Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 14 juli 1998
gepubliceerd op 20 augustus 1998

Besluit van de Vlaamse regering houdende de vaststelling van de procedure voor het Vlaams Commissariaat voor de Media

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1998035951
pub.
20/08/1998
prom.
14/07/1998
ELI
eli/besluit/1998/07/14/1998035951/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 JULI 1998. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de vaststelling van de procedure voor het Vlaams Commissariaat voor de Media


De Vlaamse regering, Gelet op de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, inzonderheid op de artikelen 34, gewijzigd bij decreet van 17 december 1997, 95, §§ 3 en 4, 112, § 2bis, ingevoegd bij decreet van 28 april 1998, en 116quater, § 1, ingevoegd bij decreet van 17 december 1997;

Gelet op het advies van de Vlaamse Mediaraad, gegeven op 12 maart 1998;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 24 maart 1998 betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 8 juni 1998 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat de frequentieplannen van de Vlaamse en Franse Gemeenschap op 1 januari 1999 gelijktijdig in werking moeten treden en de erkenningsprocedures voor particuliere radio's zodoende voordien afgerond moeten zijn, is de tijdige inwerkingtreding van dit besluit absoluut noodzakelijk. Een niet gelijktijdige inwerkingtreding van de frequentieplannen zou immers leiden tot een ware etherchaos, aangezien de coördinatie van het nieuwe plan van de Franse Gemeenschap dan zou plaatsvinden op basis van het oude plan van de Vlaamse Gemeenschap.

Hierbij moet er rekening mee worden gehouden dat de erkenningsprocedure een drietal maanden in beslag neemt;

Gelet op het advies van de Raad van State, enkel voor wat betreft de gewijzigde artikelen 16, 17, 19, 24 en 37, gegeven op 30 juni 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het advies van de Vlaamse Mediaraad, enkel voor wat betreft de gewijzigde artikelen 16, 17, 19, 24 en 37, gegeven op 13 juli 1998;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, KMO Landbouw en Media;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1.Het decreet van 17 december 1997 betreffende het Vlaams Commissariaat voor de Media en de Vlaamse Mediaraad treedt in werking op 15 juli 1998.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° de gecoördineerde decreten: de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995;2° het Commissariaat: het Vlaams Commissariaat voor de Media. HOOFDSTUK II. - Procedure inzake het onderzoek van klachten, onderzoeken ambtshalve en onderzoeken op verzoek van de Vlaamse regering Afdeling 1. - Procedure inzake klachten

Art. 3.Om ontvankelijk te zijn, moet een bij het Commissariaat ingediende klacht aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° verzonden zijn bij ter post aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Commissariaat;2° ingediend zijn uiterlijk twee weken na de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de klacht;3° de naam, de hoedanigheid en het adres van de klager vermelden;4° het onderwerp van de klacht aangeven, met een uiteenzetting van de redenen waarop zij steunt en met aanduiding van de rechtspersoon waartegen de klacht is gericht;5° het belang bij het indienen van de klacht aangeven behalve indien het gaat om een klacht met betrekking tot de bepalingen van Titel IV, Hoofdstuk II, Afdeling 2 van de gecoördineerde decreten;6° De klacht moet ondertekend zijn.Indien de klacht ingediend wordt door een rechtspersoon, wordt ze ondertekend door een persoon die volgens de wet of de statuten bevoegd is om de rechtspersoon te vertegenwoordigen;

Klachten die kennelijk niet voldoen aan deze bepalingen worden door het Commissariaat onmiddellijk in een schriftelijke en met redenen omklede beslissing onontvankelijk verklaard.

Art. 4.§ 1. Indien een klacht voldoet aan artikel 3, wordt een procedure op tegenspraak ingezet en wordt een afschrift van de klacht in voorkomend geval samen met de daarop betrekking hebbende documenten en met vermelding van de gronden waarop de procedure steunt, per aangetekend schrijven, door het Commissariaat onverwijld aan de aangeklaagde rechtspersoon verstuurd. § 2. Indien het Commissariaat van oordeel is dat een voorafgaand onderzoek, waarvoor een beroep moet worden gedaan op een andere instantie dan het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, noodzakelijk is, wordt dat aan de klager meegedeeld.

De procedure op tegenspraak wordt ingezet onmiddellijk nadat het onderzoeksrapport bij het Commissariaat is afgeleverd.

Een afschrift van de klacht wordt, in voorkomend geval, samen met de daarop betrekking hebbende documenten per aangetekend schrijven door het Commissariaat aan de aangeklaagde rechtspersoon verstuurd. § 3. Binnen twee weken na de datum van de betekening van het aangetekend schrijven, bedoeld in § 1, kan de betrokken rechtspersoon zijn opmerkingen per aangetekend schrijven aan het Commissariaat meedelen. De opmerkingen van de aangeklaagde rechtspersoon worden in voorkomend geval aan de klager meegedeeld.

