Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 12 december 2003
gepubliceerd op 05 februari 2004

Besluit van de Vlaamse regering tot overschrijving tussen vastleggingsmachtigingen en ordonnanceringskredieten van de begroting van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden voor het begrotingsjaar 2003

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035150
pub.
05/02/2004
prom.
12/12/2003
ELI
eli/besluit/2003/12/12/2004035150/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 DECEMBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot overschrijving tussen vastleggingsmachtigingen en ordonnanceringskredieten van de begroting van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden voor het begrotingsjaar 2003


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 23 februari 1994, gewijzigd op 16 maart 1999, inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden;

Gelet op het decreet van 20 december 2002 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse gemeenschap voor het begrotingsjaar 2003, gewijzigd door het decreet van 4 juli 2002, in het bijzonder artikel 50, § 2;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Begroting, gegeven op 9 december 2003;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) wordt ertoe gemachtigd om in zijn begroting voor het jaar 2003 volgende herverdeling van de vastleggingsmachtigingen en ordonnanceringskredieten door te voeren : 1° de vastleggingsmachtiging ten laste van artikel 01.02 van hoofdstuk 5 voor de ouderenvoorzieningen en voorzieningen in de thuiszorg wordt verhoogd met 5.000.000 euro; 2° de vastleggingsmachtiging ten laste van artikel 01.02 van hoofdstuk 5 voor centra voor geestelijke gezondheidszorg wordt verminderd met 200.000 euro; 3° de vastleggingsmachtiging ten laste van artikel 01.02 van hoofdstuk 5 voor de ziekenhuizen wordt verhoogd met 2.409.000 euro; 4° de vastleggingsmachtiging ten laste van artikel 01.06 van hoofdstuk 5 voor het centrum te Overijse (CICOV) wordt verminderd met 225.000 euro; 5° de vastleggingsmachtiging ten laste van artikel 01.08 van hoofdstuk 5 voor de wijkgezondheidscentra en aanloopadressen voor beschut wonen wordt verhoogd met 885.000 euro; 6° de vastleggingsmachtiging ten laste van artikel 01.09 van hoofdstuk 5 voor de Centra Algemeen Welzijnsbeleid wordt verminderd met 4.150.000 euro; 7° de vastleggingsmachtiging ten laste van artikel 01.10 van hoofdstuk 5 voor de instellingen voor Bijzondere Jeugdbijstand wordt verminderd met 3.719.000 euro; 8° de ordonnanceringskredieten ten laste van artikel 00.01 van hoofdstuk 4 voor de werkingskredieten worden verhoogd met 10.000 euro; 9° de ordonnanceringskredieten ten laste van artikel 01.02 van hoofdstuk 5 voor de ouderenvoorzieningen en voorzieningen in de thuiszorg worden verminderd met 4.000.000 euro; 10° de ordonnanceringskredieten ten laste van artikel 01.02 van hoofdstuk 5 voor de ziekenhuizen worden verhoogd met 15.932.000 euro; 11° de ordonnanceringskredieten ten laste van artikel 01.02 van hoofdstuk 5 voor de centra voor geestelijke gezondheidszorg worden verminderd met 400.000 euro; 12° de ordonnanceringskredieten ten laste van artikel 01.06 van hoofdstuk 5 voor het centrum te Overijse (CICOV) worden verminderd met 148.000 euro; 13° de ordonnanceringskredieten ten laste van artikel 01.08 van hoofdstuk 5 voor wijkgezondheidscentra en aanloopadressen voor beschut wonen worden verminderd met 350.000 Euro; 14° de ordonnanceringskredieten ten laste van artikel 01.09 van hoofdstuk 5 voor centra algemeen Welzijswerk worden verminderd met 5.000.000 euro; 15° de ordonnanceringskredieten ten laste van artikel 01.10 van hoofdstuk 5 voor de instellingen voor Bijzondere Jeugdbijstand worden verminderd met 744.000 euro; 16° de ordonnanceringskredieten ten laste van artikel 01.03 van hoofdstuk 5 voor de alternatieve financiering van rustoorden en serviceflats worden verminderd met 5.300.000 euro.

Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor welzijn en Gezondheid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 december 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, A. BYTTEBIER

^