Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 14 januari 2000
gepubliceerd op 20 oktober 2000

Besluit van de Vlaamse regering houdende goedkeuring van de gewijzigde statuten van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2000035657
pub.
20/10/2000
prom.
14/01/2000
ELI
eli/besluit/2000/01/14/2000035657/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 JANUARI 2000. - Besluit van de Vlaamse regering houdende goedkeuring van de gewijzigde statuten van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 30, § 1;

Gelet op het advies van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 12 oktober 1999;

Gelet op de goedkeuring door de buitengewone algemene vergadering van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 26 oktober 1999;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 13 januari 2000;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde statuten van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, opgesteld ter uitvoering van artikel 30, § 1, van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, worden goedgekeurd.

Art. 2.Het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de goedkeuring van de statuten van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, wordt opgeheven.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 14 januari 2000.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 januari 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX

Bijlage Statuten Vlaamse Huisvestingsmaatschappij HOOFDSTUK I. - Oprichting, zetel, doel en duur van de maatschappij

Artikel 1.Ter uitvoering van de bepalingen van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, hierna genaamd "het decreet", is de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij een burgerlijke vennootschap onder de vorm van een naamloze vennootschap. De benaming van die maatschappij luidt "Vlaamse Huisvestingsmaatschappij" en mag afgekort worden tot VHM. De maatschappij bezit de rechtspersoonlijkheid.

Voor al wat niet is bepaald door het decreet, door andere bepalingen van wetgevende aard en door onderhavige statuten wordt de maatschappij beheerst door de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen.

De Vlaamse regering bepaalt de vestigingsplaats van de zetel van de VHM. De duur van de VHM is onbepaald. De ontbinding kan slechts worden bepaald door een decreet, dat zal aanduiden hoe en onder welke voorwaarden de vereffening gebeurt.

