Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 10 oktober 2008
gepubliceerd op 26 november 2008

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende het geïntegreerd ondersteuningsaanbod in het gewoon basisonderwijs

bron
vlaamse overheid
numac
2008204226
pub.
26/11/2008
prom.
10/10/2008
ELI
eli/besluit/2008/10/10/2008204226/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 OKTOBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende het geïntegreerd ondersteuningsaanbod in het gewoon basisonderwijs


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 139bis, ingevoegd bij het decreet van 28 juni 2002 en gewijzigd bij het decreet van 4 juli 2008, artikel 139quater, ingevoegd bij het decreet van 28 juni 2002 en gewijzigd bij decreet van 4 juli 2008, en op artikel 139novies ingevoegd bij het decreet van 28 juni 2002 en vervangen bij het decreet van 4 juli 2008;

Gelet op het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen-I, artikel VI.2, gewijzigd bij het decreet van 4 juli 2008 en artikel VI.4, gewijzigd bij het decreet van 4 juli 2008;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende het geïntegreerd ondersteuningsaanbod in het gewoon basisonderwijs;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 6 juni en 16 juli 2008;

Gelet op protocol 662 van 27 juni 2008 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van het sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op protocol 446 van 27 juni 2008 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de vergadering van het overkoepelende onderhandelingscomité van het vrij gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op het advies 45.094/1 van de Raad van State, gegeven op 18 september 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende het geïntegreerd ondersteuningsaanbod in het gewoon basisonderwijs wordt punt 1° vervangen door wat volgt : "1° aanvullende lestijden : de aanvullende lestijden vermeld in artikel 138, § 1, 6° en 8° van het decreet Basisonderwijs;".

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt het 2e lid opgeheven.

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 4bis ingevoegd, dat luidt als volgt : " Art. 4bis. De indicator "de ouders behoren tot de trekkende bevolking" wordt vastgesteld op basis van een attest. Voor de toepassing van dit artikel moeten de ouders beschikken over minstens één van de volgende attesten : 1° binnenschipper : a) een attest van gezinssamenstelling waaruit blijkt dat beide ouders binnenschipper zijn;b) een kopie van de aanvraag tot vermindering van het kostgeld voor kinderen van wie de ouders geen vaste verblijfplaats hebben;2° kermis- en circusexploitanten en -artiesten : a) een attest van gezinssamenstelling of een kopie uit het handelsregister waaruit blijkt dat beide ouders kermis- of circusexploitanten of -artiesten zijn;b) een lidmaatschapskaart van foorreiziger of kermisexploitant;c) een kopie van de aanvraag tot vermindering van het kostgeld voor kinderen van wie de ouders geen vaste verblijfplaats hebben;3° Romzigeuners, Manoesjzigeuners, Voyageurs en andere personen met een nomadische cultuur : a) een verklaring van de burgemeester dat het vermelde adres een terrein is dat specifiek bedoeld is voor trekkende bevolking (Rom, Voyageur, Manoesj);b) een attest van woonwagenbewoner,ingevuld en ondertekend door een VZW die door de Vlaamse Gemeenschap erkend is of door een specifieke dienst of cel binnen een stad of gemeente;4° Romazigeuners : a) een document, opgesteld door een officiële instantie van het land van herkomst waaruit blijkt dat de voormelde persoon behoort tot de groep van de woonwagenbewoners.Bij documenten die opgesteld zijn in een andere taal dan het Nederlands, Frans, Engels of Duits, kan een Nederlandse vertaling gevraagd worden, opgesteld door een Belgische beëdigde vertaler; b) gedurende de periode dat de asielprocedure loopt, een document dat bij de asielaanvraag gevoegd is waarin verklaard wordt dat de aanvrager Roma is;c) een verklaring van een asielcentrum dat de voormelde persoon bekend staat als Romazigeuner; d) een attest van woonwagenbewoner, ingevuld en ondertekend door een VZW die door de Vlaamse Gemeenschap erkend is of door een specifieke dienst of cel binnen een stad of gemeente."

Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het punt 1° wordt vervangen door wat volgt : "1° de indicator "het gezin leeft van een vervangingsinkomen" heeft een gewicht van 0,28;"; 2° het punt 4° wordt vervangen door wat volgt : "4° de indicator "de taal die de leerling in het gezin spreekt, is niet het Nederlands" heeft een gewicht van 0,2 en dit enkel in combinatie met een andere indicator."; 3° het tweede lid wordt opgeheven.

