Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 07 september 2018
gepubliceerd op 03 oktober 2018

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016 houdende vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector en de verrichtingen die voor steun in aanmerking komen

bron
vlaamse overheid
numac
2018014082
pub.
03/10/2018
prom.
07/09/2018
ELI
eli/besluit/2018/09/07/2018014082/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 SEPTEMBER 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 05/02/2016 pub. 29/03/2016 numac 2016035330 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector en de verrichtingen die voor steun in aanmerking komen sluiten houdende vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector (FIVA) en de verrichtingen die voor steun in aanmerking komen


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad, gewijzigd bij gedelegeerde verordening (EU) nr. 2017/1787 van de Commissie van 12 juni 2017;

Gelet op het decreet van 13 mei 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/05/1997 pub. 17/06/1997 numac 1997035663 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende oprichting van een Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquicultuursector sluiten houdende oprichting van een financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector, artikel 4, vervangen bij het decreet van 21 oktober 2005 en gewijzigd bij de decreten van 19 december 2008, 9 juli 2010 en 28 juni 2013, en artikel 12, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2008;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 05/02/2016 pub. 29/03/2016 numac 2016035330 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector en de verrichtingen die voor steun in aanmerking komen sluiten houdende vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector (FIVA) en de verrichtingen die voor steun in aanmerking komen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 juli 2018;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 16 juli 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 05/02/2016 pub. 29/03/2016 numac 2016035330 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector en de verrichtingen die voor steun in aanmerking komen sluiten houdende vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector (FIVA) en de verrichtingen die voor steun in aanmerking komen, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 3°, b), wordt punt 4) opgeheven;2° in punt 3° wordt een punt b/1) ingevoegd, dat luidt als volgt: "b/1) de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en de coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, vermeld in artikel 2, § 2, vierde streepje, van het Wetboek van Vennootschappen, waarvan minstens 51 % van de vennoten voldoen aan de criteria, vermeld in punt a) of b), en minstens 51 % van het kapitaal in handen is van vennoten die voldoen aan de criteria, vermeld in punt a) of b)";3° aan punt 3°, n), worden de woorden "en hun verzelfstandigde agentschappen" toegevoegd; 4° aan punt 3° wordt een punt o) toegevoegd, dat luidt als volgt: "o) provinciale extern verzelfstandigde agentschappen;"; 5° punt 21° wordt vervangen door wat volgt: "21° van oorsprong is uit een lidstaat van de Europese Unie: gevangen door een vaartuig dat de vlag voert van een lidstaat van de Europese Unie;"; 6° er worden een punt 22° tot en met 25° toegevoegd, die luiden als volgt: "22° jaarlijkse aanlanding: de hoeveelheid vis vermarktbaar voor directe menselijke consumptie, uitgedrukt in gewicht, gevangen en aangeland door een vissersvaartuig in een kalenderjaar, conform artikel 4, 22 van Verordening (EU) nr.1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006; 23° blokperiode: een periode van drie maanden die door de managementautoriteit tot maximaal zes maanden verlengd kan worden waarin aanvragen voor steun in de Vlaamse visserij- en aquacultuursector ingediend kunnen worden;24° maatregel: een geheel aan subsidieerbare concrete acties uit de acties, vermeld in de EFMZV-verordening en in het Belgisch Operationeel Programma goedgekeurd bij besluit van de Europese Commissie;25° besluit van 16 december 2005: besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/12/2005 pub. 23/01/2006 numac 2006035027 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden sluiten tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden.

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De minister kan voor de uitvoering van dit besluit: 1° verdere toepassingsmodaliteiten vaststellen over: a) de manier waarop aangetoond wordt dat de werkende vennoot-bedrijfsleider, de operationele leiding in de vennootschap heeft;b) het in aanmerking nemen van andere financieringsbronnen;c) het terugvorderen van steun;2° per maatregel en binnen de grenzen bepaald in dit besluit, het percentage en het bedrag bepalen van de steun die het FIVA toekent;3° de begin- en einddatum van een project bepalen;4° de vorm en de inhoud van de aanvraagformulieren bepalen;5° de voorwaarden inzake milieu-impact en duurzaamheid bepalen voor het bekomen van steun;6° de subsidiabele investerings- en uitvoeringskosten, de betalingsmodaliteiten en de voor te leggen bewijsstukken nader bepalen;7° de onderlinge relaties regelen als er bij een project meerdere betrokkenen zijn.

Art. 3.In artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° de begunstigde, met uitzondering van de vaartuigen die behoren tot het kustvisserssegment, vermeld in artikel 1, 8°, van het besluit van 16 december 2005, of waarvan op jaarbasis minstens 75 % van de visserijactiviteiten plaatsvinden in de Schelde of in het Schelde-estuarium, biedt gedurende de vier kalenderjaren die volgen op het jaar van de indiening van de aanvaarde steunaanvraag, 50 % van de jaarlijkse aanlanding van zijn gesubsidieerde vissersvaartuig in een Belgische veiling aan.".

Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 6.De begunstigde, vermeld in artikel 1, 3°, a), b), b/1), i), j), of k), van dit besluit kan binnen de voorwaarden, vermeld in artikel 25, 30, 32, 38, 41 en 42 van de EFMZV-verordening, steun aanvragen om acties uit te voeren als vermeld in artikel 30, 32, 38, 41 en 42 van voormelde verordening. De acties zijn gericht op: 1° het bijdragen tot de diversifiëring van de inkomsten van vissers;2° het verbeteren van de hygiëne-, gezondheids-, veiligheids- en arbeidsomstandigheden van de vissers aan boord;3° het beperken van de impact van de visserij op het mariene milieu, het bevorderen van de geleidelijke uitbanning van de teruggooi en het vergemakkelijken van de overgang naar een duurzame exploitatie van de levende biologische rijkdommen;4° het matigen van de gevolgen van de klimaatverandering en het energie-efficiënter maken van de vissersvaartuigen;5° het verbeteren van de toegevoegde waarde of de kwaliteit van de gevangen vis. Om in aanmerking te komen voor de steun, vermeld in het eerste lid, voldoet het vissersvaartuig waarin geïnvesteerd wordt aan al de volgende voorwaarden: 1° het vissersvaartuig heeft gedurende de twee kalenderjaren voorafgaand aan het jaar van de indiening van de steunaanvraag een minimale visserijactiviteit uitgeoefend van jaarlijks ten minste zestig dagen op zee;2° het vissersvaartuig voldoet gedurende drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar van de indiening van de steunaanvraag aan de economische band. Als het vissersvaartuig een visvergunning gekregen heeft als vervangend vissersvaartuig, met toepassing van artikel 7 van het besluit van 16 december 2015, dan wordt geacht voldaan te zijn: 1° aan de voorwaarde, vermeld in het tweede lid, 1°, als het vervangende of het vervangen vissersvaartuig in de twee kalenderjaren voorafgaand aan het jaar van de indiening van de steunaanvraag een minimale visserijactiviteit van jaarlijks ten minste zestig dagen op zee uitgeoefend heeft;2° aan de voorwaarde, vermeld in het tweede lid, 2°, als het vervangende of het vervangen vissersvaartuig in de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar van de indiening van de steunaanvraag aan de economische band heeft voldaan. Als een vissersvaartuig door overmacht wordt vervangen stelt de minister de aanvrager vrij van de voorwaarden, vermeld in het tweede en derde lid.

Er wordt een vijfde van de FIVA-steun en de er aan gekoppelde EFMZV-steun teruggevorderd, per jaar dat niet aan een van de volgende voorwaarden voldaan is: 1° het vissersvaartuig voldoet gedurende het jaar van de indiening van de steunaanvraag en vier jaar na het jaar van de indiening van de steunaanvraag aan de economische band;2° de begunstigde, met uitzondering van vaartuigen behorende tot het kustvisserssegment, vermeld in artikel 1, 8°, van het besluit van 16 december 2005, of waarvan op jaarbasis minstens 75 % van de visserijactiviteiten in de Schelde of in het Schelde estuarium plaatsvinden, biedt gedurende het jaar van de indiening van de steunaanvraag en de vier kalenderjaren die volgen op het jaar van de indiening van de steunaanvraag, minstens 50 % van de jaarlijkse aanlanding van zijn gesubsidieerde vissersvaartuig in een Belgische veiling aan. In afwijking van het vijfde lid, 2°, is, voor de kalenderjaren 2015 en 2016, aan de voorwaarde, vermeld in het vijfde lid, 2°, voldaan als minstens 50 % van de jaarlijkse aanlanding of minstens 50 % van de jaarlijkse besomming van het gesubsidieerde vissersvaartuig, in een Belgische veiling verwezenlijkt is.

In dit artikel wordt verstaan onder jaarlijkse besomming: de opbrengst in een kalenderjaar, uitgedrukt in euro, van de eerste verkoop van de visserijproducten vermarktbaar voor directe menselijke consumptie die door een vissersvaartuig gevangen zijn.

