Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 13 juli 2001
gepubliceerd op 11 augustus 2001

Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het Elektriciteitsdecreet

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035908
pub.
11/08/2001
prom.
13/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/13/2001035908/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JULI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het Elektriciteitsdecreet


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 17 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 58, ingevoegd bij het decreet van 22 december 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 januari 2001;

Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 2 februari 2001;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 7 maart 2001;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 20 april 2001, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies 31.578/1 van de Raad van State, gegeven op 7 juni 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De hierna volgende bepalingen van het Elektriciteitsdecreet treden in werking als volgt : 1° op de datum van inwerkingtreding van dit besluit : de artikelen 3, 6, 7, § 1 en § 2, 8 tot en met 11, 12, § 1, 1° en 7°, 13, 14, 16, 18, tweede en derde lid, 19, 20, 24, 25, 26, 31, § 1, 32, § 1, 36, 1° en 3°, 37, § 1, § 3, § 4, § 6 en § 7, 38 tot en met 53, 55 en 57;2° op het moment van inwerkingtreding van het besluit genomen ter uitvoering van artikel 16 of na uitvoering van artikel 16 door de reguleringsinstantie : artikel 12, § 1, 2°, 4° en 5°, wat betreft de levering van elektriciteit aan een eindafnemer van een hoeveelheid elektriciteit of warmte bij een leverancier van elektriciteit of warmte die deze hoeveelheid elektriciteit of warmte betrekt uit een kwalitatieve warmtekrachtinstallatie en artikel 12, § 1, 6°;3° op het moment van inwerkingtreding van het besluit genomen ter uitvoering van artikel 18, tweede en derde lid : de artikelen 18, eerste lid, en 36, 2°, wat de inbreuken op artikel 18, eerste lid, betreft;4° op het moment van inwerkingtreding van het besluit genomen ter uitvoering van artikel 24 : de artikelen 12, § 1, 3°, 4° en 5°, wat betreft de levering van elektriciteit aan een eindafnemer van een hoeveelheid elektriciteit of warmte bij een leverancier van elektriciteit of warmte die deze hoeveelheid elektriciteit of warmte betrekt uit hernieuwbare energiebronnen, 21 tot en met 23 en 37, §§ 2 en 5;5° op de datum waarop het mandaat van de voorzitter van het dagelijks bestuur van de reguleringsinstantie aanvangt : de artikelen 27, § 1, 28 tot en met 30, 31, § 3 en § 4, 32, § 2 en 33;6° op de datum waarop het mandaat van de regeringscommissaris aanvangt : artikel 35, § § 1 tot en met 3;7° op 1 januari 2002 : artikel 35, § § 4 en 5;8° op de datum waarop alle artikelen van het Elektriciteitsdecreet in werking zijn getreden : artikel 56.

Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Energiebeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 13 juli 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT

^