Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 11 januari 2002
gepubliceerd op 20 februari 2002

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002035204
pub.
20/02/2002
prom.
11/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/11/2002035204/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JANUARI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet betreffende het basisonderwijs van 25 februari 1997 inzonderheid op de artikelen 130, § 2, 132, § 1 en § 2, 133, § 1, 138,139, 141, § 2, 146bis en 194 gewijzigd bij decreet van 20 oktober 2000 betreffende onderwijs XII;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 22 september 1998 en 23 februari 1999;

Gelet op het protocol nr. 407 van 22 juni 2001 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van het sectorcomité X en van onderafdeling « Vlaamse Gemeenschap » van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het protocol nr. 180 van 22 juni 2001 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend onderhandelingscomité vrij gesubsdieerd onderwijs;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 24 april 2001;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 29 juni 2001, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 32.126/1 gegeven op 11 oktober 2001 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 2, 2° van het besluit van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 1998, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 2° anderstalige nieuwkomer : leerling van vijf jaar of ouder die op de datum van de inschrijving gelijktijdig aan volgende voorwaarden voldoet : a) niet in het bezit is van de Belgische of Nederlandse nationaliteit;b) niet het Nederlands als moedertaal heeft;c) geen volledig schooljaar onderwijs heeft gevolgd in een school met het Nederlands als onderwijstaal;d) onvoldoende de onderwijstaal Nederlands beheerst om met een goed gevolg de lessen te kunnen volgen. Op de voorwaarde vermeld onder a) en c) kan de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs een afwijking verlenen.

Voor de voorwaarde vermeld onder c) kan dit voor de leerlingen die reeds een schooljaar onderwijs gevolgd hebben in een school die tijdens dat schooljaar geen aanvullende lestijden voor de opvang van anderstalige nieuwkomers gefinancierd of gesubsidieerd kreeg. »

Art. 2.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de woorden « op de laatste schooldag van september » telkens vervangen door de woorden « op de eerste schooldag van oktober ».

Art. 3.Aan hetzelfde besluit wordt onder « Hoofdstuk III. - Onderwijzend personeel Afdeling A. - Lestijden volgens de schalen - Onderafdeling 1. - Kleuteronderwijs » een artikel 5bis ingevoegd dat luidt als volgt : «

Art. 5bis.Voor het schooljaar 2000-2001 wordt op de kleuters die op de teldatum tussen twee jaar en zes maanden en drie jaar zijn een coëfficiënt 1,1 toegepast. Het resultaat van deze berekening wordt samengeteld met de andere kleuters. Het resultaat van de berekening wordt afgerond naar de hogere eenheid als het eerste cijfer achter de komma groter is dan vier. »

Art. 4.Artikel 7 van hetzelfde besluit,gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 1998, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 7.§ 1. Voor het schooljaar 2000-2001 kan in toepassing van artikel 141, § 2, van het decreet het lestijdenpakket in de loop van het schooljaar worden herberekend als op één van de instapdata, bepaald in artikel 194 van het decreet, het aantal regelmatig ingeschreven kleuters zodanig gestegen is in vergelijking met de teldag of telperiode, dat het aantal leerlingen recht geeft op ten minste elf lestijden meer dan het aantal dat op het ogenblik van de herberekening wordt aangewend in toepassing van de tabellen 1 of 3 als bijlagen bij dit besluit. § 2. Voor het schooljaar 2000-2001 behoudt bij een herberekening op een instapdatum elke nog ingeschreven kleuter bij wie op de teldag voor de berekening van het lestijdenpakket de coëfficiënt zoals bepaald in artikel 5bis werd toegepast, deze weging. Deze weging wordt ook toegepast op kleuters die op de eerste schooldag van september van het lopende schooljaar of bij de inschrijving in de loop van het schooljaar tussen twee jaar en zes maanden zijn en blijft, zolang het kind ingeschreven is, het volledige lopende schooljaar behouden. § 3. De lestijden verkregen als gevolg van de herberekening worden slechts gefinancierd of gesubsidieerd tot 30 juni van het lopende schooljaar. »

Art. 5.Aan artikel 9 van hetzelfde besluit wordt aan de opsomming een gedachtestreepje toegevoegd dat luidt als volgt : « - het ambt van kinderverzorger voor het schooljaar 2000-2001. »

Art. 6.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 10.De omrekening van de lestijden volgens de schalen naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van kleuteronderwijzer of kinderverzorger gebeurt als volgt : 1° op de lestijden volgens de schalen wordt het aanwendingspercentage toegepast, het resultaat wordt afgerond naar de hogere eenheid als het eerste cijfer achter de komma groter is dan vier;2° van het resultaat worden de eventuele lestijden onderwijsopdracht afgetrokken die de directeur en de adjunct-directeur presteren in het kleuteronderwijs;3° de overige lestijden worden gedeeld : - door 24 tot op de eenheid voor het ambt van kleuteronderwijzer;het quotiënt is gelijk aan het mogelijk aantal volledige betrekkingen; - voor het schooljaar 2000-2001 door 22 tot op de eenheid voor het ambt van kinderverzorger; het quotiënt is gelijk aan het mogelijk aantal volledige betrekkingen. »

Art. 7.In de artikelen 12, § 2 en 15, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden « de laatste schooldag van september » vervangen door de woorden « de eerste schooldag van oktober ».

Art. 8.In artikel 21 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 1998, worden § 1, tweede lid, 1° en 2° en § 2 opgeheven.

Art. 9.Artikel 22 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 1998, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 22.§ 1. Het aantal aanvullende lestijden voor de opvang van anderstalige nieuwkomers wordt voor autonome kleuterscholen met slechts één vestigingsplaats of voor autonome lagere scholen met slechts één vestigingsplaats per school als volgt bepaald : 1° zodra in de loop van het schooljaar ten minste vier anderstalige nieuwkomers ingeschreven zijn, worden twee aanvullende lestijden gefinancierd of gesubsidieerd en bijkomend 1,5 aanvullende lestijden per anderstalige nieuwkomer;2° bij reële stijging van vier anderstalige nieuwkomers worden bijkomend 1,5 lestijden per anderstalige nieuwkomer gefinancierd of gesubsidieerd;3° zodra bij daling minder dan twee anderstalige nieuwkomers zijn ingeschreven, worden de aanvullende lestijden niet langer gefinancierd of gesubsidieerd. § 2. Het aantal aanvullende lestijden voor de opvang van anderstalige nieuwkomers wordt voor alle andere scholen per school als volgt bepaald : 1° zodra in de loop van het schooljaar ten minste zes anderstalige nieuwkomers ingeschreven zijn, worden twee aanvullende lestijden gefinancierd of gesubsidieerd en bijkomend 1,5 aanvullende lestijden per anderstalige nieuwkomer;2° bij reële stijging van vier anderstalige nieuwkomers worden bijkomend 1,5 lestijden per anderstalige nieuwkomer gefinancierd of gesubsidieerd;3° zodra bij daling minder dan twee anderstalige nieuwkomers zijn ingeschreven, worden de aanvullende lestijden niet langer gefinancierd of gesubsidieerd. § 3. De in § 1 en § 2 bedoelde aanvullende lestijden worden uitsluitend aangewend voor de opvang van anderstalige nieuwkomers. »

Art. 10.In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de woorden « op de laatste schooldag van september van het lopende schooljaar » vervangen door de woorden « op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar ».

Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2000 met uitzondering van de artikelen 1, 8 en 9 die uitwerking hebben met ingang 1 september 2001.

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 januari 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, Mevr. M. VANDERPOORTEN

^