De financiële bijdrage vanuit het FIVA voor een investering in het kader van deze afdeling: 1° bedraagt, naargelang de soort investering, vermeld in artikel 95, lid 1 en 4, van de EFMZV-verordening, en in regel 1 en 8 van bijlage I bij voormelde verordening, maximaal 15 tot 40 % van de totale investeringskosten, exclusief btw; 2° is, naargelang de soort investering, begrensd op een bedrag tussen 25.000 en 250.000 euro.".

Art. 5.In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de inleidende zin vervangen door wat volgt: "De begunstigde, vermeld in artikel 1, 3°, a), b), b/1, c), d), f), i), l), m) en n) van dit besluit, kan binnen de voorwaarden, vermeld in artikel 25, 26, 36, 39, 46 en 47 van de EFMZV-verordening, steun aanvragen om acties uit te voeren als vermeld in artikel 26, 36, 39 en 47 van de voormelde verordening, die gericht zijn op:"; 2° aan het eerste lid wordt een punt 8° toegevoegd, dat luidt als volgt: "8° het ontwerp, de uitwerking, de controle, de evaluatie en het beheer van innovatieve systemen voor het toewijzen van vangstmogelijkheden."; 3° in het tweede lid worden de woorden "als vermeld in het eerste lid" vervangen door de woorden "als vermeld in het eerste lid, 1° tot 7° "; 4° tussen het tweede en derde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Innovatieve projecten als vermeld in het eerste lid, 8°, worden uitgevoerd onder leiding van een projectgroep die minstens samengesteld is uit de promotor, vertegenwoordigers van de sector, vertegenwoordigers van het wetenschappelijk onderzoek en van het departement Landbouw en Visserij.".

Art. 6.In hoofdstuk 2 van hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 5 vervangen door wat volgt: "Afdeling 5. Steun voor partnerschap in de visserij".

Art. 7.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: "De begunstigde, vermeld in artikel 1, 3°, a), b), b/1), e), f), g), i), j), k) of n), van dit besluit, kan binnen de voorwaarden, vermeld in artikel 25 en 28 van de EFMZV-verordening, steun aanvragen om acties uit te voeren als vermeld in artikel 28 van de voormelde verordening, die gericht zijn op het bevorderen van de overdracht van kennis tussen wetenschappers en vissers door netwerken en partnerschappen op te zetten tussen wetenschappelijke organisaties en vissers en vissersorganisaties."; 2° in het tweede lid, 2°, wordt het bedrag "25.000 EUR" vervangen door het bedrag "250.000 euro".

Art. 8.In artikel 12, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "artikel 1, 3°, c), d), h) en j)" vervangen door de zinsnede "artikel 1, 3°, c), d), h), i), j) en n), van dit besluit".

Art. 9.In artikel 16, eerste lid van hetzelfde besluit wordt de inleidende zin vervangen door wat volgt: "De begunstigde, vermeld in artikel 1, 3°, f), i), j) en o), van dit besluit, kan binnen de voorwaarden, vermeld in artikel 68 van de EFMZV-verordening, steun aanvragen voor afzetmaatregelen ten bate van visserij- en aquacultuurproducten als vermeld in artikel 68 van de voormelde verordening, die gericht zijn op:"

Art. 10.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: "De begunstigde, vermeld in artikel 1, 3°, a), b), b/1), e), f), i), j) en n), van dit besluit, kan binnen de voorwaarden, vermeld in artikel 40 van de EFMZV-verordening, steun aanvragen voor acties als vermeld in artikel 40 van de voormelde verordening, die gericht zijn op het beschermen en herstellen van de mariene biodiversiteit en de mariene ecosystemen en het bevorderen van duurzame visserijactiviteiten."; 2° in het tweede lid, 2°, wordt de zinsnede "12.500 tot 150.000 euro" vervangen door het bedrag "150.000 euro".

Art. 11.In artikel 18 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "De begunstigde, vermeld in artikel 1, 3°, a) en b)" vervangen door de zinsnede "De begunstigde vermeld in artikel 1, 3°, a), b) en l), van dit besluit".

Art. 12.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk 5/1, dat bestaat uit artikel 32/1 tot en met 32/4, ingevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk 5/1. Organisatie van de steunverlening

Art. 32/1.De minister kent de aanvrager de steun, vermeld in hoofdstuk 2, toe binnen de perken van de daarvoor beschikbare jaarlijkse begrotingskredieten.

Art. 32/2.De steunaanvragen, vermeld in hoofdstuk 2, kunnen ofwel binnen een blokperiode continu ingediend worden, ofwel alleen ingediend worden na een oproep door de minister tot indiening van steunaanvragen conform de voorwaarden, vermeld in artikel 32/3. De minister bepaalt per maatregel waarvoor het FIVA steun kan verlenen, of de steunaanvragen alleen ingediend kunnen worden na een oproep tot indiening van steunaanvragen door de minister, dan wel continu binnen een blokperiode.

