Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 07 november 2014
gepubliceerd op 21 november 2014

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector

bron
vlaamse overheid
numac
2014036820
pub.
21/11/2014
prom.
07/11/2014
ELI
eli/besluit/2014/11/07/2014036820/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 NOVEMBER 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/06/2004 pub. 16/11/2004 numac 2004036504 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector sluiten betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 14 en 15;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/06/2004 pub. 16/11/2004 numac 2004036504 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector sluiten betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;

Gelet op de Interministeriële Conferentie Leefmilieu, uitgebreid tot de gewestelijke en federale Ministers van Landbouw, van 28 juni 2011;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 september 2014;

Gelet op advies 56.694/3 van de Raad van State, gegeven op 29 okotber 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/06/2004 pub. 16/11/2004 numac 2004036504 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector sluiten betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, 3°, wordt de zinsnede ", bloemisten," vervangen door de woorden "en de"; 2° in paragraaf 1 wordt punt 5° vervangen door wat volgt: "5° de professionele gebruikers, distributeurs en voorlichters van gewasbeschermingsmiddelen;"; 3° in paragraaf 2 wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° de kandidaat-professionele gebruikers, kandidaat-distributeurs en kandidaat-voorlichters van gewasbeschermingsmiddelen.".

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 1°, c), worden de woorden "met inbegrip van de opleidingen voor de erkenning als verkoper of gebruiker van fytoproducten en biociden voor gebruik in de landbouwsector" vervangen door de zinsnede "met in begrip van de basisopleiding betreffende de fytolicentie, vermeld in het koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen sluiten ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen";2° aan de eerste zin van punt 4° wordt de zinsnede ", met inbegrip van de aanvullende opleiding betreffende de fytolicentie, vermeld in het koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen sluiten ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen" toegevoegd.

Art. 3.In artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 28 april 2006, 5 juli 2013 en 13 december 2013, wordt tussen het eerste en tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Na afloop ervan ontvangen de deelnemende personen een getuigschrift.

Het getuigschrift wordt namens de minister door het hoofd van het agentschap geviseerd als: 1° het werd opgesteld overeenkomstig de modellen, vastgesteld door de minister;2° de deelnemer ten minste 75 % van de lesuren aanwezig is geweest; 3° de deelnemer met vrucht een cursustest heeft afgelegd.".

Art. 4.In artikel 25 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Een algemeen centrum dat gedurende drie opeenvolgende jaren geen gesubsidieerde starterscursussen type A, starterscursussen type B of stages als vermeld in artikel 4, heeft georganiseerd, wordt ambtshalve geschrapt en verliest als dusdanig zijn erkenning. Het centrum in kwestie kan pas opnieuw een erkenning als algemeen centrum aanvragen een jaar na de schrapping.".

Art. 5.In artikel 26 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Een gewestelijk centrum dat gedurende drie opeenvolgende jaren geen gesubsidieerde vormingsactiviteiten als vermeld in artikel 4, heeft georganiseerd, wordt ambtshalve geschrapt en verliest als dusdanig zijn erkenning. Het kan pas opnieuw een erkenning als gewestelijk centrum aanvragen een jaar na de schrapping.".

Art. 6.In artikel 27 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Een centrum voor hobbylandbouwvorming dat gedurende drie opeenvolgende jaren geen gesubsidieerde vormingsactiviteiten als vermeld in artikel 4, heeft georganiseerd, wordt ambtshalve geschrapt en verliest als dusdanig zijn erkenning. Het kan pas opnieuw een erkenning als centrum voor hobbylandbouwvorming aanvragen een jaar na de schrapping.".

Art. 7.Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 34.Het werkjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december.

Voor 1 november van elk werkjaar legt elk erkend centrum aan de minister een volledig jaarprogramma voor van de vormingsactiviteiten waarvoor subsidies zullen worden aangevraagd en eventueel de erkenningsaanvragen van studieclubs.

Binnen de daarvoor bestemde begrotingskredieten beslist de minister op basis van scores welke vormingsactiviteiten in aanmerking komen voor subsidiëring.

De score resulteert uit een beoordeling van de vormingsactiviteiten op basis van de volgende selectiecriteria: 1° de geschiktheid van het erkende centrum om het thema voor de doelgroep te organiseren;2° de doelgroep;3° het thema van de vormingsactiviteiten;4° het belang van het thema van de vormingsactiviteit voor de doelgroep;5° de geografische spreiding van de vormingsactiviteiten. De scores worden vastgelegd door het departement en steunen maximaal op objectieve, meetbare criteria.

De vormingsactiviteiten worden geselecteerd op basis van een rangschikking van de behaalde scores van hoog naar laag.

De minister kan op basis van beleidsprioriteiten per thema en per doelgroep een maximumbudget reserveren.

De minister kan een deel van de begrotingsmiddelen reserveren voor een aanvullend jaarprogramma om tegemoet te komen aan evoluties en aan actuele thema's.".

Art. 8.In artikel 35 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2013, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Nadat de minister heeft beslist welke vormingsactiviteiten in aanmerking komen voor subsidiëring, moeten de centra de goedgekeurde vormingsactiviteiten voor de aanvang ervan melden.".

Art. 9.In artikel 45 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2013, wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 2/1. Bij intrekking van een subsidie voor een opleiding naar aanleiding van de vaststelling van een ernstige overtreding, vermeld in paragraaf 2, mogen de ingetrokken middelen niet meer aangewend worden voor opleidingen van hetzelfde centrum binnen hetzelfde jaarprogramma.".

Art. 10.In afwijking van artikel 34 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/06/2004 pub. 16/11/2004 numac 2004036504 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector sluiten betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector, kunnen de erkende centra hun jaarprogramma 2015 uitzonderlijk tot en met 30 november 2014 indienen.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 10, dat in werking treedt op de dag van de goedkeuring ervan.

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de land- en tuinbouwvorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 november 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE

^