De partijen worden opgeroepen om voor het Commissariaat te verschijnen om er te worden gehoord. Afdeling 2. - Procedure inzake onderzoeken ambtshalve en inzake

onderzoeken op verzoek van de Vlaamse regering

Art. 5.§ 1. Wanneer het Commissariaat hetzij ambtshalve, hetzij na een onderzoek op verzoek van de Vlaamse regering beslist over te gaan tot een procedure op tegenspraak, wordt deze beslissing in voorkomend geval samen met de daarop betrekking hebbende documenten per aangetekend schrijven door het Commissariaat verstuurd aan de betrokken rechtspersoon met vermelding van de gronden waarop de procedure steunt. § 2. Binnen twee weken na de datum van de betekening van het aangetekend schrijven, bedoeld in § 1, kan de betrokken rechtspersoon zijn opmerkingen per aangetekend schrijven meedelen aan het Commissariaat.

De betrokken rechtspersoon wordt opgeroepen om voor het Commissariaat te verschijnen om er te worden gehoord. Afdeling 3. - Procedure inzake voorlopige maatregelen

Art. 6.Indien het Commissariaat vaststelt dat een particuliere radio niet conform zijn zendvergunning uitzendt, kan het, in afwachting van de beslissing ten gronde zoals bedoeld in artikel 7, na de partijen gehoord te hebben, als voorlopige maatregel een beslissing tot schorsing van de zendvergunning nemen.

In dit geval zijn de procedures en termijnen bedoeld in de artikelen 4, 5 en 7 niet van toepassing. Afdeling 4. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 7.Het Commissariaat spreekt zich uit in een schriftelijke en met redenen omklede beslissing binnen een termijn van zes weken. Deze beslissing kan een sanctie omvatten zoals bedoeld in artikel 116septies van de gecoördineerde decreten.

Deze termijn gaat bij toepassing van artikel 4, § 1, in vanaf ontvangst van de ontvankelijke klacht door het Commissariaat; bij toepassing van artikel 4, § 2 en artikel 5 gaat deze termijn in wanneer de beslissing om over te gaan tot een procedure op tegenspraak aan de betrokken rechtspersoon wordt verstuurd.

De termijn van zes weken kan door het Commissariaat worden verlengd wanneer de procedure en/of het onderzoek dit vereisen. Deze beslissing wordt door het Commissariaat aan de partijen meegedeeld.

Art. 8.De beslissingen van het Commissariaat worden per aangetekend schrijven aan de partijen ter kennis gebracht. Zij geven in voorkomend geval de bepalingen aan die geschonden zijn en de daaraan verbonden sanctie.

Art. 9.§ 1. Tegen de beslissingen van het Commissariaat kan door de gesanctioneerde een bezwaarschrift bij het Commissariaat worden ingediend, dat zijn beslissing kan heroverwegen. § 2. Het bezwaarschrift moet aan de volgende voorwaarden beantwoorden : 1° verzonden zijn bij ter post aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Commissariaat;2° de naam, de hoedanigheid en het adres van de betrokkene vermelden;3° de beslissing waartegen het bezwaarschrift is gericht, vermelden;4° de aangevoerde middelen vermelden, die betrekking moeten hebben op nieuwe elementen of op middelen waarop het Commissariaat in zijn beslissing niet of onvoldoende heeft geantwoord;5° het bezwaarschrift moet ingediend zijn uiterlijk twee weken na de kennisgeving van de beslissing waartegen bezwaar wordt ingediend;6° het bezwaarschrift moet ondertekend zijn.Indien het bezwaarschrift uitgaat van een rechtspersoon, wordt het ondertekend door een persoon die volgens de wet of de statuten bevoegd is om de rechtspersoon te vertegenwoordigen. § 3. Het Commissariaat spreekt zich uit in een schriftelijke en met redenen omklede heroverweging binnen een termijn van één maand, die ingaat op de dag van ontvangst van het bezwaarschrift door het Commissariaat. De rechtspersoon en in voorkomend geval de klager worden door het Commissariaat gehoord. § 4. De heroverweging wordt per aangetekend schrijven aan de partijen ter kennis gebracht. § 5. Het bezwaarschrift schorst de uitwerking van de beslissing, behalve van de beslissingen, bedoeld in artikel 6.

Hoofdstuk III. - Procedure inzake erkenningen en vergunningen

Art. 10.Aanvragen voor erkenningen of vergunningen worden per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Commissariaat gericht en ondertekend door de personen die volgens de wet of de statuten bevoegd zijn om de rechtspersoon te vertegenwoordigen. De aanvragen worden in het Nederlands ingediend.

De erkenningsaanvraag en alle bijbehorende documenten, dienen in zes exemplaren te worden ingestuurd.

