Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 10 juli 2008
gepubliceerd op 08 oktober 2008

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Volwassenenonderwijs in uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs

bron
vlaamse overheid
numac
2008203535
pub.
08/10/2008
prom.
10/07/2008
ELI
eli/besluit/2008/07/10/2008203535/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JULI 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Volwassenenonderwijs in uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs, inzonderheid op artikel 26, § 1, op artikel 36, derde lid, 105, § 3, eerste lid zoals gewijzigd bij het decreet van 4 juli 2008 betreffende het onderwijs XVIII, op artikel 119 en op artikel 196bis zoals ingevoegd bij het decreet van 4 juli 2008 betreffende het onderwijs XVIII;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Volwassenenonderwijs in uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs, in het deeltijds onderwijs en in het onderwijs voor sociale promotie georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 februari 2008;

Gelet op protocol nr. 652 van 18 april 2008 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten op 18 maart 2008;

Gelet op protocol nr. 417 van 18 april 2008 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de vergadering van het overkoepelend onderhandelingscomité vrij gesubsidieerd onderwijs op 18 maart 2008;

Gelet op het advies nr. 44.453/1 van de Raad van State, gegeven op 15 mei 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Volwassenenonderwijs in uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs worden een punt 1°bis, een punt 4°bis en een punt 5°bis toegevoegd, die luiden als volgt : « 1°bis centrumbestuur : de inrichtende macht die ten aanzien van het centrum de bestuurshandelingen verricht, overeenkomstig de door de wet, het decreet, het bijzonder decreet of de statuten toegewezen bevoegdheden; 4°bis lokaal comité : het lokale overleg- of onderhandelingscomité dat bevoegd is op het vlak van arbeidsvoorwaarden en personeelsaangelegenheden; 5°bis de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs. »

Art. 2.In artikel 4, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "referteperiode van 1 februari van het jaar n-1 tot en met 31 januari van het jaar n" vervangen door de woorden "referteperiode van 1 april van het jaar n-1 tot 31 maart van het jaar n, zoals vermeld in artikel 105, § 3, eerste lid".

Art. 3.Aan artikel 4, § 1, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De referteperiode van 1 februari 2007 tot en met 31 januari 2008 wordt éénmalig met twee maanden verlengd tot 31 maart 2008, zoals vermeld in artikel 196bis van het decreet. »

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IVbis, bestaande uit artikel 8bis tot en met 8novies, ingevoegd, dat luidt als volgt : "Hoofdstuk IVbis. De vakantieregeling en de aanwending van de onderwijstijd

Art. 8bis.Het schooljaar begint op 1 september en eindigt op 31 augustus. De lessen kunnen op alle dagen van de week plaatsvinden.

Art. 8ter.De volgende vakantieperioden worden vastgelegd : 1° de zomervakantie begint op 1 juli en eindigt op 31 augustus;2° de herfstvakantie begint op de maandag van de week waarin 1 november valt en duurt één week.Als 1 november op een zondag valt, dan begint de herfstvakantie op 2 november; 3° de kerstvakantie begint op de maandag van de week waarin 25 december valt en duurt twee weken.Als 25 december op een zaterdag of een zondag valt, dan begint de kerstvakantie op de maandag na 25 december; 4° de krokusvakantie begint op de zevende maandag voor Pasen en duurt één week;5° de paasvakantie begint op de eerste maandag van april en duurt twee weken.Als Pasen in maart valt, dan begint de paasvakantie op de maandag na Pasen. Als Pasen na 15 april valt, dan begint de paasvakantie op de tweede maandag voor Pasen.

Art. 8quater.Als ze niet tijdens een vakantieperiode vallen, is er bovendien vakantie op de volgende dagen : 1° 11 november;2° 1 mei;3° paasmaandag;4° Hemelvaartsdag en de dag nadien;5° pinkstermaandag.

Art. 8quinquies.De centra kunnen bijkomend één facultatieve vakantiedag organiseren. Deze facultatieve vakantiedag kan opgesplitst worden in twee halve facultatieve vakantiedagen.

De lessen kunnen voor alle cursisten of voor een groep van cursisten één dag per schooljaar geschorst worden om pedagogische studiedagen voor de leraren te houden. Deze pedagogische studiedag kan niet opgesplitst worden.

Art. 8sexies.De dag voor, van en na de bij wet of decreet bepaalde parlementaire, provinciale of gemeentelijke verkiezingen kunnen de lessen geschorst worden in de instellingen waarvan lokalen naar aanleiding van die verkiezingen gebruikt zijn.

Art. 8septies.Met behoud van de toepassing van artikel 26, § 4, van het decreet kan de minister voor individuele centra op verzoek van de centrumbesturen in kwestie permanent afwijking verlenen van de bepalingen, vermeld in artikel 8ter en 8quater wat de dag na Hemelvaartsdag betreft.

Met behoud van de toepassing van artikel 26, § 4, van het decreet kan de minister voor individuele centra op verzoek van de centrumbesturen in kwestie occasioneel afwijking verlenen van de bepalingen, vermeld in artikel 8ter en 8quater.

Die aanvragen moeten gebaseerd worden op argumenten van eigen onderwijskundige en agogische concepten of religieuze of filosofische overtuigingen.

Het protocol van de onderhandelingen in het lokaal comité wordt toegevoegd aan de aanvraag tot afwijking. Bij het al dan niet verlenen van de afwijking houdt de minister rekening met het standpunt van het personeel zoals opgenomen in het protocol.

Art. 8octies.Uiterlijk op 15 juni voor de aanvang van het volgende schooljaar leggen de centra de facultatieve vakantiedag vast en de dagen waarop de lessen, met toepassing van artikel 8quinquies, tweede lid, geschorst worden.

