Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 07 oktober 2005
gepubliceerd op 30 november 2005

Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2005036448
pub.
30/11/2005
prom.
07/10/2005
ELI
eli/besluit/2005/10/07/2005036448/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 OKTOBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust


De Vlaamse Regering, Gelet op artikel 87, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op artikel 6, § 2 en artikel 7;

Gelet op het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende de brevetten van havenloods en bootman, gewijzigd bij het decreet van 5 december 2003;

Gelet op het decreet van 30 juni 2000 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2000, inzonderheid op artikel 30;

Gelet op het decreet van 20 december 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2003, inzonderheid op artikel 36 tot 39;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1999 betreffende het brevet van havenloods;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1999 betreffende de inning van loodsgelden en andere vergoedingen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1999 tot invoering van het loodsbrevet, de tijdelijke loodsvergunning en het legitimatiebewijs;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 betreffende de organisatie van de Dienst met Afzonderlijk Beheer Loodswezen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 betreffende de verscherpte loodsplicht voor vaartuigen in de Belgische territoriale zee en vaarwateren onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 betreffende de melding van aankomst en vertrek van vaartuigen onderworpen aan de verplichting van het gewone loodsen of loodsen op afstand gebruik te maken;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 betreffende het financiële en materiële beheer van de Dienst met Afzonderlijk Beheer Vloot;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 betreffende het brevet van bootman;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;

Gelet op het ministerieel besluit van 20 juni 2005 betreffende de toekenning van een verklaring van vrijstelling voor het nemen van een loods of het gebruikmaken van loodsen op afstand;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 18 juli 2005;

Gelet op het advies 38.902/3 van de Raad van State, gegeven op 20 september 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° agentschap : het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, opgericht bij artikel 2 van dit besluit;2° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de Openbare Werken. HOOFDSTUK II. - Benaming, doel en taakstelling van het agentschap

Art. 2.Binnen het Vlaams ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht. Dit agentschap draagt als naam Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust.

Het agentschap wordt opgericht voor de uitvoering van het beleid binnen het werkgebied zoals bepaald in de bijlage bij dit besluit inzake de scheepvaart op de maritieme vaarwegen en inzake de kust.

Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken.

Art. 3.De missie van het agentschap bestaat erin om, binnen het werkgebied, vastgesteld in de bijlage bij dit besluit, te zorgen voor een veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer op de maritieme vaarwegen, het integraal kustzonebeheer en de hydrografische en hydrometeorologische dienstverlening.

Art. 4.§ 1.In het kader van de missie, vermeld in artikel 3, is het agentschap belast met de volgende taken : 1° voor de maritieme dienstverlening : a) het veilig loodsen en beloodsen van schepen;b) het verzekeren van het nautisch beheer door het leveren van Vessel Traffic Services (VTS) en het operationeel houden van het Maritiem Reddings- en Coördinatie Centrum (MRCC), alsook het uitoefenen van het dagelijkse beheer van scheepsbewegingen conform de ketenbenadering;c) het beheer van de Schelderadarketen, de VTS- en MRCC-infrastructuur;d) het markeren en signaleren van de maritieme vaarwegen;e) het uitvoeren en coördineren van de reddings- en sleepactiviteiten op zee en het verlenen van hulp bij noodgevallen;f) het ter beschikking stellen van bemande en bedrijfsklare vaartuigen;g) het exploiteren van veren;2° voor het kustzonebeheer : a) de verdediging van de kust tegen de zee, de stormvloeden en de overstromingen;b) het beheer van de stranden en van de zeewerende duinen en kustverdedigingsconstructies;c) de infrastructuur van de kustjachthavens in Zeebrugge, Blankenberge, Oostende en Nieuwpoort alsook van de visserhavens te Oostende, Zeebrugge en Nieuwpoort met inbegrip van de baggerwerken die nodig zijn voor het gebruik ervan;3° voor de hydrografische dienstverlening : a) de hydrografische activiteiten langs de kust, op het Belgisch Continentaal Plat en op alle maritieme toegangswegen;b) het uitvoeren van internationale verplichtingen ten aanzien van de Internationale Hydrografische Organisatie;4° voor wat betreft de hydrometeorologische dienstverlening : de hydrometeorologische activiteiten langs de kust en op het Belgisch Continentaal Plat. § 2. Het agentschap levert het departement de vereiste beleidsgerichte input zodat het over alle nuttige informatie beschikt om effectief en efficiënt zijn rol te vervullen op het vlak van de beleidsvoorbereiding en -evaluatie en op het vlak van de ondersteuning van de minister bij de voortgangscontrole en de aansturing van de uitvoering van het beleid.