Art. 11.Om ontvankelijk te zijn, omvat de aanvraag tot erkenning van een particuliere televisieomroep die zich richt tot de gehele Vlaamse Gemeenschap: 1° de statuten zoals ze verschenen zijn in het Belgisch Staatsblad en een afschrift van de akte van oprichting;2° een afschrift van de in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad gepubliceerde lijst van de bestuurders met hun functie in de vennootschap;3° een opgave van de plaats waar de maatschappelijke zetel, de exploitatiezetel en het hoofdkantoor gelegen zijn alsook van de plaats waar de programmeringsbesluiten genomen worden en waar het personeel werkzaam is;4° een nota waarin de aanvrager zijn doelstellingen en werking nader omschrijft;5° een gedetailleerd uitzendschema en programma-aanbod, vergezeld van een nota waarin de verscheidenheid van de programma's wordt omschreven;6° een opgave van het grafisch logo, van de herkenningsmelodie, van de oorspronkelijke herkenningsbeelden, evenals alle andere identificatiegegevens.De herkenningsmelodie en -beelden worden in twee exemplaren op een courant beschikbare audiovisuele drager bezorgd; 7° een opgave van de financiële structuur en van de aandeelhoudersstructuur;8° een gedetailleerd financieringsplan Art.12. § 1. Om ontvankelijk te zijn, omvat de aanvraag tot erkenning van een regionale omroep: 1° de statuten zoals ze verschenen zijn in het Belgisch Staatsblad en een afschrift van de akte van oprichting;2° een afschrift van de in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad gepubliceerde lijst van de beheerders met hun functie in de vereniging;3° een opgave van de plaats waar de maatschappelijke zetel en de exploitatiezetel gelegen zijn;4° een nota waarin de aanvrager zijn doelstellingen en werking nader omschrijft;5° een gedetailleerd uitzendschema en programma-aanbod;6° een opgave van het grafisch logo, van de herkenningsmelodie, van de oorspronkelijke herkenningsbeelden, evenals alle andere identificatiegegevens.De herkenningsmelodie en -beelden worden in twee exemplaren op een courant beschikbare audiovisuele drager bezorgd; 7° een door elke beheerder persoonlijk ondertekende verklaring dat hij/zij geen beheerder is van een andere vereniging die een regionale omroep in eigendom heeft en/of beheert;8° een nota waarin beschreven wordt op welke manier wordt voldaan aan de bepalingen van artikel 57 van de gecoördineerde decreten en een door elke beheerder persoonlijk ondertekende verklaring houdende opgave van de geregistreerde woon- of verblijfplaats en de uitgeoefende politieke mandaten, leidinggevende functies en functies van beheerder zoals bedoeld in artikel 57 van de gecoördineerde decreten;9° een opgave van de samenstelling van de algemene vergadering van de vereniging samen met een nota waarin beschreven wordt op welke manier artikel 56, § 1, van de gecoördineerde decreten wordt toegepast;10° een opgave van de samenstelling van de adviesraad van de particuliere regionale televisieomroep samen met een nota waarin beschreven wordt op welke manier artikel 59 van de gecoördineerde decreten wordt toegepast;11° een verklaring dat de vereniging slechts één regionale omroep exploiteert;12° een verklaring dat de regionale omroep onafhankelijk is van een politieke partij, een beroepsvereniging of een organisatie met een commercieel doel;13° een nota waarin beschreven wordt op welke manier de vereniging de journaals zal verzorgen en zal voldoen aan artikel 53, 9°, van de gecoördineerde decreten, met inbegrip van het redactiestatuut;14° een nota waarin wordt beschreven op welke manier zal voldaan worden aan artikelen 51 en 53, 7°, 8°, 11° en 14° van de gecoördineerde decreten;15° indien de regionale omroep wenst uit te zenden in een andere taal dan het Nederlands, een nota waarin dit voornemen wordt toegelicht en waarin nauwkeurig het aantal en de duur van de uitzendingen in een vreemde taal worden aangegeven;16° een opgave van het beoogde zendgebied weergegeven op kaart (minimale schaal 1/25 000) met aanduiding van het (de) hoofdstation(s) van het (de) kabeldistributienet(ten) waarlangs de distributie van de omroepprogramma's zal gebeuren;17° een beleidsnota van de vereniging betreffende het beheer, de financiering, inzonderheid de reclame- en sponsoringwerving, de exploitatie en eventueel de samenwerking met een landelijke omroep;18° een gedetailleerd financieringsplan. § 2. De aanvragen tot erkenning kunnen enkel worden ingediend voor de vrijliggende zendgebieden en na een oproep in het Belgisch Staatsblad door het Commissariaat. Deze oproep vermeldt de modaliteiten van de erkenningsaanvragen.

