Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 10 april 2020
gepubliceerd op 17 april 2020

Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de exploitatiebeperkingen opgelegd door de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus

bron
vlaamse overheid
numac
2020030654
pub.
17/04/2020
prom.
10/04/2020
ELI
eli/besluit/2020/04/10/2020030654/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 APRIL 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de exploitatiebeperkingen opgelegd door de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus


Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op : - het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, artikel 35.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld : - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord verleend op 10 april 2020; - Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Er is een dringende noodzakelijkheid omdat de gevolgen van de federale corona-maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 zo snel mogelijk moeten worden ingeperkt en de ondernemingen met exploitatiebeperkingen die een omzetdaling hebben van de mogelijke falingen door zware inkomensverliezen worden gevrijwaard.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief : - De Vlaamse ondernemingen worden geconfronteerd met exploitatiebeperkingen wegens de federale coronamaatregelen zoals beslist door de Nationale Veiligheidsraad vanaf donderdag 12 maart 2020. De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, wenst die ondernemingen met een vestiging in Vlaanderen en een omzetdaling ingevolge de coronamaatregelen financieel te ondersteunen door het toekennen van een forfaitaire subsidie. Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving : - verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° Agentschap Innoveren en Ondernemen : het agentschap, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 16/11/2005 numac 2005036383 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het Agentschap Economie type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 01/12/2005 numac 2005036483 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Infrastructuur type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 30/11/2005 numac 2005036448 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust sluiten aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen;2° coronavirusmaatregelen : de maatregelen van de Nationale Veiligheidsraad genomen vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus en de daaruit voortvloeiende maatregelen van de bevoegde autoriteiten inzake burgerlijke veiligheid;3° omzetdaling : de daling van de omzet, exclusief de btw en op basis van de dagontvangsten, geleverde prestaties of de tijdregistratie, in de periode van 14 maart tot en met 30 april 2020 in vergelijking met dezelfde periode in 2019, die het gevolg is van verminderde prestaties.Voor ondernemingen die nog niet gestart waren in de voormelde periode van 2019 wordt de omzetdaling in de periode van 14 maart tot en met 30 april 2020 vergeleken met de verwachte omzet, vermeld in het financieel plan. Als de omzet in de voormelde periode van 2019 abnormaal laag is, wordt die periode vervangen door een andere referentieperiode; 4° onderneming : de natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent in hoofd- of bijberoep, de vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht, de buitenlandse onderneming met een vergelijkbaar statuut en de vereniging met een economische activiteit. De vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht en de buitenlandse onderneming met een vergelijkbaar statuut moeten minstens één voltijdsequivalent werkende vennoot of bij de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid minstens één voltijdsequivalent ingeschreven personeel tewerkstellen.

De vereniging met een economische activiteit moet bij de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid minstens één voltijdsequivalent ingeschreven personeel tewerkstellen.

De onderneming beschikt op 14 maart 2020 over een actieve exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest overeenkomstig de Kruispuntbank van Ondernemingen.

Met een zelfstandige in hoofdberoep wordt gelijkgesteld de zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen heeft van minstens 13.993,78 euro.

Met de zelfstandige in bijberoep wordt gelijkgesteld de zelfstandige die in 2019 een beroepsinkomen heeft tussen 6.996,89 euro en 13.993,78 euro en geen betrekking als loontrekkende uitoefent die 80% of meer bedraagt van een voltijdse betrekking.

Art. 2.Deze regelgeving valt onder de toepassing van de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (Publicatieblad van 24 december 2013, L 352, blz. 1-8), en de latere wijzigingen ervan.

Art. 3.Een forfaitaire subsidie van 3000 euro wordt toegekend aan ondernemingen.

In afwijking van het eerste lid wordt een éénmalige forfaitaire subsidie van 1500 euro toegekend aan de zelfstandigen in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen hebben tussen 6.996,89 euro en 13.993,78 euro en geen betrekking als loontrekkende uitoefenen die 80% of meer bedraagt van een voltijdse betrekking.

Art. 4.De ondernemingen moeten een omzetdaling hebben van minstens 60% ten gevolge van de coronavirusmaatregelen.

Voor de zelfstandigen in bijberoep, vermeld in artikel 3, tweede lid, geldt de voorwaarde inzake omzetdaling niet als zij verplicht moeten sluiten.

Art. 5.Alleen ondernemingen waarbij exploitatiebeperkingen zijn opgelegd door de coronavirusmaatregelen komen voor de forfaitaire subsidie in aanmerking.

Dat betekent dat alleen ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit op de indieningsdatum van de steunaanvraag behoort tot de lijst van sectoren, vermeld in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, en de ondernemingen die substantiële exploitatiebeperkingen opgelegd krijgen ten gevolge van de coronavirusmaatregelen in aanmerking komen voor de forfaitaire subsidie.