Art. 2.§ 1. De VHM kan overeenkomstig de bepalingen van het decreet en onder de voorwaarden zoals bepaald door de Vlaamse regering enerzijds vennootschappen erkennen als sociale huisvestingsmaatschappijen die een maatschappelijk doel hebben dat beantwoordt aan de bijzondere doelstellingen van het Vlaams Woonbeleid en anderzijds sociale kredietvennootschappen erkennen. § 2. De VHM moet erop toezien dat de sociale huisvestingsmaatschappijen : 1° de woonvoorwaarden van de woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden verbeteren, inzonderheid van de meest behoeftige gezinnen en alleenstaanden, door te zorgen voor een voldoende aanbod van sociale huurwoningen en sociale koopwoningen, eventueel met inbegrip van gemeenschappelijke voorzieningen, met aandacht voor hun integratie in de lokale woonstructuur;2° bijdragen tot de herwaardering van het woningbestand, door ongeschikte woningen of ongeschikte gebouwen te renoveren, te verbeteren en aan te passen of ze zo nodig te slopen en te vervangen;3° een doelgericht sociaal grond- en pandenbeleid voeren voor de realisatie van sociale woonprojecten en de terbeschikkingstelling van percelen in sociale verkavelingen. § 3. Verder heeft de VHM als opdracht : 1° bijzondere sociale leningen toe te staan voor de verwerving en realisatie van sociale koopwoningen en van andere woningen, alsook voor de renovatie, de verbetering of de aanpassing van woningen;2° in aanvullende orde zelf te zorgen voor de opdrachten, vermeld in het eerste lid.In voorkomend geval moeten de sociale woonprojecten vernieuwend of experimenteel zijn; 3° de sociale huisvestingsmaatschappijen te begeleiden, hen diensten te verlenen en te ondersteunen;4° te zorgen voor het beheer van het solidariteitsfonds;5° te zorgen voor het beheer van de financiële middelen van de sociale huisvestingsmaatschappijen die niet noodzakelijk zijn voor hun dagelijkse werking. § 4. Als toezichthoudende overheid over de sociale huisvestingsmaatschappijen moet de VHM : 1° erop toezien dat deze maatschappijen in hun werking rekening houden met de bijzondere doelstellingen van het woonbeleid;2° erop toezien dat ze samenwerken, zowel onderling als met andere instanties die lokaal actief zijn inzake wonen;3° hun erkenning intrekken wanneer ze de voorwaarden voor hun erkenning niet nakomen, en eventueel nieuwe sociale huisvestingsmaatschappijen erkennen;4° de uitvoering waarborgen van de maatregelen, bedoeld in artikel 41 van het decreet;5° vragen en klachten behandelen betreffende de sociale huisvestingsmaatschappijen. § 5. 1° De VHM oefent toezicht uit op de in artikel 2, § 1 bedoelde kredietvennootschappen met betrekking tot hun activiteiten, beheer en interne organisatie om wanbeheer tegen te gaan, om controle uit te oefenen op de voorwaarden voor het verlenen van gewestwaarborg, en in het algemeen met het oog op de bestendigheid van deze sector. 2° De VHM kan de erkenning intrekken van deze kredietvennootschappen bij niet naleving van de erkenningvoorwaarden. § 6. De VHM stelt overeenkomstig de bepalingen van het decreet een uitvoeringsprogramma op met betrekking tot de investeringsverrichtingen. De VHM legt dit uitvoeringsprogramma ter goedkeuring voor aan de Vlaamse regering. Om het uitvoeringsprogramma te realiseren kan de VHM : 1° zakelijke rechten verwerven op alle onroerende goederen die nodig zijn voor de sociale huisvesting en voor het sociale grond- en pandenbeleid, of onroerende goederen huren;2° aan de sociale huisvestingsmaatschappijen financiële middelen voorschieten en de onroerende goederen die ze zelf verworven heeft, aan hen verkopen, in erfpacht afstaan of verhuren;3° gebouwen slopen en oprichten;4° gebouwen waarop ze een zakelijk of persoonlijk recht bezit, renoveren, verbeteren, aanpassen en inrichten, er zakelijke rechten op afstaan en ze verhuren;5° de bouwverplichting opleggen aan woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden aan wie ze zakelijke rechten op onroerende goederen afstaat en aan hen erfdienstbaarheden opleggen om het uitzicht en de functionele inrichting van groepen van woningen te behouden;6° tijdelijke overlijdensverzekeringen aanbieden en alle verrichtingen doen die daar rechtstreeks uit voortvloeien, met inbegrip van alle accessoire waarborgen die aan een dergelijke verzekering kunnen worden verbonden;7° overeenkomsten sluiten met betrekking tot onroerende goederen waarop of waarin woonprojecten in de privé-sector worden gerealiseerd overeenkomstig het decreet.

Art. 3.De VHM kan, na daartoe door het Vlaams parlement of de Vlaamse regering te zijn gemachtigd, deelnemen in het kapitaal van andere vennootschappen.

Art. 4.Met instemming van of in opdracht van de Vlaamse regering kan de VHM andere opdrachten op zich nemen voor zover zij kaderen in het Woonbeleid in het algemeen.

Art. 5.De VHM kan roerende en onroerende giften en legaten ontvangen, mits daartoe door de Vlaamse regering gemachtigd te zijn. Om haar doel te bereiken, mag de VHM alle gebouwde en ongebouwde eigendommen kopen, verkopen, huren en verhuren, ruilen en in erfpacht of opstal geven of nemen.