Art. 13.Om ontvankelijk te zijn, omvat de aanvraag tot erkenning van een doelgroep- of themaomroep : 1° de statuten zoals ze verschenen zijn in het Belgisch Staatsblad en een afschrift van de akte van oprichting;2° een afschrift van de in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad gepubliceerde lijst van de bestuurders/beheerders met hun functie in de vennootschap/vereniging;3° een opgave van de plaats waar de maatschappelijke zetel, de exploitatiezetel en het hoofdkantoor gelegen zijn alsook van de plaats waar de programmeringsbesluiten genomen worden en waar het personeel werkzaam is;4° een nota waarin de aanvrager zijn doelstellingen en werking nader omschrijft;5° een gedetailleerd uitzendschema en programma-aanbod;6° een opgave van het grafisch logo, van de herkenningsmelodie, van de oorspronkelijke herkenningsbeelden, evenals alle andere identificatiegegevens.De herkenningsmelodie en -beelden worden in twee exemplaren op een courant beschikbare audiovisuele drager bezorgd; 7° voor zover zij via kabel hun omroepprogramma's zullen verspreiden, een verklaring van één of meer verdelers die principieel bereid zijn de omroepprogramma's van de aanvrager door te geven of het bewijs dat zij met het oog op de doorgifte van hun omroepprogramma's een aanvraag hebben ingediend, waarover negatief werd beslist of waarop binnen een termijn van twee maanden geen antwoord is gekomen;8° een opgave van de financiële structuur en van de aandeelhoudersstructuur, voor zover het een vennootschap betreft;9° een gedetailleerd financieringsplan.

Art. 14.Om ontvankelijk te zijn, omvat de aanvraag tot erkenning van een betaalomroep : 1° de statuten zoals ze verschenen zijn in het Belgisch Staatsblad en een afschrift van de akte van oprichting;2° een afschrift van de in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad gepubliceerde lijst van de bestuurders/beheerders met hun functie in de vennootschap/vereniging;3° een opgave van de plaats waar de maatschappelijke zetel, de exploitatiezetel en het hoofdkantoor gelegen zijn alsook van de plaats waar de programmeringsbesluiten genomen worden en waar het personeel werkzaam is;4° een nota waarin de aanvrager zijn doelstellingen en werking nader omschrijft;5° een gedetailleerd uitzendschema en programma-aanbod;6° een opgave van het grafisch logo, van de herkenningsmelodie, van de oorspronkelijke herkenningsbeelden, evenals alle andere identificatiegegevens.De herkenningsmelodie en -beelden worden in twee exemplaren op een courant beschikbare audiovisuele drager bezorgd; 7° voor zover zij via kabel hun omroepprogramma's zullen verspreiden, een verklaring van één of meer verdelers die principieel bereid zijn de omroepprogramma's van de aanvrager door te geven of het bewijs dat zij met het oog op de doorgifte van hun omroepprogramma's een aanvraag hebben ingediend, waarover negatief werd beslist of waarop binnen een termijn van twee maanden geen antwoord is gekomen;8° een opgave van de financiële structuur en van de aandeelhoudersstructuur, voor zover het een vennootschap betreft;9° een gedetailleerd financieringsplan.

Art. 15.Om ontvankelijk te zijn, omvat de aanvraag tot erkenning van een televisiedienst : 1° de statuten zoals ze verschenen zijn in het Belgisch Staatsblad en een afschrift van de akte van oprichting;2° een afschrift van de in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad gepubliceerde lijst van de bestuurders/beheerders met hun functie in de vennootschap/vereniging;3° een opgave van de plaats waar de maatschappelijke zetel, de exploitatiezetel en het hoofdkantoor gelegen zijn alsook van de plaats waar de programmeringsbesluiten genomen worden en waar het personeel werkzaam is;4° een nota waarin de aanvrager zijn doelstellingen en werking nader omschrijft;5° een gedetailleerd uitzendschema en dienstenaanbod;6° een opgave van het grafisch logo, van de herkenningsmelodie, van de oorspronkelijke herkenningsbeelden, evenals alle andere identificatiegegevens.De herkenningsmelodie en -beelden worden in twee exemplaren op een courant beschikbare audiovisuele drager bezorgd; 7° voor zover zij via kabel hun diensten zullen verspreiden, een verklaring van één of meer verdelers die principieel bereid zijn de diensten van de aanvrager door te geven of het bewijs dat zij met het oog op de doorgifte van hun diensten een aanvraag hebben ingediend, waarover negatief werd beslist of waarop binnen een termijn van twee maanden geen antwoord is gekomen;8° een nota waarin wordt beschreven op welke manier wordt voldaan aan artikel 1, 2° van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 betreffende de erkenning van de televisiediensten, bekrachtigd bij decreet van 20 december 1996 en een door elke bestuurder/beheerder persoonlijk ondertekende verklaring houdende opgave van de uitgeoefende politieke mandaten, leidinggevende functies en functies van bestuurder/beheerder zoals bedoeld in artikel 1, 2° van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 betreffende de erkenning van de televisiediensten, bekrachtigd bij decreet van 20 december 1996;9° een nota waarin wordt aangetoond dat de diensten onderscheiden zijn van de gewone programma's van de openbare omroep van de Vlaamse Gemeenschap of van een andere door de Vlaamse Gemeenschap erkende particuliere televisieomroep en dat de diensten een bijkomend aanbod inhouden op bedrijfseconomisch, educatief, sociaal of cultureel vlak;10° een verklaring dat de televisiedienst onafhankelijk is van een politieke partij;11° een nota waarin wordt beschreven hoe zal worden voldaan aan artikel 1, 6° van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 betreffende de erkenning van de televisiediensten, bekrachtigd bij decreet van 20 december 1996;12° indien de televisiedienst wenst uit te zenden in een andere taal dan het Nederlands, een nota waarin dit voornemen wordt toegelicht en waarin nauwkeurig het aantal en de duur van de uitzendingen in een vreemde taal wordt aangegeven;13° een opgave van de financiële structuur en van de aandeelhoudersstructuur, voor zover het een vennootschap betreft;14° een gedetailleerd financieringsplan.

