Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 12 februari 2021
gepubliceerd op 08 maart 2021

Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de gegevens die de sectoren moeten bezorgen met het oog op het verhogen van de markt- en prijstransparantie in de landbouw- en voedselmarkt

bron
vlaamse overheid
numac
2021020411
pub.
08/03/2021
prom.
12/02/2021
ELI
eli/besluit/2021/02/12/2021020411/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 FEBRUARI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de gegevens die de sectoren moeten bezorgen met het oog op het verhogen van de markt- en prijstransparantie in de landbouw- en voedselmarkt


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1°, a) en d), ingevoegd bij het decreet van 26 april 2019, en artikel 4, 2°, a).

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 17 november 2020; - De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies 2020/57 gegeven op 15 december 2020; - De Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij heeft advies 2020-17 gegeven op 18 december 2020; - De Raad van State heeft advies 68.611/3 gegeven op 2 februari 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad; - gedelegeerde verordening (EU) 2017/1183 van de Commissie van 20 april 2017 tot aanvulling van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten; - uitvoeringsverordening (EU) 2019/1746 van de Commissie van 1 oktober 2019 tot wijziging van uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de uitvoering van uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten en tot wijziging en intrekking van diverse verordeningen van de Commissie.

Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° bevoegde entiteit: het Departement Landbouw en Visserij, vermeld in artikel 26, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/06/2005 pub. 22/09/2005 numac 2005036144 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;2° erkende organisatie: een organisatie die over bepaalde markt- of prijsgegevens beschikt en die de minister erkent conform hoofdstuk 2 om gegevens van een of meer producten te bezorgen aan de bevoegde entiteit, conform hoofdstuk 3 van dit besluit;3° marktdeelnemers: alle producenten, handelaars, telers, maalderijen, zwingelaars, producentenorganisaties, slachthuizen, versnijderijen, pakstations en kopers, vermeld in hoofdstuk 3;4° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw en de zeevisserij. HOOFDSTUK 2. - Erkenning van de organisatie die over bepaalde markt- of prijsgegevens beschikt

Art. 3.Een aanvraag tot erkenning als erkende organisatie voor een of meer producten wordt via e-mail bij de bevoegde entiteit ingediend.

Een organisatie mag de aanvraag tot erkenning als erkende organisatie voor verschillende producten opnemen in één e-mail.

De minister beoordeelt de aanvragen en beslist erover. Het voormelde besluit vermeldt ieder product waarvoor de erkenning wordt verleend en het artikel van dit besluit over het product in kwestie.

De minister trekt de erkenning in op verzoek van de erkende organisatie.

De minister kan de erkenning intrekken als de erkende organisatie niet langer voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, of als de organisatie nalaat de informatieverplichtingen, vermeld in hoofdstuk 3 van dit besluit, uit te voeren.

De erkenningen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4.Een organisatie kan een erkenning krijgen als ze voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° de organisatie is op die wijze georganiseerd dat ze kan voldoen aan een of meer verplichtingen, vermeld in dit besluit.Dat kan aangetoond worden door de aanwezigheid van een afzonderlijk secretariaat; 2° de organisatie is voldoende representatief.Dat is het geval als de gegevens die ze verzamelt minstens 40 % van de geproduceerde of verhandelde hoeveelheid van het product vertegenwoordigen in kwestie.

Ze voegt daarvan het bewijs toe en voegt ook de bronnen en de methodiek van de gegevensverzameling en de gegevensverwerking toe. HOOFDSTUK 3. - Informatieverplichtingen

Art. 5.De erkende organisaties verwerken de gegevens die ze ontvangen van de marktdeelnemers in het kader van dit besluit, en delen de volgende elementen mee aan de bevoegde entiteit: 1° het bewijs van de representativiteit van de gegevens die ze bezorgen;2° de bronnen en de methodieken van de gegevensverzameling en gegevensverwerking;3° de gegevens die ze conform dit besluit moeten meedelen. De verplichtingen voor de erkende organisaties, vermeld in dit besluit, zijn alleen van toepassing op de gegevens waarover ze beschikken.