De hoofdactiviteit vermeld in het tweede lid wordt bepaald overeenkomstig de NACE-codes die reeds vóór 13 maart 2020 als hoofdactiviteit zijn opgenomen in de Kruispuntbank van Ondernemingen.

De ondernemingen die substantiële exploitatiebeperkingen opgelegd krijgen dienen de omzetdaling ingevolge deze substantiële exploitatiebeperkingen omstandig te motiveren.

De minister, bevoegd voor de economie, kan de bijlage, vermeld in het tweede lid, aanpassen.

Art. 6.De forfaitaire subsidie wordt verhoogd als de onderneming beschikt over één of meer bijkomende exploitatiezetels waar bij de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid minstens één voltijdsequivalent ingeschreven personeel is tewerkgesteld. Dat betekent dat de verhoging wordt berekend door de forfaitaire subsidie te vermenigvuldigen met de voormelde bijkomende exploitatiezetels . De verhoging is beperkt tot maximaal vier bijkomende exploitatiezetels in het Vlaams Gewest.

Art. 7.De forfaitaire subsidie en de verhoging, vermeld in artikel 6, wordt per onderneming toegekend.

Art. 8.De volgende ondernemingen komen niet in aanmerking voor de forfaitaire subsidie : 1° ondernemingen die zich in één van de volgende rechtstoestanden bevinden : a) ontbinding;b) stopzetting;c) faillissement;d) vereffening;2° de ondernemingen met NACE-code : 64200 : Holdings; 68203 : Verhuur en exploitatie van eigen of geleased niet-residentieel onroerend goed, exclusief terreinen; 70100 : Activiteiten van hoofdkantoren; 3° de ondernemingen waarvan de zaakvoerder als bestuurder, vennoot of zaakvoerder verbonden is met een andere onderneming die de forfaitaire subsidie heeft ontvangen en waaraan zij zakelijke diensten verlenen.

Art. 9.De steun verleend in het kader van dit besluit kan niet gecumuleerd worden met de steun verleend in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020030417 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus sluiten tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus, de achtergestelde lening en de Gigarantwaarborg verleend door PMV ten gevolge van de coronavirusmaatregelen en met de sluitingspremie toegekend voor de periode van 14 maart 2020 tot 30 april 2020, verleend in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering 12 mei 2017 tot uitvoering van het decreet van 15 juli 2016 houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in het Vlaamse Gewest.

De steun verleend in het kader van dit besluit is intuitu personae en kan niet overgedragen worden aan een derde en is niet vatbaar voor beslag.

Het verbod van beslag en overdracht van de steun geldt ook voor de steun verleend in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020030417 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus sluiten tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus.

Art. 10.De onderneming dient een subsidieaanvraag in via de website van het Agentschap Innoveren en Ondernemen, VLAIO genoemd, en vermeldt daarbij haar ondernemingsnummer. De zelfstandige vermeldt ook het rijksregisternummer.

De subsidieaanvraag moet ten laatste op 30 juni 2020 worden ingediend.

De subsidieaanvraag wordt elektronisch afgehandeld.

Het Agentschap Innoveren en Ondernemen onderzoekt de naleving van de voorwaarden die zijn opgelegd bij dit besluit en beslist of de subsidie toegekend wordt.

De onderneming ontvangt een schriftelijke kennisgeving van de beslissing, vermeld in het derde lid.

Als het Agentschap Innoveren en Ondernemen beslist dat de subsidie wordt toegekend, wordt ze uitbetaald.

De subsidie wordt alleen uitbetaald op een Belgisch rekeningnummer op naam van de begunstigde onderneming. De begunstigde onderneming blijft steeds verantwoordelijk voor de naleving van de voorwaarden waarbij de steun werd toegekend en voor de verantwoording van de aanwending ervan.

Art. 11.Het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan de waarachtigheid van door de onderneming gerapporteerde omzetdaling controleren op basis administratieve gegevens en van de boekhouding van de onderneming, en dit zowel voorafgaandelijk aan als tot vijf jaar na de uitbetaling van de subsidie.

In toepassing van artikel 40 van het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, wordt de subsidie teruggevorderd binnen zes jaar na de indieningsdatum van de steunaanvraag in geval van niet-naleving van de voorwaarden die zijn opgelegd bij het decreet van 16 maart 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2012 pub. 27/04/2012 numac 2012202237 bron vlaamse overheid DECREET betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten, dit besluit of de uitvoeringsbesluiten.

Ondernemingen moeten de subsidies die ten onrechte ontvangen werden, terugbetalen aan het Agentschap Innoveren en Ondernemen.

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, kan bijkomende modaliteiten en preciseringen bepalen.

Art. 13.Dit besluit treedt in werking op de datum van ondertekening, met uitzondering van artikel 9, derde lid, dat in werking treedt op 14 maart 2020.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, kan dit besluit opheffen.

Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 april 2020.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^