De VHM verkoopt haar onroerende goederen openbaar. Ze kan ze enkel uit de hand verkopen aan : 1° de sociale huisvestingsmaatschappijen;2° woonbehoeftige alleenstaanden en gezinnen, ter uitvoering van de bepaling van het decreet, op voorwaarde dat ze rekening houdt met de chronologische volgorde waarin de aanvragen werden ingeschreven in de daartoe bestemde registers, en met de prioriteiten die de Vlaamse regering dienaangaande kan vaststellen;3° gemeenten of openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor doeleinden die te maken hebben met het sociale woonbeleid;4° ander personen, voor zover de onroerende goederen in kwestie niet meer van nut zijn voor huisvesting, en voor zover de kosten van een openbare verkoop niet in verhouding staan tot de geschatte verkoopprijs en de verkoopprijs ten minste gelijk is aan de schattingsprijs. De VHM kan daarenboven in uitzonderlijke omstandigheden en onder de voorwaarden die de Vlaamse regering bepaalt, haar middelgrote woningen uit de hand verkopen. De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden waaraan een middelgrote woning dient te beantwoorden.

Wanneer zij hiertoe door de Vlaamse regering gemachtigd is, kan de VHM gebouwde eigendommen of onbebouwde gronden, zelfs bij stroken, tot nut van het algemeen doen onteigenen, met inachtneming van de desbetreffende wetten en decreten. HOOFDSTUK II. - Maatschappelijk kapitaal, leningen en schuldbrieven, beleggingen

Art. 6.Het kapitaal van de VHM bedraagt twee miljoen zeshonderdzesentwintigduizend (2 626 200) frank en dient volledig geplaatst te zijn. Het kapitaal is verdeeld in dertienduizend honderd eenendertig (13 131) aandelen met een nominale waarde van tweehonderd (200) frank elk.

Art. 7.Het maatschappelijk kapitaal kan enkel bij beslissing van de raad van bestuur worden verhoogd door inschrijving op ondeelbare aandelen van tweehonderd (200) frank. Alleen het Vlaams Gewest, en de provincies gelegen in het Vlaams Gewest mogen op die kapitaalverhoging inschrijven.

Elke nieuwe inbreng in geld moet gepaard gaan met een storting in speciën van ten minste een vierde op ieder aandeel.

Art. 8.Het niet-afbetaalde bedrag van iedere inbreng in geld moet worden gestort op de door de raad van bestuur vastgestelde data, na verzoek drie maanden van tevoren bij ter post aangetekende brief.

De afgifte van de brief op de post geldt als betekening, te rekenen vanaf de volgende dag.

De aandeelhouders worden ertoe gemachtigd hun inbreng in geld geheel of gedeeltelijk vooruit te betalen.

Iedere laattijdige inbreng brengt, van rechtswege en zonder ingebrekestelling interest op tegen de wettelijke rentevoet ten bate van de maatschappij, vanaf het verstrijken van voormelde termijn van drie maanden.

De aandeelhouders zijn verbonden voor het totale bedrag van hun aandelen.

Art. 9.Alle aandelen zijn en blijven op naam.

De aandelen waarop het Vlaams Gewest inschrijft en die waarop het later mocht inschrijven zijn onvervreemdbaar, met uitzondering van het gedeelte der aandelen dat de vier vijfden van het totale kapitaal overschrijdt.

De aandelen waarop de provincies nu of later inschrijven, kunnen, zelfs indien zij slechts ten bedrage van 25 % werden volstort, afgestaan worden, doch alleen aan provincies gelegen in het Vlaams Gewest en na machtiging vanwege de raad van bestuur van de VHM en vanwege de Vlaamse regering.

Art. 10.Behalve de sommen door het Vlaams Gewest ter beschikking gesteld kan de VHM zich de nodige geldmiddelen verschaffen door het opnemen van leningen of door overdracht van schuldvorderingen. Bij de opname van die leningen of de overdracht van die schuldvorderingen, welke al dan niet met de uitgifte van effecten kunnen gepaard gaan, zal de VHM alle wettelijke en reglementaire beschikkingen en in het bijzonder die met betrekking tot de financiële markten naleven. De leningen met een looptijd van meer dan tien dagen worden vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse ministers die bevoegd zijn inzake Huisvesting en inzake Financiën.

