Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 08 januari 2021
gepubliceerd op 25 januari 2021

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 januari 2020 tot bepaling van het tariefbeleid voor het kernnet en het aanvullende net en tot wijziging van artikel 66 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM

bron
vlaamse overheid
numac
2021020212
pub.
25/01/2021
prom.
08/01/2021
ELI
eli/besluit/2021/01/08/2021020212/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JANUARI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 januari 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/01/2020 pub. 31/01/2020 numac 2020010305 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van het tariefbeleid voor het kernnet en het aanvullende net en tot wijziging van artikel 66 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM sluiten tot bepaling van het tariefbeleid voor het kernnet en het aanvullende net en tot wijziging van artikel 66 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM


Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 26 april 2019 betreffende de basisbereikbaarheid, artikel 36, § 1, eerste lid.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 30 november 2020. - De Raad van State heeft advies 68.448/3 gegeven op 30 december 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 januari 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/01/2020 pub. 31/01/2020 numac 2020010305 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van het tariefbeleid voor het kernnet en het aanvullende net en tot wijziging van artikel 66 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM sluiten tot bepaling van het tariefbeleid voor het kernnet en het aanvullende net en tot wijziging van artikel 66 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt: "2° ticket: een vervoerbewijs in de vorm van een elektronische drager, namelijk een papieren ticket met daarin een chip verwerkt, of in de vorm van een contactloos medium dat recht geeft op vervoer binnen het kernnet en het aanvullende net.De reiziger kan binnen zestig minuten overstappen en mag een gestarte rit na die zestig minuten voortzetten;"; 2° punt 3° wordt opgeheven; 3° punt 16° wordt vervangen door wat volgt: "16° sms-snellijnbiljet korte afstand: een vervoerbewijs dat recht geeft op één enkele rit korte afstand met een Limburgse snelbuslijn;"; 4° er wordt een punt 16° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "16° /1 sms-snellijnbiljet lange afstand: een vervoerbewijs dat recht geeft op één enkele rit lange afstand met een Limburgse snelbuslijn;"; 5° in punt 17° wordt het woord "Snellijnbiljet" vervangen door het woord "sms-snellijnbiljet".

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, eerste lid, worden punt 1° en 2° vervangen door wat volgt: "1° een m-ticket: 2 euro; 2° een ticket of een sms-ticket: 2,5 euro;"; 2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt punt 3° opgeheven; 3° in paragraaf 2, eerste lid, wordt punt 4° vervangen door wat volgt: "4° een m-card10: 16 euro of 1,60 euro per rit;"; 4° in paragraaf 2 wordt het vierde lid opgeheven;5° in paragraaf 3, 1°, a), wordt het bedrag "55 euro" vervangen door het bedrag "56 euro";6° in paragraaf 3, 1°, b), 3), wordt het bedrag "55 euro" vervangen door het bedrag "56 euro";7° in paragraaf 3, 2°, a), wordt het bedrag "329 euro" vervangen door het bedrag "339 euro";8° in paragraaf 3, 2°, b), wordt het bedrag "128 euro" vervangen door het bedrag "132 euro";9° in paragraaf 3, 2°, d), wordt het bedrag "55 euro" vervangen door het bedrag "56 euro";10° in paragraaf 3, 3°, wordt de tabel vervangen door wat volgt:

Buzzy Pazz 12 - 24 jaar

Omnipas 25 - 64 jaar

één maand

29 euro

45 euro

drie maanden

67 euro

118 euro

twaalf maanden

175 euro

299 euro


11° in paragraaf 4, 1°, wordt het woord "Snellijnbiljet" vervangen door het woord "sms-snellijnbiljet"; 12° in paragraaf 4 wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° een sms-snellijnbiljet korte afstand: 2,50 euro;"; 13° in paragraaf 4 wordt een punt 2° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "2° /1 een sms-snellijnbiljet lange afstand: 7,50 euro;"; 14° in paragraaf 4 wordt punt 5° vervangen door wat volgt: "5° Snellijnkaarten voor kortere afstanden: de prijs wordt berekend op basis van de afstand conform de tarieven, vermeld in punt 3° en 4° "; 15° aan paragraaf 4 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Voor elke aanvraag van een sms-vervoerbewijs worden er operatorkosten van 0,15 euro aangerekend aan de klant.".

Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, inleidende zin, wordt het bedrag "45 euro" vervangen door het bedrag "46 euro";2° in het tweede lid, inleidende zin, wordt het bedrag "55 euro" vervangen door het bedrag "56 euro";3° in het tweede lid, 3°, wordt het woord "wigw-kaart" vervangen door het woord "omniokaart";4° in het tweede lid, 4°, worden de woorden "kaart voor verhoogde tegemoetkoming van de NMBS" vervangen door de woorden "NMBS-kaart verhoogde tegemoetkoming".

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2021.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gemeenschappelijk vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 januari 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS

^