieve rol in spelen en versterkt de jongere om op het vlak van mentaal welzijn ook zelf acties te ondernemen.

Het OverKophuis organiseert het vernieuwend aanbod, vermeld in het eerste lid, binnen het werkingsgebied op een of meer fysieke locaties.

Het aantal locaties en waar die zich bevinden, wordt onder andere bepaald op basis van de omgevingsanalyse die deel uitmaakt van het ondernemingsplan.

Het OverKophuis gaat actief in gesprek met het lokaal bestuur dat belangstelling heeft voor een fysieke locatie in hun gemeente of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Onder lokaal bestuur wordt verstaan: het gemeentebestuur en het bestuur van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn, wat het Nederlandse taalgebied betreft, of de Vlaamse Gemeenschapscommissie, wat het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad betreft.

Het OverKophuis en minimaal de volgende netwerkpartners nemen gezamenlijke verantwoordelijkheid op om het aanbod, vermeld in het eerste lid, te ontwikkelen en uit te voeren: 1° de lokale besturen van de gemeenten waar zich een fysieke locatie bevindt, wat het Nederlandse taalgebied betreft, of de Vlaamse Gemeenschapscommissie, wat het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad betreft;2° het samenwerkingsverband bedoeld in de omzendbrief Eén Gezin Eén Plan van 16 juni 2020 dat actief is in het werkingsgebied;3° relevante partners op het vlak van jeugd(welzijns)werk;4° het centrum voor algemeen welzijnswerk (CAW), vermeld in artikel 6 en 7 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 08/07/2009 numac 2009202913 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het algemeen welzijnswerk sluiten betreffende het algemeen welzijnswerk;5° relevante partners op het vlak van geestelijke gezondheidsbevordering en -zorg;6° relevante partners op vlak van onderwijs. De minister kan nadere regels bepalen over het werkingsgebied van een OverKophuis.

Hoofdstuk 4. - Werkingsprincipes netwerk

Art. 15.De subsidie, vermeld in artikel 2, en de subsidie, vermeld in artikel 10, worden ingezet voor het vernieuwend aanbod dat wordt verwezenlijkt volgens de werkingsprincipes, vermeld in artikel 16.

Art. 16.Bij de ontwikkeling en de verwezenlijking van vernieuwend aanbod werken de actor die de subsidie, vermeld in artikel 2 of artikel 10, ontvangt, en zijn netwerkpartners geïntegreerd samen volgens de volgende werkingsprincipes: 1° ze realiseren de doelstellingen vanuit een gedeelde beoogde impact op de doelgroep.Ze bepalen daarbij ook de gewenste tussentijdse impact; 2° ze realiseren systematisch en intensief de participatie van kinderen, jongeren en hun relevante context, en van andere relevante partners bij de opmaak van het ondernemingsplan en bij de verwezenlijking van het vernieuwend aanbod en de zelfevaluatie, vermeld in artikel 17;3° ze verzekeren dat het vernieuwend aanbod bruikbaar, beschikbaar, betaalbaar, bereikbaar, bekend, begrijpbaar en betrouwbaar is voor kinderen, jongeren en hun relevante context.Daarbij worden gericht acties ondernomen ten aanzien van de gezinnen en jongeren die nog niet worden bereikt en wordt het vernieuwend aanbod actief bekend gemaakt.

De actor en zijn netwerkpartners werken zoveel mogelijk flankerend en in aansluiting op de opdrachten vanuit de betrokken beleidsdomeinen, beleidsvelden of inhoudelijke structuurelementen, waaronder de draaischijffunctie van de centra voor leerlingenbegeleiding.

Art. 17.De actor die de subsidie, vermeld in artikel 2 of artikel 10, ontvangt, maakt, samen met zijn netwerkpartners, een zelfevaluatie. De zelfevaluatie heeft betrekking op de volgende aspecten: 1° de mate waarin het ondernemingsplan wordt gerealiseerd en de beoogde doelstellingen worden bereikt;2° de samenwerking tussen de verschillende partners die betrokken zijn bij de uitvoering van het vernieuwend aanbod;3° de kwaliteit van het vernieuwend aanbod, minstens voor de bruikbaarheid, de beschikbaarheid, de betaalbaarheid, de bereikbaarheid, de bekendheid, de begrijpbaarheid en de betrouwbaarheid ervan. Hoofdstuk 5. - Procedurele en andere bepalingen

