Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 11 juni 2004
gepubliceerd op 08 september 2004

Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten in uitvoering van de verordening nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036379
pub.
08/09/2004
prom.
11/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/11/2004036379/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JUNI 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten in uitvoering van de verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling


De Vlaamse Regering, Gelet op de verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen, inzonderheid op de artikelen 22, 23 en 24, gewijzigd bij de Verordening (EG) nr. 1783/2003 van de Raad van 29 september 2003;

Gelet op de verordening (EG) nr. 2419/2001 van de Commissie van 11 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het bij Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad ingestelde geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen;

Gelet op de verordening (EG) nr. 817/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), inzonderheid op de artikelen 13 tot 21 en 35 tot 39;

Gelet op het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, inzonderheid op artikel 6, § 3;

Gelet op het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, inzonderheid op artikel 38, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2001 en opnieuw genummerd bij decreet van 13 februari 2004;

Gelet op het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, inzonderheid op de artikelen 45 en 46;

Gelet op het decreet van 8 december 2000 houdende diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten in uitvoering van de verordening (EG) nr. 1257/99 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling;

Overwegende dat bij beschikking van de Commissie van 6 oktober 1999, gewijzigd bij de beschikking van 5 augustus 2003, goedkeuring wordt gegeven aan het programmeringsdocument voor plattelandsontwikkeling voor het Vlaamse Gewest (België) met betrekking tot de programmeringsperiode 2000-2006;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 april 2004;

Gelet op het advies van de Interministeriële Conferentie Landbouw van 27 mei 2004;

Gelet op het advies 37.105/3 van de Raad van State, gegeven op 25 mei 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken en de Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten in uitvoering van de verordening (EEG) nr. 1257/99 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 4° wordt vervangen door wat volgt : « 4° de beheerder : de aangifteplichtige overeenkomstig artikel 3 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen die cultuurgronden, aangegeven overeenkomstig artikel 3 van het voormelde decreet van 21 januari 1991, gebruikt in het Vlaams Gewest en voor een of meer van deze cultuurgronden een beheersovereenkomst sluit;» 2° de bepaling onder 19° wordt vervangen door wat volgt : « 19° programmeringsdocument: het Vlaams programma voor plattelandsontwikkeling opgemaakt in uitvoering van de verordening;» 3° een 21° wordt toegevoegd, die luidt als volgt : « 21° de verordening 1782/2003 : Verordening (EG) nr.1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001; » 4° een 22° wordt toegevoegd, die luidt als volgt : « 22° erosiebestrijdingsplan : het gemeentelijk erosiebestrijdingsplan zoals goedgekeurd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2001 houdende de subsidiëring van de kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregelen die door de gemeenten uitgevoerd worden. ».

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt de bepaling onder 1° vervangen door wat volgt : « 1° soortenbescherming;»; 2° in § 1 wordt een 5° toegevoegd, die luidt als volgt : « 5° erosiebestrijding op potentieel en actueel erosiegevoelige gronden.»; 3° in § 2 wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt : « In de beheerspakketten worden beheersmaatregelen opgenomen waardoor een hogere kwaliteit voor natuur en milieu wordt bereikt dan de basiskwaliteit voor natuur en milieu.Met basiskwaliteit voor natuur en milieu wordt die kwaliteit bedoeld die wordt bereikt door het naleven van de gebruikelijke goede landbouwmethoden, door het naleven van de eisen gesteld in artikel 3, 4 en 5 van de verordening 1782/2003, door het naleven van voorschriften vastgesteld in regelgeving betreffende natuur en milieu en door het respecteren van het standstill-beginsel. ».

Art. 3.Aan artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1 wordt de volgende zin toegevoegd : « De afbakening van de beheersgebieden gebeurt op voorstel van het Instituut voor Natuurbehoud.». 2° in § 2, 1° worden de volgende worden geschrapt « agrarische gebieden »;3° aan § 2 wordt een 3° toegevoegd, die luidt als volgt : « de agrarische gebieden, landschappelijk waardevolle agrarische gebieden, de agrarische gebieden met ecologisch belang of waarde, de valleigebieden, de brongebieden, de agrarische gebieden met bijzondere waarde en de gebieden met als nabestemming één van de voornoemde bestemmingen en de met die gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden aangewezen in de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening.».

Art. 4.Aan artikel 5, eerste lid van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd : « De minister kan een procedure vaststellen voor de advisering door de betreffende afdeling. ».

Art. 5.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 3 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De facultatieve verhogingen voor beheersovereenkomsten met als beheersdoelstelling erosiebestrijding kunnen enkel toegekend worden indien de beheersovereenkomst kadert in een erosiebestrijdingsplan.»; 2° § 4 wordt geschrapt.

Art. 6.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de bepalingen onder 2°, 3° en 5° vervangen door wat volgt : « 2° langdurige arbeidsongeschiktheid van de beheerder »; « 3° onteigening van een groot gedeelte van de bedrijfsoppervlakte, voorzover de onteigening op de dag waarop de beheersovereenkomst is gesloten, niet was te voorzien; « 5° het door een ongeluk tenietgaan van de voor veehouderij bestemde gebouwen van de beheerder; ». 2° in § 3 worden de woorden « binnen tien werkdagen nadat het geval, bedoeld in § 1 of § 2 zich heeft voorgedaan » vervangen door de woorden « binnen dertig werkdagen nadat de beheerder of zijn rechtsopvolger daartoe in staat is.».

Art. 7.In artikel 13, § 3 wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « De beheerder betaalt de ontvangen beheersvergoedingen terug, alsook in voorkomende geval de supplementaire vergoedingen en de facultatieve verhogingen. »

Art. 8.In artikel 14 hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Op schriftelijk verzoek van de beheerder kan de maatschappij de bestaande beheersovereenkomst gedurende haar looptijd omzetten in een nieuwe beheersovereenkomst, op voorwaarde dat de omzetting onomstotelijk voordelen voor de natuur of het milieu biedt, de bestaande beheersovereenkomst in belangrijke mate wordt versterkt en de beheersovereenkomst wordt omgezet in een beheersovereenkomst die, behalve deze in uitvoering van artikel 46, 5° en van artikel 51 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, is opgenomen in het programmeringsdocument. Een beheersovereenkomst wordt in belangrijke mate versterkt indien de oppervlakte of lengte van het beheersvoorwerp of het aantal beheersvoorwerpen toeneemt. Een beheersovereenkomst wordt eveneens in belangrijke mate versterkt indien binnen eenzelfde beheersdoelstelling overgegaan wordt naar een ander beheerpakket met strengere maatregelen en voorwaarden. »

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 14bis.§ 1. Wanneer een beheerder gedurende de looptijd van de beheersovereenkomst de oppervlakte van zijn bedrijf vergroot of de oppervlakte waarop de beheersovereenkomst betrekking heeft, wenst te vergroten, kan de beheerder aan de maatschappij vragen om de beheersovereenkomst voor het resterende deel van de looptijd uit te breiden tot de extra oppervlakte.

De uitbreiding kan alleen worden toegestaan wanneer aan al de volgende voorwaarden is voldaan : 1° de uitbreiding levert voor de betrokken beheersdoelstelling onbetwistbaar voordeel op;2° de uitbreiding is rekening houdend met de duur van de resterende looptijd en de omvang van de extra oppervlakte, gerechtvaardigd;3° de uitbreiding doet geen afbreuk aan de doeltreffende controle op de naleving van de beheersovereenkomst. De extra oppervlakte, bedoeld in het tweede lid, 2°, moet aanmerkelijk kleiner zijn dan de oorspronkelijke oppervlakte waarvoor de beheersovereenkomst is gesloten en de extra oppervlakte mag niet meer dan 2 hectare bedragen. § 2. Binnen twee maanden na ontvangst door de maatschappij van het verzoek tot uitbreiding van de oorspronkelijke beheersovereenkomst, stelt de maatschappij de beheerder bij aangetekende brief in kennis van haar beslissing. De maatschappij kan een aangepaste beheersovereenkomst of detailovereenkomst voorleggen. »

Art. 10.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 15.Indien de maatschappij oordeelt dat de beheerder door ernstige nalatigheid onjuiste gegevens heeft meegedeeld, wordt de beheersovereenkomst beëindigd. De beheerder wordt voor het betreffende kalenderjaar uitgesloten van elke steun uitgekeerd op grond van Hoofdstuk VI van Titel II van de verordening.