Art. 11.De belegging van tegoeden en beschikbare gelden die niet onmiddellijk voor haar doeleinden gebruikt worden, zal gebeuren overeenkomstig door de raad van bestuur opgestelde richtlijnen, welke dienen te worden goedgekeurd door de Vlaamse minister bevoegd inzake Financiën, en waarover aan dezelfde minister afdoende zal worden gerapporteerd. HOOFDSTUK III. - Bestuur, leiding en toezicht § 1. Raad van bestuur

Art. 12.De VHM wordt bestuurd door een raad bestaande uit dertien leden, onder wie een voorzitter en een vice-voorzitter.

Zij worden benoemd voor een termijn van zes jaar.

De mandaten mogen hernieuwd worden bij hun afloop, telkens voor een nieuwe termijn van zes jaar.

De persoon die aangesteld wordt om een lid van de raad van bestuur te vervangen vóór het vervallen van zijn mandaat, voleindigt het onderbroken mandaat.

Het mandaat van lid van de raad van bestuur is onverenigbaar met de hoedanigheid van voorzitter, bestuurder of personeelslid van een andere sociale woonorganisatie dan de VHM, met de hoedanigheid van personeelslid van de VHM of opdrachthouder voor de sociale huisvesting.

Art. 13.De Vlaamse regering benoemt en ontslaat de voorzitter, de vice-voorzitter en de overige leden van de raad van bestuur.

Art. 14.Indien de voorzitter afwezig of verhinderd is, wordt hij vervangen door de vice-voorzitter.

Indien de voorzitter en de vice-voorzitter afwezig of verhinderd zijn wordt de raad van bestuur voorgezeten door het oudste lid in jaren van de aanwezige leden.

Art. 15.De raad van bestuur komt, bij oproeping door de voorzitter, zo dikwijls bijeen als de belangen van de VHM het vereisen. Hij moet samengeroepen worden wanneer drie leden dat vragen. De oproeping gebeurt bij gewone brief met vermelding van de agenda.

De aanwezigheid van de meerderheid der leden is noodzakelijk opdat de beraadslaging rechtsgeldig zou zijn.

De beslissingen worden bij meerderheid van stemmen der aanwezige leden genomen; in geval van staking van stemmen is het voorstel verworpen.

Art. 16.Indien de raad van bestuur na regelmatige oproeping niet in aantal is, beslist die op de vergadering die volgt op de tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op rechtsgeldige wijze over de punten die tweemaal achtereen op de agenda werden geplaatst.

Art. 17.De raad van bestuur bepaalt het algemeen beleid van de VHM, ter uitvoering en ondersteuning van het Vlaamse Woonbeleid.

Hij beschikt over de bevoegdheden die hem door het decreet worden toegewezen, over alle vennootschapsrechtelijke bevoegdheden die door de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen niet aan de algemene vergadering zijn voorbehouden en over diegene die door geen andere wetgevende tekst zijn toegewezen aan de leidend ambtenaar.

Zo is hij, onder meer, bevoegd om : - sociale huisvestingsmaatschappijen te erkennen of hun erkenning in te trekken; - sociale kredietvennootschappen te erkennen of hun erkenning in te trekken; - de begroting en de jaarrekening van de VHM op te stellen; - maatregelen van coërcitieve voogdij te nemen tegen sociale huisvestingsmaatschappijen indien de wetten, decreten, reglementen, statuten of het algemeen belang dit vereisen; - te bepalen onder welke voorwaarden sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen worden gemachtigd onroerende transacties te verrichten; - in een algemeen reglement, dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Vlaamse regering, de rentevoet en de andere voorwaarden te bepalen van de leningen die de VHM aan de sociale huisvestingsmaatschappijen kan toestaan ter financiering van hun investeringsverrichtingen; - sociale huisvestingsmaatschappijen te machtigen hun investeringsverrichtingen geheel of gedeeltelijk te financieren met leningen aangegaan bij derden. In dat geval keurt hij de voorwaarden van dergelijke leningen goed; - de investeringsprogramma's van de sociale huisvestingsmaatschappijen goed te keuren; - aan de Vlaamse regering advies te verstrekken, telkens dit wettelijk voorgeschreven is of op eigen initiatief; - beheersovereenkomsten met de Vlaamse regering en de sociale huisvestingsmaatschappijen aan te gaan.