Art. 18.Om de subsidie, vermeld in artikel 2, te kunnen ontvangen, voldoet de actor aan al de volgende voorwaarden: 1° de actor is een Huis van het Kind;2° de actor voert een gezond financieel beleid;3° de actor dient een ontvankelijke aanvraag in conform artikel 20;4° de actor maakt, samen met zijn netwerkpartners, een ondernemingsplan op en voegt dat ondernemingsplan bij de aanvraag.Het ondernemingsplan bevat: a) een omgevingsanalyse, waarin de behoeften, het bestaande aanbod en de mogelijkheden in kaart worden gebracht;b) een overzicht van de doelstellingen, acties en beoogde resultaten, met het bijbehorende tijdpad;c) een overzicht van de netwerkpartners, de concrete rol die ze opnemen, en hun eigen inbreng om het vernieuwend aanbod van het Huis van het Kind mee vorm en inhoud te geven;d) de concrete engagementen van het netwerk bij de werkingsprincipes, vermeld in artikel 16;5° de actor heeft het beleidsvoerend vermogen en de integriteit om, samen met de netwerkpartners, een kwaliteitsvol en duurzaam vernieuwend aanbod te verwezenlijken. Als het Huis van het Kind, vermeld in het eerste lid, punt 1°, de vorm heeft van een feitelijke vereniging, dan treedt, in afwijking van artikel 17 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/03/2014 pub. 04/08/2014 numac 2014202854 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, het lokaal bestuur op als vertegenwoordiger van de feitelijke vereniging en als ontvanger van de subsidie, vermeld in artikel 2.

In afwijking van het voorgaande lid kan het betrokken lokaal bestuur beslissen om niet op te treden als ontvanger van de subsidie, vermeld in artikel 2. In dat geval treedt de gewoonlijke vertegenwoordiger, aangewezen conform artikel 17 van voormeld besluit, op als ontvanger van de subsidie, vermeld in artikel 2.

Art. 19.Om de subsidie, vermeld in artikel 10, te kunnen ontvangen, voldoet de actor aan al de volgende voorwaarden: 1° de actor is opgericht als een rechtspersoon zonder winstoogmerk;2° de actor voert een gezond financieel beleid;3° de actor dient een ontvankelijke aanvraag in conform artikel 20;4° de actor beschikt over een of meer fysieke locaties waar de geïntegreerde werking voor jongeren plaatsvindt;5° de actor realiseert een aanbod dat voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 14;6° de actor maakt, samen met zijn netwerkpartners, een ondernemingsplan op en voegt dat ondernemingsplan bij de aanvraag.Het ondernemingsplan bevat: a) een omgevingsanalyse, waarin de behoeften, het bestaande aanbod en de mogelijkheden in kaart worden gebracht;b) een overzicht van de operationele doelstellingen, acties en beoogde resultaten, met het bijbehorende tijdpad;c) een overzicht van de netwerkpartners, de concrete rol die ze opnemen, en hun eigen inbreng om het vernieuwend aanbod van het OverKophuis mee vorm en inhoud te geven;d) een weergave van de fysieke locaties binnen het werkingsgebied in kwestie;e) de concrete engagementen van het netwerk bij de werkingsprincipes, vermeld in artikel 16;7° de actor heeft het beleidsvoerend vermogen en de integriteit om, samen met de netwerkpartners, een kwaliteitsvol en duurzaam vernieuwend aanbod te verwezenlijken.

