Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 10 november 2011
gepubliceerd op 09 december 2011

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden

bron
vlaamse overheid
numac
2011206057
pub.
09/12/2011
prom.
10/11/2011
ELI
eli/besluit/2011/11/10/2011206057/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 NOVEMBER 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, artikel 6, gewijzigd bij de decreten van 16 maart 1999 en 2 juni 2006, artikel 7bis, ingevoegd bij het decreet van 17 maart 2006 en gewijzigd bij het decreet van 12 februari 2010, artikel 10, gewijzigd bij de decreten van 16 maart 1999 en 12 februari 2010, artikel 11, gewijzigd bij de decreten van 20 december 1996 en 2 juni 2006, artikel 12, gewijzigd bij de decreten van 16 maart 1999 en 12 februari 2010, en artikel 13, gewijzigd bij het decreet van 16 maart 1999;

Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 7, derde lid, en artikel 10, § 4;

Gelet op het decreet van 2 juni 2006 tot omvorming van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden tot een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid, en tot wijziging van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, artikel 11;

Gelet op het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, artikel 8, tweede lid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringswaarborg verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 tot regeling van de algemene leiding, de werking, het beheer en de vertegenwoordiging van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor personen met een handicap;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juni 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de verzorgingsvoorzieningen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor het algemeen welzijnswerk;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de preventieve en de ambulante gezondheidszorg;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2011 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de sector van de voorzieningen voor gezinnen met kinderen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 juni 2011;

Gelet op advies nr. 49.849/3 van de Raad van State, gegeven op 5 juli 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008 en 24 juli 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt : "1° aanvrager : rechtspersoon die erkend is of voldoet aan de wettelijke voorwaarden om zorg- en dienstverlening te organiseren in het kader van de persoonsgebonden aangelegenheden en die een aanvraag tot het verkrijgen van een investeringssubsidie of investeringswaarborg indient";2° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : "2° investering : kosten voor bouw-, uitbreidings- en verbouwingswerkzaamheden, aankoop van infrastructuur, uitrusting of apparatuur, met uitzondering van de aankoop van grond";3° punt 3° wordt vervangen door wat volgt : "3° investeringssubsidie : subsidie als rechtstreekse of onrechtstreekse bijdrage in de kostprijs of de financiering van de investering door een aanvrager, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden";4° punt 6° wordt vervangen door wat volgt : "6° project : het voorwerp van de geplande investering, zoals omschreven in het masterplan, waarvoor een investeringssubsidie of investeringswaarborg wordt gevraagd";5° punt 8° wordt vervangen door wat volgt : "8° masterplan : globale en beschrijvende schets met kostenraming van het geplande project of de geplande projecten, met vermelding van de doelgroep, de capaciteit, de uitvoeringstermijnen en toekomstige ontwikkelingen, met daarbij een financieel plan in verhouding tot de verwachte exploitatie".

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008 en 24 juli 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt punt 3° vervangen door wat volgt : "3° de regelgeving over de eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat voor gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat;"; 2° in paragraaf 1 wordt punt 4° en 5° opgeheven; 3° in paragraaf 1 wordt punt 7° vervangen door wat volgt : "7° de typebestekken, opgesteld door het Vlaams ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken;"; 4° in paragraaf 1 wordt punt 10° vervangen door wat volgt : "10° indien van toepassing, de regelgeving houdende integratie van kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap behoren."; 5° er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt : " § 3.De bouwfysische normen, vermeld in paragraaf 1 en 2, gelden met behoud van de toepassing van de wetgeving over veiligheid, hygiëne, comfort en bescherming van de arbeid.".

Art. 3.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 8.Behalve bij een lokaal dienstencentrum komt een aankoop alleen in aanmerking voor een investeringssubsidie als hij gepaard gaat met en wordt gevolgd door verbouwingswerkzaamheden.

Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor een aankoop met of zonder verbouwing, uitrusting en meubilering inbegrepen, bedraagt maximaal 75 % van het basisbedrag van de investeringssubsidie, vermeld in artikel 5, § 1. Voor de aankoop kan ten hoogste 60 % van de som van de door het comité van aankoop geschatte venale waarde van het gebouw en de aan de aankoop verbonden en bewezen notariskosten en registratierechten of btw, in aanmerking komen voor de investeringssubsidie."

