Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 12 januari 2001
gepubliceerd op 09 februari 2001

Besluit van de Vlaamse regering houdende de organisatie en de werking van de subregionale overlegorganen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035141
pub.
09/02/2001
prom.
12/01/2001
ELI
eli/besluit/2001/01/12/2001035141/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 JANUARI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de organisatie en de werking van de subregionale overlegorganen


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 juni 2000;

Gelet op de beraadslaging op 17 juli 2000 van de Vlaamse regering betreffende de aanvraag van 27 juli 2000 om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies 30.528/3 van de Raad van State, gegeven op 31 oktober 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid,1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Steden of gemeenten, die krachtens artikel 28, tweede lid, van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en beheer van de zeehavens, samen met het havenbestuur in kwestie wensen dat een subregionaal overlegorgaan wordt opgericht, melden dit verzoek per aangetekende brief aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken. § 2. Steden of gemeenten, die krachtens artikel 28, tweede lid, van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en beheer van de zeehavens, deel willen uitmaken van een bestaand subregionaal overlegorgaan, melden dit per aangetekende brief aan het subregionaal overlegorgaan in kwestie en aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken.

Art. 2.§ 1. Het subregionaal overlegorgaan bestaat uit het Vlaamse Gewest, het havenbedrijf in kwestie en de deelnemende Vlaamse steden of gemeenten die het havengebied in kwestie op hun grondgebied hebben of waarvan het grondgebied eraan grenst. § 2 De Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, wordt gemachtigd de voorzitter en de effectieve leden van het subregionale overlegorgaan te benoemen. Hij krijgt tevens de bevoegdheid over te gaan tot de wijziging van de samenstelling van het subregionaal overlegorgaan. § 3. Het Vlaamse Gewest wordt vertegenwoordigd door in totaal ten hoogste zes afgevaardigden die de Vlaamse regering moet aanwijzen.

Ze vertegenwoordigen de : 1° de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken;2° de Vlaamse minister, bevoegd voor het vervoer;3° de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu;4° de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening;5° de Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw;6° de Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid;7° de Vlaamse minister, bevoegd voor de werkgelegenheid. Het havenbedrijf wordt vertegenwoordigd door twee effectieve leden.

De steden en gemeenten worden elk vertegenwoordigd door één effectief lid van de gemeenteraad of door een lid van het college van burgemeester en schepenen. § 4. Het subregionaal overlegorgaan wordt voorgezeten door één van de effectieve leden, vermeld in § 3, aangewezen door de Vlaamse regering.

Als voorzitter leidt en coördineert hij de werkzaamheden. De voorzitter is niet stemgerechtigd. § 5. De voorzitter en de effectieve leden worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het mandaat is verlengbaar. § 6. De kandidaten vertegenwoordigers van het havenbedrijf en van de steden en gemeenten worden voorgedragen op dubbele kandidatenlijsten. § 7. De Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, benoemt een plaatsvervanger voor ieder effectief lid, op voordracht van de in § 1 bedoelde organisaties, havenbedrijven en instellingen. § 5 en § 6 zijn op hen van toepassing. § 8. De plaatsvervangende leden voltooien het mandaat van het effectieve lid dat ze vervangen.

Art. 3.§ 1. Overeenkomstig artikel 28, eerste en derde lid, van hetzelfde decreet van 2 maart 1999, verstrekt het subregionaal overlegorgaan, op verzoek van de Vlaamse regering of op eigen initiatief, schriftelijke adviezen aan de Vlaamse regering betreffende de havenactiviteiten en de beleidsontwikkelingen in dit verband die een impact hebben op : 1° de ruimtelijke ordening;2° het leefmilieu;3° de mobiliteit;4° de leefbaarheid van de woonkernen. Behoudens bij unanimiteit vermelden de adviezen de standpunten van de verschillende leden. § 2. De verzoeken om advies van de Vlaamse regering worden aan het subregionaal overlegorgaan toegezonden per aangetekende brief. Binnen 30 kalenderdagen na ontvangst van deze brief wordt het advies verstrekt. Op gemotiveerd verzoek van het subregionaal overlegorgaan kan die termijn met 15 kalenderdagen verlengd worden. Bij dringende noodzakelijkheid kan de Vlaamse regering de termijn waarin advies moet worden gegeven inkorten.

Wanneer een advies van het subregionaal overlegorgaan dient ter ondersteuning van een beslissing van de Vlaamse regering, motiveert deze laatste haar beslissing als die afwijkt van het met unanimiteit verstrekte advies. § 3. Het subregionaal overlegorgaan kan zich bij het formuleren en onderbouwen van zijn adviezen laten bijstaan door externe deskundigen en door de werkgroepen die het subregionaal overlegorgaan opgericht heeft.

Art. 4.§ 1. Het subregionaal overlegorgaan vergadert minstens viermaal per jaar en op verzoek van elk van zijn leden. § 2. Het subregionaal overlegorgaan stelt een huishoudelijk reglement op betreffende de praktische werking onder meer voor de plaats en het tijdstip van vergaderingen, de wijze van uitnodigingen, de verslaggeving. Het huishoudelijk reglement en de eventuele aanpassingen die er naderhand in worden aangebracht, worden door de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, vooraf goedgekeurd. § 3. Het subregionaal overlegorgaan stelt vóór 1 april van elk jaar een jaarverslag op met betrekking tot de werkzaamheden van het vorige werkjaar. § 4. Het subregionaal overlegorgaan wordt per haven bijgestaan door één permanent secretariaat. De Vlaamse regering voorziet in een jaarlijkse financiële ondersteuning van de permanente secretariaten, beperkt binnen de grenzen van de begroting.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, wordt gemachtigd de subregionale overlegorganen op te richten en de leden ervan te benoemen overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Openbare Werken, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 januari 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT

^