Art. 6.De minister bepaalt op welke wijze de erkende organisaties en de marktdeelnemers de gegevens aan de bevoegde entiteit bezorgen.

Art. 7.Iedere erkende organisatie die erkend is voor een of meer van de volgende producten bezorgt elke week aan de bevoegde entiteit, uiterlijk op dinsdag om 24 uur, de verkoopprijs van de voorgaande week, uitgedrukt in euro per ton, van de volgende producten: 1° broodtarwe;2° voedertarwe;3° voedergerst;4° triticale;5° voedermaïs;6° haver. Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de graanhandelaars de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van het jaarlijkse aantal ton verhandeld graan bepalen welke graanhandelaars de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die graanhandelaars samen minstens 40 % van de hoeveelheid verhandeld graan vertegenwoordigen.

Art. 8.Iedere erkende organisatie die erkend is voor tarwemeel, bezorgt elke maand, uiterlijk op de 24ste van de maand om 24 uur, de verkoopprijs van tarwemeel van de voorgaande maand, uitgedrukt in euro per ton, aan de bevoegde entiteit.

Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de maalderijen de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van het jaarlijkse aantal ton verkocht tarwemeel bepalen welke maalderijen de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die maalderijen samen minstens 40 % van de hoeveelheid verkocht tarwemeel vertegenwoordigen.

Art. 9.Iedere erkende organisatie die erkend is voor suiker, bezorgt elke maand, uiterlijk op de 24ste van de maand om 24 uur, al de volgende gegevens aan de bevoegde entiteit: 1° de verkoopprijs van suiker van de voorgaande maand, uitgedrukt in euro per ton, en de totale overeenkomstige hoeveelheden en de gewogen standaardafwijkingen.De verkoopprijs wordt vastgesteld conform de methodiek die de Europese Commissie bekendmaakt; 2° de verkoopprijs van suiker op facturen in verband met kortlopende contracten van de voorgaande maand, uitgedrukt in euro per ton, en de totale overeenkomstige hoeveelheden en de gewogen standaardafwijkingen.De verkoopprijs wordt vastgesteld conform de methodiek die de Europese Commissie bekendmaakt; 3° de hoeveelheid suiker die aan het einde van elke maand voor de voorgaande maand is opgeslagen. Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de suikerproducenten de gegevens, vermeld in het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van de jaarlijkse hoeveelheid ton verkochte suiker bepalen welke suikerproducenten de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die suikerproducenten samen minstens 40 % van de hoeveelheid verkochte suiker vertegenwoordigen.

Art. 10.Iedere erkende organisatie die erkend is voor suikerbieten, bezorgt aan de bevoegde entiteit al de volgende gegevens: 1° elk jaar, uiterlijk op 25 juni om 24 uur, de verkoopprijs van suikerbieten, uitgedrukt in euro per ton, en de overeenkomstige hoeveelheden, uitgedrukt in ton;2° elk jaar, uiterlijk op 25 mei om 24 uur, het suikerbietenareaal voor het lopende seizoen en een raming voor het daaropvolgende verkoopseizoen, telkens uitgesplitst naar areaal dat bestemd is voor de productie van suiker, en areaal dat bestemd is voor de productie van bio-ethanol. Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de suikerproducenten de gegevens, vermeld in het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van het jaarlijkse aantal ton verkochte suikerbieten bepalen welke bietentelers de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen op voorwaarde dat die bietentelers samen minstens 40 % van de hoeveelheid verkochte suikerbieten vertegenwoordigen.

Art. 11.Iedere erkende organisatie die erkend is voor een of meer van de volgende producten, bezorgt elk jaar, uiterlijk op 25 november, aan de bevoegde entiteit al de volgende gegevens: 1° de productie van melasse van het voorgaande verkoopseizoen en van het lopende verkoopseizoen;2° de productie van suiker van het voorgaande verkoopseizoen en van het lopende verkoopseizoen, en een raming van het lopende verkoopseizoen. Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de suikerproducenten de gegevens, vermeld in het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van het jaarlijkse aantal ton geproduceerde suiker bepalen welke suikerproducenten de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die suikerproducenten samen minstens 40 % van de hoeveelheid geproduceerde suiker vertegenwoordigen.

