Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 10 februari 2006
gepubliceerd op 14 maart 2006

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 betreffende de kwaliteitszorg in voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2006035364
pub.
14/03/2006
prom.
10/02/2006
ELI
eli/besluit/2006/02/10/2006035364/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 FEBRUARI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 betreffende de kwaliteitszorg in voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, inzonderheid op artikel 47, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 1994 en op artikel 49, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 1994;

Gelet op het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen, inzonderheid op artikel 7, §§ 1, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999 en op artikel 8;

Gelet op het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 tot vaststelling van algemene erkenningsvoorwaarden van voorzieningen bedoeld in het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 maart 1994 en 6 december 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 tot vaststelling van de algemene regels inzake het verlenen van vergunningen en erkenningen door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 december 1996, 27 april 1999 en 22 juni 1999;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1996 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en -modaliteiten van de centra of diensten voor revalidatie;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 betreffende de kwaliteitszorg in voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 april 2004;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gegeven op 22 februari 2005;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 10 februari 2006;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, §§ 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het dringend noodzakelijk is om de bepalingen inzake kwaliteitszorg in voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap voor de revalidatiecentra te wijzigen om ze aan te passen aan de specificiteit van hun werking zodat de revalidatiecentra zich zo snel mogelijk daadwerkelijk kunnen confirmeren aan de bepalingen inzake kwaliteitszorg;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.. Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 betreffende de kwaliteitszorg in voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap wordt een punt 12° en een punt 13° toegevoegd, die luiden als volgt : « 12° centra voor revalidatie : de extramurale centra of diensten voor revalidatie die niet voorzien in ziekenhuisverpleging of niet onderworpen zijn aan de ziekenhuisnormen en die door het Fonds op grond van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een handicap werden erkend of die een erkenningsaanvraag hebben ingediend; 13° zelfevaluatie : een totale beoordeling, uitgevoerd door de centra voor revalidatie, van hun werking, zowel qua klantgerichtheid als qua interne processen.»

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste lid en het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, dat luidt al volgt : « In afwijking van het eerste lid moeten de centra voor revalidatie een kwaliteitshandboek opmaken volgens de componenten, vermeld in bijlage Ibis, en moeten ze de sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen, vermeld in bijlage IIbis, naleven. »

Art. 3.Aan hetzelfde besluit worden een bijlage Ibis en een bijlage IIbis toegevoegd, die als bijlage bij dit besluit zijn gevoegd.

Art. 4.In afwijking van artikel 1 kunnen de centra voor revalidatie, tot 31 augustus 2006, een kwaliteitshandboek opmaken overeenkomstig de componenten, bepaald in bijlage I gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 betreffende de kwaliteitszorg in voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap en de sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen, vermeld in bijlage II gevoegd bij het besluit van 15 december 2000, naleven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2006.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 februari 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE

Bijlage Ibis Kwaliteitshandboek 1. Inleiding 1.1 Opbouw en structuur van het kwaliteitshandboek 1.2 Beschrijving van het aanbod van het centrum 2. Kwaliteitsbeleid 2.1 Missie, visie, waarden, doelstellingen, geschreven referentiekader 2.2 Sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen 2.3 De overheid toestemming geven tot verificatie en evaluatie 3. Kwaliteitssysteem 3.1 Organisatiestructuur 3.2 Verantwoordelijke die met het kwaliteitsbeleid is belast 3.3 Overzicht en werking van de overlegorganen 3.4 Deelname aan externe overlegorganen 3.5 Overzicht van de procedures 3.5.1 De intake 3.5.2 Het opstellen van het hulp- en dienstverleningsplan 3.5.3 Het uitvoeren, evalueren en bijsturen van het hulp -en dienstverleningsplan 3.5.4 Het beëindigen van de hulp- en dienstverlening 3.5.5 Het toetsen van de tevredenheid van de gebruikers 3.5.6 Het afhandelen van klachten van gebruikers 3.5.7 Het selecteren, aanwerven en volgen van het personeel 3.5.8 Het vormen, trainen en opleiden van het personeel 3.5.9 Het beheren van de documenten van het kwaliteitshandboek 3.5.10 Het plannen en implementeren van een zelfevaluatie 3.5.11 Het detecteren van en het gepast reageren op misbruik en geweld ten aanzien van gebruikers Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2006, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 betreffende de kwaliteitszorg in voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap Brussel, 10 februari 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE

Bijlage II Sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen

Artikel 1.Gebruikersgerichtheid § 1. Overleg tussen de gebruiker en het centrum 1° Informatierecht : Het centrum geeft volledig, nauwkeurig en tijdig informatie aan de gebruiker over het revalidatieprogramma.2° Adviesrecht : De gebruiker heeft het recht om advies uit te brengen over de hulp- en dienstverlening.3° Antwoordplicht : Het centrum hoort de gebruiker over alle aangelegenheden die de verhouding tussen het centrum en de gebruiker aangaan.Het centrum antwoordt op de door de gebruiker gestelde vragen binnen vastgelegde termijnen. 4° Aanwenden van de ervaringsdeskundigheid van de gebruiker : Het centrum maakt gebruik van de ervaringen en inzichten van de gebruiker inzake de hulp- en dienstverlening van het centrum. § 2. Duidelijkheid van het aanbod 1° Wederzijdse rechten en plichten : De wederzijdse rechten en plichten van de gebruiker en het centrum worden in overleg opgesteld, schriftelijk vastgelegd en door beide partijen ondertekend.2° Kenbaar maken van het aanbod : Het aanbod van het centrum en de voorwaarden ervan worden beschreven en kenbaar gemaakt aan de gebruiker en aan derden. § 3. Respectvolle bejegening van de gebruiker 1° Integriteit : Het centrum respecteert steeds de eigenheid van de gebruiker en aanvaardt hem/haar als een volwaardige persoon.Het centrum neemt maatregelen om de integriteit van de gebruiker te waarborgen. Hiertoe ontwikkelt het centrum een geschreven referentiekader. Het centrum treft in het bijzonder maatregelen tegen misbruik en geweld ten aanzien van gebruikers. 2° Betrokkenheid : Het centrum garandeert dat de relatie met de gebruiker vertrekt vanuit een grondhouding van vertrouwen en gekenmerkt wordt door inleving en echtheid.Hiertoe ontwikkelt het centrum een geschreven referentiekader. 3° Privacy : Het centrum respecteert de privacy van de gebruiker, rekening houdend met de eigenheid van de gebruiker.Hiertoe ontwikkelt het centrum een geschreven referentiekader. § 4. Hulp- en dienstverlening, op maat van de gebruiker 1° Kennis van de behoefte aan hulp- en dienstverlening : Het centrum peilt naar en registreert de wensen, behoeften en mogelijkheden van de gebruiker.2° Geïndividualiseerd : Het centrum beschrijft zijn hulp- en dienstverlening voor elke gebruiker en houdt hierbij rekening met de individuele wensen, behoeften en mogelijkheden van de gebruiker.3° Flexibiliteit : Het centrum past de hulp- en dienstverlening aan aan de zich wijzigende behoeften van de gebruiker waar mogelijk.4° Aangepaste fysieke omgeving : Het centrum neemt maatregelen om zijn gebouwen, inrichting en uitrusting af te stemmen op de eigenheid van de gebruiker.5° Toegankelijke communicatie : Het centrum neemt maatregelen om zijn communicatie af te stemmen op de eigenheid van de gebruiker. § 5. Tevredenheid van de gebruiker 1° Toetsing van de tevredenheid van de gebruikers : Het centrum heeft permanent aandacht voor en peilt periodiek naar de tevredenheid van de gebruikers over de hulp- en dienstverlening.2° Klachtenprocedure : Het centrum beschrijft de wijze waarop het de klachten van de gebruikers afhandelt.Het centrum maakt kenbaar aan alle gebruikers hoe klachten ingediend en afgehandeld worden. Het centrum stelt de gebruiker ervan op de hoogte dat hij zich kan wenden tot het Vlaams Fonds als de interne klachtenprocedure geen voldoening geeft.