Art. 20.Een subsidieaanvraag als vermeld in artikel 18, 3°, en een subsidieaanvraag als vermeld in artikel 19, 3°, is ontvankelijk als de actor de aanvraag indient met het aanvraagformulier dat het agentschap ter beschikking stelt, en als de aanvraag aan al de volgende voorwaarden voldoet: 1° ze is tijdig verstuurd;2° ze is volledig ingevuld en bevat de volgende gegevens: a) de identificatie- en contactgegevens van de actor die de aanvraag indient, en voor de subsidie, vermeld in artikel 10, de adresgegevens van de rechtspersoon;b) de rechtsvorm;c) de identificatie- en contactgegevens van de contactpersoon die de actor heeft aangesteld;d) voor de subsidie, vermeld in artikel 10, het werkingsgebied en de adresgegevens van de locatie waar er fysiek aanbod wordt georganiseerd;e) voor de subsidie, vermeld in artikel 2, het werkingsgebied, of het deel ervan, waarin het aanbod wordt gerealiseerd;3° ze is rechtsgeldig ondertekend;4° ze bevat het ondernemingsplan dat aantoonbaar in samenwerking met de netwerkpartners is opgemaakt;5° ze vermeldt het engagement om actief deel te nemen aan de opvolging, vermeld in artikel 30. In het eerste lid, 2°, e), wordt verstaan onder werkingsgebied: het gebied of een deel van het gebied, vermeld in artikel 9 van het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten.

Art. 21.Om de subsidie, vermeld in artikel 2, of de subsidie, vermeld in artikel 10, te kunnen ontvangen, dient de aanvrager een ontvankelijke aanvraag in. Het agentschap beoordeelt of de subsidieaanvraag ontvankelijk is conform artikel 20.

Als de aanvraag onontvankelijk is, brengt het agentschap de aanvrager daarvan elektronisch en aangetekend op de hoogte binnen dertig dagen na de dag waarop het agentschap de subsidieaanvraag heeft ontvangen.

Het agentschap kan aanvullende informatie vragen. De aanvrager bezorgt de gevraagde aanvullende informatie zo snel mogelijk aan het agentschap.

Art. 22.Als de subsidieaanvraag ontvankelijk is, beoordeelt het agentschap de aanvraag en neemt een beslissing over de toekenning van de subsidie.

Het agentschap brengt de actor elektronisch op de hoogte van zijn beslissing. Bij een weigering van de subsidie brengt het agentschap de actor ook aangetekend op de hoogte. Die kennisgeving gebeurt binnen drie maanden na de laatste dag van de indieningstermijn.

Het agentschap kan aanvullende informatie vragen aan de actor die de aanvraag heeft ingediend. De actor bezorgt de gevraagde aanvullende informatie zo snel mogelijk aan het agentschap.

Art. 23.Per provincie wordt minstens één subsidie als vermeld in artikel 2, toegekend. In het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt ook minstens één subsidie als vermeld in artikel 2, toegekend.

Er kan één subsidie als vermeld in artikel 11, per werkingsgebied worden toegekend.

Art. 24.Het agentschap beoordeelt de ontvankelijke aanvraag inhoudelijk met het oog op de eventuele toekenning van de subsidie, vermeld in artikel 2, en de subsidie, vermeld in artikel 10, kent een score toe aan de hand van volgende beoordelingscriteria en houdt daarbij rekening met het ondernemingsplan dat bij de aanvraag is gevoegd: 1° de omgevingsanalyse, waarbij een score van maximaal 30 punten kan worden toegekend;2° het plan van aanpak, waarbij een score van maximaal 70 punten kan worden toegekend.Dit onderdeel wordt verder onderverdeeld in de onderdelen `impactgericht werken', `inzetten op participatie' en `inzetten op toegankelijkheid', waarbij telkens een score van maximaal 15 punten kan worden toegekend, en het onderdeel `deskundigheid en beleidsvoerend vermogen', waarbij een score van maximaal 25 punten kan worden toegekend.

Een aanvraag waaraan op basis van de beoordeling, vermeld in het eerste lid, een score wordt toegekend die lager is dan 60, wordt uitgesloten en komt niet in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 2, of respectievelijk voor de subsidie, vermeld in artikel 10.

Bij de beoordeling, vermeld in het eerste lid, kan het agentschap zich laten bijstaan door andere agentschappen bevoegd voor het betrokken beleidsdomein, beleidsveld of inhoudelijke structuurelement.

De subsidie, vermeld in artikel 2 van dit besluit, en de subsidie, vermeld in artikel 10 van dit besluit, is uitgedrukt tegen 100% van de spilindex die van toepassing is op 1 januari 2021. De bedragen worden geïndexeerd conform de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. De aanpassing gebeurt telkens vanaf de tweede maand die volgt op de maand waarin een spilindex wordt bereikt of erop wordt teruggebracht.

Art. 25.Als een fysieke locatie van het OverKophuis dat de subsidie, vermeld in artikel 10, ontvangt, verhuist, dan brengt het OverKophuis het agentschap daarvan schriftelijk op de hoogte binnen uiterlijk dertig dagen na de verhuizing.

Art. 26.Als het vernieuwend aanbod waarvoor de actor de subsidie, vermeld in artikel 2, of de subsidie, vermeld in artikel 10, ontvangt, wordt stopgezet of als de actor die de subsidie ontvangt, juridisch ophoudt te bestaan, dan wordt dat schriftelijk gemeld aan het agentschap. De subsidie wordt stopgezet vanaf de datum waarop de actor het vernieuwend aanbod heeft stopgezet.

In het geval, vermeld in het eerste lid, kan het agentschap de subsidie overdragen aan een andere actor binnen hetzelfde werkingsgebied, als die actor kan aantonen dat hij aan de voorwaarden voor de subsidie voldoet. De actor dient daarvoor een aanvraag tot overname van de subsidie in.

Het agentschap kan nadere richtlijnen bepalen over het overnameproces en kan daarvoor een formulier ter beschikking stellen.

Art. 27.Het agentschap betaalt de subsidie, vermeld in artikel 2, en de subsidie, vermeld in artikel 10, jaarlijks uiterlijk op het einde van het eerste kwartaal van het jaar met een voorschot van 80% van het geraamde subsidiebedrag van dat jaar.

Voor het jaar waarin de subsidie wordt opgestart, wordt het voorschot uitbetaald na de beslissing tot toekenning van de subsidie conform artikel 28.

Na de verwerking van de rapportering, vermeld in artikel 30, en van de evaluatie, vermeld in artikel 17, wordt het saldo al dan niet volledig uitbetaald.

Art. 28.Voor het jaar waarin de subsidie wordt opgestart en voor het jaar waarin de subsidie wordt stopgezet, wordt het subsidiebedrag dat toegekend zou worden voor een volledig jaar, verminderd in evenredigheid met de werkelijke duur.

Hoofdstuk 6. - Opvolging en toezicht

Art. 29.Overeenkomstig artikel 13 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, is de begunstigde gehouden tot onmiddellijke terugbetaling van de subsidie, vermeld in artikel 2 van dit besluit, en de subsidie, vermeld in artikel 10 van dit besluit, in een van de volgende gevallen: 1° als hij de voorwaarden niet naleeft, waaronder de subsidie werd verleend;2° als hij de subsidie niet aanwendt voor de doeleinden, waarvoor zij werd verleend;3° als hij de in artikel 12, van dezelfde wet, bedoelde controle verhindert. Blijft de begunstigde van de subsidie in gebreke de in artikel 11, van dezelfde wet, bedoelde verantwoording te verstrekken, dan is hij gehouden tot terugbetaling ten belope van het deel dat niet werd verantwoord overeenkomstig artikel 13, tweede lid, van dezelfde wet.

Art. 30.Het agentschap oefent toezicht uit op de naleving van de bepalingen van dit besluit.

Het Huis van het Kind dat de subsidie, vermeld in artikel 2, ontvangt en het OverKophuis dat de subsidie, vermeld in artikel 10, ontvangt, kunnen op eenvoudig verzoek van het agentschap jaarlijks rapporteren over de aanwending van de subsidie, en over de samenwerking en de werkzaamheden met betrekking tot het vernieuwend aanbod.

Het Huis van het Kind dat de subsidie, vermeld in artikel 2, ontvangt en het OverKophuis dat de subsidie, vermeld in artikel 10, ontvangt, bezorgen uiterlijk op 30 juni 2022 een inhoudelijke voortgangsrapportage aan het agentschap, die minimaal een overzicht bevat van de verwezenlijking van de doelstellingen, en een actueel zicht op het ondernemingsplan en op de het vernieuwend aanbod.

De minister kan de categorieën bepalen die worden gevraagd in de rapportage.

Art. 31.Het agentschap evalueert dit besluit uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding ervan. Het agentschap betrekt de relevante partners bij die evaluatie. De evaluatie heeft minstens betrekking op de mate waarin de beoogde doelstellingen gerealiseerd worden en ook op de eventuele cofinanciering, vermeld in artikel 2, tweede lid of in artikel 10, tweede lid.

