Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 09 maart 1999
gepubliceerd op 20 maart 1999

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 betreffende de toegankelijkheid en het occasionele gebruik van de bossen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999035363
pub.
20/03/1999
prom.
09/03/1999
ELI
eli/besluit/1999/03/09/1999035363/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 MAART 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 betreffende de toegankelijkheid en het occasionele gebruik van de bossen


De Vlaamse regering Gelet op het Bosdecreet van 13 juni 1990, inzonderheid op artikelen 10, 12, 15, 48 en 97;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 betreffende de toegankelijkheid en het occasionele gebruik van de bossen, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 24 januari 1996;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor Begroting, gegeven op 7 december 1998;

Gelet op het overleg gepleegd tussen de betrokken regeringen op 2 maart 1999, overeenkomstig artikel 6, § 2, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat het actuele aanbod aan speelmogelijkheden voor jeugdverenigingen in bossen ontoereikend is waardoor een wijziging van het toegankelijkheidsbesluit noodzakelijk is vooraleer de spelactiviteiten in bossen hernemen op het einde van de winter. Daar nog een aantal praktische zaken, opgelegd door het besluit, dienen te worden geregeld zoals een aangepaste bebording en een overleg met de plaatselijke besturen en jeugdverenigingen is het noodzakelijk dat het wijzigingsbesluit reeds in werking treedt begin 1999;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 29 december 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 betreffende de toegankelijkheid en het occasionele gebruik van de bossen worden de woorden « of bosreservaat » geschrapt.

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit van de Vlaamse regering wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° bosgebruiker : elke persoon die zich, al dan niet gemotoriseerd, met een geldige reden van onderhoud, exploitatie, beheer of bewaking in het bos bevindt, ook buiten de wegen;2° motorvoertuig : elk voertuig uitgerust met een motor;3° occasioneel gebruik : elke activiteit waarbij de boswegen verlaten worden.»

Art. 3.Artikel 2bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij besluit van de Vlaamse regering van 26 januari 1996, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 2bis.De in de bijlage afgebeelde borden hebben de volgende betekenis : 1° G.01, G.01bis : alleen toegankelijk voor voetgangers; 2° G.02, G.02bis : alleen toegankelijk voor fietsers; 3° G.03, G.03bis : alleen toegankelijk voor ruiters; 4° G.04, G.04bis : speelzone; 5° V.01, V.01bis : verboden voor voetgangers; 6° V.02, V.02bis : verboden voor fietsers; 7° V.03, V.03bis : verboden voor ruiters; 8° V.04, V.04bis : verboden toegang; 9° V.05, V.05bis : verboden voor motorvoertuigen. »

Art. 4.Artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 januari 1996, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 3.De toegang tot de boswegen wordt aangegeven met behulp van de in de bijlage afgebeelde borden G.01 tot en met G.04 en V.01 tot en met V.05. In de gemeenten, bedoeld in artikelen 7, 8, 3°, 4°, 6°, 8° en 10°, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, worden in de plaats van de borden G.01 tot en met G.04 en V.01 tot en met V.05 de in de bijlage afgebeelde borden G.01bis tot en met G.04bis en V.01bis tot en met V.05bis gebruikt. »

Art. 5.In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen als volgt : «

Art. 8.§ 1. Voor het occasionele gebruik is geen machtiging vereist, indien het zich beperkt tot één van de volgende activiteiten : 1° de werkzaamheden eigen aan de bosgebruiker;2° de regelmatig verpachte jacht, het faunabeheer en de visserij;3° natuurwandelingen onder leiding van natuurgidsen;4° spelen van min-18-jarigen en hun begeleiders in de daartoe door het Bosbeheer of de eigenaar aangewezen speelzones;5° het gebruik van bosvrije oppervlakten, stroken, lig- en speelweiden, met al dan niet recreatieve uitrustingen, voor zover dit plaatsvindt overeenkomstig het reglement op de toegankelijkheid;6° het aanbrengen van wegaanduidingen voor de organisatie van wandelingen die op de opengestelde boswegen plaatsvinden. De zones, bedoeld in het eerste lid, 4°, worden vermeld op de infopanelen aan de hoofdingangen van het bos. Spelen door min-18-jarigen en hun begeleiders buiten deze zones is slechts mogelijk mits toestemming van het Bosbeheer voor de domeinbossen en van de eigenaar voor de overige openbare bossen.