Art. 4.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden "aankoop met verbouwing" vervangen door de woorden "aankoop met of zonder verbouwing". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden

Art. 5.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 april 2002, 30 mei 2008, 24 juli 2009 en 4 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 3° wordt vervangen door wat volgt : "3° aanvrager : rechtspersoon die erkend is of voldoet aan de wettelijke voorwaarden om zorg- en dienstverlening te organiseren in het kader van de persoonsgebonden aangelegenheden en die een aanvraag tot het verkrijgen van een investeringssubsidie of investeringswaarborg indient";2° punt 4° wordt vervangen door wat volgt : "4° investering : kosten voor bouw-, uitbreidings- en verbouwingswerkzaamheden, aankoop van infrastructuur, uitrusting of apparatuur, met uitzondering van de aankoop van grond";3° punt 6° wordt vervangen door wat volgt : "6° investeringssubsidie : subsidie als rechtstreekse of onrechtstreekse bijdrage in de kostprijs of de financiering van de investering door een aanvrager, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden";4° punt 13° wordt vervangen door wat volgt : "13° masterplan : globale en beschrijvende schets met kostenraming van het geplande project of de geplande projecten, met vermelding van de doelgroep, de capaciteit, de uitvoeringstermijnen en toekomstige ontwikkelingen, met daarbij een financieel plan in verhouding tot de verwachte exploitatie";5° punt 14° wordt vervangen door wat volgt : "14° project : het voorwerp van de geplande investering, zoals omschreven in het masterplan, waarvoor een investeringssubsidie of investeringswaarborg wordt gevraagd";6° in punt 28°bis worden de woorden "en de diensten voor pleegzorg" vervangen door de zinsnede ", de diensten voor pleegzorg, de diensten voor herstelgerichte en constructieve afhandeling en de diensten voor crisishulp aan huis";7° in punt 29° wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 6.In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt het woord "initiatiefnemers" vervangen door het woord "aanvragers".

Art. 7.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2011, wordt een artikel 2bis ingevoegd, dat luidt als volgt : "

Art. 2bis.De aanvrager komt alleen in aanmerking voor een investeringssubsidie of een investeringswaarborg als hij voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° hij is erkend of hij voldoet aan de wettelijke voorwaarden om zorg- en dienstverlening te organiseren in het kader van de persoonsgebonden aangelegenheden, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet;2° hij beschikt over een genotsrecht op het project als vermeld in artikel 12, § 1, derde lid, van het decreet.Als de aanvrager en de eigenaar of de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop een project wordt voorzien, twee verschillende personen zijn, mag er geen ongeoorloofde verwantschap bestaan tussen hen als vermeld in artikel 2ter."

Art. 8.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2011, wordt een artikel 2ter ingevoegd, dat luidt als volgt : "

Art. 2ter.De aanvrager en de eigenaar van de grond waarop een project wordt uitgevoerd of de aanvrager en de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop een project wordt uitgevoerd, worden geacht een ongeoorloofde verwantschapsband te hebben als de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond een natuurlijke persoon is of een handelsvennootschap met rechtspersoonlijkheid als vermeld in artikel 2, § 2, van het Wetboek van Vennootschappen, en als de ene rechtstreeks of onrechtstreeks de bevoegdheid in rechte of in feite heeft om bij de andere een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van de leden van het bestuursorgaan of op de oriëntatie van het beleid.

De ongeoorloofde verwantschapsband is in rechte en wordt onweerlegbaar vermoed als : 1° de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond in het bezit is van de meerderheid van de stemrechten die verbonden zijn aan het totaal van de deelnamerechten van de aanvrager;2° de aanvrager in het bezit is van de meerderheid van de stemrechten die verbonden zijn aan het totaal van de effecten van de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond;3° de meerderheid van de bestuurders van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond, of de aandeelhouders van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond, op persoonlijke titel, alleen of samen, de meerderheid bezit of bezitten van de stemrechten die verbonden zijn aan de deelnamerechten van de aanvrager;4° de meerderheid van de bestuurders of de leden van de aanvrager op persoonlijke titel, alleen of samen, de meerderheid bezit of bezitten van de stemrechten die verbonden zijn aan de effecten van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond;5° de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond of de meerderheid van zijn bestuurders of aandeelhouders of zijn economische rechthebbenden het recht heeft of hebben om de meerderheid van de bestuurders van de aanvrager te benoemen of te ontslaan;6° de aanvrager of de meerderheid van zijn bestuurders of leden of zijn economische rechthebbenden het recht heeft of hebben om de meerderheid van de bestuurders van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond te benoemen of te ontslaan;7° de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond of de meerderheid van zijn bestuurders of aandeelhouders of zijn economische rechthebbenden krachtens de statuten van de aanvrager of krachtens een gesloten overeenkomst over de bevoegdheid beschikt of beschikken om een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van het bestuursorgaan of op de oriëntatie van het beleid;8° de aanvrager of de meerderheid van zijn bestuurders, leden of zijn economische rechthebbenden krachtens de statuten van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond of krachtens een gesloten overeenkomst over de bevoegdheid beschikt of beschikken om een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van het bestuursorgaan of op de oriëntatie van het beleid;9° de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond, zijn bestuurders of aandeelhouders op de voorlaatste en laatste algemene vergadering van de aanvrager stemrechten hebben uitgeoefend die de meerderheid vertegenwoordigen van de stemrechten die verbonden zijn aan de op deze algemene vergaderingen vertegenwoordigde aandelen;10° de aanvrager, zijn bestuurders of aandeelhouders op de voorlaatste en laatste algemene vergadering van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond stemrechten hebben uitgeoefend die de meerderheid vertegenwoordigen van de stemrechten die verbonden zijn aan de op deze algemene vergaderingen vertegenwoordigde aandelen;11° de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond en de aanvrager onder een centrale leiding staan.Er wordt vermoed dat ze onder een centrale leiding staan als : a) de centrale leiding voortvloeit uit de statuten van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond enerzijds, en de aanvrager anderzijds, of uit een overeenkomst tussen alle betrokken entiteiten;b) de bestuursorganen van respectievelijk de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond en de aanvrager, alsook de entiteit die de centrale leiding voert, voor het merendeel uit dezelfde personen bestaan;c) de meerderheid van de aandelen of lidmaatschapsrechten van respectievelijk de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond en de aanvrager, alsook de entiteit die de centrale leiding voert, worden gehouden door dezelfde personen;12° de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond rechtstreeks of onrechtstreeks een invloed van betekenis uitoefent op de oriëntatie van het beleid van de aanvrager door een participatie van minstens tien procent te nemen in het lidmaatschap van de aanvrager;13° de aanvrager rechtstreeks of onrechtstreeks een invloed van betekenis uitoefent op de oriëntatie van het beleid van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond door een participatie van minstens tien procent te nemen in het kapitaal van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond;14° de bestuurders of de aandeelhouders van de aanvrager enerzijds, en de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond of zijn bestuurders of de aandeelhouders anderzijds, bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad of echtgenoten zijn.Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die een wettelijk samenlevingscontract hebben gesloten, met echtgenoten gelijkgesteld.

De onverenigbaarheid wordt geacht op te houden door het overlijden van de persoon door wie ze tot stand is gekomen, door echtscheiding of door het ophouden van het wettelijk samenlevingscontract.

Voor de beoordeling van de gevallen, vermeld in het tweede lid, is het niet belangrijk dat : 1° de bestuurders of aandeelhouders van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond enerzijds, of de bestuurders of leden van de aanvrager anderzijds, alleen of samen handelen.Tenzij het anders wordt bewezen, worden personen die op hetzelfde ogenblik bestuurder of aandeelhouder zijn van de eigenaar van de grond, of van de houder van de zakelijke rechten op de grond en bestuurder of lid van de aanvrager, geacht samen te handelen; 2° de verwantschapsband op rechtstreekse of onrechtstreekse wijze, met tussenplaatsing van andere entiteiten of tussenpersonen, tot stand komt;3° stemrechten worden geschorst of onderworpen zijn aan stemkrachtbeperking. De ongeoorloofde verwantschapsband kan in feite worden vermoed door het Fonds op basis van andere elementen dan de elementen, vermeld in het tweede lid. Dat vermoeden is weerlegbaar door de aanvrager.

Het Fonds heeft de mogelijkheid om, in elke fase van de procedure, aan de aanvrager aanvullende gegevens te vragen over de verwantschapsband tussen de aanvrager en de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond.

Het Fonds heeft de mogelijkheid om, in elke fase van de procedure, aan de aanvrager aanvullende gegevens te vragen over de rechtsgeldigheid van zijn rechtsband met de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond, en over de marktconformiteit van de vergoedingen die gebaseerd zijn op die rechtsband."