Art. 18.De raad van bestuur mag, onder zijn verantwoordelijkheid, een gedeelte van de macht waarmee hij bekleed is aan één of meer van zijn leden overdragen.

Art. 19.De beraadslagingen van de raad van bestuur worden vastgelegd in een verslag, dat bijgehouden wordt op de zetel van de maatschappij.

De leidend ambtenaar duidt een ambtenaar van niveau A aan teneinde de verslaggeving te verzorgen. Het verslag wordt voor goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur.

Het wordt door de voorzitter en de leidend ambtenaar of door hun plaatsvervangers ondertekend. § 2. Leiding

Art. 20.De Vlaamse regering benoemt de leidend ambtenaar en de adjunct leidend ambtenaar van de VHM en bepaalt hun administratief en geldelijk statuut. Ze kan hen schorsen en afzetten.

De adjunct-leidend ambtenaar staat de leidend ambtenaar bij, vervangt hem in geval van afwezigheid of verhindering en oefent de bevoegdheden uit die hem door de leidend ambtenaar worden overgedragen. Hij rapporteert periodiek aan de leidend ambtenaar over het gebruik van de aan hem gedelegeerde bevoegdheden.

Art. 21.De leidend ambtenaar en de adjunct leidend ambtenaar wonen de raad van bestuur bij. Zij hebben raadgevende stem. De leidend ambtenaar is belast met de uitvoering van de beslissingen, door de raad van bestuur en de algemene vergadering genomen.

De leidend ambtenaar is verantwoordelijk voor de organisatie en het bestuur van de instelling. Hij coördineert de werkzaamheden van de instelling en is belast met het toezicht op de werking ervan.

Hij draagt zorg voor de coördinatie en de integratie van het beleid binnen de instelling en voor de relatie tussen de ambtenaren enerzijds en de raad van bestuur, de minister en andere bevoegde leden van de Vlaamse regering anderzijds.

Hij vertegenwoordigt de maatschappij ten opzichte van derden in alle verrichtingen die op dat dagelijks bestuur betrekking hebben en ondertekent alle overeenkomsten die door de maatschappij worden aangegaan.

Hij levert afschriften en uittreksels uit de verslagen van de raad van bestuur en de algemene vergadering af.

De rechtsvorderingen worden op verzoek van de leidend ambtenaar ingesteld.

De leidend ambtenaar verleent opheffing van alle bevoorrechte en hypothecaire inschrijvingen, wanneer de kwijtschelding van de schuld uit de akte blijkt.

De leidend ambtenaar mag onder zijn verantwoordelijkheid de hierboven vermelde bevoegdheden betreffende het dagelijks bestuur aan één of meerdere ambtenaren van de VHM overdragen.

De leidend ambtenaar oefent gezag uit over het personeel van de instelling en zorgt voor de tucht, de orde en de organisatie van de afdelingen.

Art. 22.De VHM wordt ten opzichte van derden vertegenwoordigd door de leidend ambtenaar, zonder dat hij een bewijs van zijn mandaat of van de door de raad van bestuur of door de algemene vergadering genomen beslissing dient voor te leggen. De leidend ambtenaar mag, onder zijn verantwoordelijkheid, deze bevoegdheid overdragen aan één of meerdere ambtenaren van rang A1 of hoger dewelke binnen het kader van hun mandaat, de VHM geldig zullen verbinden. Het mandaat van deze bijzondere gemachtigden zal aan derden kunnen worden tegengeworpen overeenkomstig de regels gesteld in artikel 10 van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen. § 3. Controle en toezicht

Art. 23.De maatschappij staat onder de controle van de Vlaamse ministers die bevoegd zijn inzake Huisvesting en Financiën.