De wegaanduidingen bedoeld in het eerste lid, 6° dienen tevens de datum van de wandeling, de organiserende vereniging en naam en adres van de verantwoordelijke te vermelden. Het aanbrengen van de wegaanduidingen mag geen schade aan de bosinfrastructuur of de vegetatie veroorzaken. De wegaanduidingen dienen binnen de 24 uur na de organisatie van de activiteit verwijderd te worden. »

Art. 6.In hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt een artikel 10bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 10bis.Het Bosbeheer bepaalt, na de gemeentelijke Jeugdraad te hebben gehoord, welke domeinbossen of delen ervan permanent of gedurende een vaste periode in het jaar als speelzone voor min-18-jarigen en hun begeleiders ingesteld worden. »

Art. 7.In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door wat volgt : «

Art. 11.§ 1. Voor de volgende activiteiten, die alleen op de boswegen mogen plaatsvinden, is een machtiging van de woudmeester vereist : 1° activiteiten met commerciële doeleinden;2° activiteiten waarbij gebruik gemaakt wordt van wegaanduidingen, met uitzondering van deze vermeld in artikel 8 van dit besluit.»

Art. 8.In hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt een artikel 12bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 12bis.De eigenaar bepaalt, na de gemeentelijke Jeugdraad en het Bosbeheer te hebben gehoord, welke delen van zijn bos permanent of gedurende een vaste periode in het jaar als speelzone voor min-18-jarigen en hun begeleiders ingesteld worden. Deze beslissing wordt onverwijld meegedeeld aan het Bosbeheer. »

Art. 9.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 13.Voor de activiteiten, vermeld in artikel 11, § 1, is een machtiging van de eigenaar vereist. »

Art. 10.Artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 januari 1996, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 14.§ 1. De eigenaar die een overeenkomst heeft afgesloten met een openbaar bestuur over het toegankelijk maken van zijn bos, moet een reglement opstellen dat minstens de volgende informatie geeft : 1° welke boswegen toegankelijk zijn voor respectievelijk voetgangers, fietsers en ruiters;2° de openingstijden en -periodes;3° inlichtingen over de speelzones en bosvrije oppervlakten, als bedoeld in artikel 8, § 1, 4° en 5°. § 2. De toegang tot de boswegen wordt aangewezen met behulp van de in de bijlage afgebeelde borden G.01 tot en met G.04 en V.01 tot en met V.05. In de gemeenten, bedoeld in artikelen 7, 8, 3°, 4°, 6°, 8° en 10°, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, worden in de plaats van de borden G.01 tot en met G.04 en V.01 tot en met V.05 de in de bijlage afgebeelde borden G.01bis tot en met G.04bis en V.01bis tot en met V.05bis gebruikt. »

Art. 11.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 15.§ 1. De eigenaar bepaalt, na het Bosbeheer te hebben gehoord, welke delen van zijn bos permanent of gedurende een vaste periode als speelzone voor min-18-jarigen en hun begeleiders ingesteld worden. Deze beslissing wordt onverwijld meegedeeld aan het Bosbeheer.

Spelen buiten deze zones is slechts toegestaan na een voorafgaande toestemming van de eigenaar. § 2. Voor de vormen van occasioneel gebruik, vermeld in artikel 8, § 1, is geen machtiging van het Bosbeheer vereist.

Andere vormen van occasioneel gebruik dan deze vermeld in artikel 8, § 1 en in § 1, zijn onderworpen aan een voorafgaande toestemming van de eigenaar en een voorafgaande en voorwaardelijke machtiging van de woudmeester. Het verzoek daartoe moet ten minste veertien dagen van tevoren worden ingediend. »

Art. 12.In hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt in de plaats van artikel 16, dat artikel 17 wordt, een nieuw artikel 16 ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 16.Het Bosbeheer maakt ten behoeve van de jeugd overzichtskaarten waarop alle speelzones in de Vlaamse bosgebieden vermeld staan. Deze kaarten worden gratis ter beschikking gesteld. »

Art. 13.De bijlage gevoegd bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 januari 1996, wordt vervangen door de bijlage, gevoegd bij dit besluit.

Art. 14.Artikel 15bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 januari 1996, wordt opgeheven.

Art. 15.De borden die voor de inwerkingtreding van dit besluit werden aangemaakt of geplaatst, conform de bijlage bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 betreffende de toegankelijkheid en het occasionele gebruik van de bossen, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 26 januari 1996, blijven rechtsgeldig.

Art. 16.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 maart 1999.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Th. KELCHTERMANS

Bijlage bij het besluit van de Vlaamse regering van 9 maart 1999, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 betreffende de toegankelijkheid en het occasionele gebruik van de bossen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 9 maart 1999 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993, gewijzigd op 24 januari 1996, betreffende de toegankelijkheid en het occasionele gebruik van de bossen.

Brussel, 9 maart 1999.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Th. KELCHTERMANS

^