Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 07 november 2008
gepubliceerd op 21 november 2008

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende erkenning van een financiële crisis en tot afwijking van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen

bron
vlaamse overheid
numac
2008036350
pub.
21/11/2008
prom.
07/11/2008
ELI
eli/besluit/2008/11/07/2008036350/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 NOVEMBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende erkenning van een financiële crisis en tot afwijking van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen, artikel 5, § 2, artikel 6, § 3;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2005 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen;

Overwegende dat de financiële crisis die ontstaan is in oktober 2008 een negatieve invloed kan hebben op de kredietverlening aan de kmo's, wil de Vlaamse Regering het bestaande instrument van de waarborgregeling versoepelen om een positieve stimulans te geven aan de kredietverlening in Vlaanderen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 oktober 2008;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat onze regio thans wordt geconfronteerd met een financiële crisis die dreigt zijn repercussies te hebben op de kredietverschaffing naar kleine en middelgrote ondernemingen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 23 oktober 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De definities vermeld in artikel 2 van het Waarborgdecreet, zijnde het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen, en in artikel 1 van het tweede Waarborgbesluit, zijnde het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2005 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen, zijn van toepassing in dit besluit.

De de-minimisverordening, zijnde verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie op 28 december 2006 in L379/5, betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun, de latere wijzigingen ervan en elke latere akte die de verordening vervangt.

Art. 2.De financiële crisis, ontstaan in de loop van oktober 2008, wordt erkend als een crisis als vermeld in artikel 6, § 3, van het Waarborgdecreet. Het einde van die crisis zal bij besluit van de Vlaamse Regering worden vastgesteld.

Art. 3.§ 1. Elk van de verbintenissen, vermeld in artikel 5, § 1, 1° van het Waarborgdecreet, elk van de andere verrichtingen, vermeld in artikel 5, § 1, 2° van het Waarborgdecreet, en elk van de waarborgen moeten beantwoorden aan de vereisten van de de-minimisverordening. § 2. In uitvoering van de de-minimisverordening, dient de financieringsovereenkomst of andere verrichting minstens de volgende clausules te bevatten en moet elk van die clausules zijn uitwerking behouden zolang, enerzijds, de aan de waarborghouder verleende waarborg van kracht is en, anderzijds, het individuele dossier dat over de voormelde financieringsovereenkomst of andere verrichting door Waarborgbeheer NV is geopend, niet definitief is afgesloten : 1° een beding waarin uitdrukkelijk gestipuleerd wordt dat de steun, toegekend op basis van het Waarborgdecreet of de uitvoeringsmaatregelen ervan, de-minimissteun betreft, toegekend op basis van de de-minimisverordening;2° een beding op grond waarvan Waarborgbeheer nv gerechtigd is, bij overschrijding van de plafonds, vermeld in de de-minimisverordening, de betaling van de kredietnemer te vorderen van de onrechtmatig verleende steun, zijnde het brutosubsidie-equivalent van de steun, toegekend op basis van het Waarborgdecreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan.»;

Art. 4.In afwijking van artikel 8, § 1, eerste lid, 1°, van het tweede Waarborgbesluit en van de artikelen die naar die bepaling verwijzen, kunnen de financiële middelen die in het kader van de financieringsovereenkomst of andere verrichting aan de kmo ter beschikking worden gesteld, op het ogenblik van die terbeschikkingstelling volledig aangehouden worden als liquide middelen. De kmo kan die middelen aanwenden voor de investeringen op het grondgebied van het Vlaamse Gewest of voor de financiering van de activiteiten van hun exploitatiezetel, die op dat grondgebied ligt, behalve de middelen, vermeld in artikel 7, § 2, van het tweede Waarborgbesluit.

Art. 5.In afwijking van artikel 8, § 1, eerste lid, 2°, en tweede, derde, vierde en vijfde lid van het tweede Waarborgbesluit en van de artikelen die naar die bepalingen verwijzen, kunnen de verbintenissen van de kmo onder de toepassing van de waarborg worden gebracht, zonder dat door die kmo of door een derde zakelijke of persoonlijke zekerheden moeten worden gesteld tot zekerheid van de totale verbintenissen van de KMO.

Art. 6.In afwijking van artikel 8, § 5, van het tweede Waarborgbesluit en van de artikelen die naar die bepaling verwijzen, mag, behoudens de bepalingen van artikel 21 van het tweede Waarborgbesluit, voor een gegeven kmo de som van de lopende verbintenissen (van de kmo), in hoofdsom, die onder toepassing van een waarborg zijn gebracht, niet meer bedragen dan 750.000 euro.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en treedt buiten werking op een door de Vlaamse Regering te bepalen datum.

De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de financieringsovereenkomsten of andere verrichtingen die door de waarborghouder worden gesloten vanaf de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 november 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel P. CEYSENS

^