Art. 12.Iedere erkende organisatie die erkend is voor isoglucose, bezorgt aan de bevoegde entiteit al de volgende gegevens: 1° elk jaar, uiterlijk op 25 november, de hoeveelheid eigen productie van isoglucose die elke producent in de voorgaande verkoopseizoen heeft geleverd, en de opgeslagen hoeveelheid isoglucose aan het einde van het voorgaande verkoopseizoen;2° uiterlijk op de 24ste van de maand om 24 uur, de hoeveelheid eigen productie van isoglucose die elke producent in de voorgaande maand heeft geleverd. Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de producenten van isoglucose de gegevens, vermeld in het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van het jaarlijkse aantal ton geproduceerde isoglucose bepalen welke producenten de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die producenten samen minstens 40 % van de hoeveelheid geproduceerde isoglucose vertegenwoordigen.

Art. 13.Iedere erkende organisatie die erkend is voor suiker, bezorgt aan het einde van elk verkoopseizoen de inhoud van de sectorale overeenkomsten die tussen telers en ondernemingen gesloten zijn in datzelfde verkoopseizoen en de inhoud van de collectieve clausules over de waardeverdeling aan de bevoegde entiteit. De relevante mee te delen gegevens worden vastgesteld conform de methodiek die de Europese Commissie bekendmaakt.

Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de suikerproducenten en de bietentelers de gegevens, vermeld in het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van het jaarlijkse aantal ton verkochte suiker bepalen welke suikerproducenten de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die suikerproducenten samen minstens 40 % van de hoeveelheid verkochte suiker vertegenwoordigen.

Art. 14.Iedere erkende organisatie die erkend is voor een of meer van de volgende producten, bezorgt elke week aan de bevoegde entiteit, uiterlijk op dinsdag om 24 uur, de verkoopprijs voor de volgende producten van de voorgaande week, uitgedrukt in euro per ton: 1° koolzaadmeel;2° koolzaadolie. Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de producenten van oliehoudende zaden de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van het jaarlijkse aantal ton verkochte koolzaadolie of koolzaadmeel bepalen welke producenten van oliehoudende zaden de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die producenten samen minstens 40 % van de hoeveelheid verkochte koolzaadolie of koolzaadmeel vertegenwoordigen.

Art. 15.Iedere erkende organisatie die erkend is voor vlas, bezorgt elke maand, uiterlijk op de 24ste van de maand om 24 uur, de verkoopprijs van lange vlasvezel van de voorgaande maand, uitgedrukt in euro per ton, aan de bevoegde entiteit.

Iedere erkende organisatie die erkend is voor vlas, bezorgt elk jaar, uiterlijk op 30 juli om 24 uur, het vezelvlasareaal van het voorgaande verkoopseizoen en een raming voor het lopende verkoopseizoen, uitgedrukt in hectare.

Iedere erkende organisatie die erkend is voor vlas, bezorgt elk jaar, uiterlijk op 30 oktober om 24 uur, de productie van lange vlasvezel en een raming voor het lopende verkoopseizoen, uitgedrukt in ton.

Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste, tweede en derde lid: 1° bezorgen de zwingelaars de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerst lid;2° bezorgen de zwingelaars de gegevens, vermeld in het tweede en derde lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het tweede en het derde lid. In afwijking van het vierde lid kan de minister op basis van de hoeveelheid jaarlijks gezwingeld vlas, uitgedrukt in ton, bepalen welke zwingelaars de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, en de gegevens, vermeld in het tweede en derde lid, respectievelijk conform het eerste tot en met het derde lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die zwingelaars samen minstens 40 % van de hoeveelheid jaarlijks gezwingeld vlas, uitgedrukt in ton, vertegenwoordigen.