De Vlaamse regering benoemt daartoe twee gemeenschapscommissarissen, op de respectieve voordracht van de Vlaamse minister die bevoegd is inzake Huisvesting en Financiën.

De Vlaamse regering stelt de vergoedingen van de gemeenschapscommissarissen vast. De VHM neemt die ten laste.

Iedere gemeenschapscommissaris kan de vergaderingen bijwonen van de raad van bestuur met raadgevende stem. Hij beschikt voor het vervullen van zijn opdracht over de ruimste bevoegdheid.

Art. 24.De Vlaamse ministers die bevoegd zijn inzake Huisvesting en Financiën wijzen in onderling overleg bij de maatschappij een revisor aan, gekozen onder de leden van het Instituut der bedrijfsrevisoren.

De revisor is belast met de controle op de geschriften en met de juist- en echtverklaring ervan. Hij mag zich niet met het bestuur van de maatschappij inlaten.

De maatschappij betaalt aan het Vlaams Gewest de uitgaven terug die uit de controle van haar verrichtingen voortvloeien.

Art. 25.Op voordracht van de raad van bestuur kan de algemene vergadering van de VHM tevens, in toepassing van de wet op de handelsvennootschappen, een commissarisrevisor benoemen.

Art. 26.Op de toereikendheid van de interne controle wordt toegezien door een auditcomité, daarin bijgestaan door de cel interne audit die alle activiteiten van de VHM onderzoekt en evalueert en daarover rapporteert aan het auditcomité. HOOFDSTUK IV. - Algemene vergadering

Art. 27.De algemene vergadering bestaat uit de aandeelhouders.

Iedere aandeelhouder mag zich slechts door een enkele afgevaardigde laten vertegenwoordigen. Laatstgenoemde beschikt over zoveel stemmen als zijn lastgever aandelen bezit, met dien verstande dat niemand aan de stemming kan deelnemen voor meer dan een vijfde van het aantal stemmen verbonden aan de aandelen in hun geheel of voor meer dan twee vijfden van het aantal stemmen verbonden aan de aandelen die op de vergadering vertegenwoordigd zijn.

Art. 28.Een algemene vergadering van de aandeelhouders wordt elk jaar gehouden, op de vierde dinsdag van de maand april om 11 uur op de maatschappelijke zetel.

Art. 29.De algemene vergadering krijgt mededeling van het verslag van de raad van bestuur, van dat van de revisor en, desgevallend, van dat van de commissaris-revisor.

Zij beslist over de gevolgtrekkingen uit die verslagen, alsook over de jaarrekening.

Zij geeft kwijting aan de leden van de raad van bestuur en, desgevallend, aan de commissaris-revisor.

Art. 30.De raad van bestuur kan te allen tijde overgaan tot de oproeping van buitengewone algemene vergaderingen. Wanneer om die oproeping verzocht wordt door aandeelhouders die ten minste een vijfde van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen, dient ze te gebeuren binnen de drie weken vanaf het verzoek.

De oproeping voor elke algemene vergadering dient de agenda te vermelden en bij aangetekende brief te geschieden.

Art. 31.De voorzitter van de raad van bestuur of, indien die afwezig of verhinderd is, de vice-voorzitter zit de vergadering voor. Zijn de voorzitter en de vice-voorzitter afwezig of verhinderd dan zit het in jaren oudste aanwezige lid van de raad van bestuur de vergadering voor.

Op voorstel van de voorzitter duidt de vergadering een secretaris en twee stemopnemers aan.

Ieder van de vertegenwoordigers der aandeelhouders ondertekent bij zijn aankomst op de vergadering een aanwezigheidslijst met opgave van de namen van de aandeelhouders.

