Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 08 juni 2000
gepubliceerd op 26 oktober 2000

Besluit van de Vlaamse regering houdende organisatie en regeling van het beheer en de werking van het Vlaams Zorgfonds

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2000036036
pub.
26/10/2000
prom.
08/06/2000
ELI
eli/besluit/2000/06/08/2000036036/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JUNI 2000. - Besluit van de Vlaamse regering houdende organisatie en regeling van het beheer en de werking van het Vlaams Zorgfonds


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering, inzonderheid op artikel 11, tweede lid, en 20;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juni 1999;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 8 juni 1999, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 29 februari 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden en de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering;2° Fonds : het Vlaams Zorgfonds, bedoeld in artikel 11 van het decreet;3° ministers : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën;4° administratie : de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;5° leidend ambtenaar : de leidend ambtenaar van de administratie;6° zorgkas : een zorgkas die erkend is conform artikel 15 van het decreet. HOOFDSTUK II. - Organisatie van het Fonds

Art. 2.Het Fonds is een instelling van categorie A, als bedoeld in de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut. HOOFDSTUK III. - Beheer en werking van het Fonds

Art. 3.De leidend ambtenaar is belast met de leiding, het dagelijkse en financiële beheer van het Fonds.

Art. 4.Onder het dagelijkse en financiële beheer van het Fonds wordt verstaan : 1° ondertekenen van de dagelijkse briefwisseling, de nota's, de ambtsberichten en de documenten met betrekking tot het Fonds;2° ontvangen van de gewone en aangetekende zendingen en van de dagvaardingen, gericht aan het Fonds, 3° eensluidend verklaren van uittreksels en afschriften van documenten;4° geven van alle noodzakelijke goedkeuringen en nemen van beslissingen die desgevallend nodig zijn voor de verevening tussen de zorgkassen en het verlenen van subsidies aan de zorgkassen conform artikel 11, eerste lid, 1°, van het decreet en binnen de richtlijnen vastgesteld door de Vlaamse regering;5° vastleggen en aanrekenen van de uitgaven;6° opstellen van de jaarlijkse uitvoeringsrekening van de begroting, de balans- en resultatenrekening;7° terugvorderen van ten onrechte gedane betalingen;8° aanstellen van externe deskundigen;9° nemen van beslissingen in het kader van het toezicht en de controle op de zorgkassen, bedoeld in artikel 11, eerste lid, 3°, van het decreet.

Art. 5.De leidend ambtenaar kan de in artikel 4 vermelde taken delegeren aan personeelsleden van niveau A van zijn administratie, die hem in de uitvoering van zijn taak bijstaan.

Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering van de leidend ambtenaar wordt hij vervangen door een ambtenaar van niveau A van zijn administratie, die hij aanwijst. Heeft hij geen ambtenaar aangewezen, dan gebeurt zijn vervanging conform artikel 1129, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel.

De delegaties en aanwijzingen worden binnen acht dagen meegedeeld aan de ministers. Tweemaal per jaar brengt de leidend ambtenaar aan de ministers verslag uit over de aanwending van de delegaties.

Art. 6.De personen die daartoe door de leidend ambtenaar zijn aangewezen kunnen ter plaatse of op stukken toezicht uitoefenen op het beheer, de werking en de financiële toestand van de zorgkassen. Op hun eenvoudig verzoek bezorgen de zorgkassen hen elk stuk dat daarmee verband houdt.

Die personen brengen aan het Fonds verslag uit over het door hen uitgeoefende toezicht.

Art. 7.De leidend ambtenaar en de personen die meewerken aan de uitvoering van de opdrachten van het Fonds, zijn gebonden aan het beroepsgeheim. HOOFDSTUK IV. - Het reservefonds

Art. 8.In de boekhouding van het Fonds wordt een rekening geopend voor een reservefonds.

De Vlaamse regering bepaalt jaarlijks welk bedrag van de middelen van het Fonds in het reservefonds gestort moet worden.

Art. 9.Elke opneming uit het reservefonds is afhankelijk van de voorafgaande toestemming van de ministers.

Het reservefonds kan enkel worden aangewend ter vrijwaring van de dekking van de tenlastenemingen door de zorgkassen. HOOFDSTUK V. - De begroting

Art. 10.Met uitzondering van de werkingsuitgaven bevatten de onderscheiden uitgavenposten niet-limitatieve kredieten. HOOFDSTUK VI. - De boekhouding

Art. 11.In de boekhouding wordt per zorgkas een rekening geopend.

Elke uitgave aan een zorgkas wordt chronologisch geboekt met vermelding van de kostensoort.

De ministers bepalen de kostensoorten en het model van de in het eerste lid bedoelde rekening.

Art. 12.Het Fonds bezorgt uiterlijk op 31 maart aan de ministers een boekhoudkundig verslag van alle verrichtingen van het voorbije jaar.

De ministers bepalen de vormvereisten waaraan het verslag moet voldoen. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 13.Artikel 20 van het decreet en dit besluit treden in werking op 1 juli 2000.

Art. 14.De Vlaamse rninister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën, zijn, ieder wat haar of hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 juni 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS

^