Art. 9.In artikel 3, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 10.In artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 april 2002, 30 mei 2008 en 24 juli 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° wordt het woord "initiatiefnemers" vervangen door het woord "aanvragers" en wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager";2° in punt 2° wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager";3° punt 3° wordt vervangen door wat volgt : "3° voor de woonzorgcentra, de dagverzorgingscentra en de centra voor kortverblijf : a) de ondertekende notulen van de vergadering van de bevoegde organen van de aanvrager met de beslissing om een investeringssubsidie en eventueel een investeringswaarborg aan te vragen;b) de nodige bescheiden, statuten of documenten, waaruit blijkt dat de aanvrager over een rechtsvorm beschikt als vermeld in artikel 63, eerste lid, van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009; c) de aanvraag tot goedkeuring van het zorgstrategische plan;"; 4° punt 4° wordt vervangen door wat volgt : "4° voor de regionale dienstencentra en de lokale dienstencentra : a) de ondertekende notulen van de vergadering van de bevoegde organen van de aanvrager met de beslissing om een investeringssubsidie en eventueel een investeringswaarborg aan te vragen;b) de nodige bescheiden, statuten of documenten, waaruit blijkt dat de aanvrager over een rechtsvorm beschikt als vermeld in artikel 50 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009; c) de aanvraag tot goedkeuring van het zorgstrategische plan;"; 5° in punt 5° wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 11.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 april 2002, 30 mei 2008 en 24 juli 2009, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 12.In artikel 6 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "initiatiefnemer" wordt telkens vervangen door het woord "aanvrager";2° in het eerste lid worden de woorden "en het Fonds kunnen" vervangen door het woord "kan".

Art. 13.Artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 7.De functioneel bevoegde administratie maakt een evaluatienota op. Binnen veertig kalenderdagen na de datum van ontvankelijkheid stuurt de functioneel bevoegde administratie in een aangetekende brief de evaluatienota naar de aanvrager.

De aanvrager beschikt over een termijn van veertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de evaluatienota, om een reactienota in te dienen bij de functioneel bevoegde administratie dan wel om de functioneel bevoegde administratie te laten weten dat hij een grondige aanpassing van zijn zorgstrategische plan zal doorvoeren. Als de aanvrager besluit het zorgstrategische plan grondig aan te passen, start de procedure van voren af aan."

Art. 14.In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 april 2002, 30 mei 2008 en 24 juli 2009, wordt het woord "evaluatienota's" vervangen door het woord "evaluatienota".

Art. 15.In artikel 9, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, worden de woorden "tot het departement van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin of" opgeheven.

Art. 16.In artikel 11 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "evaluatienota's" wordt vervangen door het woord "evaluatienota";2° het woord "initiatiefnemer" wordt vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 17.In artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 18.In artikel 14 van hetzelfde besluit wordt het woord "initiatiefnemers" vervangen door het woord "aanvragers".

Art. 19.In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 april 2002, 30 mei 2008, 19 juni 2009, 24 juli 2009, 18 juni 2010, 16 juli 2010, 10 september 2010 en 4 maart 2011, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 20.In artikel 16, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 april 2002, 30 mei 2008 en 24 juli 2009, wordt het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 21.In artikel 17, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt : "1° als dat door de aard van de werkzaamheden vereist is, een stedenbouwkundig attest of, voor aanvragen van publiekrechtelijke rechtspersonen of voor handelingen van algemeen belang als vermeld in artikel 4.1.1, 5°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, een akkoord van de vergunningverlenende instantie over een principeaanvraag;"; 2° in punt 2° wordt het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager";3° in punt 10° wordt het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager";4° er wordt een punt 13° toegevoegd, dat luidt als volgt : "13° met het oog op de controle van de verwantschapsband, vermeld in artikel 2bis en 2ter, als de aanvrager niet de eigenaar is van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop het project is gepland, en onverminderd de mogelijkheid van het Fonds om aanvullende gegevens op te vragen overeenkomstig artikel 2ter, vijfde en zesde lid : a) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;b) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur van de aanvrager, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;c) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België; d) een verklaring waarvan het origineel ondertekend is door de voltallige raad van bestuur van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond enerzijds, en de aanvrager anderzijds, dat er geen ongeoorloofde verwantschapsband bestaat tussen de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond en de aanvrager, vermeld in artikel 2bis en 2ter."