Art. 16.§ 1. Om ontvankelijk te zijn, omvat de aanvraag tot erkenning van een particuliere radio: 1° de statuten zoals ze verschenen zijn in het Belgisch Staatsblad en een afschrift van de akte van oprichting;2° een afschrift van de in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad gepubliceerde lijst van de beheerders of bestuurders met hun functie in de rechtspersoon;3° een opgave van de plaats waar de maatschappelijke zetel, de exploitatiezetel en de productie- en zendinstallaties gelegen zijn 4° een nota waarin de aanvrager het programmatie-aanbod opgeeft en nauwkeurig omschrijft waar en hoe hij een verscheidenheid aan informatie, cultuur en ontspanning in zijn programma's en programma-onderdelen zal brengen en de communicatie onder de bevolking zal bevorderen.5° een opgave van het uitzendschema met een aanduiding, voor elke dag van de week, van de tijdstippen waarop de eigen programma's, zoals bepaald in artikel 32, 12° van de gecoördineerde decreten, worden uitgezonden;6° een opgave van het grafisch logo, van de herkenningsmelodie, van de originele roepnaam, evenals alle andere identificatiegegevens.De herkenningsmelodie en de originele roepnaam worden in twee exemplaren op audiocassettes bezorgd; 7° een verklaring dat de particuliere radio eigendom is van en bestuurd/beheerd wordt door de rechtspersoon en dat de rechtspersoon slechts één particuliere radio exploiteert;8° een door elke beheerder/bestuurder persoonlijk ondertekende verklaring dat hij/zij geen politiek mandaat bekleedt noch beheerder/ bestuurder is van een andere rechtspersoon die een particuliere radio in eigendom heeft en/of beheert/bestuurt;9° een verklaring dat de particuliere radio onafhankelijk is van een politieke partij;10° een verklaring van de rechtspersoon dat hij zelfstandig instaat voor het beheer en de materiële exploitatie van de particuliere radio en dat hij de inhoudelijke en redactionele autonomie over de particuliere radio uitoefent;11° een opgave van het redactiestatuut en de naam van de eindredacteur;12° een lijst van de medewerkers van de particuliere radio met inbegrip van hun radio- en /of media-ervaring evenals hun statuut en de verhouding van de bestuursorganen en van de medewerkers ten aanzien van het verzorgingsgebied;13° een verklaring waarbij de rechtspersoon de verbintenis aangaat een technische uitrusting te gebruiken conform de wettelijke en decretale voorschriften en zich te houden aan de bepalingen van de zendvergunning;14° een nota waarin de aanwezige infrastructuur nauwkeurig omschreven wordt;15° indien de particuliere radio wenst uit zenden in een andere taal dan het Nederlands, een nota waarin dit voornemen wordt toegelicht en waarin nauwkeurig het aantal en de duur van de uitzendingen in een vreemde taal worden aangegeven;16° een nota waarin beschreven wordt op welke manier zal voldaan worden aan de informatieplicht, zoals bepaald in artikel 32, 10° van de gecoördineerde decreten;17° een vermelding van de frequentie waarvoor een aanvraag wordt ingediend;18° een verklaring van de rechtspersoon waaruit blijkt dat het onderzoek naar de werking ter plaatse door de aangestelde ambtenaren wordt aanvaard;19° de opgave van een gedetailleerd financieel plan.20° de opgave van de financiële structuur en, voor zover het een vennootschap betreft, de aandeelhoudersstructuur. § 2. Elke latere wijziging van deze informatie moet zonder verwijl aan het Commissariaat worden meegedeeld. § 3. Het gebruik van een modelformulier voor het aanvragen van erkenning en/of vergunningen kan door het Commissariaat worden opgelegd.