Art. 5.Overeenkomstig artikel 9, § 1, 1°, van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, regelt de beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria.

Art. 6.Bij het uitoefenen van zijn missie en taken treedt het agentschap op voor en namens de rechtspersoon het Vlaams Gewest. HOOFDSTUK III. - Werking, aansturing en leiding van het agentschap

Art. 7.Het agentschap ressorteert onder het hiërarchisch gezag van de minister.

Art. 8.De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de beheersovereenkomst.

Art. 9.Overeenkomstig artikel 6, § 3, van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 is het hoofd van het agentschap belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid.

Art. 10.Overeenkomstig het kaderdecreet beschikt het agentschap over operationele autonomie, met dien verstande dat binnen het agentschap twee diensten met afzonderlijk beheer (DAB's) belast zijn met de uitoefening van de taken, vermeld in artikel 4, § 1, 1° a), en d) tot en met g). Het hoofd van het agentschap is belast met de supervisie van de DAB's vermeld in het eerste lid. HOOFDSTUK IV. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden

Art. 11.Aan het hoofd van het agentschap worden de volgende delegaties verleend : 1° inzake overheidsopdrachten : a) het nemen van beslissingen met een financiële weerslag bij de uitvoering van overheidsopdrachten voorzover die beperkt blijft tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 25 % boven het initiële gunningbedrag en voorzover die beslissingen geen wezenlijke aanpassing van het voorwerp van de opdracht inhouden;b) het sluiten van overeenkomsten met andere publiekrechtelijke personen voor het uitvoeren van gezamenlijke werkzaamheden krachtens artikel 19 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;2° inzake diverse aangelegenheden : het vaststellen van de tarieven van de gevorderde rechten, in overeenstemming met de tariefstructuur, bepaald door de beheersovereenkomst; 3° inzake buitengerechtelijke betwistingen : a) het aangaan van dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen, voorzover de budgettaire weerslag ervan niet meer bedraagt dan 65.000 euro; b) het afzien van een vordering voorzover het geschil maximaal 65.000 euro bedraagt in hoofdsom, verhoogd met de verwijlintresten; c) het sluiten van overeenkomsten tot arbitrage voor rekening van het agentschap, voorzover de budgettaire weerslag ervan niet meer bedraagt dan 65.000 euro; 4° inzake onteigeningen : a) het laten uitvoeren van de onteigeningsplannen die de minister heeft goedgekeurd; b) het zich akkoord verklaren met de uitvoering van de onteigeningen die vereist zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die voorkomen in het door de minister goedgekeurde programma van het lopende dienstjaar en het volgende begrotingsjaar tot een bedrag van 500.000 euro; c) zich akkoord verklaren met de voorstellen tot vervroegde onteigening na machtiging door de minister tot een bedrag van 250.000 euro; 5° inzake scheepvaartverkeer : a) het verbieden van de scheepvaart en het verkeer op de bruggen, binnen het werkgebied zoals bepaald in de bijlage bij dit besluit;b) het goedkeuren van de door de Nederlandse Regering ingediende schuldvorderingsverklaringen betreffende de bijdrage in de kosten voor werkzaamheden die op Nederlands grondgebied uitgevoerd werden overeenkomstig de bepalingen van de verdragen die tussen België of het Vlaamse Gewest en Nederland gesloten werden, zonder beperking van bedrag;6° inzake water- en kustbeheer : a) het geven van toestemming tot het verhuren, verpachten en vestigen van zakelijke rechten op privé-domeingoederen die door het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust beheerd worden;b) het verlenen van toestemming aan derden tot wederopzegging voor het uitvoeren van allerhande werkzaamheden op het openbaar domein der kust, zeewering, dijken en aanhorigheden ervan, en tot privatieve ingebruikneming van dat openbaar domein;c) het verlenen van toestemming aan derden tot wederopzegging voor het berijden van jaagpaden met gemotoriseerd verkeer;d) het verlenen van toestemming aan derden tot wederopzegging om bomen langs de waterwegen te laten planten, snoeien of vellen;7° inzake hydrografisch beheer : het goedkeuren van de door de Nederlandse Regering ingediende schuldvorderingsverklaringen betreffende de bijdrage in de kosten voor het instandhouden en onderhouden van het gemeenschappelijk Electronic Chart System voor de Schelde overeenkomstig de bepalingen van de tussen België of het Vlaamse Gewest enerzijds en Nederland anderzijds gesloten verdragen, zonder beperking van het bedrag;8° inzake subsidies en andere vormen van financiële tegemoetkomingen overeenkomstig de toepasselijke omzendbrieven, dienstorders en richtlijnen, alsook de beheersovereenkomst : a) het toekennen van toelagen voor de verplaatsing van elektriciteit-, gas- en rioolinstallaties en van teledistributieleidingen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 17 juli 1970 tot wijziging van het besluit van de regent van 2 juli 1949 betreffende de staatstussenkomst inzake toelagen voor het uitvoeren van werken door provincies, gemeenten, vereniging van gemeenten, commissies van openbare onderstand, kerkfabrieken en verenigingen van polders of van wateringen;b) het toestaan van vrijstelling van betaling van loodsgelden, vergoedingen en bijzondere onkosten aan zeevaartuigen die, in bijzondere gevallen, onverplicht van de diensten van de loods gebruikmaken, overeenkomstig artikel 4, § 4, 2°, van het koninklijk besluit van 8 juni 1971 houdende uitvoering van artikel 4 van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen. HOOFDSTUK V. - Controle, voortgangscontrole en toezicht