Art. 22.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 18.De aanvraag van een subsidiebelofte kan alleen betrekking hebben op een aankoop als die gevolgd wordt door een verbouwing. In dat geval moeten naast de stukken, vermeld in artikel 15 en 17, de verkoopbelofte of het compromis met opschortende voorwaarde bij de aanvraag gevoegd worden.

In afwijking van het eerste lid is voor de sectoren algemeen welzijnswerk, preventieve en ambulante gezondheidszorg, bijzondere jeugdbijstand en voorzieningen voor gezinnen met kinderen, voor een erkend centrum voor ontwikkelingsstoornissen als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 1998 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor ontwikkelingsstoornissen, en voor een door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap erkend extramuraal centrum of erkende extramurale dienst voor de functionele revalidatie van personen met een handicap, een aankoop zonder verbouwing mogelijk. In dat geval moet de aanvraag tot subsidiebelofte behalve de stukken, vermeld in artikel 15, bovendien de volgende stukken bevatten : 1° de verkoopbelofte of het compromis met opschortende voorwaarde;2° de bouwvergunning en het bijbehorende brandpreventieverslag met betrekking tot het aan te kopen gebouw.Ingeval van functiewijziging van het gebouw in kwestie wordt de aanvraag aangevuld, met betrekking tot de toekomstige bestemming, met een advies van de bevoegde brandweerdienst of een verslag van de bespreking met de bevoegde brandweerdienst, dat door de aanvrager werd ondertekend en dat ter kennisgeving werd bezorgd aan de bevoegde brandweerdienst; 3° de plannen op schaal 1/100, met vermelding van eventuele uitbreiding in toekomstige projecten;4° een conceptnota over de functionele, bouwfysische en bouwtechnische opvattingen;5° een verslag over het gevolg dat is gegeven aan de voorafgaande werkvergaderingen en aan de aanbevelingen van de agentschappen;6° een raming van het project;7° de oppervlakteberekening van het project;8° een bodemattest overeenkomstig de regelgeving betreffende de bodemsanering;9° het programma van eisen op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen.Een programma van eisen is een basisdocument waarin de projectgebonden doelstellingen en prestatie-eisen op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen worden bepaald. De minister bepaalt de minimumeisen en de voorwaarden op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen; 10° met het oog op de controle van de verwantschapsband, vermeld in artikel 2bis en 2ter, als de aanvrager niet de eigenaar is van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop het project is gepland, en onverminderd de mogelijkheid van het Fonds om aanvullende gegevens op te vragen overeenkomstig artikel 2ter, vijfde en zesde lid : a) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;b) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur van de aanvrager, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;c) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België; d) een verklaring waarvan het origineel ondertekend is door de voltallige raad van bestuur van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond enerzijds, en de aanvrager anderzijds, dat er geen ongeoorloofde verwantschapsband bestaat tussen de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond en de aanvrager als vermeld in artikel 2bis en 2ter.".

Art. 23.In artikel 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 april 2002, 30 mei 2008 en 24 juli 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "initiatiefnemer" wordt telkens vervangen door het woord "aanvrager";2° in paragraaf 2, 1°, wordt het woord "initiatiefnemers" vervangen door het woord "aanvragers"; 3° aan paragraaf 2, 2°, wordt de zinsnede", en over de controle van de verwantschapsband, vermeld in artikel 2bis en 2ter." toegevoegd.

Art. 24.In artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 25.In artikel 21, punt 1°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 26.In artikel 22 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 8° wordt het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager";2° in punt 9° wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager"; 3° er wordt een punt 10° toegevoegd, dat luidt als volgt : "10° voor de aanvragen waarbij de aanvrager geen eigenaar is van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop het project is gepland, bijkomend een verklaring van de aanvrager dat hij zich niet bevindt in een geval van ongeoorloofde verwantschap als vermeld in artikel 2bis en 2ter ;"; 4° er wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt : "11° een bewijs dat de aanvrager over een genotsrecht beschikt als vermeld in artikel 12, § 1, derde lid, van het decreet.".

Art. 27.In artikel 23 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2004, worden de woorden "van de aankoopbelofte of van de aankoopakte" vervangen door de zinsnede "van de verkoopbelofte, van het compromis of van de aankoopakte".

