Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 10 maart 1998
gepubliceerd op 10 juni 1998

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 1997 betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de promotie en afzetbevordering van de Vlaamse producten van de sectoren landbouw, tuinbouw en visserij

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1998035438
pub.
10/06/1998
prom.
10/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/10/1998035438/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 MAART 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 1997 betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de promotie en afzetbevordering van de Vlaamse producten van de sectoren landbouw, tuinbouw en visserij


De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 6, § 1, V, zoals gewijzigd door de weg van 8 augustus 1988 en de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 20 december 1996 betreffende het Vlaams Promotiecentrum voor Agro- en Visserijmarketing, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 1997 betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de promotie en afzetbevordering van de Vlaamse producten van de sectoren landbouw, tuinbouw en visserij;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 maart 1998;

Gelet op de wet op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de inningmodaliteiten van verplichte bijdragen in de promotiefondsen « Runderen, schapen, geiten en paarden », « Pluimvee, eieren en kleinvee » en « Zuivel » dringend moeten aangepast worden om meer middelen ter beschikking te hebben voor promotie en exportbevordering in een sterk concurrentiële markt en om te komen tot een meer doorgedreven inningssyteem;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In punt 2, 5°, van bijlage IV bij het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 1997 betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de promotie en afzetbevordering van de Vlaamse producten van de sectoren landbouw, tuinbouw en visserij, worden de woorden « 2 frank » vervangen door « 3 frank ».