Art. 12.Onverminderd artikelen 9, 33 en 34 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de voortgangscontrole van en het toezicht op het agentschap.

Art. 13.De minister kan in het kader van de voortgangscontrole en de uitoefening van het toezicht, op ieder ogenblik aan het hoofd van het agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op niveau van individuele onderwerpen en dossiers. HOOFDSTUK VI. - Wijzigingsbepalingen

Art. 14.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1999 betreffende de inning van loodsgelden en andere vergoedingen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2001, worden de woorden « de afdeling loodswezen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « de DAB Loodswezen ».

Art. 15.In artikel 3, 4 en 7, van hetzelfde besluit worden de woorden « Het afdelingshoofd van de afdeling loodswezen » vervangen door « Het hoofd van de DAB Loodswezen ».

Art. 16.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden « door het afdelingshoofd daartoe aangestelde plaatsvervanger » vervangen door de woorden « door dit hoofd daartoe aangestelde plaatsvervanger ».

Art. 17.In artikel 1, 11° van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1999 betreffende het brevet van havenloods worden de woorden « de administratie : de administratie Waterwegen en Zeewezen binnen het departement Leefmilieu en Infrastructuur » vervangen door de woorden « het agentschap : het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust binnen het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken ».

Art. 18.In artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « de leidend ambtenaar van de administratie » vervangen door de woorden « het hoofd van het agentschap ».

Art. 19.In artikel 5 en 9 van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 20.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie Waterwegen en Zeewezen » vervangen door de woorden « het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust ».

Art. 21.In artikel 7 en 8 van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 22.In bijlage II bij hetzelfde besluit worden de woorden « Departement Leefmilieu en Infrastructuur » geschrapt en de woorden « Administratie Waterwegen en Zeewezen » en « directeur-generaal van de administratie Waterwegen en Zeewezen » vervangen door respectievelijk de woorden « Agentschap voor Maritieme Dienstverlening » en « hoofd van het agentschap ».

Art. 23.In artikel 3, 4, 6 en 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1999 tot invoering van het loodsbrevet, de tijdelijke loodsvergunning en het legitimatiebewijs alsook in de bijlagen bij dit besluit, worden de woorden « de administratie Waterwegen en Zeewezen » vervangen door de woorden « het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust ».

Art. 24.In artikel 4 en 6 van hetzelfde besluit worden de woorden « het afdelingshoofd van het loodswezen » vervangen door de woorden « het hoofd van de DAB Loodswezen ».