Art. 17.§ 1. Het Commissariaat kondigt in het Belgisch Staatsblad aan voor welke frequenties een aanvraag ingediend kan worden met vermelding van de modaliteiten en de termijnen. Indien op hetzelfde ogenblik meerdere frequenties met identieke verzorgingsgebieden vrijkomen, kan het Commissariaat beslissen hiervoor een gezamenlijke procedure op te starten. In dit geval moet de kandidaat slechts één dossier indienen voor de frequenties die gezamenlijk worden behandeld. § 2. Een kandidaat kan voor één welbepaalde frequentie slechts één enkel dossier indienen. § 3. Indien meerdere kandidaten een ontvankelijke aanvraag hebben ingediend voor een frequentie die door het Commissariaat beschikbaar is verklaard, brengt het Commissariaat de betrokkenen hiervan op de hoogte. De kandidaten kunnen vervolgens een fusie-overeenkomst of overeenkomst van frequentiedeling sluiten en een in die zin gewijzigde aanvraag tot erkenning indienen.

Indien er na deze procedure alsnog meerdere kandidaten overblijven, verleent het Commissariaat de erkenning op basis van de volgende criteria: - het aantal uren, de inhoud en de materiële onderbouw van de eigen programma's; - het aantal uren, de inhoud en de materiële onderbouw van informatieve programma's; - het aantal uren, de inhoud en de materiële onderbouw van culturele programma's; - de band met de lokale gemeenschap; - de radio- en/of media-ervaring van de medewerkers; - de aanwezige infrastructuur; - het gedetailleerd financieel plan.

Art. 18.Om ontvankelijk te zijn, omvat de aanvraag voor een zendvergunning voor een particuliere radio of een wijziging ervan : 1° een uittreksel van de landkaart (minimale schaal 1/25.000) waarop de voorziene opstellingsplaats van de zendinstallatie wordt aangeduid, evenals de vermelding van de geografische coördinaten van deze plaats (lengte en breedte in graden, minuten en seconden); 2° het merk en het type van de zendapparatuur met de volledige technische specificaties van de fabrikant, evenals het homologatienummer ervan of een meetverslag afgegeven overeenkomstig de regels bepaald door de bevoegde federale overheid;3° het merk, het type en de karakteristieken van de antenne met de volledige technische specificaties van de fabrikant, het volledige stralingsdiagramma van de antenne en de hoogte van het midden van de nuttige stralingselementen van de antenne boven de begane grond;4° het type en de lengte van de kabel die de zendapparatuur met de antenne verbindt met de volledige technische specificaties van de fabrikant.

Art. 19.§ 1. Om ontvankelijk te zijn, omvat de aanvraag tot erkenning van een kabelradio-omroep die zich richt tot de gehele Vlaamse gemeenschap : 1° de statuten zoals ze verschenen zijn in het Belgisch Staatsblad en een afschrift van de akte van oprichting;2° een afschrift van de in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad gepubliceerde lijst van de beheerders/bestuurders met hun functie in de rechtspersoon;3° een opgave van de plaats waar de maatschappelijke zetel, de exploitatiezetel en de productie-installaties gelegen zijn; 4°een nota waarin de aanwezige infrastructuur nauwkeurig omschreven wordt; 6° een door elke beheerder/bestuurder persoonlijk ondertekende verklaring dat hij/zij geen politiek mandaat bekleedt noch beheerder/bestuurder is van een andere rechtspersoon die een kabelradio-omroep in eigendom heeft en/of beheert/bestuurt;7° een verklaring dat de kabelradio-omroep onafhankelijk is van een politieke partij;8° een opgave van het uitzendschema en het programma-aanbod;9° in voorkomend geval, een opgave van het redactiestatuut en de naam van de eindredacteur die verantwoordelijk is voor de journaals;10° een lijst van de medewerkers van de kabelradio met inbegrip van hun radio- ervaring en hun statuut;11° de opgave van een gedetailleerd financieel plan.12° de opgave van de financiële structuur en, voor zover het een vennootschap betreft, de aandeelhoudersstructuur. § 2. Elke latere wijziging van deze informatie moet zonder verwijl aan het Commissariaat worden meegedeeld.

Art. 20.Om ontvankelijk te zijn, omvat de aanvraag voor een zendvergunning voor aardse televisieomroep : 1° een voldoende nauwkeurig uittreksel van de landkaart dat de voorziene opstellingsplaats aanwijst evenals de geografische coördinaten waar de antenne is opgesteld (lengte en breedte in graden, minuten en seconden);2° een volledige verklaring over de zendinstallatie, onder andere het merk, het type, de antennekarakteristieken en de kabels, zodat alle eigenschappen van de zendinstallatie kunnen worden bepaald, evenals een meetverslag afgegeven overeenkomstig de regels bepaald door de bevoegde federale overheid.