Art. 2.Bijlage VI bij hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « 1. Voor de toepassing van deze bijdrageregeling wordt verstaan onder : « pluimvee » : kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, duiven, fazanten, patrijzen en loopvogels (ratites), die in gevangenschap worden opgefokt of gehouden voor de fokkerij, voor de productie van vlees of van consumptie-eieren, als sierpluimvee of om in het wild te worden uitgezet; « eendagskuikens » : pluimvee dat nog geen 72 uur oud is en dat nog niet is gevoerd; muskuseenden of kruisingen daarvan (cairina moschata) mogen evenwel gevoerd zijn; « konijn » : elk tam konijn, ongeacht leeftijd of geslacht; « eieren » : eieren van pluimvee, in de schaal en geschikt voor menselijke consumptie in ongewijzigde staat of voor het gebruik door de levensmiddelenindustrie; « vlees » : alle karkassen en delen van pluimvee, geschikt voor menselijke consumptie; « konijnenvlees » : alle vers, gekoeld, bevroren of diepgevroren vlees, afkomstig van een konijn; « eiproducten » : consumptie-eieren ontdaan van de schaal, eigeel en ovalbumine; « slachthuis » : elke inrichting waar pluimvee en/of konijnen worden geslacht overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 apnl 1965 betreffende de keuring van de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild, en tot wijziging van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, en eventueel in de plaats tredende wettelijke bepalingen; « broeierij » : bedrijf dat zich toelegt op het inleggen en uitbroeden van broedeieren en het opleveren van eendagskuikens; « vermeerderingsbedrijf » : bedrijf waarvan de activiteit bestaat in de productie van broedeieren bestemd voor de productie van gebruikspluimvee. 2. De verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds « pluimvee, eieren en kleinvee » worden als volgt vastgesteld voor de sector « pluimvee en eieren » : 1° De door het Ministerie van Volksgezondheid erkende slachthuizen betalen een jaarlijkse bijdrage naargelang het aantal stuks geslacht pluimvee per jaar : minder dan 100 000 stuks : 3.000 fr.; meer dan 2 000 000 stuks : 100 000 fr.; van 100.000 tot en met 2.000.000 stuks : 5 ct. per geslacht dier De uit een andere lidstaat van de Europese Unie levend ingevoerde dieren worden voor de betaling van deze bijdragen niet meegerekend. 2° De door het Ministerie van Middenstand en Landbouw erkende pakstations in de eiersector betalen een jaarlijkse bijdrage naargelang hun technische sorteercapaciteit : tot en met 5 000 eieren/uur : 6 000 fr.; van 5 001 tot en met 15 000 eieren/uur : 8 000 fr.; meer dan 15 000 eieren/uur : 10 000 fr. 3° De groothandelaars in eieren betalen een jaarlijkse bijdrage van 6 000 fr. 4° Bedrijven die in nevenactiviteit eiproducten vervaardigen, betalen een jaarlijkse bijdrage van 1 500 fr.; de gespecialiseerde eiproductenbedrijven betalen een jaarlijkse bijdrage van 12 000 fr. 5° De door het Ministerie van Middenstand en Landbouw erkende broeierijen betalen een jaarlijkse bijdrage naargelang hun broedcapaciteit, namelijk : minder dan 500 000 eieren : 5 500 fr. van 500 000 tot en met 999 999 eieren : 10 000 fr.; 1 000 000 of meer eieren : 14 000 fr. 6° De door llet Ministerie van Middenstand en Landbouw erkende vermeerderingsbedrijven betalen een jaarlijkse bijdrage naargelang hun bedrijfsgrootte, namelijk : minder dan 5 000 dieren : 1 500 fr.; van 5 000 tot en met 9 999 dieren : 3 000 fr.; 10 000 of meer dieren : 4 500 fr. 7° De houders van een erkenning voor de invoer of het fabriceren van mengvoeders, afgeleverd door het Ministerie van Middenstand en Landbouw, met uitzondering van de gespecialiseerde importeurs wier beroepsactiviteit uitsluitend de invoer van mengvoeders uit andere EU- lidstaten betreft, betalen een jaarlijkse bijdrage van 2 000 fr. 8° De houders van kippen voor de productie van consumptie-eieren, al of niet op ouderdom van de leg en reforme dieren inbegrepen betalen een jaarlijkse bijdrage naargelang hun bedrijfsgrootte, namelijk : van 5 000 tot en met 14 999 dieren : 1 500 fr.; van 15 000 tot en met 19 999 dieren : 2 000 fr.; van 20 000 tot en met 24 999 dieren : 2 500 fr.; van 25 000 tot en met 29 999 dieren : 3 000 fr.; van 30 000 tot en met 49 999 dieren : 5 000 fr.; 50 000 of meer dieren : 9 000 fr. 9° De houders van braadkippen, uitgezonderd eendagskuikens, betalen een jaarlijkse bijdrage naargelang hun bedrijfsgrootte, namelijk : van 10 000 tot en met 14 999 dieren : 1 500 fr.; van 15 000 tot en met 19 999 dieren : 1 700 fr.; van 20 000 tot en met 24 999 dieren : 2 200 fr.; van 25 000 tot en met 29 999 dieren : 2 700 fr.; van 30 000 tot en met 49 999 dieren : 4 000 fr.; van 50 000 tot en met 99 999 dieren : 7 500 fr.; 100 000 of meer dieren : 12 500 fr. 10° Uitsnijderijen, voor intracommunautair handelsverkeer erkend door het Ministerie van Volksgezondheid, betalen een jaarlijkse bijdrage van 10 000 fr.indien hun capaciteit meer bedraagt dan 3 ton uitgesneden en/of uitgebeend vlees per week indien de capaciteit minder of gelijk is aan 3 ton betalen ze een jaarlijkse bijdrage van 3 000 fr. Uitsnijderijen die een technische eenheid vormen met een slachthuis, zijn vrijgesteld van deze bijdrage. 11° De bijdragen sub 8° en 9° worden vastgesteld op basis van de gegevens over het kalenderjaar dat voorafgaat aan het bijdragejaar.3. De verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds « pluimvee, eieren en kleinvee » worden als volgt vastgesteld voor de sector « konijnen » : A.1° Wie konijnen slacht of laat slachten in een slachthuis betaalt een bijdrage van 1,25 fr. per geslacht konijn met uitzondering van uit een EU-land levend ingevoerde dieren. Aan de leverancier van de konijnen wordt daarvan 15 ct. per kilogram levend gewicht doorberekend. Aan de koper van de geslachte konijnen wordt daarvan 50 ct. per kilogram konijnenvlees doorberekend, met uitzondering van producten die niet voor consumptie worden aangeboden of die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie. De betrokken bijdrageplichtigen brengen 50 ct. per kilogram niet voor consumptie aangeboden of niet voor menselijke consumptie geschikt vlees in mindering van de door hen verschuldigde bijdragen. 2° De slachthuizen betalen de in 1° gestelde bijdragen, met een minimum van 6 000 fr per jaar aan VLAM en rekenen voor de inning geen kosten aan. B. Wie geslachte konijnen uit derde landen invoert, betaalt een bijdrage van 1 fr. per kilogram ingevoerd konijnenvlees. »

Art. 3.Punt 4 van bijlage VII bij hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « 1° Als een producent de melk niet via levering aan een koper verhandelt, worden de overeenkomstige bijdragen jaarlijks door VLAM gefactureerd op basis van de productiegegevens waarover deze beschikt, met een minimum van 1 500 fr. per jaar. De referentieperiode voor deze bijdragen loopt van 1 april van het bijdragejaar -2 tot en met 31 maart van het bijdragejaar -1. 2° De producenten sub 1° houden een producten-boekhouding ter beschikking van VLAM, waarin per maand de geproduceerde hoeveelheid melk vermeld moet zijn.»

Art. 4.De Vlaamse minister bevoegd voor het promotiebeleid inzake de landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 maart 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie L. VAN DEN BRANDE

^