8 JUNI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van een Vlaams betaalorgaan voor het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie

De Vlaamse regering, Gelet op verordening (EG) nr. 1257/99 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen;

Gelet op verordening (EG) nr. 1258/99 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

Gelet op verordening (EG) nr. 1663/95 van de Commissie van 7 juli 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening 729/70 van de Raad aangaande de procedure inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie, inzonderheid op de bijlage met de richtsnoeren inzake criteria voor de erkenning van betaalorganen;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, V, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Overwegende dat in de nota B1/B5/S12/1422 van de Staf Centrale Coördinatie van 23 maart 1995 en in de nota 15.DB/3/3008 van 30 januari 1997, ondertekend door de minister-president van de Vlaamse regering de afdeling Land- en Tuinbouwondersteuningsbeleid wordt benoemd tot Vlaams betaalorgaan voor middelen van het EOGFL-afdeling Garantie;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 november 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er zonder uitstel een wettelijke basis moet worden gegeven aan het betaalorgaan waarbij zijn taken en bevoegdheden worden omschreven, aangezien de uitbetaling van de steun met toepassing van verordening (EG) nr. 1257/99 onmiddellijk moet worden uitgevoerd;

Overwegende dat in de fax van 8 maart 2001 naar aanleiding van het auditbezoek van de Europese Commissie van 6 maart 2001 bij het Vlaams betaalorgaan en het syntheserapport der goedkeuring der rekeningen van het EOGFL-Garantie (Doc. AGRI/17538/2001 rev. 2) wordt benadrukt dat een accreditatie-audit overeenkomstig art. 1 lid 3 van verordening (EG) nr. 1663/95 dient te worden uitgevoerd vooraleer een beslissing tot definitieve erkenning van het betaalorgaan kan genomen worden.

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1.Binnen de administratie Land- en Tuinbouw van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wordt een Vlaams betaalorgaan EOGFL, afdeling Garantie opgericht, hierna het betaalorgaan te noemen, voor het beheer en de uitbetaling van de subsidies van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie onder andere voor de maatregelen, bedoeld in verordening (EG) 1257/99. § 2. De middelen van het betaalorgaan zijn : 1° de tegemoetkoming en voorschotten van de Europese Gemeenschap in de uitgaven van het betaalorgaan voor de maatregelen, bedoeld in § 1;2° de ter beschikking gestelde Vlaamse cofinanciering van de desbetreffende administraties en/of afdelingen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, belast met de uitvoering van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling, hierna beheersdiensten te noemen;3° de inkomsten uit de belegging van de Europese cofinanciering.

Art. 2.§ 1. De leidend ambtenaar van de administratie Land- en Tuinbouw wordt gemachtigd om namens de Vlaamse regering nota's, ambtsberichten, briefwisseling en documenten te ondertekenen met betrekking tot het dagelijks beheer en de organisatie van het betaalorgaan.

Hij voert hierbij de titel van directeur-generaal van het betaalorgaan.

De directeur-generaal staat in voor de afhandeling van de dossiers op grond van de Europese regelgeving.

Hij verzekert de dagelijkse werking van het orgaan. § 2. Voor de toepassing van de wetgeving inzake het betaalorgaan, kan de directeur-generaal subdelegatie verlenen aan de personeelsleden van de administratie Land- en Tuinbouw tot op het meest functionele niveau met inachtname van het principe van functiescheiding, bedoeld in artikel 3, § 5. § 3. Voor het feitelijke beheer van het orgaan en de daarop betrekking hebbende boekhoudkundige operaties (vastleggingen, ordonnanceringen), kan subdelegatie worden verleend aan de bevoegde personeelsleden van de administratie Land- en Tuinbouw met goedkeuring van de bevoegde minister. § 4. De in dit besluit verleende delegaties worden tevens verleend aan de ambtenaar die met de waarneming van het ambt van de titularis is belast of die hem vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering, met uitzondering van de bevoegdheid tot subdelegatie. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst de betrokken ambtenaar, boven de vermelding van zijn graad en zijn handtekening de formule 'Voor de (graad van de titularis), afwezig'. § 5. De directeur-generaal van het betaalorgaan wordt namens de Vlaamse regering gemachtigd om binnen de perken van zijn bevoegdheden in het kader van het betaalorgaan : 1° alle goedkeuringen te verlenen en stukken te ondertekenen die voor de uitvoering van de Europese regelgeving vereist zijn, conform de Europese bepalingen terzake;2° protocols inzake controle- en beheerssystemen af te sluiten met de verschillende beheersdiensten. § 6. Het personeel, de uitrusting en de installaties van de administratie Land- en Tuinbouw, worden ter beschikking gesteld van het betaalorgaan.

Art. 3.§ 1. De drie functies van het betaalorgaan bestaan uit : 1° het toestaan van betalingen;2° de betalingen uitvoeren;3° de administratie van de betalingen voeren. § 2. Hiernaast beschikt het betaalorgaan nog over de volgende twee diensten : 1° de dienst Interne Controle;2° de Technische dienst. § 3. Onder het toestaan van de betalingen wordt verstaan het vaststellen van het bedrag dat aan een aanvrager in overeenstemming met de Vlaamse en Europese regelgeving moet worden betaald.

Onder de administratie van de betalingen voeren wordt verstaan de verificatie van de uitbetalingsdossiers, inbegrepen de controle op de ontvankelijkheid van de goedgekeurde aanvragen en de registratie ervan in een geautomatiseerd systeem.

Onder taken van de Technische dienst wordt verstaan het controleren van de uitvoering van de maatregelen waarop de betalingen aan de aanvragers gebaseerd zijn.

Onder taken van de dienst Interne Controle wordt verstaan een onafhankelijke beoordelingsfunctie die binnen het betaalorgaan wordt gecreëerd om de effectiviteit van het intern controlesysteem van het betaalorgaan en zijn beheersdiensten door te lichten en te evalueren.

De rapporten van de dienst interne controle worden overgemaakt aan de leiding van het betaalorgaan, die de noodzakelijke maatregelen neemt voor de voortgangscontrole van de aanbevelingen in deze rapporten. § 4. De administratie van de betalingen voeren, de betalingen uitvoeren en de taken van de dienst Interne Controle worden door het betaalorgaan verricht.

De taken van de Technische dienst en het toestaan van de betalingen kunnen door middel van een protocol gedelegeerd worden aan de terzake bevoegde beheersdiensten. § 5. Het betaalorgaan bestaat uit ten minste drie cellen, die instaan voor een van de functies, bedoeld in § 4. De taken en bevoegdheden van het betaalorgaan en van de beheersdiensten worden gedetailleerd beschreven in schriftelijke procedures als bijlage bij de protocols.

Art. 4.Het betaalorgaan staat in voor de wettelijk verplichte financiële rapportering aan het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en aan het EOGFL, afdeling Garantie.

Op het einde van elk kwartaal wordt een staat van ontvangsten en uitgaven opgemaakt en bezorgd aan de administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management.

Maandelijks, trimesterieel, halfjaarlijks en jaarlijks worden de uitgavenstaten, de uitgavenramingen en de stand van uitvoering van de programma's van het betaalorgaan bezorgd aan het EOGFL, afdeling Garantie.

Art. 5.De afdeling Accounting van de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management wordt belast met de jaarlijkse certifiëring van de rekeningen van het betaalorgaan en met de accreditatie-audit.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.

Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting en de Vlaamse minister bevoegd voor het Landbouwbeleid zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. » Brussel, 8 juni 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA