Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 11 januari 2019
gepubliceerd op 12 februari 2019

Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten voor de vervanging van oude en vervuilende individuele verwarmingssystemen op vaste brandstoffen in particuliere wooneenheden

bron
vlaamse overheid
numac
2019010599
pub.
12/02/2019
prom.
11/01/2019
ELI
eli/besluit/2019/01/11/2019010599/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 JANUARI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten voor de vervanging van oude en vervuilende individuele verwarmingssystemen op vaste brandstoffen in particuliere wooneenheden


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, artikel 11 tot en met 14;

Gelet op het decreet van 27 juni 2018 houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2018, artikel 39;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 13 november 2018;

Gelet op advies 64.884/1 van de Raad van State, gegeven op 3 januari 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° departement: het Departement Omgeving, vermeld in artikel 29, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/06/2005 pub. 22/09/2005 numac 2005036144 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;2° Europees energielabel: de energie-etikettering die voor toestellen voor lokale ruimteverwarming is vastgesteld conform de eisen, vermeld in de gedelegeerde verordening (EU) 2015/1186 van de Commissie van 24 april 2015 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van toestellen voor lokale ruimteverwarming betreft;3° individueel steenkool- of houtverwarmingssysteem: een individuele installatie met gesloten voorkant die gevoed wordt door steenkool of houtelementen die warmte leveren door straling of convectie om in hoofdzaak de ruimte waarin de installatie zich bevindt, te verwarmen en, optioneel, warm water te leveren;4° individueel verwarmingssysteem: een toestel voor lokale ruimteverwarming met open of gesloten voorkant;5° open haard: een haard waarin houtelementen worden gestookt voor lokale ruimteverwarming, met een open voorkant waardoor het verbrandingsbed en de verbrandingsgassen niet zijn afgesloten van de ruimte waarin de haard zich bevindt;6° beschermde afnemers: huishoudelijke eindafnemer waarbij op het adres van de aansluiting minstens één persoon gedomicilieerd is die behoort tot de lijst van residentiële klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie, vermeld in artikel 4 van de Programmawet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201505 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, in artikel 2 van het ministerieel besluit van 30 maart 2007 tot vaststelling van maximumprijzen voor de levering van aardgas aan de beschermde residentiële afnemers met een laag inkomen of in een kwetsbare positie en artikel 2 van het ministerieel besluit van 30 maart 2007 tot vaststelling van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit aan de beschermde residentiële afnemers met een laag inkomen of in een kwetsbare positie. HOOFDSTUK 2. - Soorten premies en voorwaarden voor de aanvrager van de premie

Art. 2.Een natuurlijke persoon, die een bewoner of verhuurder van een bestaande particuliere wooneenheid is, kan een premie aanvragen voor: 1° de vervanging in die wooneenheid van een geïnstalleerd individueel steenkool- of houtverwarmingssysteem, dat gebruikt wordt als sfeerverwarming, bijverwarming, hoofdverwarming of als enige verwarming om in hoofdzaak de ruimte waarin de installatie zich bevindt, te verwarmen, door een nieuw individueel verwarmingssysteem in dezelfde ruimte;2° de vervanging in die wooneenheid van een open haard, die gebruikt wordt als sfeerverwarming, bijverwarming, hoofdverwarming of als enige verwarming om in hoofdzaak de ruimte waarin de open haard zich bevindt, te verwarmen, door een nieuw individueel verwarmingssysteem dat geïnstalleerd wordt in de ruimte van de open haard. HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden voor de premie