Art. 21.Om ontvankelijk te zijn, omvat de aanvraag voor een transportvergunning : 1° een voldoende nauwkeurig uittreksel van de landkaart dat de voorziene opstellingsplaats aanwijst evenals de geografische coördinaten waar de antenne is opgesteld (lengte en breedte in graden, minuten en seconden,);2° een volledige verklaring over de zendinstallatie, onder andere de antennekarakteristieken en kabels, zodat alle eigenschappen van de zendinstallatie bepaald kunnen worden;3° een afschrift van de overeenkomst met de satellietoperator die het omroepsignaal zal doorzenden.

Art. 22.Om ontvankelijk te zijn, omvat de aanvraag voor een vergunning voor het aanleggen en exploiteren van een kabelnet: 1° de statuten zoals ze verschenen zijn in het Belgisch Staatsblad en een afschrift van de akte van oprichting;2° een afschrift van de in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad gepubliceerde lijst van de beheerders/bestuurders met hun functie in de rechtspersoon;3° een opgave van het exploitatiegebied en het percentage van de bevolking dat men wil bereiken;4° een opgave van de omroepprogramma's en diensten die zullen worden doorgegeven;5° een opgave van de technische kenmerken van het kabelnet;6° een opgave van de financiële structuur van de aandeelhoudersstructuur, voor zover het een vennootschap betreft;7° een gedetailleerd financieringsplan;8° een nota waarin de aanvrager zijn doelstellingen en werking nader omschrijft;9° in geval van aanleg van of wijzigingen aan een kabelnet, een nota over de geplande investeringen en timing van werkzaamheden.

Art. 23.In afwijking van de bepalingen van dit hoofdstuk, moet de aanvraag tot verlenging van een bestaande erkenning van een omroep of van een bestaande vergunning van een kabelmaatschappij alleen vergezeld zijn van het werkings- en financieel verslag van het aan de aanvraag voorafgaande werkjaar, aangevuld met de stukken die een wijziging inhouden ten overstaan van deze verslagen, die nog niet aan het Commissariaat werden meegedeeld.

Art. 24.§ 1. Aanvragen die niet voldoen aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden, worden door het Commissariaat in een schriftelijke en met redenen omklede beslissing, binnen een termijn van twee weken na ontvangst van de aanvraag door het Commissariaat, onontvankelijk verklaard. Vanaf de datum van verzending van het aangetekend schrijven dat de met redenen omklede beslissing van onontvankelijkheid bevat, kan de aanvrager binnen een termijn van twee weken de aanvraag vervolledigen.

Indien een aanvraag voldoet aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden, doet het Commissariaat uitspraak binnen twee maanden na het ontvangen van de aanvraag, behalve wanneer een voorafgaand onderzoek noodzakelijk is, waarvoor een beroep moet worden gedaan op een andere instantie dan het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. In dit laatste geval begint de termijn van twee maanden te lopen vanaf de dag dat het onderzoeksrapport bij het Commissariaat is afgeleverd. De aanvrager wordt hiervan op de hoogte gesteld.

Het Commissariaat deelt eerst per aangetekend schrijven zijn voornemen van beslissing mee aan de betrokkenen die vanaf de datum van verzending over een termijn van acht dagen beschikken om bemerkingen hierop aan het Commissariaat mee te delen. Het Commissariaat kan de betrokken horen.

De beslissing wordt per aangetekend schrijven ter kennis van de betrokkenen gebracht. § 2. Voor de erkenningsprocedures waarvoor de aanvragen voor een bepaalde datum moeten worden ingediend, gaat, in afwijking van § 1, tweede lid, de termijn van twee maanden in op de dag dat de aanvraag uiterlijk moet zijn ingediend. § 3. Indien er, bij een erkenningsprocedure voor particuliere radio's, meerdere kandidaten zijn voor één frequentie deelt het commissariaat dit onmiddellijk na de ontvankelijkheidsprocedure in een aangetekend schrijven aan de betrokkenen mee. Binnen een periode van twee weken vanaf de datum van verzending van dit schrijven kunnen de betrokkenen een voorstel van fusie of frequentiedeling uitwerken en dit bij het Commissariaat indienen. Dit nieuwe dossier vervangt de reeds ingediende aanvragen van de kandidaten die bij het nieuwe dossier betrokken zijn.

Het Commissariaat deelt zijn voornemen van beslissing mee nadat de termijn voor het indienen van een voorstel van fusie of frequentiedeling is verstreken. § 4 Voor een globale erkenningsprocedure voor particuliere radio's kan het Commissariaat, in afwijking van de § 1, § 2 en § 3, andere termijnen voorzien.