Indien de maatschappij oordeelt dat de beheerder opzettelijk onjuiste gegevens heeft meegedeeld, wordt de beheersovereenkomst beëindigd. De beheerder wordt voor het betreffende en het daaropvolgende kalenderjaar uitgesloten van elke steun uitgekeerd op grond van Hoofdstuk VI van Titel II van de verordening.

De beheerder betaalt elk bedrag terug dat hij ten onrechte heeft ontvangen ten gevolge van de mededeling van de onjuiste gegevens.

Binnen twee maanden na de vaststelling van de onjuiste gegevens stelt de maatschappij de beheerder bij aangetekende brief in kennis van de beslissing. In voorkomend geval vordert de maatschappij het verschuldigde bedrag terug. »

Art. 11.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 17.Indien de maatschappij oordeelt dat een beheersvergoeding, facultatieve verhoging of supplementaire vergoeding werd uitgekeerd ten gevolge van een fout van de bevoegde instantie en die fout redelijkerwijs niet kon worden ontdekt door de beheerder, dan is er geen terugbetaling vereist.

Oordeelt de maatschappij dat de fout van de bevoegde instantie redelijkerwijs kon worden ontdekt door de beheerder, dan stelt de maatschappij binnen twee maanden na de vaststelling van de fout de beheerder bij aangetekende brief in kennis van het bedrag dat de beheerder moet terugbetalen en vordert het verschuldigde bedrag terug. »

Art. 12.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 19.Wanneer de beheerder een beheersvergoeding en in voorkomend geval een facultatieve verhoging of een supplementaire vergoeding moet terugbetalen, worden deze bedragen verhoogd met de wettelijke interest.

De maatschappij kan het bedrag dat de beheerder moet terugbetalen, verrekenen met de eerstvolgende betalingen.

De wettelijke interest wordt berekend op basis van de periode die is verstreken tussen de kennisgeving aan de beheerder dat hij verplicht is het betrokken bedrag terug te betalen en de feitelijke terugbetaling of de verrekening.

De maatschappij betaalt in voorkomend geval de facultatieve verhoging en de supplementaire vergoeding, verhoogd met de betreffende interesten terug aan de betrokken instanties. »

Art. 13.In artikel 20 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « Onverminderd haar bevoegdheden bepaald door of krachtens een decreet, staat de maatschappij in voor de actieve bevordering, het sluiten, de voortgangsbewaking en de monitoring van de beheersovereenkomsten.De resultaten van de monitoring worden aangewend om, indien nodig, de beheersmaatregelen of de inzet van de beheerspakketten aan te passen waardoor een hogere kwaliteit voor natuur en milieu wordt bereikt dan de basiskwaliteit voor natuur en milieu, bedoeld in artikel 2. De maatschappij zorgt ervoor dat deze opdrachten voldoende overlegd worden met de bevoegde afdelingen. » 2° in het tweede, derde en vierde lid worden de woorden « , de uitvoering, de voortgangsbewaking » geschrapt.

Art. 14.De beheersovereenkomsten in het kader van de beheersdoelstelling weidevogelbeheer die voor de inwerkingtreding van dit besluit werden gesloten op grond van artikel 2, § 1, 1° van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten in uitvoering van de verordening (EG) nr. 1257/99 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling, worden vanaf de inwerkingtreding van dit besluit beschouwd als beheersovereenkomsten gesloten in het kader van de beheersdoelstelling soortenbescherming.

Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor het natuurbehoud en de Vlaamse minister, bevoegd voor de landschappen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER

^