Art. 5.I n artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° vóór § 1, die § 1bis wordt, wordt een nieuwe § 1 ingevoegd, die luidt als volgt : "§ 1.In toepassing van artikel 139quater, § 1, 1°, wordt het aantal regelmatige leerlingen dat voldoet aan de gelijkekansenindicator, vermeld in artikel 139ter 1 of aan de twee gelijkekansenindicatoren, zoals vermeld in artikel 139bis, § 1, 5°, en in artikel 139ter 1 van het decreet Basisonderwijs, vermenigvuldigd met een coëfficiënt 0,7." 2° § 1, die § 1bis wordt, wordt vervangen door wat volgt : "§ 1bis.Het aantal punten, bekomen na toepassing van de bepalingen van artikel 139quater § 1, 1° en 2° van het decreet basisonderwijs, wordt vermenigvuldigd met : 1° een coëfficiënt 1,1, wanneer de school een concentratiegraad van ten minste 80 % heeft en/of 2° een coëfficiënt van 1,5, wanneer de school gelegen is in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad."

Art. 6.In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 2005, wordt § 1 vervangen door wat volgt : "§ 1. Het aantal aanvullende lestijden wordt in toepassing van artikel 139quater, § 2, eerste lid van het decreet Basisonderwijs als volgt berekend : 0,388 x S aantal punten = totaal aantal aanvullende LT, waarbij; 1° "S aantal punten" het resultaat is van A + B + C;2° A = het aantal punten, vastgesteld overeenkomstig artikel 139quater van het decreet Basisonderwijs, met uitzondering van de leerlingen die minstens voldoen aan de gelijkekansenindicator, zoals vermeld in artikel 139ter 1;3° B = het aantal punten dat bekomen wordt door het percentage leerlingen dat op de eerste schooldag van februari 2005 minstens voldeed aan de gelijkekansenindicator, vermeld in artikel 139ter 1 van het decreet Basisonderwijs, behalve die leerlingen die op de eerste schooldag van februari 2005 enkel voldeden aan de twee gelijkekansenindicatoren, zoals vermeld in artikel 139bis, § 1, 5°, en in artikel 139ter 1 van het decreet Basisonderwijs, toe te passen op het aantal leerlingen van de eerste schooldag van februari 2008 en te wegen in toepassing van artikel 5, 1°; 4° C = het aantal punten dat bekomen wordt door het percentage leerlingen dat op de eerste schooldag van februari 2005 enkel voldeed aan de twee gelijkekansenindicatoren, zoals vermeld in artikel 139bis, § 1, 5°, en in artikel 139ter 1 van het decreet Basisonderwijs, toe te passen op het aantal leerlingen van de eerste schooldag van februari 2008 en te vermenigvuldigen met 0,42."

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis ingevoegd dat luidt als volgt : "

Art. 7bis.§ 1. Voor scholen die door de toepassing van artikel 7 van dit besluit aanvullende lestijden verliezen in vergelijking met het schooljaar 2007-2008, wordt het verlies voor de schooljaren 2008-2009 tot en met 2010-2011 beperkt tot de helft. § 2. Het aantal aanvullende lestijden dat door de halvering van het verlies wordt bekomen, wordt steeds afgerond naar de lagere eenheid.

Art. 8.In artikel 16 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 2007, wordt 1° vervangen door wat volgt : "1° het aantal kleuters, dat beantwoordt aan één van de in artikel 139bis, § 1, 1°, 2°, 3° en 4° van het decreet basisonderwijs bedoelde gelijkekansenindicatoren, wordt vermenigvuldigd met een coëfficiënt van 0,15414;".

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een artikel 16ter ingevoegd dat luidt als volgt : "

Art. 16ter.§ 1. Voor scholen die door de toepassing van artikel 16 van dit besluit aanvullende lestijden verliezen in vergelijking met het schooljaar 2007-2008, wordt het verlies voor de schooljaren 2008-2009 tot en met 2010-2011 beperkt tot de helft. § 2. Het aantal aanvullende lestijden dat door de halvering van het verlies wordt bekomen, wordt steeds afgerond naar de lagere eenheid."

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2008.

Art. 11.De Vlaamse minister bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 oktober 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

^