Art. 2.Maatschappelijke aanvaardbaarheid § 1. Niet-discriminerend Het centrum weigert geen gebruiker op grond van etnische afkomst, nationaliteit, geslacht, seksuele geaardheid, sociale achtergrond, ideologische, filosofische, godsdienstige overtuiging of financieel onvermogen. Het centrum respecteert de ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging van de gebruiker voor zover de werking van het centrum en de integriteit van de medegebruikers niet in het gedrang komen. § 2. Veiligheid en gezondheid Het centrum neemt de nodige maatregelen om de veiligheid en de gezondheid van de gebruiker te vrijwaren.

Art. 3.Doeltreffendheid § 1. Kwaliteitsbeleid Het centrum beschrijft zijn missie, visie en waarden ten aanzien van de hulp- en dienstverlening, en maakt die kenbaar aan de gebruikers, het personeel en aan derden. Het centrum beschrijft zijn kwaliteitsplanning en evalueert en actualiseert die jaarlijks. § 2. Planmatig en methodisch handelen Het centrum beschrijft voor elke gebruiker de hulp- en dienstverlening. Die hulp- en dienstverlening wordt in overleg met de gebruiker gepland, uitgevoerd, periodiek geëvalueerd, bijgestuurd en geregistreerd. § 3. Kennis Het centrum actualiseert zijn kennis inzake ontwikkelingen in de hulp- en dienstverlening.

Het centrum stelt periodiek een vormings-, trainings- en opleidingsplan op voor het personeel en voert het uit. § 4. Corrigerende en preventieve maatregelen Het centrum stelt corrigerende en preventieve maatregelen op ten aanzien van de hulp- en dienstverlening, voert ze uit en evalueert ze. § 5. Personeel Het centrum beschrijft de wijze waarop het personeel geselecteerd, aangeworven en gevolgd wordt. § 6. Organisatiestructuur Het centrum beschrijft de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en onderlinge verhoudingen van het personeel, en maakt die kenbaar aan zijn gebruikers, het personeel en de overheid. § 7. Kwaliteitshandboek Het centrum beschrijft de structuur van het kwaliteitshandboek. Het centrum beschrijft op welke manier aan de sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen voldaan wordt. Het centrum zorgt ervoor dat de elementen van het kwaliteitshandboek op een doeltreffende wijze geïmplementeerd en geactualiseerd worden.

Art. 4.Doelmatigheid § 1. Overlegkanalen Het centrum beschrijft de wijze waarop het de interne communicatie en het overleg organiseert. § 2. Interdisciplinaire werking Het centrum bevordert interdisciplinaire werking. § 3. Financiële middelen Het centrum zet de toegekende financiële middelen van de overheid en de persoonlijke financiële bijdrage van de gebruiker in op een doelmatige manier.

Art. 5.Continuïteit § 1. Aanmelding Als het centrum, na kennisname van de behoeften van de gebruiker, niet kan voorzien in de aangewezen hulp- en dienstverlening, verwijst het centrum de gebruiker door. § 2. Samenwerking met derden Als het centrum zelf niet kan voorzien in bepaalde behoeften van de gebruiker, zoekt het actief naar samenwerking met derden. § 3. Doorverwijzing Het centrum zoekt actief mee naar alternatieven als het vaststelt dat het niet meer kan voldoen aan de behoeften van de gebruiker. Het centrum streeft naar een soepele overgang bij doorverwijzing. § 4. Beëindiging Het centrum maakt duidelijke afspraken met de gebruiker over de omstandigheden waarin en de wijze waarop de hulp- en dienstverlening beëindigd wordt. § 5. Informatieoverdracht Het centrum waarborgt een verantwoorde overdracht van relevante informatie met betrekking tot de hulp- en dienstverlening in overleg met de gebruiker.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2006, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 betreffende de kwaliteitszorg in voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap.

Brussel, 10 februari 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I.VERVOTTE

^