Art. 25.Indien een omroep of kabelmaatschappij wenst af te zien van zijn erkenning/vergunning, wordt zulks per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Commissariaat meegedeeld.

Art. 26.Elke wijziging aan de vestiging, organisatie, structuur, werking en beheersorganen van de erkende omroepen en vergunde kabelmaatschappijen moet onverwijld aan het Commissariaat worden meegedeeld.

Art. 27.§ 1. Het doorgeven van nieuwe omroepprogramma's van omroepen die niet onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschp ressorteren, wordt door een vergunde kabelmaatschppij ter kennis gebracht van het Commissariaat. Deze kennisgeving omvat het volgende : 1° een opgave van de plaats van uitzending en vestiging;2° een opgave van de erkenning, vergunning of aanduiding van het land onder wiens bevoegdheid de omroep valt;3° een opgave van de statuten, de financiële structuur en, voor zover het een vennootschap betreft, de aandeelhoudersstructuur van de omroep;4° een opgave van het programma-aanbod en uitzendschema van de omroep;5° een document waarmee door de kabelmaatschappij wordt aangetoond dat de naleving van de auteursrechten geëerbiedigd is. § 2. Voor de kennisgeving van nieuwe omroepprogramma's van omroepen erkend door de Vlaamse Gemeenschap en die niet verplicht moeten worden doorgegeven, volstaat een eenvoudige mededeling. HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 28.Voor het uitvoeren van een technisch en administratief onderzoek in het kader van een procedure bedoeld in dit besluit, doet het Commissariaat een beroep op het personeel van de administratie Media, afdeling Media-Innovatie en Media-Vergunningen.

Art. 29.Met uitzondering van de termijnen bedoeld in artikel 2, worden de termijnen bedoeld bij dit besluit, opgeschort van 16 juli tot 31 augustus en van 25 december tot 2 januari.

Art. 30.De jaarlijkse werkings- en financiële verslagen zoals voorzien in de artikelen 32, 14°, 45, 53, 13°, 62 en 65 moeten jaarlijks aan het Commissariaat overgelegd worden voor 30 juni.

Art. 31.Iedere omroep van of erkend door de Vlaamse Gemeenschap is verplicht om een kopie van al zijn programma's te bewaren gedurende een periode van 30 dagen, te beginnen vanaf de uitzending en in geval van een geschil voor het Commissariaat dient de opname bewaard te worden tot het geschil beslecht is.

Art. 32.De beslissingen van het Commissariaat worden genomen met gewone meerderheid van stemmen, met uitzondering van de voorlopige maatregelen bedoeld in artikel 6, die met unanimiteit moeten worden genomen.

Art. 33.De beslissingen van het Commissariaat zijn openbaar.

Het Commissariaat draagt zorg voor de bekendmaking van zijn beslissingen en bepaalt de wijze waarop dit gebeurt. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 34.Worden opgeheven : 1° het besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1987 betreffende de procedure voor het verlenen, het opschorten en het intrekken van de erkenning van niet-openbare televisieverenigingen, zoals gewijzigd bij decreet van 23 oktober 1991;2° het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1991 betreffende de erkenning van lokale radio's;3° het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1991 betreffende de samenstelling en werking van de Vlaamse Raad voor reclame en sponsoring op radio en televisie;4° het besluit van de Vlaamse regering van 27 mei 1992 betreffende de erkenning van niet-openbare regionale televisieverenigingen, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 22 februari 1995, met uitzondering van de bepalingen van de artikelen 3, 4, 5, § 2, en 6;5° het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 1993 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Vlaamse Raad voor reclame en sponsoring op radio en televisie.6° artikel 1, 5°, artikel 13, 4°, artikel 14 en hoofdstuk III van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 betreffende de toekenning van zendvergunningen aan de erkende lokale radio's;

Art. 35.In artikel 5, § 2, tweede lid van het besluit van de Vlaamse regering van 27 mei 1992 betreffende de erkenning van niet-openbare regionale televisieverenigingen, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 22 februari 1995, worden de woorden « de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « het Commissariaat » en worden de woorden « na advies van de Vlaamse Mediaraad » geschrapt.

Art. 36.In artikelen 2, 6, 10, derde lid, 12 en 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 betreffende de toekenning van de zendvergunningen aan de erkende lokale radio's worden de woorden « de minister » vervangen door de woorden « het Vlaams Commissariaat voor de Media ».

Art. 37.In artikel 2, § 1, 1e lid, van hetzelfde besluit wordt de tweede zin geschrapt.

Art. 38.Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 1998.

Art. 39.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mediabeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 juli 1998 De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Economie, KMO, Landbouw en Media, VAN ROMPUY

^