Art. 16.Iedere erkende organisatie die erkend is voor een of meer van de volgende producten, bezorgt elke week, uiterlijk op dinsdag om 24 uur, de volgende gegevens van de voorgaande week aan de bevoegde entiteit: 1° de verkoopsprijzen van de tomaten en appelen die voor de verse markt bestemd zijn, uitgedrukt in euro per 100 kg product nettogewicht.De prijzen worden berekend bij het verlaten van het verpakkingsstation op basis van gesorteerde, verpakte en eventueel op pallets aangeboden producten; 2° de prijzen van tomaten en appelen, uitgedrukt in euro per 100 kg product. De prijzen, vermeld in het eerste lid, worden berekend bij het verlaten van de producent op basis van het geoogste product.

Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de producentenorganisaties de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van het jaarlijks aantal ton verkochte appelen of tomaten bepalen welke producentenorganisaties in de groenten- en fruitsector de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die producentenorganisaties samen minstens 40 % van het jaarlijks aan ton verkochte appelen of tomaten vertegenwoordigen.

Art. 17.Iedere erkende organisatie die erkend is voor bananen, bezorgt elke week uiterlijk op dinsdag om 24 uur, de verkoopsprijzen van de voorgaande week van gele bananen op het niveau van de groothandel, uitgedrukt in euro per 100 kg product, en gemeld per groep van landen van oorsprong, aan de bevoegde entiteit.

Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de groothandelaars de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van het jaarlijks aantal ton verkochte bananen bepalen welke groothandelaars de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die groothandelaars samen minstens 40 % van het jaarlijks aantal ton verkochte bananen vertegenwoordigen.

Art. 18.Iedere erkende organisatie die erkend is voor varkenskarkassen, bezorgt elke week, uiterlijk op dinsdag om 24 uur, de volgende gegevens van de voorgaande week aan de bevoegde entiteit: 1° de verkoopprijs van de varkenskarkassen ingedeeld in klasse S en klasse E van de voorgaande week, uitgedrukt in euro per 100 kg koud karkasgewicht;2° het aantal varkenskarkassen ingedeeld in klasse S en klasse E van de voorgaande week;3° het gewicht van de varkenskarkassen, vermeld in punt 2°. In het eerste lid wordt verstaan onder: 1° verkoopprijs van de varkenskarkassen: verkoopprijs franco slachthuis die de waarde van het karkas uitdrukt, exclusief btw, overeenkomstig de documenten die aan de leverancier zijn afgegeven door het slachthuis of aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het dier in het slachthuis heeft laten slachten;2° klasse S: klasse S zoals vermeld in bijlage IV, B van Verordening (EU) nr.1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad; 3° klasse E: klasse E zoals vermeld in bijlage IV, B van Verordening (EU) nr.1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad.

Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de varkensslachthuizen de gegevens, vermeld het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het derde lid kan de minister op basis van het jaarlijkse aantal varkensslachtingen bepalen welke varkensslachthuizen de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die slachthuizen samen minstens 40 % van het jaarlijks aantal varkensslachtingen vertegenwoordigen.

Art. 19.Iedere erkende organisatie die erkend is voor varkenskarkassen bezorgt elke week, uiterlijk op dinsdag om 24 uur, de prijzen van de volgende delen van de varkenskarkassen van de voorgaande week, uitgedrukt in euro per 100 kg, en de aantallen ervan aan de bevoegde entiteit: 1° karbonadestreng;2° buikspek;3° varkensschouder;4° gehakt;5° ham. In het eerste lid wordt verstaan onder: 1° karbonadestreng: het bovenste deel van het halve dier, met been, van de eerste halswervel tot en met de staartwervels, al dan niet met inbegrip van het haasje, het schouderblad, het zwoerd of het spek.De karbonadestreng wordt juist onder de wervelkolom gescheiden van het onderste deel van het halve dier; 2° buikspek: het onderste deel van het halve dier tussen ham en schouder, met of zonder been, maar met het zwoerd en het spek;3° varkensschouder: het onderste deel van het voorstuk, met been, al dan niet met het schouderblad en het daarbij behorende spierweefsel, al dan niet met inbegrip van de poot, de schenkel, het zwoerd of het spek;4° ham: het achterste deel van de karkashelft zijnde het staartstuk, inclusief de botten, met of zonder de poot, de schenkel, de zwoerd of spek.De ham wordt van het halve dier zodanig gescheiden dat hij ten hoogste de laatste lendenwervel omvat.

Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de versnijderijen de gegevens, vermeld in het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het derde lid kan de minister op basis van het jaarlijkse aantal ton verkochte delen van karkassen, vermeld in het eerste lid, bepalen welke versnijderijen de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die versnijderijen samen minstens 40 % van het jaarlijks aantal ton verkochte delen van karkassen vertegenwoordigen.

Art. 20.Iedere erkende organisatie die erkend is voor levende biggen, bezorgt elke week, uiterlijk op dinsdag om 24 uur, de verkoopsprijzen van levende biggen met een gewicht van ongeveer 25 kg van de voorgaande week, aan de bevoegde entiteit.

Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de biggenproducenten de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van het jaarlijks aantal verhandelde levende biggen bepalen welke biggenproducenten de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, conform het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die producenten samen minstens 40 % van het jaarlijks aantal verhandelde levende biggen vertegenwoordigen.

Art. 21.Iedere erkende organisatie die erkend is voor runderkarkassen, bezorgt elke week, uiterlijk op dinsdag om 24 uur, de volgende gegevens van de voorgaande week aan de bevoegde entiteit: 1° de verkoopprijs van de karkassen van runderen van de voorgaande week, uitgedrukt in euro per 100 kg;2° het aantal ingedeelde karkassen van runderen van de voorgaande week;3° het gewicht van karkassen van runderen, vermeld in punt 2°. Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de runderslachthuizen en elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die runderslachtingen laat uitvoeren, de gegevens, vermeld in het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit, conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van de jaarlijkse hoeveelheid slachtingen van runderen bepalen welke runderslachthuizen en welke natuurlijke personen en rechtspersonen de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die slachthuizen en personen samen minstens 40 % het jaarlijks aantal runderslachtingen vertegenwoordigen.

In het eerste en derde lid wordt verstaan onder runderen: runderen met een minimumleeftijd van acht maanden.

Art. 22.Iedere erkende organisatie die erkend is voor geslachte vleeskalveren, bezorgt elke week, uiterlijk op dinsdag om 24 uur, de gemiddelde verkoopprijs van geslachte vleeskalveren van de voorgaande week, uitgedrukt in euro per 100 kg, aan de bevoegde entiteit.

Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de runderslachthuizen en elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die runderslachtingen laat uitvoeren, de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van de jaarlijkse hoeveelheid kalverslachtingen bepalen welke slachthuizen en welke natuurlijke personen en rechtspersonen de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die slachthuizen en personen samen minstens 40 % het jaarlijks aantal kalverslachtingen vertegenwoordigen.

Art. 23.Iedere erkende organisatie die erkend is voor karkassen van biorunderen, bezorgt elke maand, uiterlijk op de 24ste van de maand om 24 uur, het aantal ingedeelde biologische runderkarkassen met vermelding van het gewicht, per categorie, uitgesplitst naar bevleesdheids- en vetbedekkingsklassen, van de voorgaande maand aan de bevoegde entiteit.

Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de runderslachthuizen, die biorunderen slachten, de gegevens, vermeld in het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van het jaarlijks aantal slachtingen van biorunderen bepalen welke runderslachthuizen de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die slachthuizen samen minstens 40 % van het jaarlijks aantal slachtingen van biorunderen vertegenwoordigen.

Art. 24.Iedere erkende organisatie die erkend is voor een of meer van de volgende producten, bezorgt elke week, uiterlijk op dinsdag om 24 uur, de verkoopprijs van de voorgaande week van de volgende soorten, uitgedrukt in euro per 100 kg, aan de bevoegde entiteit: 1° koeien: dikbil, gelijkgestelde, goedgevormde, 55 %, 50 % en verwerking;2° vaarzen: dikbil, gelijkgestelde, goedgevormde, gewone;3° stieren: dikbil, gelijkgestelde, goedgevormde, 60 % en 55 %. Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de handelaars de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van het jaarlijks aantal verkochte koeien, vaarzen of stieren bepalen welke handelaars de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die handelaars samen minstens 40 % van het jaarlijks aantal verkochte koeien, vaarzen of stieren vertegenwoordigen.

Art. 25.Iedere erkende organisatie die erkend is voor runderkarkassen, bezorgt elke week, uiterlijk op dinsdag om 24 uur, de verkoopsprijzen van de voorgaande week, uitgedrukt in euro per 100 kg, en de aantallen van de volgende delen van runderkarkassen aan de bevoegde entiteit: 1° achtervoet;2° voorvoet;3° gehakt. In het eerste lid wordt verstaan onder: 1° achtervoet: het achterste deel van het halve geslachte dier dat alle beenderen, en ook de stompen, de dikke en de dunne lendenen en de haas omvat, met ten minste drie ribben of delen van ribben, met of zonder schenkel en met of zonder vang;2° voorvoet: het voorste deel van het halve geslachte dier dat alle beenderen en ook de hals en de schouder omvat, met ten minste vier en ten hoogste tien ribben, waarbij de eerste vier ribben hele ribben moeten zijn, terwijl de overige uit delen van ribben mogen bestaan, met of zonder vang. Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de versnijderijen de gegevens, vermeld in het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het derde lid kan de minister op basis van het jaarlijks aantal verkochte delen van de runderkarkassen, vermeld in het eerste lid, uitgedrukt in ton, bepalen welke versnijderijen de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen op voorwaarde dat die versnijderijen samen minstens 40 % van het jaarlijks aantal verkochte delen van de runderkarkassen vertegenwoordigen.

Art. 26.Iedere erkende organisatie die erkend is voor schapenkarkassen, bezorgt elke week, uiterlijk op dinsdag om 24 uur, de volgende gegevens van de voorgaande week, uitgesplitst naar rammen, ooien en paaslammeren, aan de bevoegde entiteit,: 1° de verkoopprijs van de schapenkarkassen van de voorgaande week, uitgedrukt in euro per 100 kg;2° het aantal verhandelde schapenkarkassen van de voorgaande week;3° het gemiddelde gewicht van de verhandelde schapenkarkassen, vermeld in punt 2°. In het eerste lid wordt verstaan onder schapenkarkassen: hele verse of gekoelde karkassen van schapen van minder dan twaalf maanden oud met een karkasgewicht van minstens 13 kg.

Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de schapenslachthuizen de gegevens, vermeld in het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het derde lid kan de minister op basis van het jaarlijks aantal schapenslachtingen bepalen welke schapenslachthuizen de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die slachthuizen samen minstens 40 % van het jaarlijks aantal schapenslachtingen vertegenwoordigen.

Art. 27.Iedere erkende organisatie die erkend is voor geslachte niet-biologische braadkuikens, bezorgt elke week, uiterlijk op dinsdag om 24 uur, het aantal geslachte braadkuikens, de gemiddelde verkoopprijs van de groothandel en de verhandelde aantallen van hele braadkuikens van klasse A, dijen en borstfilets, uitgedrukt in euro per 100 kg, van de voorgaande week, aan de bevoegde entiteit.

In het eerste lid wordt verstaan onder: 1° hele braadkuikens van klasse A: 65 %-kip zoals omschreven in GN 0207 11 90 van klasse A, vers, opgebonden en in bulk verkocht;2° dijen: dijbeen, scheenbeen en kuitbeen met de daaraan gehechte spiermassa waarbij de twee sneden worden gemaakt in de gewrichten, vers en in bulk verkocht;3° borstfilets: halve borstfilet zonder borstbeen en zonder ribben, vers en in bulk verkocht. Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de pluimveeslachthuizen de gegevens, vermeld in het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het derde lid kan de minister op basis van het jaarlijks aantal slachtingen van braadkuikens bepalen welke pluimveeslachthuizen de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die slachthuizen samen minstens 40 % van het jaarlijks aantal slachtingen van braadkuikens vertegenwoordigen.

Art. 28.Iedere erkende organisatie die erkend is voor geslachte biologische braadkuikens, bezorgt elke maand, uiterlijk op de 20ste om 24 uur, het aantal geslachte en verhandelde biologische braadkuikens, en de verkoopprijs van biologische hele braadkuikens van klasse A van de voorgaande maand, uitgedrukt in euro per 100 kg, aan de bevoegde entiteit.