Art. 3.De vervanging van een individueel steenkool- of houtverwarmingssysteem door een nieuw individueel verwarmingssysteem in dezelfde ruimte, vermeld in artikel 2, 1°, komt in aanmerking voor een premie als tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden voldaan wordt: 1° de werkzaamheden voor de buitengebruikstelling en verwijdering van het individuele verwarmingssysteem dat in gebruik is, alsook de installatie van het nieuwe individuele verwarmingssysteem worden uitgevoerd door een installateur;2° het nieuwe individuele verwarmingssysteem wordt niet gevoed door vaste of vloeibare brandstoffen;3° het nieuwe individuele verwarmingssysteem voldoet minstens aan de energie-efficiëntieklasse A, zoals vermeld op het Europese energielabel van het toestel;4° de installateur verklaart op eer dat het verwijderde individuele verwarmingssysteem in de ruimte in kwestie geïnstalleerd, aangesloten en functioneel was, en vervangen is door het nieuwe individuele verwarmingssysteem waarvoor de premie wordt aangevraagd;5° de installateur bezorgt de volgende attesten aan de aanvrager van de premie: a) een attest van vernietiging waarin op erewoord wordt verklaard dat de het verwijderde individuele steenkool- of houtverwarmingssysteem gedemonteerd is en vernietigd wordt;b) een attest waarin wordt bevestigd dat het nieuwe individuele verwarmingssysteem voldoet aan de voorwaarden, vermeld in punt 2° en 3° ; De vervanging van een open haard door een nieuw individueel verwarmingssysteem dat geïnstalleerd wordt in de ruimte van de open haard, vermeld in artikel 2, 2°, komt in aanmerking voor een premie als tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden voldaan wordt: 1° de werkzaamheden voor de installatie van het nieuwe individuele verwarmingssysteem worden uitgevoerd door een installateur;2° het nieuwe individuele verwarmingssysteem wordt niet gevoed door vaste of vloeibare brandstoffen;3° het nieuwe individuele verwarmingssysteem voldoet minstens aan de energie-efficiëntieklasse A, zoals vermeld op het Europese energielabel van het toestel;4° de installateur verklaart op eer dat de open haard, die functioneel was, vervangen is door het nieuwe individuele verwarmingssysteem waarvoor de premie wordt aangevraagd;5° de installateur bezorgt een attest aan de aanvrager van de premie waarin wordt bevestigd dat het nieuwe individuele verwarmingssysteem voldoet aan de voorwaarden, vermeld in punt 2° en 3° ; HOOFDSTUK 4. - Hoogte en berekening van de premie

Art. 4.De premie voor de vervanging van een individueel steenkool- en houtverwarmingssysteem door een nieuw individueel verwarmingssysteem, vermeld in artikel 2, 1°, bedraagt 25% van de factuur voor het nieuwe individuele verwarmingssysteem, inclusief btw, begrensd tot 250 euro.

Er wordt alleen rekening gehouden met het gedeelte van de factuur dat betrekking heeft op de kostprijs en de installatie van het nieuwe individuele verwarmingssysteem.

De premie voor de vervanging van een open haard door een nieuw individueel verwarmingssysteem dat geïnstalleerd wordt in de ruimte van de open haard, vermeld in artikel 2, 2°, bedraagt 25% van de factuur voor het nieuwe verwarmingssysteem, inclusief btw, begrensd tot 250 euro. Er wordt alleen rekening gehouden met het gedeelte van de factuur dat betrekking heeft op de kostprijs en de installatie van het nieuwe verwarmingssysteem.

Het bedrag van de premie in het eerste en het tweede lid wordt verhoogd naar 50% van de factuur voor het nieuwe verwarmingssysteem, inclusief btw, begrensd tot 1.000 euro, voor de groep van: a) beschermde afnemers;b) natuurlijke personen die aan de voorwaarden voldoen om een verwarmingstoelage te ontvangen, die wordt toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn vermeld in titel 10, hoofdstuk 3 van de programmawet van 22 december 2008Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/12/2008 pub. 29/12/2008 numac 2008021120 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten; c) personen waarvan het aan de personenbelasting onderworpen inkomen van het derde jaar dat aan de aanvraagdatum voorafgaat, in voorkomend geval verhoogd met het inkomen van de persoon met wie hij wettelijk of feitelijk samenwoont, niet meer bedraagt dan 25.000 euro. Dit bedrag wordt jaarlijks met ingang van 1 januari 2018 aangepast aan de ontwikkeling van de gezondheidsindex. De basisindex is die van de maand oktober 2006. De nieuwe index is die van de maand oktober van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de index aangepast wordt.