Art. 28.In artikel 25 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 29.In artikel 26, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 30.In artikel 27 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2010, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 31.In artikel 29 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 32.In artikel 31 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "initiatiefnemer" wordt telkens vervangen door het woord "aanvrager";2° aan het eerste lid, 2°, wordt een punt f) toegevoegd, dat luidt als volgt : "f) met het oog op de controle van de verwantschapsband, vermeld in artikel 2bis en 2ter, als de aanvrager niet de eigenaar is van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop het project is gepland, en onverminderd de mogelijkheid van het Fonds om aanvullende gegevens op te vragen overeenkomstig artikel 2ter, vijfde en zesde lid : 1) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;2) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur van de aanvrager, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België;3) de laatst goedgekeurde jaarrekening van de bestuurders met rechtspersoonlijkheid in de raad van bestuur van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond, als die niet neergelegd hoeft te worden bij de Nationale Bank van België; 4) een verklaring waarvan het origineel ondertekend is door de voltallige raad van bestuur van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond enerzijds, en de aanvrager anderzijds, dat er geen ongeoorloofde verwantschapsband bestaat tussen de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond en de aanvrager, vermeld in artikel 2bis en 2ter.".

Art. 33.In artikel 32 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 34.In artikel 34 van hetzelfde besluit wordt het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 35.In artikel 35 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006, 30 mei 2008 en 24 juli 2009, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 36.In artikel 36, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 37.In artikel 36bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 38.In artikel 36ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 39.In artikel 36quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 40.In artikel 36quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "initiatiefnemer" wordt telkens vervangen door het woord "aanvrager";2° in het tweede lid, punt 2°, wordt het woord "initiatiefnemers" vervangen door het woord "aanvragers".

Art. 41.In artikel 36sexies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 42.In artikel 36septies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 43.In artikel 37 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 44.In artikel 39 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 45.In artikel 40 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 46.In artikel 41 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "initiatiefnemer" wordt telkens vervangen door het woord "aanvrager"; 2° aan paragraaf 1 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "De aanvrager is verplicht alle documenten die verband houden met de verwantschapsband, vermeld in artikel 2bis en 2ter, te bezorgen aan het Fonds als dat erom verzoekt."

Art. 47.In artikel 42 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste en het tweede lid worden opgeheven;2° in het vierde lid wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager"; 3° er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Als de aanvrager een onjuiste verklaring aflegt over de voorwaarden, vermeld in artikel 2bis en 2ter, zullen de verleende investeringssubsidies worden teruggevorderd."

Art. 48.In artikel 42bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringswaarborg verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden

Art. 49.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringswaarborg verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009, 24 juli 2009 en 4 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 3° wordt vervangen door wat volgt : "3° ziekenhuis : een voorziening als vermeld in artikel 2 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008;"; 2° punt 4° wordt vervangen door wat volgt : "4° psychiatrisch ziekenhuis : een ziekenhuis als vermeld in artikel 3 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008;"; 3° punt 5° wordt vervangen door wat volgt : "5° rust- en verzorgingstehuis : een rust- en verzorgingstehuis als vermeld in artikel 170 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008;"; 4° punt 6° wordt vervangen door wat volgt : "6° psychiatrisch verzorgingstehuis : een psychiatrisch verzorgingstehuis als vermeld in artikel 170 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008";5° in punt 15° worden de woorden "met uitzondering van de revalidatiecentra" vervangen door de woorden "met uitzondering van de revalidatiecentra en de centra voor ontwikkelingsstoornissen";6° punt 17° wordt vervangen door wat volgt : "17° project : het voorwerp van de geplande investering, omschreven in het masterplan, waarvoor een investeringssubsidie of investeringswaarborg wordt gevraagd";7° punt 19° wordt opgeheven.

Art. 50.In artikel 2, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "initiatiefnemers" vervangen door het woord "aanvragers".

Art. 51.In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "initiatiefnemer" wordt telkens vervangen door het woord "aanvrager";2° het zesde lid wordt opgeheven.

Art. 52.In artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 53.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 54.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 55.In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 56.In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 57.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "initiatiefnemer" wordt telkens vervangen door het woord "aanvrager";2° in het tweede lid, 2°, wordt het woord "initiatiefnemers" vervangen door het woord "aanvragers".

Art. 58.In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 59.In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 60.In artikel 13 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 61.In artikel 14 van hetzelfde besluit wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 62.In artikel 15, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 63.In hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt in het opschrift van afdeling II het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 64.In artikel 16 van hetzelfde besluit wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 65.In artikel 17 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 66.In artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 67.In artikel 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007, 7 september 2007, 30 mei 2008 en 18 juli 2008, wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 68.In artikel 20 van hetzelfde besluit wordt het woord "initiatiefnemer" vervangen door het woord "aanvrager".