In het eerste lid wordt verstaan onder biologische hele braadkuikens van klasse A: biologisch gekweekte 65 %-kip zoals omschreven in GN 0207 11 90, klasse A, vers, opgebonden en in bulk verkocht.

Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de biologisch gecertificeerde pluimveeslachthuizen de gegevens, vermeld in het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het derde lid kan de minister op basis van het jaarlijks aantal slachtingen van braadkuikens bepalen welke biologisch gecertificeerde pluimveeslachthuizen de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die slachthuizen samen minstens 40 % van het jaarlijks aantal slachtingen van braadkuikens van biologisch gecertificeerde pluimveeslachthuizen vertegenwoordigen.

Art. 29.Iedere erkende organisatie die erkend is voor eieren, bezorgt elke week aan de bevoegde entiteit, uiterlijk op dinsdag om 24 uur, de volgende gegevens aan de bevoegde entiteit: 1° het aantal verhandelde eieren en het verhandelde gewicht ervan, uitgesplitst naar houderijmethode voor de categorieën L en M;2° de verkoopprijzen van de groothandel voor eieren van klasse A voor de categorieën L en M van de voorgaande week, uitgesplitst naar houderijmethode, uitgedrukt in euro per 100 kg. Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de pakstations de gegevens, vermeld in het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van het jaarlijks aantal verhandelde eieren, uitgesplitst per houderijmethode of op basis van de sorteercapaciteit, bepalen welke pakstations de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die pakstations samen minstens 40 % van het aantal verhandelde eieren vertegenwoordigen.

In het tweede en het derde lid wordt verstaan onder pakstation: een pakstation als vermeld in bijlage I van verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong, waaraan een vergunning is verleend en waar eieren naar kwaliteit en gewicht worden gesorteerd conform artikel 5, lid 2, van verordening (EG) nr. 589/2008 van de Commissie van 23 juni 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor eieren.

Art. 30.Iedere erkende organisatie die erkend is voor een of meer van de volgende producten, bezorgt elke week, uiterlijk op dinsdag om 24 uur, aan de bevoegde entiteit de prijzen van de volgende producten van de voorgaande week, uitgedrukt in euro per 100 kg: 1° mageremelkpoeder;2° mageremelkpoeder bestemd voor voeder;3° mageremelkpoeder met toegevoegde vetten;4° vollemelkpoeder;5° boter;6° room;7° mozzarella. Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de producenten van de producten, vermeld in het eerste lid, de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van de jaarlijkse productie mageremelkpoeder, mageremelkpoeder bestemd voor voeder, mageremelkpoeder met toegevoegde vetten, vollemelkpoeder, boter, room en mozzarella bepalen welke producenten de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die producenten samen minstens 40 % van de jaarlijkse productie van de voormelde producten vertegenwoordigen.

Art. 31.In dit artikel wordt verstaan onder consumptiemelk: de conventionele halfvolle UHT-melk.

Iedere erkende organisatie die erkend is voor consumptiemelk bezorgt elke week, uiterlijk op dinsdag om 24 uur, de verkoopprijs van consumptiemelk van de voorgaande week, uitgedrukt in euro per 100 kg, aan de bevoegde entiteit.

Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het tweede lid, bezorgen de producenten van consumptiemelk de gegevens, vermeld in het tweede lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, conform het tweede lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit.

In afwijking van het derde lid kan de minister op basis van de jaarlijkse hoeveelheid geproduceerde halfvolle melk bepalen welke producenten de gegevens, vermeld in het tweede lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, conform het tweede lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die producenten samen minstens 40 % van de jaarlijkse hoeveelheid geproduceerde consumptiemelk vertegenwoordigen.

