9 SEPTEMBER 1997. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1994 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het instructiepersoneel bij arbeidsovereenkomst aangeworven bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding

De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 20 maart 1984 houdende oprichting van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het decreet van 20 maart 1984 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling, gewijzigd bij het decreet van 30 mei 1985;

Gelet op het decreet van 12 december 1990 betreffende het bestuurlijk beleid, inzonderheid op artikel 65, § 2, 3° en § 3, 1°;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 1994 tot bepaling van de specifieke of bijkomende opdrachten bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en de Beroepsopleiding en waarbij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en de Beroepsopleiding gemachtigd wordt contractueel personeel in dienst te nemen voor de uitvoering ervan, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1994 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het instructiepersoneel bij arbeidsovereenkomst aangenomen bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, gegeven op 9 november 1996;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor Ambtenarenzaken, gegeven op 18 juni 1997;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 14 juli 1997;

Gelet op het protocol nr. 81.195 van 24 juli 1997 van het sectorcomité XVIII - Vlaamse Gemeenschap en Vlaams Gewest;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de voorwaarden waaronder personen bij arbeidsovereenkomst in dienst worden genomen voor bijkomende en specifieke opdrachten, omschreven in artikel 2, 1° van het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 1994 onmiddellijk moeten worden vastgesteld zodat de dienst goed kan werken en de continuïteit gegarandeerd wordt;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1994 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het instructiepersoneel bij arbeidsovereenkomst aangeworven bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Het instructiepersoneel heeft recht op jaarlijks vakantieverlof overeenkomstig de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 28 juni 1971, en op verlof voor feestdagen overeenkomstig de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen uitgevoerd bij koninklijk besluit van 18 april 1974. ».

Art. 2.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 8.§ 1. Aan de hiernavolgende betrekkingen (voltijdse prestaties) worden de salarisschalen verbonden die overeenkomen met de volgende codes : salarisschaal - instructeur 1a na 4 jaar functionele anciënniteit in de salarisschaal la en een gunstige beschrijvende beoordeling 1b na 4 jaar functionele anciënniteit in de salarisschaal 1b en een gunstige beschrijvende beoordeling 1c - eerste instructeur trainingsmanager B 2 - coördinator trainingsmanager A 3 - auditor 4 - technisch adviseur 5 Deze salarisschalen zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit. § 2. Het salaris volgt de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen voorgeschreven door de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het rijk worden gekoppeld. Het salaris tegen 100 % wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 (102,02). § 3. Het instructiepersoneel met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties wordt in de in § 1 vermelde salarisschalen bezoldigd naar rato van deze deeltijdse prestaties. ».

Art. 3.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden paragrafen 1 en 2 opgeheven en "§ 3" van dit artikel wordt "artikel 9".

Art. 4.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 16.De instructeurs met een specialiteit in de tertiaire sector die op datum van inwerkingtreding van dit besluit meer dan vier jaar en minder dan acht jaar in dienst zijn, worden ingeschaald in salarisschaal 1b na een gunstige beschrijvende beoordeling. » Instructeurs met een specialiteit in de tertiaire sector die op datum van inwerkingtreding van dit besluit minimum acht jaar in dienst zijn, worden ingeschaald in salarisschaal 1c na een gunstige beschrijvende beoordeling.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 1994.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 september 1997.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Th. KELCHTERMANS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1994 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het instructiepersoneel bij arbeidsovereenkomst aangeworven bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Th. KELCHTERMANS