Art. 32/3.§ 1. Voor de steunaanvragen die binnen een blokperiode continu ingediend kunnen worden, kan de managementautoriteit de volgende elementen bepalen: 1° voor de aanvang van de blokperiode, de datum waarop de blokperiode begint en afloopt;2° binnen de perken van de daartoe beschikbare begrotingskredieten, per maatregel, het beschikbare budget. § 2. Als de minister voor de door hem te bepalen maatregelen, vermeld in hoofdstuk 2 een oproep tot indiening van steunaanvragen doet, bepaalt de minister daarbij: 1° per maatregel, het vastgelegde budget;2° de periode waarin de steunaanvraag kan worden ingediend;3° de modaliteiten van de steunaanvraag;4° de periode waarin de steunaanvrager de uitgaven moet realiseren. De minister kan per oproep: 1° per maatregel, een focus of thema voor de uit te voeren concrete acties bepalen;2° het maximale steunbedrag per kandidaat-begunstigde of per aanvraag bepalen;3° de minimale of de maximale subsidiabele uitgaven voor de uit te voeren concrete actie bepalen;4° bijkomende voorwaarden, specificaties of beperkingen opleggen die betrekking hebben op: a) de in aanmerking komende uitgaven;b) de kandidaat-begunstigden;c) de steun- en de betalingsaanvraag; d) de selectiecriteria, in aanvulling bij of ter vervanging van de selectiecriteria die vastgesteld en goedgekeurd zijn door het monitoringcomité, vermeld in artikel 113 van de EFMZV-verordening..

Art. 32/4.§ 1. Na afloop van de blokperiode of oproep rangschikt de managementautoriteit per maatregel de concrete acties waarvoor de steun aangevraagd is, van hoog naar laag volgens de mate waarin ze bijdragen aan de realisatie van: 1° de algemene doelstellingen van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij, vermeld in artikel 5 van de EFMZV-verordening;2° de doelstellingen voor de Unieprioriteit waaronder de maatregel, vermeld in artikel 6 van de voormelde verordening, valt;3° de specifieke doelstellingen van de individuele maatregel, vermeld in het artikel van de voormelde verordening dat van toepassing is;4° in voorkomend geval, de focus of het thema, vermeld in artikel 32/3, § 2, tweede lid, 1°, van dit besluit, zoals bepaald in de oproep van de minister. Binnen de beschikbare budgetten komen de aanvragen met de hoogste waardering, bepaald op basis van de doelmatigheidsscore, berekend conform paragraaf 2, bij voorrang voor steun in aanmerking. § 2. De managementautoriteit kent, op basis van de mate waarin een concrete actie bijdraagt aan de realisatie van de doelstellingen, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, en de door de minister bepaalde selectiecriteria, aan elke steunaanvraag een doelmatigheidsscore toe.

De doelmatigheidsscore is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de score op de door de minister bepaalde selectiecriteria en de bijdrage aan de realisatie van de doelstellingen, en, in voorkomend geval, de focus of het thema, vermeld in paragraaf 1, eerste lid. Voor de beoordeling van de steunaanvragen op basis van de selectiecriteria kan de managementautoriteit zich laten adviseren door een beoordelingscollege van experten. § 3. Op verzoek van de managementautoriteit vervolledigt de steunaanvrager zijn aanvraag die in aanmerking komt voor steun, met de gegevens en documenten die noodzakelijk zijn voor de afhandeling van het dossier. De managementautoriteit legt daarvoor een maximumtermijn op. Als de steunaanvrager de gevraagde informatie niet binnen de termijn aanlevert, komt hij niet langer voor steun in aanmerking. § 4. De managementautoriteit beoordeelt, na advies van het beoordelingscomité, de steunaanvragen conform paragraaf 1 tot en met 3.".

Art. 13.Op de aanvragen waarover op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit nog geen beslissing genomen is, is het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 05/02/2016 pub. 29/03/2016 numac 2016035330 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector en de verrichtingen die voor steun in aanmerking komen sluiten houdende vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector (FIVA) en de verrichtingen die voor steun in aanmerking komen, zoals gewijzigd bij dit besluit, van toepassing.

In afwijking van het eerste lid, zijn artikel 1, 3°, en artikel 6, derde, vierde, zesde en achtste lid, punt 2°, artikel 9, 12 en 16 van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij dit besluit, van toepassing op aanvragen ingediend vanaf 1 januari 2015 ongeacht of er al voor de inwerkingtreding van dit besluit een beslissing is genomen.

Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 september 2018.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE

^