Art. 32.De algemene vergadering is regelmatig samengesteld, ongeacht het aantal van de vertegenwoordigde aandelen.

De beslissingen worden bij meerderheid van stemmen genomen. De onthoudingen en ongeldige stemmen worden niet in aanmerking genomen.

In geval van staking van stemmen is het voorstel verworpen.

Wanneer over statutenwijzigingen dient beslist te worden, is de vergadering slechts op rechtsgeldige wijze samengesteld, indien dat aangekondigd werd in de oproepingen en de op de vergadering aanwezige leden de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een nieuwe bijeenroeping nodig en beraadslaagt en beslist de nieuwe vergadering op rechtsgeldige wijze, ongeacht het door de aanwezige aandeelhouders vertegenwoordigde gedeelte van het kapitaal. Zowel in het ene als in het andere geval kan een voorstel tot statutenwijziging slechts aanvaard worden indien het de drie vierde van de uitgebrachte geldige stemmen verkrijgt. De wijziging moet vervolgens door de Vlaamse regering goedgekeurd worden.

Art. 33.De notulen van de algemene vergadering worden ondertekend door de voorzitter, de stemopnemers en de secretaris, alsook door de vertegenwoordigers der aandeelhouders die erom verzoeken. HOOFDSTUK V. - Begroting, jaarrekeningen, verdeling van de winst, reservefonds

Art. 34.§ 1. Elk jaar wordt door de raad van bestuur een begroting opgemaakt voor het volgend jaar overeenkomstig de richtlijnen van de Vlaamse regering.

De begroting wordt ter goedkeuring overgemaakt aan de Vlaamse ministers die bevoegd zijn inzake Huisvesting en Financiën.

Elke wijziging, overdracht of overschrijding van de begroting wordt eveneens ter goedkeuring aan voormelde ministers voorgelegd.

Het begrotingsjaar valt samen met het kalenderjaar. § 2. Op de begroting van de VHM wordt jaarlijks een bedrag uitgetrokken voor de betaling van de vergoedingen van de voorzitter, de vice-voorzitter, de bestuurders en de gemeenschapscommissarissen. § 3. Uiterlijk op 30 april wordt de uitvoeringsrekening van de begroting opgemaakt.

Voor de rapportering over de uitvoering van de begroting schikt de VHM zich naar de door de Vlaamse regering opgelegde regels, met name het besluit van 21 mei 1997 betreffende een geïntegreerde economische boekhouding en budgettaire rapportering van de Vlaamse openbare instellingen, en elk decreet, besluit of reglement dat voornoemd besluit wijzigt, aanvult of vervangt.

Art. 35.De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake.

Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.

Op het einde van elk boekjaar worden de boeken en bescheiden afgesloten en maakt de raad van bestuur de jaarrekening op, alsmede een jaarverslag over de werkzaamheden van de instelling. Deze worden ter goedkeuring aan de algemene vergadering voorgelegd.

De rapportering door de VHM over haar jaarrekening geschiedt overeenkomstig de door de Vlaamse regering opgelegde regels zoals vermeld in art. 33, § 2, van de statuten.

Art. 36.Het batig saldo dat de resultatenrekening aanwijst, maakt de zuivere jaarlijkse winst van de maatschappij uit.

Deze zal aanleiding geven tot : a) de toewijzing aan de wettelijke reserve van een bedrag van vijf ten honderd van deze winst. Zodra deze reserve het tiende van het maatschappelijk kapitaal heeft bereikt, is de toewijzing niet meer verplicht; b) de toewijzing aan de aandeelhouders van een dividend dat een door de Vlaamse regering vast te stellen percentage niet mag overschrijden;c) de samenstelling van een speciaal reservefonds, dat volledig en uitsluitend zal worden aangewend voor het maatschappelijk doel. Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 januari 2000 houdende goedkeuring van de gewijzigde statuten van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij.

Brussel, 14 januari 2000 De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX

^