Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 13 december 2002
gepubliceerd op 11 februari 2003

Besluit van de Vlaamse regering houdende financiële bepalingen inzake uitgaven voor werkingskosten van de comités voor bijzondere jeugdzorg, de bemiddelingscommissies voor bijzondere jeugdbijstand, de sociale diensten van de Vlaamse Gemeenschap bij de jeugdrechtbanken en de regionale diensten van de afdeling Bijzondere Jeugdbijstand en inzake uitgaven voor de preventiewerking van de comités voor bijzondere jeugdzorg en de regionale preventiewerking van de afdeling Bijzondere Jeugdbijstand

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003035201
pub.
11/02/2003
prom.
13/12/2002
ELI
eli/besluit/2002/12/13/2003035201/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 DECEMBER 2002. - Besluit van de Vlaamse regering houdende financiële bepalingen inzake uitgaven voor werkingskosten van de comités voor bijzondere jeugdzorg, de bemiddelingscommissies voor bijzondere jeugdbijstand, de sociale diensten van de Vlaamse Gemeenschap bij de jeugdrechtbanken en de regionale diensten van de afdeling Bijzondere Jeugdbijstand en inzake uitgaven voor de preventiewerking van de comités voor bijzondere jeugdzorg en de regionale preventiewerking van de afdeling Bijzondere Jeugdbijstand


De Vlaamse regering, Gelet op de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990, inzonderheid op artikel 11, § 1, op artikel 21 en op artikel 39, gewijzigd bij de decreten van 21 december 1990 en 25 juni 1992;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1988 houdende oprichting en werkwijze van de bemiddelingscommissie voor bijzondere jeugdbijstand en van het administratief secretariaat, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 23 december 1988, 31 mei 1989, 10 oktober 1990, 22 mei 1991, 11 maart 1992, 19 januari 1994 en 23 juni 1997;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1991 houdende organisatie en werkwijze van de sociale diensten van de Vlaamse Gemeenschap bij de jeugdrechtbanken;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 betreffende het beheer en de werking van het fonds bijzondere jeugdbijstand, inzonderheid op artikel 3 en 5;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998 betreffende de organisatie en de werking van de comités voor bijzondere jeugdzorg;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2002 houdende organisatie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, inzonderheid op artikel I 5;

Gelet op de beslissing van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen en van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Ambtenarenzaken, van 21 juni 2001 tot goedkeuring van het personeelsplan van de afdeling Bijzondere Jeugdbijstand;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 december 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de regioverantwoordelijken van de afdeling Bijzondere Jeugdbijstand onverwijld hun functie in de regio moeten opnemen en hiervoor vanaf 1 januari 2003 over de nodige financiële middelen moeten beschikken om de regionale werking van de bijzondere jeugdbijstand mogelijk te maken;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° de gecoördineerde decreten : de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990;2° het fonds : het fonds bijzondere jeugdbijstand, genoemd in artikel 39, § 1, van de gecoördineerde decreten;3° het beheers- en werkingsbesluit : het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 betreffende het beheer en de werking van het fonds bijzondere jeugdbijstand;4° de afdeling : de afdeling Bijzondere Jeugdbijstand bij de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;5° het comité : het comité voor bijzondere jeugdzorg, genoemd in artikel 3 van de gecoördineerde decreten;6° de bemiddelingscommissie : de bemiddelingscommissie voor bijzondere jeugdbijstand, genoemd in artikel 12 van de gecoördineerde decreten;7° de sociale dienst : de sociale dienst van de Vlaamse Gemeenschap bij de jeugdrechtbank, genoemd in artikel 40, § 2, van de gecoördineerde decreten;8° een regio : het grondgebied van een provincie;het grondgebied van de provincie Vlaams-Brabant en het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest vormen samen één regio; 9° een regioverantwoordelijke : een directeur (A2) van de afdeling die belast is met het operationeel management van een regio;10° regionale diensten : diensten van de afdeling waarvan de werking zich uitstrekt over een hele regio;11° de Vlaamse minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen. HOOFDSTUK II. - Financiële bepalingen

Art. 2.§ 1. Binnen de grenzen van de begroting van het fonds kan de regioverantwoordelijke, conform de reglementering inzake de administratieve controle en de begrotingscontrole en artikel 3 en 5 van het beheers- en werkingsbesluit, voor zijn regio uitgaven doen voor de preventiewerking van de comités en de regionale preventiewerking van de afdeling. § 2. De Vlaamse minister beslist jaarlijks over de verdeling over de verschillende regio's van de middelen die op de begroting van het fonds zijn vastgelegd voor de uitgaven, bedoeld in § 1. § 3. De regioverantwoordelijke wordt aangesteld tot ordonnateur. Een ander ambtenaar van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wordt aangesteld tot buitengewoon rekenplichtige. § 4. Over het gebruik van de financiële middelen, bedoeld in § 1, wordt verantwoording afgelegd overeenkomstig de wetgeving op de Rijkscomptabiliteit.

Art. 3.§ 1. Op de begroting van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap worden jaarlijks 100.000 euro aan geldvoorschotten ter beschikking gesteld voor de werking van de regionale diensten, de comités, de bemiddelingscommissies en de sociale diensten. § 2. De Vlaamse minister beslist jaarlijks over de verdeling van de geldvoorschotten, bedoeld in § 1, over de verschillende regio's. § 3. Deze voorschotten kunnen, conform de reglementering inzake de administratieve begroting en de begrotingscontrole, uitsluitend worden aangewend om de volgende uitgaven te doen : 1° beperkte verbruikersuitgaven in verband met het betrekken en het onderhouden van lokalen;2° levering van goederen en diensten die dringend nodig zijn en waarvan de betaling niet kan worden uitgesteld;3° vergader- en ontvangstkosten;4° vertaal- en tolkkosten. § 4. Artikel 2, § 3, is van overeenkomstige toepassing. § 5. Over het gebruik van de geldvoorschotten, bedoeld in § 1, § 2 en § 3, wordt verantwoording afgelegd overeenkomstig de wetgeving op de Rijkscomptabiliteit. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 4.In het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1988 houdende oprichting en werkwijze van de bemiddelingscommissie voor bijzondere jeugdbijstand en van het administratief secretariaat worden de volgende artikels opgeheven : 1° artikel 29, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 1990;2° artikel 30, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1997.

Art. 5.Artikel 27 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1991 houdende organisatie en werkwijze van de sociale diensten van de Vlaamse Gemeenschap bij de jeugdrechtbanken wordt opgeheven.

Art. 6.Artikel 17 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998 betreffende de organisatie en de werking van de comités voor bijzondere jeugdzorg wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, te gelasten met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 13 december 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, M. VOGELS

^