Art. 32.Iedere erkende organisatie die erkend is voor een of meer van de volgende producten, bezorgt elke maand, uiterlijk op de 24ste van de maand om 24 uur, aan de bevoegde entiteit de volgende gegevens: 1° de verkoopprijs die betaald is voor rauwe melk van de voorgaande maand, uitgedrukt in euro per 100 kg op basis van het reële vet- en eiwitgehalte;2° de verkoopprijs die betaald is voor biologische rauwe melk van de voorgaande maand, uitgedrukt in euro per 100 kg op basis van het reële vet- en eiwitgehalte. Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen de producenten de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van de jaarlijkse hoeveelheid opgehaalde rauwe melk of opgehaalde biologische rauwe melk bepalen welke producenten de gegevens, vermeld in het eerste lid, en de daarbij horende verkochte hoeveelheid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die producenten samen minstens 40 % van de jaarlijkse hoeveelheid opgehaalde rauwe melk of opgehaalde biologische rauwe melk vertegenwoordigen.

Art. 33.Iedere erkende organisatie die erkend is voor een of meer van de volgende producten, bezorgt elke maand, uiterlijk op de 20ste van de maand om 24 uur, aan de bevoegde entiteit de volgende gegevens: 1° de totale hoeveelheid rauwe koemelk die aan de eerste kopers is geleverd, en het vetgehalte en het eiwitgehalte ervan;2° de totale hoeveelheid biologische rauwe koemelk die aan de eerste kopers is geleverd, en het vetgehalte en het eiwitgehalte ervan. Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen alle kopers, vermeld in artikel 1, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 houdende de organisatie van de vaststelling van en de controle op de samenstelling van rauwe koemelk, de gegevens, vermeld in het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van de jaarlijkse hoeveelheid aan de eerste kopers geleverde rauwe melk of biologische rauwe melk bepalen welke kopers de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die kopers samen minstens 40 % van de jaarlijkse hoeveelheid aan de eerste kopers geleverde rauwe melk of biologische rauwe melk vertegenwoordigen.

Art. 34.Iedere erkende organisatie die erkend is voor magere melkpoeder met toegevoegde vetten, bezorgt elke maand, uiterlijk op de 24ste van de maand om 24 uur, de totale hoeveelheid magere melkpoeder met toegevoegde vetten die geproduceerd is in de voorgaande maand aan de bevoegde entiteit.

Als er geen erkende organisatie is als vermeld in het eerste lid, bezorgen alle producenten van magere melkpoeder met toegevoegde vetten de gegevens, vermeld in het eerste lid, rechtstreeks aan de bevoegde entiteit conform het eerste lid.

In afwijking van het tweede lid kan de minister op basis van het aantal ton jaarlijks geproduceerde magere melkpoeder met toegevoegde vetten bepalen welke producenten de gegevens, vermeld in het eerste lid, conform het eerste lid rechtstreeks aan de bevoegde entiteit bezorgen, op voorwaarde dat die producenten samen minstens 40 % van de jaarlijkse hoeveelheid geproduceerde magere melkpoeder met toegevoegde vetten vertegenwoordigen. HOOFDSTUK 4. - Publicatie gegevens en bescherming

Art. 35.De gegevens die de erkende organisaties en de markdeelnemers aan de bevoegde entiteit bezorgen, worden door de bevoegde entiteit meegedeeld aan de Europese Commissie via een IT-systeem dat de Europese Commissie ter beschikking stelt voor de gegevensoverdracht.

Art. 36.De bevoegde entiteit heeft het recht om de gegevens, vermeld in hoofdstuk 3, bekend te maken. Gegevens worden niet bekendgemaakt op een wijze waardoor de gegevens kunnen worden herleid tot een individuele marktdeelnemer.

Art. 37.De bevoegde entiteit zorgt voor de bescherming en vertrouwelijkheid van de informatie die de erkende organisaties en de marktdeelnemers aan de bevoegde entiteit bezorgen.

Art. 38.De erkende organisaties zorgen voor de bescherming en vertrouwelijkheid van de gegevens die ze ontvangen van de marktdeelnemers, en die ze verwerken en meedelen aan de bevoegde entiteit.

De erkende organisaties maken geen gegevens van de marktdeelnemers bekend. De gegevens die ze ontvangen, worden alleen gebruikt en bewaard in het kader van dit besluit. HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling

Art. 39.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 februari 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS

^