Alle bedragen worden afgerond naar het hogere tiental; d) natuurlijke personen die de desbetreffende wooneenheid verhuren aan een sociaal verhuurkantoor. HOOFDSTUK 5. - Procedure voor de aanvraag en de betaling van de premie

Art. 5.De aanvraag van een premie als vermeld in artikel 2, 1° en 2°, wordt ingediend bij het departement met het modelformulier, vermeld in artikel 6, samen met een kopie van de factuur, vermeld in artikel 4, en de attesten, vermeld in artikel 3.

Het modelformulier, vermeld in artikel 6, wordt bij de aanvraag van de premie volledig ingevuld en ondertekend door de aanvrager.

De aanvraag van de premie wordt ingediend door de bewoner of verhuurder, vermeld in artikel 2, binnen drie maanden na de beëindiging van de werkzaamheden, vermeld in artikel 3, eerste en tweede lid, door afgifte bij het departement, door verzending met de post of via elektronische weg met digitale handtekening.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, bepaalt de vorm en de inhoud van het modelformulier voor de aanvraag van een premie, vermeld in artikel 5.

Het modelformulier kan verkregen worden bij het departement, via de website www.omgevingvlaanderen.be/premie-huishoudelijke-verwarming.

Art. 7.Het departement controleert het ingediende dossier op volledigheid en gegrondheid en deelt de aanvrager van de premie zijn beslissing mee, uiterlijk twee maanden na de dag waarop ze de aanvraag van een premie met alle bijbehorende stukken, vermeld in artikel 5, eerste lid, heeft ontvangen.

De premies worden uitgekeerd binnen de kredieten die daarvoor zijn ingeschreven op de begroting van het Vlaamse Gewest, in volgorde van de datum van afgifte, de datum van poststempel of de digitale datum van de aanvraag, uiterlijk drie maanden na de dag waarop het departement de aanvraag van de premie met alle bijhorende stukken, vermeld in artikel 7, eerste lid, heeft ontvangen, en op voorwaarde dat de beslissing over de gegrondheid van de aanvraag positief is. HOOFDSTUK 6. - Cumulatiebeperking, controle en sancties

Art. 8.De premies, vermeld in artikel 2, 1° en 2°, kunnen onderling niet gecumuleerd worden.

Voor dezelfde wooneenheid kan na een aanvraag die geleid heeft tot de uitbetaling van een premie op basis van dit besluit, geen nieuwe aanvraag op basis van dit besluit ingediend worden.

De premies voor de werkzaamheden en de aanschaf van nieuwe individuele verwarmingssystemen, vermeld in artikel 2, 1° en 2°, kunnen niet gecumuleerd worden met financiële tegemoetkomingen voor dezelfde werkzaamheden en verwarmingssystemen van de Vlaamse overheid of de distributienetbeheerders.

Art. 9.Het departement is belast met de controle op de voorwaarden, vermeld in de artikelen 2 tot en met 9, en vordert onterecht uitbetaalde premies terug.

Het departement is belast met de controle op de conformiteit met de criteria vermeld in artikel 4 derde lid vanwege het OCMW van de gemeente waarin de natuurlijke persoon zijn woonplaats heeft of van een erkende en bevoegde dienst; HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, kan technische vereisten met betrekking tot de bepalingen, vermeld in dit besluit, over de premievoorwaarden en de aanvraag- en toekenningsprocedures nader preciseren.

Art. 11.Dit besluit wordt geëvalueerd binnen de twee jaar na de inwerkingtreding ervan.

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 januari 2019.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE

^