Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 12 december 2003
gepubliceerd op 09 juni 2004

Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van uitvoeringsbesluiten van het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035807
pub.
09/06/2004
prom.
12/12/2003
ELI
eli/besluit/2003/12/12/2004035807/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 DECEMBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van uitvoeringsbesluiten van het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij de decreten van 22 oktober 1996, 18 mei 1999 en 28 februari 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 januari 1994 betreffende de samenstelling en de werking van de Vlaamse Archeologische Raad;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 april 1994 tot uitvoering van het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 26 april 1995 tot vaststelling van een premie voor werken aan beschermde archeologische goederen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 november 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er dringend uitvoering moet worden gegeven aan het gewijzigde decreet;

Waarbij ten gevolge van de decreetswijziging dringend de bevoegde administratie aangewezen moet worden om de continuïteit in de adviesverlening te verzekeren, gelet op de dwingende termijnen;

Overwegende dat bovendien de rechtszekerheid in het gedrang komt aangezien in de uitvoeringsbesluiten van het decreet nog steeds het instituut is aangewezen en dit instituut overeenkomstig het decreet niet langer bevoegd is;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 12 januari 1994 betreffende de samenstelling en de werking van de Vlaamse Archeologische Raad wordt 2° vervangen door wat volgt : « 2° de administratie : de dienst van de Vlaamse regering, bevoegd voor het onroerend erfgoed; ».

Art. 2.Artikel 2, § 5, van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « § 5. De leden van de Vlaamse Raad en de ambtenaren van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap kunnen geen deel uitmaken van de Raad, met uitzondering van het wetenschappelijk personeel van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed. »

Art. 3.In artikel 3, 4, 5, 6 en 9 van hetzelfde besluit worden de woorden « het Instituut » telkens vervangen door de woorden « de administratie ».

Art. 4.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 april 1994 tot uitvoering van het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium wordt 4° vervangen door wat volgt : « 4° de administratie : de dienst van de Vlaamse regering, bevoegd voor het onroerend erfgoed; ».

Art. 5.In artikel 5, 7, 8, 9, 10, 15, 16, 17 en 19 van hetzelfde besluit worden de woorden « het Instituut » telkens vervangen door de woorden « de administratie ».

Art. 6.In artikel 14, § 1, van hetzelfde besluit wordt 5° vervangen door wat volgt : « 5° toezicht door de administratie, het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed en de Raad, elk wat zijn of haar bevoegdheid betreft, wordt aanvaard; ».

Art. 7.In artikel 7, 8, en 10 van besluit van de Vlaamse regering van 26 april 1995 tot vaststelling van een premie voor werken aan beschermde archeologische goederen worden de woorden « het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium » telkens vervangen door de woorden « de dienst van de Vlaamse regering, bevoegd voor het onroerend erfgoed ».

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor de monumenten en landschappen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 december 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN

^