Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 08 juli 1997
gepubliceerd op 05 september 1997

Besluit van de Vlaamse regering betreffende de Vlaamse Adviescommissie voor Volksraadplegingen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1997036078
pub.
05/09/1997
prom.
08/07/1997
ELI
eli/besluit/1997/07/08/1997036078/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JULI 1997. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de Vlaamse Adviescommissie voor Volksraadplegingen


De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op de bijlage van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 17 april 1997;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Er wordt een Vlaamse Adviescommissie voor Volksraadplegingen opgericht, hierna de Commissie te noemen.

Art. 2.De Commissie verstrekt, op verzoek van de Vlaamse regering en binnen de termijn die in dat verzoek wordt bepaald, advies betreffende de toepassing van het administratief toezicht op de beslissingen over het houden van een volksraadpleging.

Art. 3.De Commissie brengt een jaarverslag uit met een overzicht van de adviezen die ze heeft verstrekt. Dat jaarverslag wordt toegestuurd aan de Vlaamse regering die het meedeelt aan het Vlaams Parlement.

Art. 4.De zetel van de Commissie is gevestigd in de lokalen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 5.1. De Commissie bestaat uit een voorzitter en vier leden, waaronder een ondervoorzitter.

Ten hoogste tweederde van de leden van de Commissie kunnen van hetzelfde geslacht zijn. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, benoemt de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden voor een éénmaal hernieuwbare termijn van drie jaar. De voorzitter wordt benoemd onder de magistraten van de Raad van State.

Twee leden worden, op voordracht van het college van secretarissen-generaal, benoemd onder de ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wegens hun grondige kennis van het administratief recht.

Twee leden, van wie minstens één gespecialiseerd in het administratief recht, worden benoemd onder het zelfstandig academisch personeel van de universiteiten van de Vlaamse Gemeenschap.

Voor elk van de leden, met uitzondering van de voorzitter, wordt een plaatsvervanger benoemd onder dezelfde voorwaarden als de werkende leden. 3. Als een lid verhinderd of afwezig is, wordt het lid vervangen door zijn plaatsvervanger. Als een lid ontslag neemt of om enige andere reden ophoudt deel uit te maken van de Commissie, voltooit de plaatsvervanger het mandaat van zijn voorganger. 4. Als de voorzitter verhinderd of afwezig is of in afwachting van zijn vervanging, worden zijn opdrachten waargenomen door de ondervoorzitter.5. De leden van de Commissie kunnen van hun opdracht worden ontheven wegens tekortkomingen in hun taken of wegens inbreuk op de waardigheid van hun ambt.

Art. 6.De Commissie stelt binnen een maand na haar installatie een huishoudelijk reglement vast.

Dit reglement, evenals elke latere wijziging ervan, wordt eenparig aangenomen door de aanwezige leden en wordt goedgekeurd door de Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden.

Art. 7.De voorzitter leidt de vergaderingen en ondertekent namens de Commissie alle briefwisseling en adviezen.

Art. 8.De Commissie beraadslaagt slechts dan op geldige wijze als ten minste de meerderheid van haar leden aanwezig is. Zij beslist bij volstrekte meerderheid.

Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter of, bij diens afwezigheid, van de ondervoorzitter, doorslaggevend.

Art. 9.Als de Commissie het noodzakelijk acht voor de uitoefening van haar opdracht, kan zij zich door deskundigen toelichting laten geven.

Art. 10.Het secretariaat van de Commissie wordt telkens waargenomen door een door de Vlaamse minister, bevoegd voor binnenlandse aangelegenheden, aangewezen ambtenaar van niveau A van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 11.De werkingskosten van de Commissie en van haar secretariaat worden aangerekend op de begroting van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Voor de vervulling van hun opdracht vallen de voorzitter en de leden van de Commissie, alsook de deskundigen die worden gehoord, onder toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen.

Art. 12.Aan de bijlage gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen wordt het volgende punt toegevoegd : « 9. Binnenlandse Aangelegenheden : - Vlaamse Adviescommissie voor Volksraadplegingen. »

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 juli 1997 De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting, L. PEETERS

^