Art. 69.In artikel 21 van hetzelfde besluit wordt het woord "initiatiefnemer" telkens vervangen door het woord "aanvrager". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 tot regeling van de algemene leiding, de werking, het beheer en de vertegenwoordiging van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden

Art. 70.In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 tot regeling van de algemene leiding, de werking, het beheer en de vertegenwoordiging van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 4° worden de woorden "de initiatiefnemer of de verplichtingen van de financier" vervangen door de woorden "de aanvrager of de financier"; 2° in punt 7° wordt punt c) vervangen door wat volgt : "c) het sluiten van een conventionele hypotheek met een aanvrager in het kader van de investeringswaarborg;". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor personen met een handicap

Art. 71.In artikel 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor personen met een handicap wordt punt 8° vervangen door wat volgt : "8° indien van toepassing, de regelgeving houdende integratie van kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap behoren."

Art. 72.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° voor het eerste lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : "Behalve bij een centrum voor ontwikkelingsstoornissen en bij een revalidatiecentrum komt een aankoop alleen in aanmerking voor een investeringssubsidie als hij gepaard gaat met en wordt gevolgd door verbouwingswerkzaamheden."; 2° in het eerste lid worden de woorden "en de noodzakelijk bijbehorende verbouwing" telkens vervangen door de woorden "met of zonder verbouwing".

Art. 73.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de woorden "aankoop met verbouwing" vervangen door de woorden "aankoop met of zonder verbouwing". HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juni 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand

Art. 74.In artikel 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juni 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand wordt punt 8° vervangen door wat volgt : "8° indien van toepassing, de regelgeving houdende integratie van kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap behoren."

Art. 75.In artikel 11, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "en de noodzakelijk bijbehorende verbouwing" telkens vervangen door de woorden "met of zonder verbouwing".

Art. 76.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden "aankoop met verbouwing" vervangen door de woorden "aankoop met of zonder verbouwing". HOOFDSTUK 7. - Wijziging in het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de verzorgingsvoorzieningen

Art. 77.In artikel 3, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de verzorgingsvoorzieningen wordt punt 8° vervangen door wat volgt : "8° indien van toepassing, de regelgeving houdende integratie van kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap behoren." HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor het algemeen welzijnswerk

Art. 78.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor het algemeen welzijnswerk wordt punt 8° vervangen door wat volgt : "8° indien van toepassing, de regelgeving houdende integratie van kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap behoren."

Art. 79.In artikel 10, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "en de noodzakelijk bijbehorende verbouwing" telkens vervangen door de woorden "met of zonder verbouwing".

Art. 80.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden "aankoop met verbouwing" vervangen door de woorden "aankoop met of zonder verbouwing". HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de preventieve en de ambulante gezondheidszorg

Art. 81.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de preventieve en de ambulante gezondheidszorg wordt punt 8° vervangen door wat volgt : "8° indien van toepassing, de regelgeving houdende integratie van kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap behoren."

Art. 82.In artikel 14, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "en de noodzakelijk bijbehorende verbouwing" telkens vervangen door de woorden "met of zonder verbouwing".

Art. 83.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de woorden "aankoop met verbouwing" vervangen door de woorden "aankoop met of zonder verbouwing". HOOFDSTUK 1 0. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2011 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de sector van de voorzieningen voor gezinnen met kinderen

Art. 84.In artikel 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2011 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de sector van de voorzieningen voor gezinnen met kinderen wordt punt 8° vervangen door wat volgt : "8° indien van toepassing, de regelgeving houdende integratie van kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap behoren."

Art. 85.In artikel 13, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "en de noodzakelijk bijbehorende verbouwing" vervangen door de woorden "met of zonder verbouwing".

Art. 86.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden "aankoop met verbouwing" vervangen door de woorden "aankoop met of zonder verbouwing". HOOFDSTUK 1 1. - Slotbepalingen

Art. 87.Voor de dossiers waarvoor de subsidiebelofte of het principieel akkoord inzake de investeringswaarborg werd gegeven voor de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, gelden de bepalingen die van toepassing waren voor de inwerkingtreding van dit besluit.

In afwijking van het eerste lid, geldt artikel 47, 1°, ook voor de dossiers waarvoor de subsidiebelofte of het principieel akkoord inzake de investeringswaarborg werd gegeven voor de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 88.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 november 2011.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^