9 SEPTEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs

De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II, inzonderheid op titel IV, hoofdstuk I, gewijzigd bij de decreten van 28 april 1993, 21 december 1994, 19 april 1995, 8 juli 1996, 14 juli 1998, 13 juli 2001, 14 februari 2003;

Gelet op het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen-I, inzonderheid op artikel III.3, 2°;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs, inzonderheid op hoofdstuk VI, afdeling 2;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 mei 2005;

Gelet op het overleg met de afgevaardigden van de inrichtende machten op 4 mei 2005;

Gelet op het advies 38.662/1 van de Raad van State, gegeven op 12 juli 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 65 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Een definitieve uitsluiting gaat in tijdens het schooljaar en uiterlijk op 31 augustus van dat schooljaar.

Als een delibererende klassenraad met betrekking tot een definitief uitgesloten leerling moet beslissen over het al dan niet met vrucht beëindigen van het leerjaar, dan blijven de bepalingen van artikel 37, § 2, en artikel 68 tot en met 74 onverkort van toepassing.

Als een definitieve uitsluiting ingaat voor 30 juni van het schooljaar, dan blijft de leerling in de onderwijsinstelling ingeschreven tot op het ogenblik van inschrijving in een andere onderwijsinstelling. De leerling moet door de onderwijsinstelling waarvan hij wordt uitgesloten én door het begeleidend centrum voor leerlingenbegeleiding actief worden bijgestaan bij het zoeken naar een andere onderwijsinstelling.

Tijdelijke of definitieve uitsluiting ontneemt de leerling het recht het geheel van de vorming werkelijk en regelmatig te volgen in de onderwijsinstelling in kwestie. Als de uitsluiting echter ingaat voor 30 juni van het schooljaar, dan kunnen de betrokken personen een gemotiveerde vraag stellen tot opvang van de uitgesloten leerling. Als de onderwijsinstelling op die vraag tot opvang ingaat, dan maakt ze afspraken met de betrokken personen en de leerling over de voorwaarden van de opvang. Als de onderwijsinstelling op de vraag tot opvang niet ingaat of niet langer ingaat, dan kan dat alleen mits ze haar beslissing schriftelijk motiveert aan de betrokken personen. Die schriftelijke motivering ligt ter inzage voor de verificatiediensten van het departement Onderwijs van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. »

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2005.

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 september 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE