Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 07 oktober 2005
gepubliceerd op 01 december 2005

Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Infrastructuur

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2005036483
pub.
01/12/2005
prom.
07/10/2005
ELI
eli/besluit/2005/10/07/2005036483/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 OKTOBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Infrastructuur


De Vlaamse Regering, Gelet op artikel 87, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op artikel 6, § 2, en op artikel 7;

Gelet op artikel 8 van de wet van 9 augustus 1948 houdende wijziging van de wetgeving inzake wegen;

Gelet op de wet van 12 juli 1956 tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen, inzonderheid op artikel 10;

Gelet op artikel 9 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer;

Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid op artikel 54;

Gelet op het decreet van 18 december 1992 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1993, inzonderheid op artikel 40 en 43, gewijzigd bij de decreten van 20 december 2002 en 19 december 2003;

Gelet op het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999, inzonderheid op artikel 61, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 juni 1958 betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 augustus 1967, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 februari 1970 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de veldritten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het privatieve gebruik van het openbaar domein van de wegen, de waterwegen en hun aanhorigheden, de zeewering en de dijken;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 maart 2003 tot bestrijding van de schade aan het wegdek door gewichtsoverschrijding;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer;

Gelet op het ministerieel besluit van 29 maart 1995 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake openbare werken en ruimtelijke ordening aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;

Gelet op het ministerieel besluit van 4 juli 2002 houdende vaststelling van de voorwaarden onder dewelke het Vlaamse Gewest bijdraagt in de kosten bij de overdracht van een gewestweg of een gedeelte van de gewestweg naar de gemeenten;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 18 juli 2005;

Gelet op het advies 38.894/3 van de Raad van State, gegeven op 20 september 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I.. - Algemene bepaling

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° agentschap: het Agentschap Infrastructuur, opgericht bij artikel 2;2° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de Openbare Werken. HOOFDSTUK II. - Benaming, doel en taakstelling van het agentschap

Art. 2.Binnen het Vlaams ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht. Dat agentschap draagt als naam Agentschap Infrastructuur.

Het agentschap wordt opgericht voor de uitvoering van het beleid inzake wegeninfrastructuur en elektromechanische uitrustingen.

Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken.

Art. 3.De missie van het agentschap bestaat erin om, binnen het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken, te zorgen voor de uitvoering van de investeringswerken aan de gewestwegen, alsmede voor de ondersteuning op het gebied van elektriciteit, mechanica en telematica-uitrusting voor het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken. Tevens is het agentschap verantwoordelijk voor het onderhoud en de exploitatie van deze infrastructuur, evenals voor het operationele beheer van het verkeer en het vervoer over die wegen.

Art. 4.§ 1. In het kader van de missie, vermeld in artikel 3, is het Agentschap Infrastructuur belast met de volgende taken: 1° het aanleggen, herinrichten, uitrusten en onderhouden van wegen voor autoverkeer, vrachtvervoer, fiets- en voetgangersvoorzieningen en voorzieningen voor andersvaliden;2° het beheren en exploiteren van voormelde infrastructuur met inbegrip van het uitreiken van vergunningen;3° het verstrekken van adviezen voor vestigingen naast die infrastructuur;4° het zorgen voor de afwikkeling en de sturing van het verkeer en het vervoer over de gewestwegen in het kader van de opdracht van het agentschap als wegbeheerder;5° het verstrekken van advies over de structuren, materialen en elementen die gebruikt worden in de wegenbouw en bij het uitvoeren van proeven;6° het ontwerpen, aanleggen, onderhouden, beheren en technisch exploiteren van elektromechanische en telematica-uitrustingen. § 2. Het agentschap levert het departement de vereiste beleidsgerichte input zodat het over alle nuttige informatie beschikt om effectief en efficiënt zijn rol te vervullen op het vlak van de beleidsvoorbereiding en -evaluatie en op het vlak van de ondersteuning van de minister bij de voortgangscontrole en de aansturing van de uitvoering van het beleid.

Art. 5.Overeenkomstig artikel 9, § 1, 1°, van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 regelt de beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen met strategische en operationele doelstellingen die beschreven worden aan de hand van meetbare criteria.

Art. 6.Bij het uitoefenen van zijn missie en taken treedt het agentschap op voor en namens de rechtspersoon het Vlaamse Gewest. HOOFDSTUK III. - Aansturing en leiding van het agentschap

Art. 7.Het agentschap ressorteert onder het hiërarchisch gezag van de minister.

Art. 8.De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de beheersovereenkomst.

Art. 9.Overeenkomstig artikel 6, § 3, van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 is het hoofd van het agentschap belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. HOOFDSTUK IV. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden

Art. 10.Aan het hoofd van het agentschap worden de volgende delegaties verleend : 1° inzake overheidsopdrachten: a) het nemen van beslissingen met een financiële weerslag bij de uitvoering van overheidsopdrachten voorzover die beperkt blijft tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 25 % boven het initiële gunningsbedrag en voorzover die beslissingen geen wezenlijke aanpassing van het voorwerp van de opdracht inhouden;b) het sluiten van overeenkomsten met andere publiekrechtelijke personen voor het uitvoeren van gezamenlijke werken krachtens artikel 19 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; 2° inzake buitengerechtelijke betwistingen: a) het aangaan van dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen, voorzover de budgettaire weerslag ervan niet meer bedraagt dan 65.000 euro; b) het afzien van een vordering voorzover het geschil maximaal 65.000 euro bedraagt in hoofdsom, verhoogd met de verwijlintresten; 3° inzake onteigeningen : a) het laten uitvoeren van de onteigeningsplannen die de minister heeft goedgekeurd; b) zich akkoord verklaren met de uitvoering van de onteigeningen die vereist zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die vermeld worden in het door de minister goedgekeurde programma van het lopende dienstjaar en het volgende begrotingsjaar tot een bedrag van 500.000 euro; c) het zich akkoord verklaren met de voorstellen tot vervroegde onteigening na machtiging door de minister tot een bedrag van 250.000 euro; 4° inzake het wegverkeer: a) het verlenen van toelating inzake het verkeer op de autosnelwegen overeenkomstig artikel 59.10, 2°, van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg; b) het verbieden van verkeer over de bruggen, beheerd door het agentschap;5° inzake het wegbeheer: a) het toestaan van afwijkingen voor de bouwvrije stroken langs de autosnelwegen overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 4 juni 1958 betreffende de vrije stroken langs de autosnelwegen;b) het toestaan van afwijkingen voor de achteruitbouwstroken langs de gewestwegen overeenkomstig artikel 7 van de koninklijke besluiten van 20 augustus 1934 met als opschrift "Wegen - Erfdienstbaarheid 'non aedificandi '";c) het verlenen van bindende adviezen overeenkomstig artikel 111, § 5, 1°, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;d) het uitbrengen van advies inzake de vergunning tot de organisatie van wielerwedstrijden of van veldritten, overeenkomstig artikel 21, tweede lid, van het koninklijk besluit van 21 augustus 1967 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de veldritten;e) het aanstellen van bevoegde ambtenaren overeenkomstig artikel 2, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 maart 2003 tot bestrijding van de schade aan het wegdek door gewichtsoverschrijding;f) het aanstellen van bevoegde ambtenaren van het agentschap overeenkomstig artikel 9.1, § 1, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer; 6° inzake subsidies en andere vormen van financiële tegemoetkomingen: overeenkomstig omzendbrieven, dienstorders, richtlijnen alsook de beheersovereenkomst: het toestaan krachtens de vigerende voorschriften aan gemeenten van tegemoetkomingen in de kosten die voortvloeien uit de overdracht van gewestwegen of uit de aanleg van rioleringen onder de gewestwegen. HOOFDSTUK V. - Controle, voortgangscontrole en toezicht

Art. 11.Met behoud van de toepassing van artikel 9, 33 en 34 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit is de minister verantwoordelijk voor de voortgangscontrole en het toezicht op het agentschap.

Art. 12.De minister kan in het kader van de voortgangscontrole en de uitoefening van het toezicht op ieder ogenblik aan het hoofd van het agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op niveau van individuele onderwerpen en dossiers. HOOFDSTUK VI. - Wijzigingsbepalingen

Art. 13.In artikel 9 van het koninklijk besluit van 4 juni 1958 betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen worden de woorden "het bestuur" vervangen door de woorden "het Agentschap Infrastructuur".

Art. 14.In artikel 21, eerste lid, van het koninklijk besluit van 21 augustus 1967, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 februari 1970 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de veldritten, worden de woorden "de hoofddirecteurs van de diensten van Bruggen en Wegen" vervangen door de woorden "het hoofd van het Agentschap Infrastructuur".

Art. 15.In artikel 21 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 16.In artikel 9, § 1, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer worden de woorden "de Administratie Wegeninfrastructuur en Verkeer" vervangen door de woorden "het Agentschap Infrastructuur".

Art. 17.Artikel 1, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het privatieve gebruik van het openbaar domein van de wegen, de waterwegen en hun aanhorigheden, de zeewering en de dijken wordt vervangen door wat volgt : « 3° de domeinbeheerder : het voor het beheer van het domeingoed bevoegde agentschap of de voor het beheer van het domeingoed bevoegde publiekrechtelijke rechtspersoon die afhangt van het Vlaamse Gewest; ».

Art. 18.In artikel 4 van het ministerieel besluit van 4 juli 2002 houdende vaststelling van de voorwaarden onder dewelke het Vlaamse Gewest bijdraagt in de kosten bij de overdracht van een gewestweg of een gedeelte van de gewestweg naar de gemeenten, worden de woorden "de Administratie Wegen en Verkeer" vervangen door de woorden "het Agentschap Infrastructuur".

Art. 19.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden "de directeur-generaal van de Administratie Wegen en Verkeer" vervangen door de woorden "het hoofd van het Agentschap Infrastructuur".

Art. 20.In artikel 2, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 maart 2003 tot bestrijding van de schade aan het wegdek door gewichtsoverschrijding worden de woorden "de administratie Wegen en Verkeer" vervangen door de woorden "het Agentschap Infrastructuur".

In artikel 2, § 1, 1°, van bijlage I van hetzelfde besluit worden de woorden "Administratie Wegen en Verkeer" vervangen door de woorden "Agentschap Infrastructuur".

Art. 21.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 29 maart 1995 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake openbare werken en ruimtelijke ordening aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap worden de woorden "Administratie Wegen en Verkeer" en "Administratie Ondersteunende Studies en Opdrachten" geschrapt.

Art. 22.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden § 1 en § 3 opgeheven. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 23.De Vlaamse Regering stelt de datum vast waarop dit besluit in werking treedt.

Art. 24.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Openbare Werken, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 oktober 2005;

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS

^