Hoofdstuk 7. - Wijzigingsbepalingen

Art. 32.Aan artikel 17, tweede lid, van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015, 22 februari 2019 en 7 juni 2019, wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt: "4° de prestatie die verricht wordt in het kader van het aanbod om de doelstellingen te verwezenlijken, vermeld in artikel 5 of 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2021 over de financiering van vernieuwend aanbod in de preventieve gezinsondersteuningen, en die niet in de vergunde kinderopvanglocatie plaatsvindt, wordt aanvullend gelijkgesteld aan een kinderopvangprestatie als vermeld in punt 1°. ".

Art. 33.Aan artikel 18, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/06/2019 pub. 17/09/2019 numac 2019014420 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft het toelaten van verschillende prijssystemen in een kinderopvanglocatie met het systeem inkomenstarief, en tot wijziging van artikel 8 van het Procedurebesluit van 9 mei 2014 type besluit van de vlaamse regering prom. 07/06/2019 pub. 16/08/2019 numac 2019013905 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de herverdeling van begrotingsartikelen van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019 in het kader van het addendum convenant ECOOM 2019-2023 type besluit van de vlaamse regering prom. 07/06/2019 pub. 23/09/2019 numac 2019014486 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de rechtspositieregeling van het personeel van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt type besluit van de vlaamse regering prom. 07/06/2019 pub. 19/09/2019 numac 2019014425 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de regelgeving betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang type besluit van de vlaamse regering prom. 07/06/2019 pub. 29/08/2019 numac 2019014181 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de educatieve master in de godsdienst, de educatieve master in de economie, de educatieve master in de talen, de educatieve master in de wetenschappen en technologie en de educatieve master in de ontwerpwetenschappen als nieuwe opleidingen van de Katholieke Universiteit Leuven type besluit van de vlaamse regering prom. 07/06/2019 pub. 29/08/2019 numac 2019014176 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de educatieve master in de maatschappijwetenschappen, de educatieve master in de economie, de educatieve master in de cultuurwetenschappen, de educatieve master in de talen, de educatieve master in de wetenschappen en technologie, de educatieve master in de gezondheidswetenschappen, de educatieve master in de gedragswetenschappen en de educatieve master in de lichamelijke opvoeding als nieuwe opleidingen van de Universiteit Gent type besluit van de vlaamse regering prom. 07/06/2019 pub. 23/09/2019 numac 2019014455 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de overdracht van de personeelsleden het Agentschap Wegen en Verkeer aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken en de Vlaamse Waterweg nv en de overdracht van personeelsleden van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken aan het Agentschap Wegen en Verkeer sluiten, wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt: "4° de prestatie die verricht wordt in het kader van het aanbod om de doelstellingen te verwezenlijken, vermeld in artikel 5 of 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2021 over de financiering van vernieuwend aanbod in de preventieve gezinsondersteuning, en die niet in de vergunde kinderopvanglocatie plaatsvindt, wordt aanvullend gelijkgesteld aan een kinderopvangprestatie als vermeld in punt 2°. ".

Art. 34.Aan artikel 34, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2015 pub. 06/05/2015 numac 2015035566 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014 en het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, wat betreft de regeling voor het inkomenstarief type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2015 pub. 22/05/2015 numac 2015035618 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun voor innovaties in de landbouw type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2015 pub. 22/05/2015 numac 2015035619 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van de subsidies voor 2015 aan de levensbeschouwelijke verenigingen die erkend zijn om televisieprogramma's op de VRT te verzorgen type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2015 pub. 28/05/2015 numac 2015035620 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 februari 2015 houdende regularisatie van de gesubsidieerde contractuelen die zijn tewerkgesteld met een contingentovereenkomst als vermeld in artikel 1, 12°, van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen sluiten en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 juni 2017 en 22 februari 2019, wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt: "5° de contracthouder vraagt het attest inkomenstarief aan voor een kind dat opgevangen wordt in het kader van het aanbod om de doelstellingen te verwezenlijken, vermeld in artikel 5 of 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2021 over de financiering van vernieuwend aanbod in de preventieve gezinsondersteuning.".

Hoofdstuk 8. - Slotbepalingen

Art. 35.Dit besluit treedt in werking op 5 maart 2021.

Art. 36.De Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 5 maart 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, W. BEKE

^