Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 13 juli 2001
gepubliceerd op 21 juli 2001

Besluit van de Vlaamse regering betreffende de toekenning van zendvergunningen aan de erkende landelijke radio-omroepen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035816
pub.
21/07/2001
prom.
13/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/13/2001035816/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JULI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de toekenning van zendvergunningen aan de erkende landelijke radio-omroepen


De Vlaamse Regering, Gelet op de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, inzonderheid op artikel 38decies, § 1, ingevoegd bij het decreet van 1 december 2000, 95, § 3, 97, en 98, ingevoegd bij het decreet van 17 december 1997;

Gelet op het advies van de Vlaamse Mediaraad, gegeven op 19 februari 2001;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 januari 2001;

Gelet op het akkoord van de minister bevoegd voor de Begroting, gegeven op 25 januari 2001;

Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies 31.395/3 van de Raad van State, gegeven op 5 juni 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De zendvergunning van de landelijke radio-omroep, bedoeld in artikel 38decies, § 1, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, hierna de gecoördineerde decreten te noemen, vermeldt nauwkeurig de volgende gegevens : 1° de naam en het adres van de titularis;2° de roepnaam van de landelijke radio-omroep;3° het zendschema;4° de wijze van uitzenden;5° de toegewezen frequenties, die deel uitmaken van het frequentiepakket van de landelijke radio-omroep;6° de opstellingsplaats van de zendinstallaties van de landelijke radio-omroep;7° de maximale toegelaten waarde van het effectief uitgestraalde vermogen per opstellingsplaats;8° het maximaal toegelaten uitgangsvermogen van het zendtoestel per opstellingsplaats;9° de karakteristieken van de antenne en haar hoogte boven de begane grond per opstellingsplaats;10° het type en de lengte van de kabel die het zendtoestel met de antenne verbindt per opstellingsplaats;11° eventueel alle andere bijzondere voorwaarden;12° de gebruikte frequentietoewijzing. De titularis van een zendvergunning aanvaardt de invloed van de uitzendingen van andere radio-omroepen die uitzenden conform hun zendvergunning of van de openbare omroep, bedoeld in artikel 95, § 5, van de gecoördineerde decreten.

Art. 2.De zendvergunning moet zich bestendig bevinden op het adres van de titularis. Voorzover dit adres niet binnen de Vlaamse Gemeenschap gesitueerd is, moet door hem een gemachtigde worden aangewezen binnen de Vlaamse Gemeenschap. De coördinaten waarop de titularis of zijn gemachtigde bereikbaar zijn, moeten aan het Vlaams Commissariaat voor de Media worden meegedeeld.

De zendvergunning moet worden getoond op elk verzoek van de bevoegde controleoverheden.

In geval van verlies, diefstal of beschadiging van de zendvergunning moet daarvan aangifte worden gedaan bij het Vlaams Commissariaat voor de Media dat de titel laat vervangen, eventueel na onderzoek van de aangevoerde omstandigheden.

Art. 3.Een zendvergunning die zonder schriftelijk akkoord tot overdracht van het Vlaams Commissariaat voor de Media in handen komt van een derde is voor deze laatste waardeloos. In geval van afstand moet de zendvergunning zonder verwijl en per aangetekende brief aan het Vlaams Commissariaat voor de Media worden teruggezonden.

Art. 4.Het Vlaams Commissariaat voor de Media kan de zendvergunning intrekken of schorsen in geval van : 1° het niet naleven van de vergunningsvoorwaarden;2° het gebruik van niet of niet meer toegewezen frequenties;3° iedere, ook occasionele, overbrenging van een of meerdere zendinstallaties naar een andere plaats;4° het geheel of gedeeltelijk niet functioneren van een of meerdere zendinstallaties gedurende drie maanden tenzij dit het gevolg is van overmacht;5° het niet of niet tijdig betalen van de jaarlijkse vergoeding voor het behoud van de erkenning en de zendvergunning, bedoeld in artikel 38octies, § 4, van de gecoördineerde decreten.

Art. 5.De schorsing of intrekking van de zendvergunning wordt per aangetekende brief ter kennis gebracht van de titularis.

Art. 6.De rechten voor het wijzigen van de zendvergunning bedragen 200 EUR. De rechten moeten op voorhand worden betaald.

De schorsing of intrekking van een zendvergunning geeft geen aanleiding tot de terugbetaling van de betaalde rechten, van welke aard ook.

Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, ondergaat periodiek de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. De herziening gebeurt telkens na een vaste periode van twee jaar. De indexcijfers die van kracht zijn in januari 1996 en in januari van het telkens daaropvolgend jaar van herziening worden in aanmerking genomen.

Art. 7.Voor de periode van de datum van inwerkingtreding tot en met 31 december 2001 is in de plaats van het bedrag « 200 EUR », vermeld in artikel 6, het bedrag van « BEF 8 000 » van toepassing.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Mediabeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel,13 juli 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, D. VAN MECHELEN

^