Art. 25.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 betreffende de verscherpte loodsplicht voor vaartuigen in de Belgische territoriale zee en vaarwateren onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest wordt punt 3° vervangen door wat volgt : « 3° bevoegde autoriteit : het hoofd van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust of iedere door het hoofd van het agentschap aangestelde plaatsvervanger ».

Art. 26.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 betreffende de melding van aankomst en vertrek van vaartuigen onderworpen aan de verplichting van het gewone loodsen of loodsen op afstand gebruik te maken wordt punt 4° vervangen door wat volgt : « 4° bevoegde autoriteit : het hoofd van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust of iedere door het hoofd van het agentschap aangestelde plaatsvervanger ».

Art. 27.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 betreffende het brevet van bootman wordt punt 8° vervangen door wat volgt : « 8° agentschap : het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust ».

Art. 28.In artikel 3, § 1, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 29.In artikel 3, § 1, artikelen 7 en 9, van hetzelfde besluit worden de woorden « de leidend ambtenaar van de administratie » vervangen door de woorden « het hoofd van het agentschap ».

Art. 30.In de bijlage II van hetzelfde besluit worden de woorden « administratie Waterwegen en Zeewezen » vervangen door de woorden « Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust ».

Art. 31.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 20 juni 2005 betreffende de toekenning van een verklaring van vrijstelling voor het nemen van een loods of het gebruikmaken van loodsen op afstand worden de woorden « leidend ambtenaar » en « administratie waterwegen en Zeekanaal » vervangen door respectievelijk de woorden « hoofd van het agentschap » en « Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust ».

Art. 32.In artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 betreffende het financiële en materiële beheer van de Dienst met Afzonderlijk Beheer Loodswezen worden de woorden « de administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « de bevoegde entiteiten van het beleidsdomein Financiën en Begroting ».

Art. 33.In artikel 24 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 betreffende het financiële en materiële beheer van de Dienst met Afzonderlijk Beheer Vloot worden de woorden « de administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « de bevoegde entiteiten van het beleidsdomein Financiën en Begroting ».

Art. 34.In het ministerieel besluit van 29 maart 1995 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake openbare werken en ruimtelijke ordening aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in artikel 1 worden het vijfde streepje en de woorden « administratie Waterwegen en Zeewezen » geschrapt.

Art. 35.In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt § 2 opgeheven. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 36.De Vlaamse Regering stelt de datum vast waarop dit besluit in werking treedt.

Art. 37.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Openbare Werken, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 oktober 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS

Bijlage Werkgebied van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust Het werkgebied, vermeld in artikel 3, waarbinnen het agentschap actief is, betreft : 1° de kustzone omvattende de zeewering en de kustverdedigingsconstructies, zijnde het geheel van het openbaar domein dat als functie heeft het hinterland te beschermen tegen de invloeden van de zee.De zeewering omvat bijgevolg : a) de zeestranden, meer bepaald de uit zand bestaande zeeoever die gelegen is tussen de laagwaterlijn en de duinvoet, of bij afwezigheid van een duinvoet, tussen de laagwaterlijn en de zeedijkconstructie;b) de zeewerende duinen die het geheel vormen van gronden, zand en beplantingen, samen met de aanhorigheden;c) kustverdedigingsconstructies meer bepaald de door de mens gevormde zeewerende constructies aan de kust, zoals de zeedijken, strandhoofden, pieren, stormkeringen, strandkribben, golfbrekers, schanskorven, kunstmatige duinen, slufters, zandsuppleties en alle aanhorigheden die hieraan verbonden zijn;2° de kustjachthavens en vissershavens, met inbegrip van de rivier de IJzer in Nieuwpoort vanaf de Langebrug (de brug inbegrepen) tot de monding in de zee en aanhorigheden ervan;3° het nautisch beheer van de maritieme vaarwegen : a) de territoriale wateren en het Belgisch Continentaal Plat;b) de Westerschelde;c) de bedding van de Zeeschelde vanaf het afwaartse uiteinde van de toegangsgeul die behoort tot de sluis in Wintam tot de Nederlandse grens, alsook de beddingen van de toegangsgeulen tot de zeesluizen en de tijgebonden dokken d) het kanaal van Gent naar Terneuzen;e) het tijgedeelte van de IJzer vanaf de Langebrug tot de monding in de zee. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust.

Brussel, 7 oktober 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS

^