Uiterlijk op 30 juni delen de centra de lijst van de dagen mee die met toepassing van artikel 8quinquies verdeeld zijn, alsook de bij toepassing van artikel 8septies, eerste en tweede lid, toegestane afwijkingen, mee aan de personeelsleden van de centra in kwestie en de bevoegde administratie.

Die lijst wordt eveneens opgenomen in het centrumreglement, vermeld in artikel 120 van het decreet.

Art. 8novies.Het geheel van de concrete schikkingen die door het centrumbestuur kunnen worden getroffen conform de bepalingen van dit besluit, moeten het voorwerp uitmaken van onderhandelingen in het lokaal comité. »

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IVter, bestaande uit artikel 8decies, ingevoegd, dat luidt volgt : « Hoofdstuk IVter. Financierbaarheid of subsidieerbaarheid van cursisten Nederlands tweede taal

Art. 8decies.§ 1. De Huizen van het Nederlands beschikken over de uitsluitende bevoegdheid voor de organisatie en coördinatie van de intake, testing en doorverwijzing van cursisten die niet beschikken over een studiebewijs Nederlands tweede taal, zoals vermeld in artikel 36, eerste lid van het decreet.

Ter uitvoering van artikel 36 van het decreet stelt de bevoegde administratie aan de hand van het plan, vermeld in artikel 5, 3°, van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de Huizen van het Nederlands, vast of de centra die bevoegdheid van de Huizen van het Nederlands aanvaarden en de afspraken daarover naleven. § 2. De bevoegde administratie schrapt een cursist van het studiegebied Nederlands tweede taal, die voor de inschrijving niet beschikte over een studiebewijs Nederlands tweede taal, als financierbare of subsidieerbare cursist als bij verificatie van de cursistenkenmerken wordt vastgesteld dat de bepalingen opgenomen in het plan, vermeld in § 1, niet worden nageleefd. »

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IVquater, bestaande uit artikel 8undecies tot en met 8quater decies, ingevoegd, dat luidt als volgt : « Hoofdstuk IVquater. Sancties

Art. 8undecies.§ 1. De overtredingen van artikel 118, § 1, 1°, 2°, 3°, 5° en 6°van het decreet kunnen onder de verantwoordelijkheid van de bevoegde administratie in de vorm van een rapport worden vastgesteld.

Het rapport wordt met een aangetekende brief meegedeeld aan het centrumbestuur in kwestie. § 2. Binnen een termijn van zestig kalenderdagen na de betekening van de aangetekende brief kan het centrumbestuur bij de bevoegde administratie met een aangetekende brief een verweerschrift indienen.

Het rapport wordt geacht betekend te zijn aan het centrumbestuur, de derde werkdag na het versturen van de aangetekende brief. § 3. Op basis van het rapport van de bevoegde administratie en het eventuele verweerschrift van het centrumbestuur in kwestie oordeelt de minister binnen een termijn van zestig kalenderdagen of de overtreding bestraft moet worden.

Indien de minister oordeelt dat de overtreding bestraft moet worden, oordeelt hij ook over de strafmaat.

Art. 8duodecies.§ 1. De overtredingen van artikel 118, § 1, 3°, 4°, 5° en 7°, van het decreet kunnen onder de verantwoordelijkheid van de inspectie in de vorm van een verslag worden vastgesteld. Het verslag wordt aangetekend verstuurd naar het centrumbestuur in kwestie. § 2. Binnen een termijn van zestig kalenderdagen na de betekening van de aangetekende brief kan het centrumbestuur bij de inspectie met een aangetekende brief een verweerschrift indienen. Het verslag wordt geacht betekend te zijn aan het centrumbestuur, de derde werkdag na het versturen van de aangetekende brief. § 3. Op basis van het verslag van de inspectie en het eventuele verweerschrift van het centrumbestuur in kwestie oordeelt de minister binnen een termijn van zestig kalenderdagen of de overtreding bestraft moet worden.

Indien de minister oordeelt dat de overtreding bestraft moet worden, oordeelt hij ook over de strafmaat.

Art. 8ter decies. De minister kan aan de centra een financiële sanctie opleggen van ten hoogste 10 procent van de werkingsmiddelen, vermeld in artikel 108 van het decreet.

Bij een eerste overtreding kan dat bedrag ten hoogste 5 procent zijn van de werkingsmiddelen van het voorgaande schooljaar.

Bij een tweede of volgende overtreding kan dat bedrag ten hoogste 10 procent zijn van de werkingsmiddelen van het voorgaande schooljaar. » Art. 8quater decies. Als de minister oordeelt dat de overtreding bestraft moet worden, heeft het centrumbestuur het recht binnen zestig kalenderdagen na de beslissing van de minister met een aangetekende brief beroep tegen die beslissing aan te tekenen bij de Vlaamse Regering.

De Vlaamse Regering neemt binnen zestig kalenderdagen na de aantekening van het beroep een definitieve beslissing over de bestraffing van de overtreding.

Art. 7.In artikel 5, § 3, eerste lid van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "het schooljaar 2007-2008" en "de puntenenveloppe" de woorden "en het schooljaar 2008-2009" ingevoegd.

Art. 8.In artikel 9, tweede lid van hetzelfde besluit wordt het getal "2008" vervangen door het getal "2009".

Art. 9.In het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs, in het deeltijds onderwijs en in het onderwijs voor sociale promotie, georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift van het besluit wordt vervangen door wat volgt : "tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs en in het deeltijds onderwijs georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap";2° in artikel 11 worden de woorden "of onderwijs voor sociale promotie" geschrapt.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2008, met uitzondering van artikel 4, dat in werking treedt op 1 juni 2008.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 juli 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

^